ONDERWERPEN: de dualistische geest kan geen verantwoording dragen – weerstand tegen veranderingen – alle problemen komen voort uit onwetendheid – mensen vervormen de leringen van Jezus om te vermijden dat zij moeten veranderen – komt het van God? – laat jouw netten achter – tegenwoordig zijn veel mensen toe aan Christusschap – door Jezus als de enige zoon te accepteren, krijgen de mensen een excuus om niet zijn voorbeeld te volgen – menselijke wezens zijn psychologische wezens – een machtselite gebruikt religie om de bevolking in hun macht te hebben – de kerk staat tussen de mensen en God – de machtselite heeft Jezus gedood en wil zijn leer doden – de doctrine van de enige zoon heeft Jezus als voorbeeld gedood – gnostici – de verlossing in de buitenwereld is een machtsmiddel – de katholieke kerk als het allerhoogste machtsmechanisme – waarom de machtselite Christus doodt
Vraag: Waarom werd het idee dat Jezus Christus de enige zoon van God was, ooit een officiële doctrine van de christelijke Kerk?
Antwoord van Geascendeerde Meester Jezus door Kim Michaels:
Een deel van het antwoord op deze vraag is het dualistische denken en de neiging ervan om idolen te maken. Laat mij dit uitvoeriger uitleggen.
Voor het dualistische denken is alles relatief. Niets is absoluut; niets is definitief. De consequentie is dat het dualistische denken nooit volledig de verantwoordelijkheid voor iets op zich kan nemen. De dualistische geest kan nooit tot het besef komen van: “Ik heb een fout gemaakt, ik had ongelijk en ik moet veranderen.”
Het dualistische denken is de ultieme meester om excuses te bedenken waarom hij niet hoeft te veranderen. Als je naar de geschiedenis van de mensheid kijkt, zie je dit psychologische mechanisme in ontelbare omstandigheden aan het werk. Mensen hebben een ontzettend grote weerstand tegen veranderingen. Kijk eens naar mijn incarnatie op aarde en je zult zien hoe vaak ik degenen berispte die niet bereid waren mijn leringen te belichamen en hun identiteitsgevoel te veranderen. Zei ik niet: “Wee jullie wetgevers, jullie zijn zelf niet naar binnen gegaan (jullie waren niet bereid om je door de waarheid van God te laten veranderen) en degenen die wel binnen wilden gaan, hebben jullie verhinderd naar binnen te gaan (in een poging je te verdedigen door te zeggen dat jij als niemand anders verandert, ook niet hoeft te veranderen)”.
Waarom hebben mensen zo’n hekel aan veranderingen? Ik heb gezegd dat alle menselijke problemen uit onwetendheid voortkomen. Als mensen werkelijk begrepen dat zij de vruchten van hun daden plukken, zouden zij hun gedrag veranderen. Het probleem is dat de levensstroom zolang hij zich met het dualistische denken identificeert, nooit zal weten, nooit zal beseffen, dat een handeling hem schade berokkent. De reden daarvoor is dat de relativiteit van het dualistische denken altijd met een verklaring kan komen die de daden en overtuigingen van de levensstroom lijken te verdedigen. Als alles relatief is, kan iets nooit helemaal fout zijn. Men kan daarom altijd met een of andere rechtvaardiging voor een daad komen. En als een daad verdedigd kan worden, waarom zou je dan moeten veranderen?
Zolang een levensstroom zich met het dualistische denken identificeert, wijst die levensstroom de waarheid van God af. De levensstroom zal de waarheid afwijzen, omdat als hij de waarheid zou accepteren, de levensstroom moet veranderen. Als de levensstroom het beter zou weten, zou hij eenvoudig dienovereenkomstig moeten veranderen.
Wat gebeurt er als een levensstroom met een ware uitspraak wordt geconfronteerd, zoals mijn leringen in de buitenwereld? Omdat het dualistische denken niet wil dat de levensstroom aan zijn macht ontsnapt, zal het dualistische denken een of andere relatieve rechtvaardiging proberen te vinden waarom het idee niet waar, of niet op de levensstroom van toepassing is. Daarom zie je heel veel mensen, zelfs veel mensen die zichzelf als vrome christenen bezien, die met ongelooflijk ingewikkelde argumenten aankomen waarom ze niet naar een bepaald aspect van mijn leringen in de buitenwereld hoeven te luisteren. Uiteraard zullen zulke mensen ook voldoende redenen vinden om mijn innerlijke leringen af te wijzen en dat is de reden waarom ze die leringen gewoon niet kunnen ontdekken.
