Geascendeerde Meester Jezus, 6 april 2007
“Addergebroed! Hoe kunt ge iets goeds zeggen terwijl ge zelf slecht zijt? Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Een goed mens haalt uit de schatkamer van zijn hart vol goede dingen het goede tevoorschijn, terwijl een slecht mens uit zijn schatkamer met slechte dingen het slechte tevoorschijn haalt. Ik zeg u dat de mens van elk ijdel woord dat hij spreekt, op de dag des oordeels rekenschap moet afleggen. Want op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken en op grond van je woorden zul je worden veroordeeld.” (Matteüs 12:34-37)
“Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt, heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb, zal op de laatste dag over hem oordelen. Ik heb niet namens mezelf gesproken, maar de Vader die mij gezonden heeft, heeft me opgedragen wat ik moest zeggen en hoe ik moest spreken. Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat ik zeg, zeg ik zoals de Vader het mij verteld heeft.” (Johannes 12:47-50)
Hoewel deze woorden in de moderne wereld misschien ouderwets en dreigend kunnen klinken, zeg ik dat er een verborgen waarheid in schuilt want als je de moeite zou nemen de Bijbel goed te lezen, dan zie je dat er een hele groep mensen in het oude Israël was die mij en mijn Wóórd hebben afgewezen. En als je de moeite zou nemen om verder te kijken dan de oppervlakkige schijn, dan zou je zien dit niet alleen de Schriftgeleerden, de farizeeërs, de tempelpriesters en anderen waren. Geen enkel wereldlijk kenmerk heeft ervoor gezorgd dat die mensen het Wóórd afwezen. Het was een kenmerk in hun innerlijk, hun bewustzijnsstaat en die bewustzijnsstaat is nog steeds heel sterk aanwezig op de wereld. Er zijn miljoenen, zo niet miljarden, mensen die zo door die bewustzijnsstaat verblind zijn dat zij het Wóórd, het Levende Woord, zullen afwijzen wanneer ze het tegenkomen.
Helaas moet ik zeggen dat veel mensen tegenwoordig beweren dat ze christen te zijn – die beweren dat ze een goede christen, de enige goede christenen zijn – precies hetzelfde bewustzijn hebben en er net zo door verblind worden als de Schriftgeleerden en farizeeërs. Daarom zitten zij elke zondag in hun christelijke kerk en voelen zich heiliger dan heilig terwijl ze in werkelijkheid het Levende Woord van de Levende Christus – in hun hart – afwijzen.
Niet alleen hebben zij hun kerk gesloten voor het Levende Woord, zodat ze mij, mijn Pleitbezorger – de Heilige Geest – en de geascendeerde meesters niet in hun kerk laten spreken, maar ze hebben ook hun eigen hart voor het Levende Woord gesloten. Ik word natuurlijk door niets op deze wereld belemmerd en ik kan als vertegenwoordiger van het Christusbewustzijn op aarde tot iedereen in zijn of haar hart spreken – als ze dat Levende Woord willen horen.
Waarom wijzen de mensen het Wóórd af?
Ik wil graag aan het begin van deze serie verhandelingen over het Wóórd het bewustzijn aan de orde stellen dat ervoor zorgt dat mensen het Woord afwijzen. Dit is heel simpel wanneer je begrijpt wat het ego is, maar de meeste mensen op de wereld – die geen inzicht in hun ego hebben – begrijpen niet dat zij het Levende Woord afwijzen. En als je hen dat zou zeggen, dan zouden ze het heel moeilijk vinden om dat te vatten – omdat ze het niet kunnen plaatsen, want ze hebben het Levende Woord niet ervaren of ze zijn zich niet bewust van het verschil tussen het Levende Woord en het dode woord.
Zij zijn opgegroeid – ze zijn opgevoed, ze zijn grootgebracht, ze zijn om zo te zeggen geprogrammeerd – om het dode woord als het enig ware woord van Christus of het enig ware woord van God te accepteren. Dat zag je ook bij de Schriftgeleerden en de farizeeërs. Ze waren erg gehecht aan de geschriften van het Oude Testament en ze gebruikten die geschriften om mij te veroordelen, om met mij te ruziën en uiteindelijk de Levende Christus af te wijzen, toen ik in levenden lijve voor hen stond.
