Geascendeerde Meester Saint Germain, 29 oktober 2009.
IK BEN Saint Germain. Vanouds bekend als de Heilige Jozef. Want het was natuurlijk een privilege en een uitdaging voor mij om te dienen als de vader van de jonge Jezus. Zoals Moeder Maria heeft uitgelegd, werd hij natuurlijk niet onbevlekt ontvangen. Maar de Heilige Geest werkte door ons beiden om ons te helpen beseffen – zoals Jezus gisteren heeft uitgelegd – dat je, wanneer er een speciale taak volbracht moet worden, alles moet achterlaten en naar je innerlijke aanwijzingen moet luisteren. Iemand kan op het juiste moment op de juiste plaats zijn, omdat de situatie duidelijk wordt en je ziet wat er gebeuren moet; wat er naar buiten gebracht moet worden; wat zich moet manifesteren.
Zodat iemand – in dat leven – de kans en het voorrecht krijgt om iets te doen wat het gewone menselijke leven ontstijgt, wat je eigen verwachtingen en wensen en behoeften in een bepaald leven ontstijgt, omdat je de hogere bedoeling, de hogere visie, begrijpt en ziet dat er meer in het leven is dan de meeste mensen zien, zich voorstellen en verwachten in een normaal leven.
De ware alchemie is nu
Dit is de sleutel. Denk er eens na over dat ieder mens het potentieel heeft om naar iets te zoeken in zichzelf, iets in zijn hart, iets wat een eigenschap naar buiten brengt – dat onuitsprekelijke, moeilijk te beschrijven iets wat alle mensen liefde noemen. Maar dat is natuurlijk geen menselijke, bezitterige liefde – het is een transcendente eigenschap, transcendente liefde zo je wilt, maar het is gewoon transcendentie op zich. Het is alsof je een stukje hemel aanraakt, je raakt een stukje aan dat verder weg is. Je raakt het kledingstuk van de meester aan en je voelt de stroom van het bewustzijn van de meester door jou heen gaan, dat het je heelt of laat ontwaken als dat nodig mocht zijn.
En dan word je geroepen om naar iets te zoeken, dat de eigenschap méér is, waar de alchemisten naar op zoek zijn en weinigen slechts hebben gevonden. Die transcendentie, het vermogen om het oude te transcenderen, het gewoon achter te laten en een sprong voorwaarts te doen en te zeggen: “Dit ben ik nu. Het maakt niet uit wie ik gisteren was, of vorige week, of toen ik geboren werd, want dit is wie ik nu op dit moment verkies te zijn.” Het recht om te zijn wie je wilt zijn op elk moment, wat je ook was of nog niet eerder bent geweest.
De leugen, de leugen van de valse leraren, is dat je keuzes uit het verleden, je staat van zijn of niet zijn uit het verleden, jouw toekomstige keuzes zouden inperken, of liever jouw huidige keuzes, de keuzes die je maakt in het eeuwige nu, wanneer je beslist dat je niet op morgen wilt wachten. Ik ga ervoor kiezen om méér te zijn, juist nu, juist hier. Dit is de essentie van alchemie, de keuze om méér te zijn – niet in de toekomst, het niet als een eeuwig proces te zien. En dat er, als je een of ander ritueel in de buitenwereld blijft doen of een Bijbelboek leest of een gebed opzegt, dan op een dag iets met je gebeurt.
Nee, alchemie, ware alchemie, is dat je beslist dat je nú, op dit moment, méér bent. Ik kijk niet achterom. Ik sla mijn hand aan de ploeg van Christus en ik ga voorwaarts, snijd het echte van het onechte los, terwijl ik de aarde omwoel en een nieuw oppervlak naar boven haal, een nieuw oppervlak om nieuw leven op te laten groeien. Dit hebben Maria en ik gedaan, toen we het visioen zagen, toen we elkaar fysiek ontmoetten – we sloegen onze hand aan de ploeg en we gingen vandaar voorwaarts ondanks de moeilijkheden, wij bewogen ons van hier naar daar, naar daar en waren jaren onderweg voor we ons langere tijd in dat kleine dorpje Nazareth vestigden.
Hoe het was om de vader van Jezus te zijn
Ik wil jullie in ieder geval graag een glimp laten opvangen van hoe het was om de vader van het jongetje te zijn dat opgroeide tot Jezus. Het was niet gemakkelijk. O ja, jullie hebben de verhalen gehoord die de mensen hebben verzonnen, enkelen van jullie hebben zelfs de zogenaamd nieuwe openbaringen over het jongetje Jezus gelezen en zijn vermogen om een of ander wonder te verrichten. Jezus had wel speciale vaardigheden, maar tijdens zijn jeugd verrichtte hij geen wonderen, zoals jullie ze zouden noemen. Hij had wel een heel sterke wil, een heel sterk gevoel dat hij iets had wat andere kinderen uit die tijd niet hadden.
En hij was nog maar een kind. Hij was slechts een kind. Hij had geen ervaring met het leven en samen met het innerlijke gevoel van eigenwaarde dat hij iets speciaals had – is dit een combinatie waar een vader weleens moeilijk mee om kon gaan. Vooral in die tijd, waarin ik was opgevoed in een traditionele door mannen gedomineerde cultuur, waarin de vader werd gezien als het hoofd van het gezin, iets wat Jezus totaal niet tolereerde, kan ik je wel vertellen. Het was een heel koppige jongen. Hij verlangde er niet naar om naar de ouderen te luisteren. Hij wilde zijn eigen ervaringen in het leven opdoen, zoals veel van jullie tegenwoordig bij kinderen in deze tijd zien.
