door Kim Michaels
Er is geen gebrek aan meningen over wie Jezus was en waarom hij naar de aarde kwam. Maar zoals we hebben gezien, was een deel van zijn doel om te onderwijzen dat hij ons de waarheid wilde geven die ons zou bevrijden.
Dit laat al zien waarom het niet zo eenvoudig is om de verborgen boodschap van Christus te ontcijferen. Want wat betekent het eigenlijk om te onderwijzen? We hebben vandaag de dag ongetwijfeld meer kennis dan de mensen tweeduizend jaar geleden hadden en dit geeft ons de kans om een diepere betekenis in de boodschap van Jezus te ontdekken. We kunnen echter de verborgen betekenis niet ontdekken als we niet op een kritische manier moderne concepten op de woorden van Jezus toepassen. We moeten alert zijn op de mogelijkheid dat de manier waarop we woorden en concepten vandaag de dag definiëren, de verborgen betekenis in de leringen van Jezus juist zou kunnen verhullen.
In deze moderne tijd zijn de meeste mensen opgevoed met een specifiek concept van wat lesgeven is en hoe het gedaan zou moeten worden. Het wordt vaak gezien als een zeer intellectuele activiteit, waarbij een leraar kennis doorgeeft aan een groep studenten. Lesgeven betekent vaak het doorgeven van feitenkennis, informatie die van toepassing is op praktische aspecten van het leven of een specifiek vakgebied. De moderne definitie van lesgeven lijkt gebaseerd op het paradigma dat de geest van de student een vat is en de rol van de leraar is om feitelijke informatie in dat vat te gieten, totdat het vol genoeg is om de student voor een examen te laten slagen en specifieke taken op de wereld uit te voeren. De veronderstelling lijkt in de eerste plaats te zijn dat feitelijke informatie ons alles kan leren wat we moeten weten.
Maar gaf Jezus les zoals hedendaagse hoogleraren of had hij een heel andere definitie van lesgeven? Wilde Jezus feitenkennis in het vat dat de geest van de student is, gieten? Of wilde hij het vat misschien nog groter maken dan dat de meeste mensen – zelfs vandaag de dag – denken dat mogelijk is? Wilde Jezus de geest van mensen vullen met eindige kennis of probeerde hij hun geest te openen voor iets oneindigs?
Laten we eens kijken naar de historische situatie waarin Jezus verscheen. Israël had een stevige onderwijstraditie, namelijk het religieuze establishment, dat in het Nieuwe Testament wordt genoemd als de Schriftgeleerden, farizeeërs, Sadduceeërs, het Sanhedrin en de wetgeleerden. Hoewel deze mensen duidelijk in een religieuze context onderwezen, was hun benadering van onderwijs behoorlijk vergelijkbaar met de benadering die je in veel moderne onderwijsinstellingen ziet. De religieuze leraren baseerden hun onderwijs op de Thora (die christenen kennen als het Oude Testament) en ze hadden er zeer specifieke interpretaties ervan. Dit is heel vergelijkbaar met moderne leraren die een specifiek curriculum hebben, vaak gedefinieerd door een centrale autoriteit.
De informatie die door oude instituten werd onderwezen, was natuurlijk anders dan wat er op moderne universiteiten wordt onderwezen, maar de methode is grotendeels dezelfde. De onderwijsinstelling voldoet aan haar doel als die mensen concrete informatie geeft. De oude leraren gaven iets door aan hun studenten wat zij definieerden als feitenkennis – zij onderwezen volgens een vooraf vastgesteld curriculum. Zij hadden de benadering dat iemands geest een vat is dat gevuld moet worden met de juiste soort kennis.
Omdat Jezus kwam om te onderwijzen zou je verwachten dat hij in de bestaande onderwijsomgeving zou passen, zelfs dat hij door de leden verwelkomd zou zijn. In werkelijkheid was Jezus voortdurend in conflict met de gevestigde leraren. Zij zagen hem duidelijk als een bedreiging voor hun macht over het volk, zelfs zo’n ernstige bedreiging dat die met alle beschikbare middelen moest worden geëlimineerd. En Jezus deed er niet alles aan om in de gunst te komen bij de gevestigde orde. Hier zijn slechts twee van de vele voorbeelden van hoe hij de gevestigde orde uitdaagde:
Maar wee u, Schriftgeleerden en farizeeërs, huichelaars, want u sluit het Koninkrijk der hemelen af voor de mensen. U gaat er zelf niet in en u laat degenen die willen binnengaan, er ook niet in. (Matteüs 23:13)
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent gelijk aan witgepleisterde graven, die van buiten wel mooi lijken, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinheid. (Matteüs 23:27)
Men zou hieruit kunnen concluderen dat Jezus de onderwijsmethoden van het onderwijssysteem van zijn tijd niet goedkeurde. Maar wat was zijn voornaamste bezwaar precies? Laten we eens naar een ander citaat kijken:
Wee u, wetgeleerden, want u hebt de sleutel tot de kennis weggenomen. Zelf bent u niet binnengegaan en hen die wilden binnengaan, hebt u verhinderd. (Lukas 11:52)
Dit is een duidelijk teken van een verborgen boodschap in de woorden van Jezus, want wat is die mysterieuze ‘sleutel van kennis’? Is die gewone specifieke, feitenkennis – misschien een geheime formule voor verlossing? Of zou het een benadering van kennis kunnen zijn die je in staat stelt om verder te kijken dan wereldlijke, feitenkennis en meer begrip te krijgen van de spirituele kant van het leven?