Ik hoop dat je begrijpt wat ik hier probeer uit te leggen. Zolang de levensstroom zich met het dualistische denken identificeert, ziet de levensstroom geen enkele reden om te veranderen. Daarom zei ik: “Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar een zwaard.” Het zwaard dat ik kwam brengen, is het zwaard van waarheid dat het echte van het onechte scheidt. Dat zwaard is het Christusbewustzijn.
Voor het dualistische denken is er niets echt verkeerd en niets echt goed. Alles is betrekkelijk. De Christusgeest kent een absolute maatstaf om vast te stellen wat goed en verkeerd is.
De Christusgeest vraagt eenvoudig: “Komt het van God of niet van God?” Als iets niet van God is, dan is het verkeerd en moet het veranderd worden, hier en nu. De Christusgeest kent geen meningsverschillen of valse voorwendselen en er is geen plaats voor ingewikkelde argumenten om iets goed te praten. Als iets niet van God is, laat een Christuswezen het onmiddellijk achter zich.
Wanneer de levensstroom zich met het Christusbewustzijn begint te verenigen, wil hij wel veranderen. Met het Christusbewustzijn kan de levensstroom het beste zien wat er veranderd moet worden. Zodra de levensstroom het inzicht ontvangt dat een bepaalde daad of een bepaald idee verkeerd is, laat die levensstroom onmiddellijk de oude manier van doen achter zich en omarmt het nieuwe inzicht.
Je zult je misschien het verhaal herinneren van hoe ik mijn discipelen bijeenbracht. Stel je voor dat jij een visser bent bij het meer van Galilea. Het is een gewone dag en je bent bezig met je dagelijkse werk: het schoonmaken van je netten. Plotseling staat er een vreemdeling voor je die zegt: “Laat je netten liggen, ik zal van jou een visser van mensen maken!”
Hoe denk je dat een levensstroom die zich geïdentificeerd heeft met het menselijke denken, hierop zou reageren? De levensstroom zou onmiddellijk beginnen het belang van de situatie te evalueren, te beoordelen, te verklaren en weg te redeneren. De levensstroom zou met allerlei excuses aankomen waarom hij de Christus niet hoeft te volgen of waarom de Christus niet nu meteen hoeft te worden gevolgd.
Ik zeg je dat er inderdaad mensen waren die op deze manier hebben gereageerd toen ik bij hen kwam. Ik riep meer dan 12 mensen op om mijn discipel te zijn, maar niet iedereen beantwoordde mijn oproep. Degenen die wel aan mijn oproep gehoor gaven, hadden al een zekere mate van Christusbewustzijn bereikt en zij waren bereid hun innerlijke inzichten te volgen. Toen ik dus aan hen verscheen, herkenden ze mij als de geïncarneerde Christus en waren ze bereid mij te volgen.
Die gezegende levensstromen beredeneerden niets of probeerden niets te interpreteren. Zij herkenden mij in één oogopslag en op grond van die herkenning besloten ze onmiddellijk uit vrije wil al het andere achter te laten om mij, de Levende (belichaamde) Christus te volgen.
Wanneer een levensstroom zich met het dualistische denken identificeert, kan hij de Christus niet herkennen en dan kan hij de Christus niet volgen. De levensstroom kan eenvoudig niet zijn netten met verwikkelingen in de omstandigheden van het leven achter zich laten. Tegenwoordig zijn er meer levensstromen dan ooit klaar om hun netten achter te laten en de Christus te volgen. Maar tweeduizend jaar geleden was dat niet het geval. Slechts een heel klein aantal had dat bewustzijnsniveau bereikt en de massa was nog steeds zo vereenzelvigd met het dualistische denken dat die eenvoudig niet lastig gevallen wilde worden met de komst van de Levende Christus. Zij wilden onwetend blijven opdat zij niet lastig gevallen zouden worden en hun manier van leven zouden moeten veranderen.