Ze waren zo gehecht aan het dode woord dat zij niet wilden toegeven dat ik hen iets meer bracht, iets meer dan het dode woord. Hoewel veel van hen konden voelen dat er iets in hun hart bewoog toen ze mij hoorden spreken, zette hun verstand hun hart opzij – zoals zo vaak gebeurt, vooral in de moderne tijd waarin de mensen verstandelijker zijn geworden dan in voorgaande tijden. Het is voor de intellectuele, redenerende geest heel gemakkelijk om de signalen die je van je hart krijgt af te doen als onzin.
Het Wóórd bepaalt of je in het spirituele rijk komt
Uiteindelijk zal je toegang tot de spirituele wereld door het Wóórd, door jouw aanvaarding van het Wóórd, worden bepaald.
Dat bedoelde ik toen ik tegen de Schriftgeleerden en farizeeërs zei dat je door je woorden vrijgesproken of veroordeeld wordt. Nu interpreteren veel christenen dit op een wereldlijke, oppervlakkige manier door te zeggen dat jij de woorden eigenlijk je hele leven spreekt, maar zoals ik heb geprobeerd uit te leggen, komen de woorden die uit je mond komen uit je hart, want het hart vloeit over van de woorden die jij zegt. Dit heeft een diepere betekenis die je kunt begrijpen wanneer je verder kijkt dan de letterlijke interpretatie.
De waarheid is dat het Levende Woord van God achter alle woorden, alle uitdrukkingsvormen op de wereld schuilgaat. En hier zal ik in de komende verhandelingen dieper op ingaan. Jullie moeten echter begrijpen dat er, wanneer je voor de poort staat die naar een hogere bewustzijnsstaat voert, bij wijze van spreken, een sorterend mechanisme is. Als jouw hart gevuld is met het Levende Woord, kun je door de poort naar binnen. Als je het bruiloftskleed hebt aangetrokken, kun je naar het bruiloftsfeest. Als je hart echter niet in het Levende woord gehuld is, maar aan het dode woord, aan bepaalde uitdrukkingsvormen van een woord, gehecht is geraakt dan kun je het spirituele rijk niet in – wat niet per definitie letterlijk naar binnen gaan is, maar natuurlijk een bewustzijnsstaat.
Dit is niet iets wat gewoon gebeurt nadat jij het fysieke lichaam hebt afgelegd. Dit is een voortdurend, eeuwigdurend proces. Wat heb ik in de allereerste plaats gepreekt toen ik over de stoffige wegen van Palestina liep? Ik ging op weg met de boodschap dat het koninkrijk van God nabij is en wat betekent dat? De meeste christenen geloven dat ze naar het koninkrijk van God gaan nadat ze zijn gestorven, want ik heb toch – per slot van rekening – beloofd om hun zonden op mij te nemen en hen daardoor te redden?
De waarheid is echter dat je bij wijze van spreken op elk moment in je leven voor de poort van het koninkrijk der hemelen staat, want het koninkrijk der hemelen is nabij, juist nu op dit moment nabij! En je hebt elk moment de kans om in dat koninkrijk te komen. En nogmaals, dit betekent niet dat jouw lichaam weer opstaat en verdwijnt, wanneer je het koninkrijk van God ingaat. Het betekent dat jij het Christusbewustzijn ingaat, want het Christusbewustzijn is natuurlijk de diepere spirituele betekenis van het symbool het ‘koninkrijk van God’.
Dat is de reden dat het koninkrijk nabij is, want ook als jij nog niet aan het eind van je natuurlijke levensduur bent, kun je toch in het koninkrijk van God komen terwijl je nog in een fysiek lichaam op de aarde rondloopt. Ik was natuurlijk niet het hoofd van een of andere zelfmoordsekte die tegen de mensen zegt dat zij zich van kant moeten maken om in het koninkrijk te komen. Het koninkrijk van God is dus nabij omdat het juist nu op dit moment tot je beschikking staat.
Dit is een deel uit een langere lering. Je kunt het hele dictaat hier lezen.