Geascendeerde Meester Jezus, 23 maart 2008
Laat je niet in de war brengen door verschijnselen, oordeel niet naar het uiterlijk. Maak een subtiel onderscheid. Alles wat je ziet in het materiële rijk, wordt gevormd uit het Ma-terlicht dat vorm heeft aangenomen. Het Ma-terlicht is een uitdrukking van God de Moeder – in zekere zin zouden we kunnen zeggen dat het Ma-terlicht in haar zuivere vorm God de Moeder ís. God de Moeder heeft echter beloofd om de zelfbewuste wezens, de medescheppers, met hun vrije wil te laten experimenteren en zodoende elke vorm aan te nemen die zij erop projecteren met de kracht van hun gedachten. Wat je op planeet aarde ziet, zijn dus manifestaties van God de Moeder, maar niet in de zuivere vorm die overeenkomt met de visie van God de Vader of het volmaakte concept van God de Moeder.
Dus je kunt niet van de onvolmaaktheden op aarde zeggen dat dit God de Moeder is. God de Moeder kan nooit in een onzuivere vorm bestaan, zelfs als God de Moeder haar energie, haar licht, een onzuivere vorm laat aannemen om Gods medescheppers de gelegenheid te geven om te oogsten wat ze hebben gezaaid. Toch blijft God de Moeder altijd zuiver, blijft onbevlekt door welke onvolmaakte manifestatie op deze wereld ook. God de Moeder is altijd zuiver geweest en zal altijd zuiver blijven. Wanneer jij het Christusbewustzijn bereikt en ziet dat er geen scheiding is tussen God de Vader en God de Moeder, dan word jij de geïncarneerde zuiverheid van God de Moeder. Je wordt een uitdrukkingsvorm van de zuiverheid van God de Moeder.
Of je een mannelijk of vrouwelijk lichaam bezit, heeft hier geen enkele invloed op. Je wordt nog steeds – als je het Christusbewustzijn bereikt – de geïncarneerde God de Moeder. Begrijp je dat de Schepper in zijn zuivere oneindige on-verdeelde vorm zichzelf niet tot uitdrukking brengt op deze wereld? De Schepper zelf heeft als God de Moeder de wereld van vorm geschapen. Daarom moet je zelfs verder kijken dan de uitdrukkingsvormen van God de Vader en God de Moeder en misschien naar een universelere uitdrukkingsvorm zoeken, zoals de oneindige God en de tot uitdrukking gebrachte God en de gemanifesteerde God.
Jouw één zijn met de tot uitdrukking gebrachte God
Jullie, als zelfbewuste wezens, evolueren naar Godsbewustzijn toe. Wanneer jullie dat Godsbewustzijn krijgen, dan kun je de Schepper in zijn zuivere vorm ervaren, maar zolang je in de wereld van vorm bent geïncarneerd, ervaar je de Schepper niet in zijn zuivere vorm, je ervaart de Schepper in de tot uitdrukking gebrachte vorm, als God de Moeder. En dat is de God waar jij één mee wordt zolang jij nog geïncarneerd bent.
Jullie weten wel dat ik heb gezegd: “Ik en mijn Vader zijn Eén.” De waarheid van die verklaring is dat jij, wanneer je geïncarneerd bent, de vrouwelijke polariteit van de wezens in het spirituele rijk, namelijk de geascendeerde meesters, in evenwicht houdt. Dus toen ik zei: “Ik en mijn Vader zijn Eén”, erkende ik dat ik één ben met mijn leraar en goeroe Heer Maitreya; dat ik één ben met mijn IK BEN Aanwezigheid, dat ik één ben met mijn spirituele erfelijke lijn die helemaal teruggaat op de Schepper. Door te erkennen dat ik één met hen ben, erken ik dat de Geest één is met de materie, het spirituele rijk met het materiële rijk. Maar ik heb het nu zelfs over een groter bewustzijn van God: de oneindige, niet tot uitdrukking gebrachte Schepper en God als de tot uitdrukking gebrachte Schepper – die zich in de eindige wereld tot uitdrukking heeft gebracht en daardoor een andere polariteit vormt dan de polariteit tussen het spirituele rijk en het materiële rijk.
Nogmaals, je ziet dat er lagen zijn, er zijn raderen binnen raderen, maar jullie moeten erover nadenken dat jullie doel als Christuswezen is dat je naar de bewustzijnsstaat toewerkt waarin je de twee aspecten van God hebt verenigd – die traditioneel gezien worden als mannelijk en vrouwelijk, Alpha en Omega, Vader en Moeder. Je ziet geen gescheidenheid meer, zelfs geen verschillen meer omdat je beseft dat ze één in jouw wezen zijn geworden. Want dat is het Christusbewustzijn – dat verenigt de twee aspecten van God, zodat je de illusie loslaat – die enkel in de wereld van vorm mogelijk is – dat een vorm gescheiden kan zijn van haar bron.
