Christus staat boven tijd en ruimte

 

Geascendeerde Meester Jezus, 8 april 2007

Maar zoals ik in het begin al zei, bestaat er geen twijfel over of Christus voor eeuwig en altijd zal regeren. Want Christus staat boven tijd en ruimte. Tijd en ruimte kunnen niet eeuwig bestaan, want het is niet mogelijk dat iets op deze wereld tot in het oneindige doorgaat omdat alles door grenzen, door contrasten, wordt bepaald. Alleen al het feit dat jullie aparte vormen hebben, betekent dat er een grens moet zijn. Dus alles moet een limiet hebben, zelfs tijd.

Laat mij, om jullie logische gedachten in verwarring te brengen, verwijzen naar iets waar bepaalde wiskundigen over hebben nagedacht. Sommigen van hen zijn gestopt met erover nadenken, terwijl anderen erover bleven nadenken totdat zij er geen kant meer mee op konden, want het is een van die dingen die de analytische geest niet kan oplossen. Jullie weten heel goed dat als je begint te tellen, één, twee, drie, vier, steeds door kunt blijven gaan. En misschien speelden sommigen van jullie als kind wel het spel dat je van één tot duizend telde, gewoon om te zien hoe dat zou zijn.

Wiskundigen stonden voor de vraag “Hoeveel getallen zijn er – hoever kun je tellen voor de getallen op zijn?” Als je hier logisch over nadenkt, dan zou je aan de ene kant kunnen zeggen dat je tot in het oneindige door kunt gaan. Je kunt tot in het oneindige doorgaan door er steeds weer één getal aan toe te voegen omdat je altijd in staat bent om één getal aan het laatste getal toe te voegen. Maar hoeveel tijd zou ervoor nodig zijn om een oneindig aantal getallen op te tellen? Zou er niet een oneindig veel tijd voor nodig zijn?

Wat is de oplossing van het raadsel? Zoals Einstein intuïtief aanvoelde maar niet wiskundig tot uitdrukking kon brengen, vormt het materiële universum een gesloten lus die weer bij zichzelf uitkomt. En als jij maar lang genoeg blijft tellen van één naar twee naar drie, er steeds één getal aan toevoegt, dan zou je weer bij jouw beginpunt uitkomen. Maar niet vanuit lineair opzicht, want ik besef heel goed dat je lineaire en analytische geest uit alle macht probeert om dit te begrijpen. Wat er zou gebeuren, was dat jij op een bepaald moment zover geteld hebt dat jij tegen jezelf zegt: “Dit is belachelijk. Er moet een betere manier zijn om je leven te besteden dan getallen te tellen.”

En dit is de sleutel, want de reden dat je nog steeds in tijd en ruimte bent, is dat je nog niet tot het besef bent gekomen dat je genoeg hebt van een wereld waarin goed en kwaad, vreugde en verdriet, met elkaar contrasteren. Sommigen van jullie gingen natuurlijk naar het dualiteitsbewustzijn uit nieuwsgierigheid: Hoe zou het buiten die gelukzaligheid zijn waarin geen contrasten bestaan? Hoe zou het zijn om in een wereld met contrasten te leven? Zou het niet een intensere ervaring zijn – dat je een levendigere ervaring van vreugde voelt, maar ook verdriet ervaart?

Dit is een deel uit een langere lering. Je kunt het hele dictaat hier lezen.