ONDERWERPEN: De psychologische dynamiek die de sleutel is om ware heling te blokkeren – Je kunt het koninkrijk der hemelen niet binnengaan – Eigenaarschap is de sleutel – De meeste christenen zijn boos op God – De meestersleutel om te helen – Heling en jouw Goddelijke plan – Jezus heeft ook geleden en ook frustraties gehad – Wees bereid je kruis op te nemen – Hoe een heilige gevormd wordt
Geascendeerde Meester Jezus, 28 maart 2005
De psychologische dynamiek die de sleutel is om ware heling te blokkeren
IK BEN het Wezen dat alle mensen kennen als Jezus Christus. En hoewel ik nu door de continuïteit van God, de voortdurende zelftranscendentie van God, meer ben geworden dan ik tweeduizend jaar geleden was, ben ik altijd blij en dankbaar dat er mensen zijn die naar mij in de vorm van Jezus Christus willen luisteren.
Ik ben gekomen om jullie een lering over heling te geven, in het bijzonder waarom heel veel mensen niet kunnen genezen. En zoals jullie uit de Bijbel weten, werden er veel mensen die mij tweeduizend jaar geleden ontmoet hebben, niet genezen. Er waren ook mensen die wel genezen werden, maar bij wie hun ziekte terugkwam. Hoe komt het dat zo veel mensen niet genezen kunnen worden?
Om dit volledig te begrijpen zou ik jullie graag willen laten nadenken over wat de grootste bedreiging, de allergrootste bedreiging, voor je verlossing is. Er zijn veel antwoorden die mensen gewoonlijk geven, maar er zijn maar heel weinig mensen die het echte antwoord hebben ontdekt. Het echte antwoord is dat de allergrootste bedreiging voor de verlossing van de mensheid religie is – een op angst gebaseerde religie die een afgod opricht van een God op de wereld en in stand houdt; een die niet in het innerlijke koninkrijk verblijft.
Dit veroorzaakt een tweespalt in de psyche van iedere ziel die aan deze vorm van religie is blootgesteld, vooral als mensen vanaf hun vroegste kinderjaren hieraan zijn blootgesteld en in een op angst gebaseerde omgeving werden opgevoed. De tweespalt is dat de levensstroom van binnen weet dat hij ergens anders vandaan is gekomen; dat hij niet het product van het lichaam is, dat hij niet het product van één leven is, maar dat hij al eeuwenoud is en dat hij uit een hogere bron is voortgekomen. De religie in de buitenwereld, of het nu een religie is die zegt dat ze God aanbidt, of een religie die God ontkent, zoals het wetenschappelijk materialisme, die religie vertelt de ziel dat God buiten jou is, dat God van jou gescheiden is en dat je God niet zelf kunt bereiken.
Veel religies formuleren bovendien een ideaal van hoe de volmaakte mens eruit zou moeten zien, de volmaakte mens die in de ogen van God acceptabel is – dat wil zeggen: volgens die religie. En zij schilderen het beeld dat enkel de mensen die aan de definitie van de buitenwereld van de volmaakte mens voldoen, naar het koninkrijk van God mogen. Wat staat de levensstroom te doen wanneer hem deze benadering van religie wordt gepresenteerd?
De levensstroom probeert dan, met zijn gewone manier van denken, zichzelf naar het ideaal te modelleren dat hem sinds de kindertijd is voorgehouden. De levensstroom weet niet dat dit ideaal een afgod is en een schending van de eerste twee geboden. De levensstroom doet zijn best om zijn gewone manier van denken, zijn gewone wil, te gebruiken om zich naar deze afgod van de volmaakte mens om te modelleren. De levensstroom slaagt er alleen niet in te begrijpen dat het een afgod is, maar hij slaagt er ook niet in om te begrijpen – omdat dit hem nooit is verteld – dat dit een onmogelijke afgod is waardoor geen enkel mens ooit aan deze wereldlijke norm van volmaaktheid kan voldoen.