Verlossing door het Goddelijke vrouwelijke
Ik vertel je nu dat het pad naar verlossing dat ik op deze planeet kwam brengen, het pad naar persoonlijk Christusschap was, maar dat het pad naar persoonlijk Christusschap geen pad is dat je kunt bewandelen zonder het Goddelijke vrouwelijke. In plaats dat het christendom de religie werd die ze moest zijn, werd het een verlengstuk van de joodse religie, die een religie was die zich richtte op het Vaderaspect van God en het ontkennen van het Goddelijke vrouwelijke wat ontstond uit de vervalste versie van het verhaal van de Hof van Eden, die vrouwen en het Vrouwelijke de schuld geeft van de zondeval.
Zo werd het christendom weer een religie die het Goddelijke vrouwelijke ontkent. Dit was oorspronkelijk niet mijn bedoeling en daarom is het waar – zoals enkele mensen gaan beseffen – dat ik een totaal andere mening had over vrouwen en de rol van de vrouwen in spiritualiteit en religie dan er door het latere establishment van de katholieke en latere christelijke kerken werd afgeschilderd. Die worden bijna allemaal gebaseerd op het beschuldigen van vrouwen van de zondeval en verheffen daardoor de man en het mannelijke aspect tot een superieure status en gebruiken dat als excuus om vrouwen zowel fysiek als spiritueel te onderdrukken.
Wanneer je Christusschap bereikt, ontstijg je de geslachtsrollen op aarde. Het maakt niet meer uit of je een mannelijk of vrouwelijk lichaam bezit, want je ontstijgt de menselijke seksualiteit en je ziet jezelf niet meer als de een of de ander. Het is gewoon niet belangrijk hoe je lichaam eruitziet, of wat je geslacht is, zoals tegenwoordig uitgebreid besproken wordt. Het is niet meer belangrijk wanneer je in de staat komt dat je één bent, wanneer je de vereniging van de Vader met de Moeder, het Vrouwelijke met het Mannelijke, het Uiterlijke en het Innerlijke bereikt. Je beseft dat er nooit gescheidenheid is geweest, want hoe kan God van zichzelf gescheiden zijn, wanneer God oneindig is en daardoor overal is en dus in alles moet zijn – en niet het ver verwijderde wezen in de lucht.
Daarom zei ik dat het koninkrijk van God binnenin jou is. Zolang je God als het ver verwijderde wezen in de lucht afschildert, zul je nooit één met God worden. Je zult die eenheid pas verwerven wanneer je de God vindt die zich als jóú heeft uitgedrukt – als vorm – en je erkent dat jij één bent met die God. Dan overwin je het gevoel van gescheidenheid. Dan worden het mannelijke en de vrouwelijke samen een perfecte eenheid, komen ze in perfecte harmonie. Dan is het innerlijke het uiterlijke geworden, en de buitenwereld is de binnenwereld geworden, zoals aangehaald wordt in het boek Thomas – en dan overwin je gescheidenheid. Dan weet je wie je bent, dan weet je waarom jij hier bent. En op dat moment word je herboren zoals ik probeerde uit te leggen aan Nicodemus – die het niet kon begrijpen omdat hij zich niet kon losmaken van de lineaire, analytische geest die gebaseerd is op dualiteit en gescheidenheid.
Maar wat heb ik gezegd? “Niemand kan terugkeren naar de hemel dan hij die afgedaald is uit de hemel.” Alleen je bewuste zelf kan weer naar de hemel teruggaan. En dat kan alleen als hij beseft dat hij nooit gescheiden was van de hemel, dat hij nooit gescheiden was van zijn bron, want hij is een verlengstuk van het Wezen van de Schepper zelf. Je wordt herboren door het besef wie jij altijd al was, wie je altijd al bent geweest. Maar dit betekent niet dat je vervolgens verdwijnt, want het betekent dat je nu de individualiteit die je in de wereld van vorm hebt geschapen, kunt aannemen en die verheffen en laten herrijzen, zodat die één wordt met de goddelijke individualiteit die verankerd is in jouw IK BEN Aanwezigheid. Maar om dat te laten gebeuren moet je de onechte individualiteit – de individualiteit die gebaseerd wordt op gescheidenheid en dualiteit, het sterfelijke menselijke zelf, jouw ego – laten sterven op het kruis door het spook op te geven – het spook dat het gevoel is dat jij van God bent gescheiden.
En wanneer je eindelijk dat spook opgeeft, dan zal het menselijke zelf sterven. Dan kun je herboren worden met de wetenschap wie jij bent en dan zullen de Goddelijke Moeder en de Goddelijke Vader zich volmaakt verenigen in jouw wezen en je zult zo boven zo beneden zijn. Je zult hier beneden alles zijn wat je boven al bent.
Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.