Want nogmaals, veel kinderen die in deze tijd incarneren, weten innerlijk dat ze hier zijn met een bedoeling, dat ze niet hier zijn om een gewoon leven te leiden zoals de maatschappij en hun ouders of hun leraren of de ouderen bepaald hebben. Ze zijn hier om hun eigen leven te smeden. Maar het zou natuurlijk veel gemakkelijker voor hen zijn als ze een beetje zouden luisteren naar de oudere generatie, om wat ervaring op te doen, om van hun fouten te leren, zodat zij die niet allemaal over hoeven te doen.
Maar ik kan je er wel van verzekeren dat dit niet Jezus’ benadering was. Ik zeg niet dat hij nooit luisterde, maar ik moet wel zeggen dat ik vaak de haren uit mijn hoofd wilde trekken uit frustratie over zijn onwil om te luisteren – niet enkel naar rede, maar vanwege zijn onwil om naar iemand te luisteren die ervaring had. Jezus was een kind waar je bij moest blijven. Als je tegen hem zei dat hij iets niet mocht aanraken omdat het heet was, kon je er absoluut zeker van zijn dat hij het aan zou raken om zich ervan te vergewissen dat het inderdaad heet was.
Waarom denken jullie dat er in de Bijbel niet wordt gesproken over Jezus na zijn verschijning in de tempel tot de leeftijd van dertig jaar? Je zult je het verhaal wel herinneren van wat er in de tempel gebeurde. Wij, Maria en ik, hadden hem daar naartoe meegenomen en we verwachtten dat hij wel dicht bij ons in de buurt zou blijven. Jeruzalem was destijds een drukke plaats, zoals het tegenwoordig ook wel kan zijn, waar je gemakkelijk een kind in de menigte kwijtraakt, meegevoerd door de drukte, terwijl die zich door de nauwe straatjes beweegt die toen nog veel nauwer waren dan tegenwoordig.
En toen was hij opeens weg. Maria dacht dat hij bij mij was, ik dacht dat hij bij haar was en toen we elkaar zagen, realiseerden wij ons dat hij bij geen van beiden was. Paniek – zoals iedere ouder zou hebben. Rondrennen, naar hem zoeken, hem vinden en dan in onze ellende hem met de absolute zekerheid die aan arrogantie grensde, horen zeggen: “Wist u niet dat ik de zaken van mijn Vader moest behartigen!” Nu, ik stond op het punt om hem daar te laten zien wat de zaken van zijn vader waren.
Maar desondanks zie je dat hij een niveau van volwassenheid had bereikt waarop ik hem niets meer kon leren – en ik wist het. Ik wist dat ik hem niets meer kon leren en toen werd een oplossing gezocht door hem naar mensen te sturen die we kenden en konden vertrouwen, waaronder Joseph van Aramithea, op de karavaanroutes waar hij ervaring kon opdoen met verschillende culturen, verschillende mensen. Waar hij zich vrij kon bewegen, weg van huis was, iets anders zag en daardoor hopelijk een perspectief kreeg dat hij niet had gekregen als hij een enigszins beschermd leven in een klein dorpje had geleid. Want ik ben er zeker van dat je wel beseft dat het leven ondanks de fantastische verhalen die de mensen hebben bedacht over het dorp Nazareth destijds, een leven binnen een heel eng mentaal kadertje was. Er was geen tv, er waren geen kranten, geen boeken, geen enkele manier om te weten te komen wat er op de wereld aan de hand was, behalve dan wat je met je eigen ogen kon zien of waar je in een paar dagen naartoe kon lopen.
Dit was een heel geïsoleerde vorm van leven en we wisten dat Jezus een ruimer perspectief nodig had. Hij moest meer van de wereld zien. Ik had trouwens ook gereisd toen ik jonger was en meer van de streek eromheen gezien. Maria die natuurlijk jonger was, heeft die kans niet gehad en als vrouw was ze toch al beperkter om rond te reizen in die dagen, want zij kon natuurlijk niet alleen reizen; dat was slechts het privilege van mannen.
Dus we wisten dat het tijd was om Jezus het leven in te sturen om ervaring op te doen. En hopelijk zou hij terugkomen met een ruimer perspectief, zich misschien ergens vestigen, zoals wij droomden, want we hadden nooit een duidelijk beeld gekregen van wat zijn missie zou worden en hij had dat in die tijd evenmin. Dus we lieten hem gaan! We lieten hem gaan, niet wetend of we hem ooit weer zouden zien. Onwetend – en ik zag hem trouwens ook nooit weer terug, want in mijn geval was ik al van het levensscherm verdwenen toen hij naar die streek terugkeerde.
Natuurlijk zag Maria hem wel terug toen hij als volwassene terugkwam, maar zich nog steeds niet volledig bewust was van zijn missie. En zij speelde een sleutelrol door hem naar het begin te leiden van die meer dan normale missie die geen van ons echt kon bevatten en volledig begrijpen – ook Jezus niet – totdat die zich begon te ontvouwen. Maar Maria wist dat er iets meer was dan normaal dat naar buiten gebracht moest worden en wel door Jezus. Dus op die bruiloft in Kana met verstrekkende gevolgen, was zij daar om de juiste woorden op het juiste moment te spreken, zodat hij aan zijn openbare missie begon, vanwaar geen terugkeer mogelijk was. Ik had er graag bij willen zijn om hem te steunen, maar ik weet, opnieuw, dat hij mijn steun niet nodig had, want op dat moment had hij die bij zichzelf gevonden.
Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.