En de reden is dat deze norm aan de geest van de antichrist is ontsproten, de gedachten van de duivel zelf die gelooft dat er een mechanisch pad naar verlossing is. Dit leidt ertoe dat de levensstroom misschien wel een heel leven bezig is om rechtschapen te zijn voor de buitenwereld, die de rechtschapenheid van de Schriftgeleerden en de farizeeërs was, die ik berispte door te zeggen: “Tenzij jullie rechtschapenheid de rechtschapenheid van de Schriftgeleerden en farizeeërs te boven gaat, zullen jullie het koninkrijk voorzeker niet ingaan.”
En waarom zul je niet in het koninkrijk komen? Omdat het koninkrijk binnenin jou is en hoe kun jij in dit koninkrijk zíjn als jij niet één wordt met het bewustzijn van het koninkrijk?
Je kunt niet in het koninkrijk der hemelen komen
In feite – in werkelijkheid – kun je het koninkrijk der hemelen niet binnengaan. Je kunt in het koninkrijk der hemelen zíjn of je kunt er buiten zíjn in bewustzijn. Omdat God in werkelijkheid alomtegenwoordig is. God is al waar jij bent. De illusie dat jij van Gods koninkrijk gescheiden bent, kan dus enkel in je lagere geest bestaan, de geest die in de dualiteit vastzit.
Wanneer de Bewuste Jij zich met deze geest vereenzelvigt, bevindt hij zich in een Catch-22. Hij weet van binnen dat hij meer is dan zijn dagelijkse manier van denken. En toch is hij gaan geloven dat hij om gered te worden een ideaal op de wereld moet verwezenlijken en dat wereldlijke ideaal is een ontkenning van de ware creativiteit van de levensstroom en zijn echte wezen. De gewone manier van denken probeert de wereldlijke matrix aan de levensstroom op te dringen maar op onderbewust niveau weet de Bewuste Jij dat dit niet tot verlossing leidt, dus komt de Bewuste Jij in opstand tegen de discipline van de buitenwereld en daardoor word je een huis dat tegen zichzelf verdeeld is.
Je wordt de ergste vijand van jezelf. Je ziet heel veel mensen in dit niemandsland vastzitten, waarin ze noch heet noch koud zijn. Zij zijn lauw en de innerlijke betekenis van lauw is, dat je in de Catch-22 vastzit, waarbij je gewone manier van denken – geholpen door je religieuze opvoeding – iets aan de Bewuste Jij probeert op te dringen waar de Bewuste Jij, in de kern van zijn wezen, tegen in opstand komt, omdat hij weet dat dit niet Gods wil is.
En zolang jij in die dualiteit vastzit, die Catch-22, kun jij in je eentje niet verder komen. Daardoor kun je niet genezen van de kwalen die je geest heeft veroorzaakt vanwege dat dualiteitsbewustzijn, of het nu psychische kwalen zijn, lichamelijke ziekten of problemen in je dagelijks leven. Je kunt pas genezen wanneer je uit die impasse, uit die Catch-22, stapt. En wat is de sleutel om aan deze situatie te ontsnappen van noch dit noch dat zijn; niet volledig leven, maar ook niet helemaal dood?
Eigenaarschap is de sleutel
Om dit uit te leggen vraag ik je om over een analogie na te denken. Stel je eens voor dat je met een kind op straat loopt dat je erg dierbaar is. Je loopt langs een speelgoedzaak en in de etalage staat prachtig speelgoed en het kind valt voor dat speelgoed en zegt: “Mag ik dat speelgoed hebben?” Kun je dat speelgoed dan zomaar door het glas heen pakken en het aan het kind geven? Kun je de winkel ingaan, het speelgoed pakken en ermee weglopen om het aan het kind te geven? Ja, dat kan wel, maar dat heeft consequenties. Dus wat moet je doen voor je dat speelgoed aan het kind kunt geven en zo aan het verlangen van het kind en jouw wens om dat kind een cadeau te geven, te voldoen?
Wat je moet doen, is heel simpel. Je moet de winkel ingaan en voor het speelgoed betalen en wanneer je ervoor betaald hebt, ben je er de eigenaar van geworden. En wanneer jíj het speelgoed bezit – in plaats van de eigenaar van de winkel – kun jij dat speelgoed aan het kind geven. De essentie van het verhaal is dat jij niet iets kunt weggeven wat jij niet bezit.