Deze mensen waren daarom maar al te blij dat ze het idee konden accepteren dat Jezus Christus de enige zoon van God was. Waarom? Omdat dit hen het ultieme excuus geeft om hun levensstijl voort te zetten. Als ik de enige zoon van God was, dan konden zij onmogelijk in mijn voetsporen treden. Ze konden dan niets doen om hun eigen verlossing te bewerkstelligen. Zij moesten gewoon wachten op de komst van de verlosser in de buitenwereld, namelijk ik, om hen te komen redden.
Als ik een voorbeeld zou zijn om te volgen, dan zouden de mensen de verantwoordelijkheid hebben om mij te volgen. Met andere woorden, als zij het potentieel hadden om een Christuswezen te worden en als hiervoor een inspanning van hen geëist werd, dan zouden zij hun manier van doen moeten veranderen. Zij zouden hun netten moeten achterlaten. Zie je hoe het idee dat ik de enige zoon van God was het allerbeste excuus kan worden om mensen de perfecte rechtvaardiging te geven om met hun manier van doen door te gaan?
Mensen zijn psychologische wezens. Je kunt naar de geschiedenis kijken en verklaringen in de buitenwereld proberen te vinden waarom mensen hebben gedaan, wat ze deden. Veel moderne wetenschappers en historici hebben de geschiedenis van de mens met zulke uiterlijke factoren proberen te verklaren, hetzij economisch, sociologisch of in politieke termen. In werkelijkheid kun je de geschiedenis van de mens maar op één manier verklaren: door binnenin de menselijke psyche te kijken.
Alles komt voort uit het proces dat zich binnenin de menselijke psyche afspeelt. Het gedrag van mensen in de buitenwereld begint als een innerlijk proces in de psyche. Het uiterlijke gedrag van mensen is eenvoudig het gevolg van wat er in de psyche omgaat. Als je het gevolg wilt begrijpen, moet je de oorzaak begrijpen. Als je wilt begrijpen waarom er bepaalde beelden op een projectiescherm verschijnen, dan kun jij je onderzoek niet alleen tot het filmdoek zelf beperken. Hoe kun je ooit begrijpen wat er op het filmdoek verschijnt, als je niet naar de projectiekamer gaat en onderzoekt wat er op de filmstrook staat?
Ik heb jullie de innerlijke verklaring gegeven waarom zoveel mensen het idee hebben geaccepteerd dat ik de enige zoon van God was. Laat me nu de uiterlijke verklaring geven.
Waarom denk je dat de autoriteiten van de joodse kerk mij wilden terechtstellen? Omdat ze mij als de allergrootste bedreiging voor hun macht over de mensen zagen. Als je naar de geschiedenis van de mensheid kijkt, zie je dat er mensen waren die een onverzadigbare zucht naar macht en controle hadden. Dit verlangen naar macht wordt op een psychische behoefte gebaseerd, maar daar zal ik nu niet op ingaan. Laten we gewoon het feit erkennen dat er in elke tijd van de geschiedenis mensen waren die deze zucht naar macht hadden. Deze mensen hadden de zucht om de absolute macht over anderen te bezitten.
Je moet begrijpen dat voor deze mensen religie altijd een bedreiging is geweest. Wat de leden van deze machtselite willen, is uiteindelijk alle macht hier op aarde krijgen. Ze willen zichzelf als de allerhoogste autoriteit opwerpen, een autoriteit die niet in twijfel getrokken en tegengesproken kan worden.
Het grootste probleem waar deze mensen mee kampen, is dat de mensen hardnekkig weigeren het idee los te laten dat er een allerhoogst gezag bestaat dat ver boven en buiten deze aarde staat. Zolang mensen in een God geloven die ver boven en buiten enige macht op aarde staat, kan niemand ooit de allerhoogste macht op deze planeet krijgen. Wat de koningen en de keizers ook doen, zij zullen altijd op de tweede plaats komen. Zij zullen misschien grote macht over de mensen hebben, maar ze kunnen nooit de allerhoogste macht krijgen.
De reden dat de meeste mensen op aarde het bestaan en de methodes van zo’n machtselite niet begrijpen, is dat de meeste mensen gewoon geen onverzadigbare zucht naar macht hebben. Ze kunnen zich daarom niet voorstellen dat iemand absoluut alles wil doen om macht te krijgen.