Het lijkt duidelijk dat Jezus wilde dat zijn volgelingen deze sleutel van kennis hadden – waarom zou hij anders de wetgeleerden de schuld geven dat ze hem hadden weggenomen? In de komende hoofdstukken zullen we onderzoeken wat de sleutel van kennis zou kunnen zijn, maar laten we eerst eens beter kijken naar de benadering van kennis die Jezus had.
Jezus zegt duidelijk dat de sleutel van kennis nodig is om ergens binnen te gaan, maar wat zou dat iets kunnen zijn? Wat is de echte bron van het conflict tussen Jezus en de Schriftgeleerden en farizeeërs? Jezus verklaart herhaaldelijk dat de Schriftgeleerden en farizeeërs hypocrieten zijn omdat ze zichzelf presenteren als de herders van het volk, maar volgens Jezus komen ze hun verantwoordelijkheid niet na. Om dit te kunnen begrijpen zullen we eerst eens kijken naar een van de meest verbazingwekkende uitspraken van Jezus, maar laten we eerst de context waarin die werd gedaan, bekijken.
De samenleving in de tijd van Jezus had een zeer rigide kijk op het leven. Het doel van het leven was gered worden en dat betekende je toegang kreeg tot het koninkrijk van God. De Schriftgeleerden en farizeeërs waren er vast van overtuigd dat ze hun toegang tot het koninkrijk al hadden veiliggesteld en dat ze gekwalificeerd waren om iedereen te vertellen hoe ze daar konden komen. Ze baseerden dit op hun kennis van de wet en hun ijver om alle regels op te volgen die werden gesteld door hun interpretatie van de Bijbel. De meeste mensen dachten destijds dat alleen rechtvaardige mensen toegang kregen tot het koninkrijk, en veel mensen waren ervan overtuigd dat ze rechtvaardig waren – gebaseerd op de definitie van rechtvaardigheid die de religieuze leiders hadden vastgesteld. Daarom voelden veel mensen zich waarschijnlijk enorm geprovoceerd toen Jezus zei:
Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de Schriftgeleerden en farizeeërs, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan. (Matteüs 5:20)
Dit zou gelijk zijn aan de reactie die moderne protestanten zouden hebben als bewezen werd dat Luther een bedrieger is. Of stel je de reactie van wetenschappers voor als definitief bewezen zou worden dat Darwin het bij het verkeerde eind had toen hij de evolutietheorie ontwikkelde.
Maar de boodschap in Jezus’ woorden is eigenlijk dat men het koninkrijk der hemelen niet kan binnengaan als je dezelfde benadering hanteert als de Schriftgeleerden en farizeeërs. Aangezien de wetgeleerden een gespecialiseerde groep farizeeërs was, zou dit betekenen dat men dezelfde benadering van kennis zou moeten hanteren als de wetgeleerden.
De ‘sleutel van kennis’ die de wetgeleerden hadden weggenomen, was dus een specifieke benadering om kennis te verwerven. Wanneer iemand deze verborgen benadering overneemt, kan hij in het koninkrijk van God komen; wanneer hij dat niet doet, kan hij er niet in komen. En deze benadering van kennis is duidelijk niet de wereldlijke, feitelijke, intellectuele benadering die wetgeleerden hanteren.
Het is iets wat dieper gaat, iets wat degenen die de wereldlijke benadering van kennis kiezen, weigeren te gebruiken. Toch zijn zulke mensen niet tevreden omdat zij niet in het koninkrijk komen – volgens Jezus proberen ze ook alle anderen ervan te weerhouden om de sleutel van kennis te vinden en te gebruiken. Dit leidt tot een van de keuzes die voortkomt uit de Aanwezigheid van Christus op deze wereld:
Blijft u vasthouden aan uw huidige benadering van religie en spiritualiteit, en zelfs aan uw huidige beeld van Christus?
Of bent u bereid om verder te kijken dan uw huidige denkpatroon en te zoeken naar de sleutel tot kennis?
Nog een reden om de innerlijke benadering te omarmen: denk eens na over de volgende opmerking:
sprak niet tot hen zonder gelijkenis; en toen zij alleen waren, legde Hij alles aan Zijn discipelen uit. (Marcus 4:34)
Deze uitspraak maakt duidelijk dat Jezus op twee verschillende niveaus onderwees. Hij had een algemene leer die gericht was op de grote massa en die werd uitgelegd in gelijkenissen. Vervolgens had hij een verfijndere leer die gericht was op mensen die verder gevorderd waren, spiritueel volwassener. Dit is vergelijkbaar met hoe veel spirituele leraren door de eeuwen heen hebben onderwezen, en zelfs in het moderne onderwijs hebben we verschillende niveaus van onderwijs op de basisschool, middelbare school en universiteit.
Is het mogelijk dat de meeste mensen in de tijd van Jezus zijn boodschap niet volledig konden bevatten en dat zijn openbare leringen daarom in gelijkenissen werden verhuld? Is het mogelijk dat we nu meer begrip van het leven hebben en dat dit het voor veel meer mensen mogelijk maakt om de boodschap van Jezus volledig te bevatten? Opnieuw zien we een keuze:
Ben je tevreden met het gangbare christendom dat gebaseerd is op openbare leringen de leringen in de vorm van gelijkenissen?
Of ben je bereid om tussen de regels door te lezen om de verborgen boodschap te ontcijferen die is weggelegd voor de ware discipelen van Christus? Wil jij een directe discipel van Christus worden?