Onthoud deze zin: “Je kunt niet weggeven wat jij niet bezit.” Om iets weg te geven, moet jij het eerst in je bezit hebben. Je moet het eigendomsrecht verwerven en wanneer iets helemaal van jou is, heb je de optie om het weg te geven. En dat moet je ook doen voor je van een kwaal in je lichaam, geest of ziel kunt genezen. Je moet de eigenaar van die aandoening worden, je moet hem in bezit nemen en wanneer die van jou is, dan heb je de optie om hem weg te geven. En door die kwaal weg te geven, kun jij je bevrijden van die kwaal: je kunt genezen.
De meeste christenen zijn boos op God
Je ziet heel veel omstandigheden op aarde die – niet alleen door het dualiteitsbewustzijn worden veroorzaakt, maar ook door het feit dat de ziel door een religie is geprogrammeerd om te geloven dat ze een of andere situatie niet mag meemaken. Dit doet zich op velerlei manieren voor, maar laat mij één voorbeeld noemen. Heel veel christenen zijn opgegroeid met de overtuiging dat een goede christen nooit boos mag zijn.
En toch maken zij in hun leven situaties mee die een gevoel van boosheid naar boven halen. Maar omdat ze ‘een goede christen’ zijn, erkennen ze die boosheid niet; zij eigenen zich die niet toe. Wat doen ze dan? Zij ontkennen die, zij duwen die naar hun onderbewuste. Maar boosheid is een vorm van energie; boosheid bestaat uit gedachten die doordrenkt zijn met de kracht van het gevoel en daardoor zal die op den duur door het energiesysteem van het materiële universum circuleren tot die zich als een lichamelijke aandoening in hun lichaam of als een ernstige tweespalt in hun geest manifesteert.
Hoe kun jij van een lichamelijke ziekte worden genezen die het product van boosheid is? Je kunt niet volledig genezen door een operatie of het innemen van een pil. Je kunt alleen volledig worden genezen als je toegeeft dat de aandoening het gevolg is van boosheid. Daarna moet je eerlijk naar die boosheid kijken, je geest helemaal doorspitten tot je de oorzaak ontdekt van de allereerste boosheid – en die is vaak een verwachting die niet overeenkomt met het leven of de hogere wil van je wezen. Maar totdat jij je die boosheid toe-eigent, totdat je er de eigenaar van wordt en accepteert dat jij die in het leven hebt geroepen door een keuze te maken, en waarom je die keuze hebt gemaakt, kun jij die boosheid nooit weggeven.
Veel christenen zijn opgegroeid met een geloofssysteem dat niet logisch is, dat hun vragen over het leven niet beantwoordt, dat niet duidelijk maakt waarom zij persoonlijk tragedies hebben meegemaakt of waarom het ene kind met enorme handicaps wordt geboren en het andere in een rijk gezin of een gezin met veel talenten. Zij zien de ongelijkheid op de wereld en kunnen alleen maar bedenken dat God alles op die manier heeft geschapen. Wanneer ze zo denken, dan krijgen ze onvermijdelijk het gevoel dat God onrechtvaardig is en voelen ze zich boos op God.
Veel christenen, in feite meer dan negentig procent van alle mensen die zich christen noemt, voelt een niet onderkende boosheid op God, maar omdat ze met de behoefte zijn geprogrammeerd om een ‘goede christen’ te zijn – want als ze geen goede christen zijn, kunnen ze niet in het koninkrijk van God komen en verlost worden – hebben ze maar één optie en dat is die boosheid negeren, ontkennen en onderdrukken.
De meestersleutel om te helen
Maar hoe kun je ooit in het koninkrijk van God komen wanneer je boos bent op God? Je wilt niet dicht bij iets komen wat je boos of angstig maakt – je wilt ervan weglopen. Hoe kun jij in het innerlijke koninkrijk komen als jij je boosheid niet hebt opgelost en hoe kun jij die boosheid laten varen als jij je die boosheid niet toe-eigent en ziet dat jij die in het leven hebt geroepen omdat jij in een van de leugens van de slang bent gaan geloven?