Ik weet dat dit een moeilijk onderwerp is, waar je liever niet over nadenkt. Maar probeer je een ogenblik voor te stellen hoe deze machtselite denkt. Hun allergrootste wens is om religie volledig van deze planeet uit te bannen. Een planeet zonder religie is hun ultieme droom, want op zo’n planeet hebben zij de mogelijkheid zich als de allerhoogste autoriteit te laten gelden. Vandaag de dag zijn ze ambitieus bezig dit ideaal na te streven en ze gebruiken de wetenschap als belangrijkste middel om dit doel te bereiken. Toch weigert het grote publiek hardnekkig hun geloof in God los te laten.
Als je er niet in slaagt om mensen van hun geloof in God af te brengen, wat zijn dan jouw andere opties? Je kunt het motto volgen: “Als je ze niet kunt verslaan, doe dan met ze mee.” Met andere woorden, als je mensen niet van hun geloof in God kunt afbrengen, probeer dan dat geloof te gebruiken als middel om macht over de mensen te krijgen.
Hoe kun je dat doen? Dat kun je doen door de georganiseerde religie te gebruiken. Je begint het idee te promoten dat een bepaalde kerk de enig ware kerk is, wat inhoudt dat zij de enige weg naar verlossing heeft. De meeste mensen hebben de behoefte zich beter dan anderen te voelen, dus dit idee zal zeker wijdverspreide steun vinden. Daarna benoem jij jezelf tot leider van die kerk. Ten slotte promoot je het geloof dat de leider van deze kerk de bemiddelaar, de enige bemiddelaar, tussen God en de mens is en dat zijn woord onfeilbaar is.
Als je mensen kunt laten geloven dat jouw kerk het enig ware pad naar verlossing is en dat de leider van die kerk de enig ware bemiddelaar is tussen hen en hun God, dan heb je in feite jezelf als de allerhoogste autoriteit op aarde geprofileerd. Hoewel mensen nog steeds in God geloven, denken ze dat ze Gods wil alleen door jou kunnen kennen en daardoor ben jij de autoriteit geworden die niet in twijfel getrokken of tegengesproken kan worden.
Als je een levensstroom was die maximale macht nastreefde, waar had je de afgelopen tweeduizend jaar dan graag willen zijn? Ik zal je vertellen waar zo’n levensstroom graag zou willen incarneren. Hij zou graag de paus van de katholieke kerk willen zijn. Voordien zou een op macht beluste levensstroom een van de tempelpriesters van de joodse kerk hebben willen zijn, omdat ook zij zich ook als de allerhoogste autoriteit tussen de mensen en hun God hadden geplaatst.
Als je mijn ware leringen wilt begrijpen, dan moet je het bestaan erkennen van een machtselite die bestaat uit mensen die zichzelf tussen God en de mensheid willen neerzetten. Je moet begrijpen dat deze machtselite het plan beraamde om mij te doden. Je moet ook begrijpen dat het een onderdeel van mijn missie in Galilea was om het oordeel over deze machtselite te brengen. Daarom zei ik: “Voor het oordeel ben ik gekomen.”
God is zich er zeer van bewust dat gedurende duizenden jaren een kleine groep levensstromen herhaaldelijk van plan was zichzelf als autoriteit tussen de mensen en hun God op te werpen. Ik kwam om een aantal levensstromen van deze machtselite te oordelen en met hun daad om de belichaamde Christus te doden, hebben zij inderdaad hun oordeel ontvangen. Deze levensstromen zijn niet meer op planeet aarde, maar dat betekent niet dat de hele machtselite van deze planeet is verwijderd.
Waarom heeft de kerk de doctrine gemaakt dat ik de enige zoon van God was? De essentie van de boodschap die ik tweeduizend jaar geleden bracht, is juist dat de enig ware bemiddelaar tussen God en de mens het Christusbewustzijn is. Het universele Christusbewustzijn is de open deur die geen mens kan sluiten. Ieder mens heeft dus de mogelijkheid individueel Christusschap te bereiken en door dat individuele Christusschap kan ieder mens rechtstreeks met God in contact staan.
