Vraag: We weten dat alles in bewustzijn met elkaar verbonden is, waarom voldoen dan alleen bepaalde paren variabelen van de vele fysieke variabelen aan het principe van onbepaaldheid of het onzekerheidsprincipe? In de kwantummechanica kunnen bijvoorbeeld alleen bepaalde variabelen a en b, zoals momentum en positie, gepaard zijn en voldoen aan het onzekerheidsprincipe wanneer de eenheid a vermenigvuldigd met b, gelijk is aan de eenheid van de voortdurende van Planck. Wat betekent het dat deze specifieke paren bestaan? Zijn deze specifieke paren gerelateerd aan de uitbreidende en samentrekkende krachten? En wat is de betekenis van de verschijning van de voortdurende van Planck in het onzekerheidsprincipe? Zoals Saint Germain in het webinar van 2022 antwoordde, heeft de voortdurende van Planck te maken met de vernieuwingsfrequentie van de realiteitssimulator die de aarde is. Is er een relatie tussen het onzekerheidsprincipe en de vernieuwingsfrequentie?
Antwoord van Geascendeerde Meester Saint Germain, Korea – 2023:
Welnu, er zijn zeker bepaalde paren zoals je beschrijft en veel houden verband met de noodzaak om een bepaald evenwicht te bewaren. Je kunt dat zien als een uitdrukkingsvorm van de uitbreidende en samentrekkende kracht, maar je moet je realiseren dat de kwantumfysica dit basisniveau van de materie nog maar net begint bloot te leggen. Er vallen nog meer complexe zaken te ontdekken en die zullen uiteindelijk ook worden ontdekt. Maar, zoals Hilarion heeft uitgelegd, betekent dit niet dat mensen wanneer ze het basisniveau van de materie bestuderen, zullen kunnen begrijpen wat er gebeurt op het zogenaamde macroscopische niveau.
Het onzekerheidsprincipe heeft niet zozeer te maken met de voortdurende van Planck als wel met waarneming. De waarneming van de subatomaire processen ligt ten grondslag aan het onzekerheidsprincipe dat simpelweg zegt dat je, voordat je een waarneming doet, niet met zekerheid kunt zeggen wat de uitkomst van die waarneming zal zijn. En zodoende heft dit de oude deterministische theorie van het universum op waarin het universum werd gezien als een machine en je alles met zekerheid kunt voorspellen als je de principes en de wetten kent.
Het onzekerheidsprincipe beschrijft eigenlijk, of legt eigenlijk bloot, dat het universum niet mechanisch is, omdat er op elk niveau van de schepping bewustzijn aanwezig is en bewustzijn een vorm van keuze impliceert, niet beslist een zelfbewuste keuze zoals mensen kunnen, maar zelfs op het elementaire niveau is er een vorm van keuze over de aanpassing aan bepaalde omstandigheden. Je zou kunnen kijken naar de huidige wetenschappelijke theorieën, de materialistische theorieën. Je hebt het oude idee dat het universum een grote machine is en daarnaast heb je de evolutietheorie. De evolutietheorie zegt in de kern dat soorten zich aanpassen aan hun omgeving en dat sommige soorten zich op een betere manier aanpassen waardoor ze kunnen overleven. Terwijl andere soorten die zich niet optimaal aanpassen, niet overleven.
Wat stelt een soort in staat om zich min of meer constructief aan te passen? Dat er een bepaald bewustzijnsniveau is, iets wat we hebben beschreven als de elementalen die een keuze kunnen maken over hoe ze zich willen aanpassen.
Er zijn elementalen die toezicht houden op de evolutie van een bepaalde diersoort en die hebben enige keuzevrijheid over hoe ze die soort sturen om zich aan te passen aan een fysieke omgeving, maar die elementalen hebben niet het hoogste bewustzijnsniveau en daarom maken ze soms niet de best keuze die mogelijk is en dat kan ertoe leiden dat een soort uitsterft, wat al vele malen is gebeurd. Als je nu teruggaat naar het idee van evolutie door aanpassing, zelfs als je niet in elementalen gelooft, moet je zeggen dat aanpassing een zekere onzekerheid aangeeft.
De evolutietheorie, zelfs in de meest materialistische vorm, is niet verenigbaar met een deterministisch universum, want als er geen onzekerheid, het onzekerheidsprincipe, zou zijn, hoe zou een soort zich dan kunnen aanpassen? Die zou hetzelfde blijven doen, of die dan uit zou sterven of niet.