En nu jij die bezit – nu jij begrijpt waarom – kun je ineens iets wat je nog nooit eerder hebt kunnen doen. Je kunt zeggen: “Deze boosheid is van mij. Ik neem er de verantwoordelijkheid voor en nu op dit moment is die boosheid helemaal van mij.”
En daarna kun je zeggen: “Hoewel ik die boosheid in het leven heb geroepen, besef ik ook dat de ‘ik’ die de boosheid heeft gewekt, mijn menselijke ego, mijn menselijke ‘ik’, was. Ik ben echter meer dan mijn menselijke ego. Ik ben een onsterfelijk wezen dat God heeft geschapen naar zijn beeld en gelijkenis en mijn Bewuste Jij heeft die de boosheid niet gewekt en daarom wil ik die boosheid niet meer. Ik wil niet dat het een onderdeel van mijn wezen en mijn ervaring van het leven blijft.”
En zodra je beseft dat die boosheid los van jou staat – iets is wat jij bezit en geen deel van jou is – heb je de optie om hem weg te geven, maar in plaats van je boosheid weg te geven, of beter proberen je boosheid weg te geven door die op andere mensen af te reageren, kun je die aan het ene Wezen geven dat jouw boosheid graag zal aannemen. En dat Wezen is God omdat God jou liefheeft en niet wil dat je een leven leidt dat door boosheid of de gevolgen van boosheid, zoals mentale, emotionele of lichamelijke ziekten wordt belast.
God wil dat je bevrijd bent van boosheid en God is een ongelimiteerd vuur, een alles verterend vuur dat de boosheid in een oogwenk kan verteren. God neemt die graag van jou over, maar God heeft jou wel vrije wil gegeven en zal jouw boosheid pas overnemen jij die aan hem geeft. Je kunt die pas aan hem geven als jij je die hebt toegeëigend en zegt: “Die boosheid werd door een deel van mijn wezen gemaakt en daarom leg ik er rekenschap van af en neem ik er de verantwoordelijkheid voor. Die werd echter door het deel van mijn wezen gemaakt dat niet mijn ware zelf is. Noch mijn ego noch de boosheid die het ego heeft gewekt, is deel van mijn Bewuste Jij. Ik zal mij niet langer met mijn ego of mijn boosheid vereenzelvigen; ik wil mij ervan afscheiden. Ik wil ervan loskomen en een gescheiden en uitverkoren volk zijn, uitverkoren door God omdat ik ervoor heb gekozen om mij van het doodsbewustzijn af te scheiden.”
En wanneer je dit doet, dan kun jij je met jouw boosheid tot God – de God in het koninkrijk binnenin jou – wenden en zeggen: “O Heer, ik bied je dit aan, neem het alsjeblieft van mij aan.” En als je die helemaal los kunt laten, dan zál die boosheid worden aangenomen. En als de cycli in het materiële universum veranderen, zal zelfs een lichamelijke aandoening die het gevolg van die boosheid is, van je worden weggenomen.
Heling en jouw Goddelijke plan
Maar zoals wij de laatste twee dagen duidelijk hebben gemaakt, zijn er omstandigheden waardoor genezing niet of niet ogenblikkelijk kan plaatsvinden. De reden daarvoor is dat de Bewuste Jij óf de les niet volledig geleerd heeft die hij van een aandoening moest leren óf hij niet volledig het karma vereffend heeft dat hij zou vereffenen door die aandoening in zijn lichaam of geest mee te dragen. Dit kan persoonlijk karma zijn, maar voor veel spirituele mensen is het vaak wereldkarma dat zij voor anderen dragen. Veel van jullie hebben ervoor gekozen te incarneren om een bepaalde hoeveelheid wereldkarma te dragen. Ieder van jullie hier en iedereen die op het spirituele pad is, heeft aangeboden om een last te dragen, een kruis te dragen opdat anderen die last niet hoeven te dragen en daardoor de kans krijgen om op te klimmen.