Wanneer mensen een bepaald niveau van Christusschap hebben bereikt, hebben ze geen hiërarchie in de buitenwereld nodig in de vorm van een georganiseerde kerk. Ik zeg niet dat een georganiseerde of kerk in de buitenwereld onnodig wordt. Wat ik zeg, is dat de mensen geen kerkleiders nodig hebben die als verbindingsschakel tussen hen en God fungeren. Ze hebben geen kerkleiders nodig die hen het Woord van God brengen of het Woord van God interpreteren. Ze kunnen het levende Woord van God rechtstreeks in hun eigen hart ontvangen en ze kunnen dat woord door hun geïndividualiseerde Christusbewustzijn begrijpen.
Dit is de ware boodschap die ik op aarde bracht. De machtselite van de joodse kerk wist dit heel goed en daarom hebben ze mij bij de eerste beste gelegenheid gedood. Deze machtselite hoopte dat ze door het doden van mijn fysieke lichaam, ook mij en mijn leer hadden gedood.
Deze hoop werd de grond ingeboord door het feit dat ik het vermogen had met de mijnen in contact te staan, hoewel mijn fysieke lichaam niet langer op aarde was. Een paar van de vroegste christelijke geschriften, zoals de Pistis Sophia en het Evangelie van Philippus, vermelden dat ik vijftig jaar lang na mijn wederopstanding aan mijn discipelen verscheen. Dit is de waarheid. Ik verscheen werkelijk zolang aan hen en mijn leringen hielden dus niet op met de dood van mijn fysieke lichaam.
Vele jaren na mijn wederopstanding had de christelijke beweging geen duidelijk omschreven en georganiseerde kerk. Die was niet duidelijk omschreven, omdat ik mijn volgelingen niet de opdracht had gegeven een officiële kerk te stichten of een officiële doctrine op te stellen. In plaats daarvan droeg ik mijn volgelingen op hun individuele Christusschap aan te nemen en daarna naar mijn stem te luisteren als ik binnenin hun eigen hart tot hen sprak.
Gedurende enige tijd was de christelijke beweging een los geweven netwerk van mensen die op verschillende manieren het pad van individueel Christusschap nastreefden. Tegenwoordig wordt deze beweging vaak de Gnostische beweging genoemd. De orthodox christelijke kerken beschouwen deze beweging vaak als chaotisch en door valse leringen en gevaarlijke ideeën gedomineerd. De Gnostische beweging was inderdaad enigszins chaotisch en ongeorganiseerd. Binnen die beweging waren echter individuen en groepen mensen die werkelijk mijn innerlijke leringen volgden.
Na een verrassend korte tijd begon er zich iets heel eigenaardigs te gebeuren. Een georganiseerde kerk begon vorm aan te nemen. Deze kerk kreeg geleidelijk aan meer macht en begon een officiële kerkleer op te stellen en kracht bijgezet, die zogenaamd de ware leringen van Christus bracht. Interessant genoeg bevatte die doctrine niet het idee van individueel Christusschap of een individueel pad naar verlossing. In plaats daarvan loopt het enige pad naar verlossing via de sacramenten en de doctrines die door de georganiseerde kerk werden beheerd.
Als je mijn onmiddellijke persoonlijke reactie op deze ontwikkeling wilt horen, dan is het deze: “Waar donders (in hell) komt dat idee vandaan?” Vergeef me de onbehouwenheid van deze uitdrukking, maar ik gebruik hem met een goede reden. De reden daarvoor is dat de hel precies de plaats is waar dat idee vandaan kwam. Ik kan je verzekeren dat het idee niet uit de hemel kwam, omdat wij hierboven allemaal weten dat het pad naar verlossing, het pad van persoonlijk Christusschap is en dat het een innerlijk pad is. Dit idee kon daarom alleen zijn oorsprong vinden in een bewustzijnsstaat die gebaseerd is op de ontkenning van God, de ontkenning van het zelf en de ontkenning van het zelf als God.
In werkelijkheid kwam dit idee van dezelfde machtselite die al duizenden jaren geprobeerd had zichzelf als het allerhoogste gezag op aarde te vestigen. Aanvankelijk probeerde de gevestigde macht de christelijke beweging op een agressieve manier te vernietigen. Toen ze beseften dat dit niet lukte, besloten ze zich bij de christelijke beweging aan te sluiten en die te gebruiken als middel om macht te krijgen.
