De uitdaging begrijpen die de Jezus de mensheid toewierp

 

Geascendeerde Meester Saint Germain, 22 maart 2010

Dit was het bewustzijn waar de mensheid de laatste tweeduizend jaar mee te kampen had. Ze hebben er vaker mee te kampen gehad, maar zij hoefden er niet mee te kampen te hebben; ze werden eraan onderworpen. Pas tweeduizend jaar geleden kreeg de mensheid de kans om dit bewustzijn te zien en te transcenderen. En waardoor kregen ze de kans om het gevallen bewustzijn te transcenderen, het bewustzijn dat iets op aarde onfeilbaar kan zijn, permanent kan zijn? Dat kwam door de incarnatie van Jezus als de Levende Christus. Toen hij tweeduizend jaar geleden op aarde was, wierp hij de mensheid de uitdaging toe: er is een hogere waarheid dan het gevallen bewustzijn. “Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoordenaar van den beginne” Hij vermoordde de waarheid, de gevallen wezens vermoordden de waarheid, vermoordden de onschuld, vermoordden juist de transcendentie van het leven.

Want het leven bestaat uit transcendentie. Zonder transcendentie is er geen leven. Het leven zit niet in een stationaire baan; het leven transcendeert en vernieuwt zichzelf voortdurend. Een soort die zich niet aanpast en zichzelf vernieuwt, sterft uit. Dat is de meest waardevolle les die men kan leren van het hele concept evolutie en de survival of the fittest – en dat zijn degenen die zich het best aanpassen, degenen die het meest bereid zijn de oude matrix te transcenderen.

Kijk eens naar het leven van Jezus. Geboren in nederige omstandigheden, geboren als ieder ander – ondanks de mythes die er later aan werden toegevoegd over een ster die verscheen. Ik was erbij, als de Heilige Jozef – of liever als Jozef de timmerman – toen Jezus geboren werd. Jullie hebben de beelden gezien van een kribbe met een ster die erboven verscheen. Ik was erbij maar ik heb geen ster gezien. Dit is alleen maar een metafoor die enkel ontleed kan worden door mensen die het innerlijke zicht hebben – niet een fysieke ster zoals de legenden zeggen.

Want wat hebben ze met Christus gedaan? Hij incarneerde als een ‘gewoon’ mens om te tonen dat wij dit potentieel allemaal in ons hebben. De gevallen wezens wilden natuurlijk niet dat de mensen hun ware potentieel kenden, dus wat hebben zij gedaan? Eerst hebben de Romeinse keizers geprobeerd het christendom te onderdrukken. Wat heeft een pragmatische keizer – een politiek dier met de naam Constantijn – gedaan toen het duidelijk werd dat het christendom zich niet liet onderdrukken? Hij zei: “Laten we het dan maar gebruiken – als we het niet kunnen doden, laten we het dan maar gebruiken. Laten we het als de officiële religie invoeren, maar dan voegen wij er natuurlijk wel een paar subtiele voorwaarden aan toe die niemand opvallen – een paar voorwaarden die het christendom een draai geven en het veranderen.”

Niet dat dit een uitvinding was van keizer Constantijn; het was al begonnen bij andere gevallen wezens die bij het christendom waren gegaan en die Jezus waren begonnen te verheerlijken en van hem een uitzondering te maken in plaats van een voorbeeld. Constantijn kon dit gemakkelijk groter maken, door de steun van het Romeinse Rijk te geven aan de mensen die van mening waren dat het christendom het meest geschikt was om aan hun politieke doeleinden tegemoet te komen. Geleidelijk vormde zich een kerk die Christus tot de status van God verhief, waardoor hij wezenlijk anders werd dan de andere mensen op deze planeet en dus totaal niet geschikt om als voorbeeld te dienen voor hen en hun potentieel want hij was heel anders. Hij was van dezelfde substantie als de vader, hij was vanaf het allereerste begin God.

Jullie zijn allemaal God vanaf het allereerste begin, omdat zonder hem niets gemaakt is dat gemaakt werd. En daardoor ‘zijt gij goden’ zoals Jezus zelf zei. Dat is natuurlijk precies wat de gevallen wezens niet willen dat jullie beseffen. Ze willen niet dat jij beseft dat jij het potentieel bezit om mede te scheppen.

Niet dat jullie goden zijn in de betekenis van de gevallen wezens die god op aarde wilden zijn. Jullie zijn niet God in volledige zin; jullie zijn individualisaties van God. Dat betekent dat niemand superieur is aan een ander, want hoe kan één uitdrukkingsvorm van God superieur zijn aan een andere uitdrukkingsvorm van God? Jullie zijn allemaal individualisaties van God, jullie zijn allemaal gelijk omdat jullie allemaal uniek zijn. Het gevallen bewustzijn heeft er een waardeoordeel aan gegeven, waardoor het mogelijk wordt om te zeggen dat één persoon vanwege bepaalde kenmerken hier op aarde uniek is, dat één persoon boven alle anderen staat – of het nu een keizer, een paus of Christus zelf is.

Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.