Maar wat vaak met zulke mooie en liefdevolle levensstromen gebeurt, is dat zij wanneer zij incarneren, overweldigd raken door de intensiteit, het gewicht, van de energie op deze planeet, die zo zwaar is dat die bijna iedere ziel kan overweldigen. Dan worden ze door de programmering van de wereld beïnvloed die zegt dat ze die aandoening eigenlijk niet horen te hebben. Misschien heeft een onrechtvaardige en boze God die wel aan hen opgelegd of misschien bestaat God niet. De Bewuste Jij, die had aangeboden om naar de aarde te komen om die aandoening op zich te nemen, dat kruis voor anderen te dragen, wordt dan in de val gelokt om in dezelfde Catch-22 te belanden die ik eerder beschreven heb, waardoor de gewone manier van denken van de ziel in opstand komt tegen de aandoening die hij vrijwillig op zich had genomen.
De gewone manier van denken probeert verwoed die aandoening met middelen in de buitenwereld te overwinnen, met mechanische, fysieke middelen, door naar dokters te snellen, of beoefenaars van de gezondheidszorg of allerlei andere soorten genezers. En toch weet de Bewuste Jij – diep van binnen – dat hij aangeboden heeft om die aandoening te dragen en daarom wil hij die aandoening pas loslaten als het doel bereikt is en levensstroom die last lang genoeg heeft meegedragen om anderen te kunnen laten opklimmen en van de gelegenheid die zij kregen, gebruik maken.
De Bewuste Jij komt tegen zijn eigen Goddelijke plan in opstand en tegen het besluit dat hij heeft genomen toen hij nog in de lichtere energie van het spirituele rijk verbleef. En dus rebelleren heel veel prachtige en liefdevolle levensstromen een heel leven lang tegen iets wat hun eigen keuze is geweest en wat ze uit liefde verkozen te doen. Ze krijgen negatieve gevoelens over hun aandoening, of het nu angst, boosheid of wrok is. En die gevoelens maken het juist veel zwaarder voor hen om die aandoening te dragen. Hoe moeilijker zij het zichzelf maken, des te gemakkelijker wordt het helaas voor de Bewuste Jij om zich met die aandoening te vereenzelvigen, zodat hij denkt dat dit een deel van zijn wezen is dat hij niet kan overwinnen.
Je ziet dat er een heel subtiel verschil bestaat tussen je enerzijds identificeren met een aandoening door middel van je gewone manier van denken en anderzijds uit die aandoening stappen en er eigenaar van worden door te beseffen dat jij, ja jij, die aandoening hebt gecreëerd of op je genomen, maar de aandoening zelf is de uitdrukkingsvorm van een bewustzijnsstaat en die bewustzijnsstaat werd niet door jouw Bewuste Jij gecreëerd. Die werd door jouw ego in het leven geroepen en de krachten op deze wereld, waaronder het ego van andere mensen.
Jezus heeft ook geleden en frustraties gehad
Nogmaals, veel zielen die vrijwillig een aandoening op zich hebben genomen om een bepaalde hoeveelheid wereldkarma te vereffenen, komen vast te zitten door die aandoening veel langer te dragen dan nodig is, veel langer dan het punt waarop ze die portie wereldkarma hebben vereffend en vrij zijn om zich op de positieve aspecten van hun Goddelijke plan te richten, namelijk hun geschenken naar deze wereld te brengen.
Een levensstroom heeft twee bedoelingen om te incarneren. De ene is het kruis dragen, de andere is zijn geschenk geven. Spirituele mensen kiezen er vaak voor om eerst hun kruis op te nemen en als ze die taak eenmaal hebben volbracht, zijn ze vrij om heel te zijn en hun geschenk te geven. Maar als ze erin worden geluisd om tegen het dragen van hun kruis in opstand te komen en als ze niet bereid zijn hun menselijke ego en alles waar ze aan gehechtheid zijn op dat kruis te laten sterven, dan komt die levensstroom vast te zitten. En dit is met Petrus gebeurd – hij erkende de Christus, maar hij was niet bereid zich volledig met mij te identificeren, zelfs niet zoveel dat hij bereid was om naast mij gekruisigd te worden als dat Gods plan was geweest.