De ontwikkeling van een christelijke kerk die bedoeld was als instrument om de allerhoogste macht te krijgen, nam enige tijd in beslag. Zij kwam niet echt tot bloei, totdat de Romeinse keizer Constantijn besloot de christelijke kerk te gebruiken als middel om zijn noodlijdende keizerrijk onder één religie te verenigen. Het Romeinse Rijk werd op één eenvoudig idee gebaseerd. Dit idee hield in dat de Romeinse Keizer de enige vertegenwoordiger van God op aarde was. De Romeinse Keizer was dus de allerhoogste autoriteit en zijn woorden konden niet in twijfel worden getrokken, noch tegengesproken, zelfs al beging hij daden die overduidelijk waanzin waren.
Is het niet eigenaardig dat na de oprichting van de rooms-katholieke kerk de leider van die kerk plotseling de enige vertegenwoordiger van God op aarde werd? Ik ben me ervan bewust dat de georganiseerde christelijke kerk altijd het concept al had van de plaatsvervanger van Christus. Maar pas na de stichting van de rooms-katholieke kerk kreeg de paus de status van de hoogste en enige vertegenwoordiger van God op aarde. Pas bij de stichting van de katholieke kerk legde de kerk (door middel van buitengewoon strijdlustige middelen) de doctrine op dat Jezus Christus de enige zoon van God was.
Wat ik jullie hier aan het verstand probeer te brengen, is dat mijn ware innerlijke leringen van de mensen zijn afgenomen. Tegelijkertijd werden die innerlijke leringen vervangen door doctrines in de buitenwereld die regelrecht tegenover mijn innerlijke leringen staan.
Mijn innerlijke leringen zeggen dat ieder mens het potentieel heeft Christusschap te manifesteren. Jezus Christus was daarom niet de enige zoon van God. Jezus Christus was het voorbeeld dat bedoeld was om te laten zien dat alle mensen het potentieel hebben hun goddelijke erfenis op te eisen. Elke zoon en dochter heeft het vermogen als Christuswezen op aarde te leven.
Als je behoort tot een machtselite die de allerhoogste macht hier op aarde wil hebben, besef je dat een Christuswezen de allergrootste bedreiging voor jouw gezag is. Een Christuswezen erkent alleen het gezag van God. Een Christuswezen zal naar een aards autoriteitsfiguur luisteren, maar alleen als die aardse autoriteit op één lijn staat met de wil van God. En omdat een Christuswezen de wil van God kent, kan hij nooit voor de gek worden gehouden door de valse beweringen van een aards autoriteitsfiguur.
Stel je nu eens voor dat een Christuswezen, namelijk ik, geheel onverwacht op aarde verschijnt en degenen aanvecht die zichzelf tussen de mensen en hun God hebben geplaatst. De machtselite probeert deze dreiging af te handelen door mijn fysieke lichaam te doden. Maar zelfs voor ze tijd hebben elkaar te feliciteren, begin ik tot mijn volgelingen te spreken en hen aan te moedigen net als mij te worden.
De machtselite moet nu het ontnuchterende besef onder ogen zien dat zij in plaats van met één Christuswezen, misschien wel met duizenden Christuswezens te maken krijgen. Ze weten dat als dit gebeuren mocht, dit het einde van hun bewind op aarde zou betekenen. Als andere mensen de ware leringen van Jezus Christus beginnen te belichamen en hun individuele Christusschap aannemen, zou de machtselite eenvoudig niet in staat zijn de opkomende vloed te stoppen die uiteindelijk hun machtsrijken zou wegspoelen. Door deze Christuswezens zou God de machtigen uit hun zetels kunnen werpen en de lagere standen verhogen.
De machtselite moest daarom een vastberaden poging ondernemen om mijn ware leringen volledig uit te roeien en te verdraaien. Ze moesten ervoor zorgen dat geen enkel ander mens in mijn voetsporen zou kunnen of durven treden.
Mijn geliefde harten, zien jullie niet dat dit precies is wat ze met mijn ware leringen hebben gedaan? Tot dusver zijn ze er voornamelijk succesvol in geweest andere mensen ervan te weerhouden om in mijn voetsporen te treden.
Het is mijn grootste verlangen, en het is het grootste verlangen van mijn Vader in de hemel, om verandering in deze situatie te brengen. De sleutel tot verandering is dat jij de keuze moet maken jouw individuele Christusschap na te streven.