De sleutel om uit deze impasse te komen is dat je van mijn voorbeeld leert, toen je mij in de nacht voor mijn veroordeling en kruisiging in de Hof van Gethsémané zag. En nogmaals, de slangen van deze wereld hebben een vals beeld van Jezus Christus geschapen waardoor het voor de meeste mensen bijna onmogelijk wordt om zich met mij te identificeren. Zodoende hebben zij de neiging om stilzwijgend aan het feit voorbij te gaan dat ik, toen ik in die hof was, heel erg ongerust was en inwendig heel erg verscheurd werd.
Ik huilde tranen van bloed. Ik leed zoals heel veel andere mensen ook lijden, door het dragen van de last die ik droeg, door mijn kruis te dragen en de gedachte aan wat er daarna zou gebeuren. En dit vormde zo’n zware last voor mij dat ik, hoewel mijn Bewuste Jij had aangeboden om in die situatie terecht te komen, God toch nog vroeg om die beker van mij weg te nemen. En dit laat je zien dat Jezus Christus inderdaad een mens was zoals jij en niet een of andere God en geen supermens voor wie het pad gemakkelijk was.
Het pad was niet gemakkelijk voor mij. Ik was die avond net zo gefrustreerd en in paniek als elk ander mens dat ooit gefrustreerd is geweest. De inspiratie die je hier echter uit kunt halen, is dat ik uiteindelijk op een punt kwam waarop ik bezit nam van mijn situatie. Ik besloot dat ik bereid was om Gods wil te laten geschieden en niet de lagere wil van mijn gedachten. Ik gaf mij over aan God en zei: “Niettemin Vader, laat niet mijn wil maar de uwe geschiede.” Toch had ik mij niet aan God kunnen overgeven, als ik geen bezit van mijn situatie had genomen, als ik er niet eigenaar van was geworden in zoverre dat ik, als ik een aandoening eeuwig had moeten houden, er vrede mee gehad zou hebben.
Wees bereid jouw kruis te dragen
Als jij een aandoening in je leven hebt, hetzij een zichtbare aandoening, hetzij een psychische, een emotionele of een lichamelijke kwaal, dan moet je op het punt van innerlijke vrede komen en overgave aan de hogere wil van je eigen wezen, je eigen Bewuste Jij en IK BEN Aanwezigheid, waardoor je bereid bent om te zeggen: “God, als ik voor de rest van mijn leven dit moet dragen, zal ik er niet alleen vrede mee hebben, maar ik zal het beste van die situatie maken, omdat ik van die aandoening zal houden. En ik zal die met liefde tegemoet treden, zodat ik zelfs als ik die aandoening moet houden, die niet als reden zal gebruiken om de stroom van Gods liefde door mij heen te stoppen. Ik zal die liefde laten stromen, wat er ook op deze wereld ook gebeurt.”
En wanneer je op dat punt komt dat jij er totaal eigenaar van wordt, dan kun jij je op dat moment volledig aan God overgeven. En op dat moment zou je innerlijke leiding kunnen ontvangen over hoe je het karma dat je meedraagt op een andere manier kunt vereffenen dan de beperking waar jij op dit moment mee te maken hebt. Dat zou kunnen door middel van rozenkransen, het zou kunnen door dienstbaarheid, het zou kunnen door het oplossen van psychische problemen, waardoor je niet alleen je eigen psychische problemen oplost, maar ook meehelpt om die in het massabewustzijn, het collectief onbewuste van de mensheid, op te lossen en het voor je broeders en zusters gemakkelijker maken om dezelfde aandoening te overwinnen.
Als je eenmaal op dat punt van volledige overgave komt die niet uit de angst of de wens voortkomt om de aandoening te ontlopen, maar die uit volledige acceptatie van de aandoening voortkomt, die enkel uit liefde kan voortkomen – als jij eenmaal op dat punt bent aanbeland, dan geef jij jezelf de vrijheid om met de wil van God, de hogere wil van je IK BEN Aanwezigheid en ziel, mee te stromen in je huidige incarnatie. En op dat moment zit je niet meer in een impasse.
Je bent dan weer in de stroom van leven terug en je zult het gevoel hebben dat er een last van je schouders is afgehaald. Omdat jij je er niet meer zo door belast voelt, zelfs al blijft de aandoening bestaan, zul jij vrij zijn om de liefdevolle ziel te zijn die je bent, de voldoening te voelen, zelfs de voldoening dat je die aandoening hebt omdat je weet dat je iemand anders de kans geeft om op te klimmen en dichter bij God te komen.
Hoe een heilige wordt gemaakt
En plotseling zal je leven opbloeien en voel je geen wrok of boosheid of teleurstelling of angst meer. Je zult in de stroom van liefde zijn en je zult die liefde door je heen voelen stromen. En op dat moment zul je een transformatie zien die leidt tot de toestand die heiligheid heet, omdat bij heel veel mensen die vele jaren een bepaalde aandoening hebben gehad en vele jaren zo op zichzelf en op hun eigen lijden gericht waren, plotseling een verandering optrad. Zij bloeiden op en waren niet meer op zichzelf gericht. Zij richtten zich alleen nog maar op hoe zij anderen kunnen helpen die in dezelfde situatie zitten of zelfs anderen die met nog zwaardere omstandigheden te maken hadden.
En ineens wordt er een heilige gecreëerd, het ontwaken van een levensstroom, omdat de Bewuste Jij dan terug is in de stroom. Hij zit niet meer in een impasse, hij gaat mee met de liefde van God waaruit hij ontstaan is. Daardoor weet de Bewuste Jij dat hij op weg naar verlossing is, zelfs al is hij voor de buitenwereld misschien niet altijd even volmaakt en zelfs al heeft hij misschien een of andere menselijke aandoening; hij weet dat hij thuiskomt.
En je weet dat een oud paard sneller gaat lopen wanneer hij de stal ruikt. Zo voelt de Bewuste Jij zich ook wanneer hij zich ervan bewust wordt dat hij heeft geaccepteerd dat hij om een positieve reden ervoor koos om hier te komen, een reden die uit liefde is ontstaan. En wanneer jij opnieuw contact maakt met die liefde, dan valt ineens al het gewicht van de wereld van je schouders en kun je onder alle omstandigheden rechtop staan. En je kunt zeggen: “Deze onvolkomenheden op aarde doen er niet toe, want ik ruik de stal al, ik kom naar huis en ik zie mijn God in de deuropening staan en naast hem staat mijn oudere broeder Jezus, en mijn oudere zuster Maria en zij begroeten mij en stralen hun liefde naar mij, waardoor het gemakkelijker voor mij wordt om de laatste stappen naar huis te zetten.”
Mijn geliefden, overdenk deze leringen. Ga naar je hart, wees bereid om elke kwaal in je eigen psyche, in je eigen bewustzijn onder ogen te zien. Wees bereid om er eigenaar van te worden, die in liefde te accepteren en daarna aan God te geven. En wees blij als God hem wegneemt. En als God hem niet wegneemt, wees dan ook blij, want in beide gevallen ga je naar huis wanneer je in de stroom van liefde bent.
Dit is mijn lering voor deze Pasen en ik zou willen dat alle mensen dit konden begrijpen en weer in de stroom van liefde zouden komen. Want wat is die stroom van liefde anders dan de ware betekenis van de opstanding. En zelfs het fysieke lichaam kan uit elke situatie worden opgewekt en nieuw worden, met inbegrip van de toestand die mensen de dood noemen. Er is niets op aarde wat niet door de kracht van God kan worden getranscendeerd, maar om die kracht van God te ontketenen, moet je die eerst in bezit nemen en weggeven wat niet van God is.
Ik verzegel jullie in de liefde van mijn hart en in naam van de Vader, de Moeder, de Heilige Geest en de eniggeboren Zoon van God die het Christusbewustzijn is, Amen.
Een deel van dit dictaat werd gebruikt in het boek ‘Heal Your Life by Forgiving Everything’.