Geascendeerde Meester Jezus, 2 november 2008
Je ziet dat wanneer het leven één is, niemand de baas is. Niemand is heer over iemand anders; niemand is koning over iemand anders. Toen de oude Israëlieten een koning eisten, versterkten ze slechts de illusie dat ze gescheiden waren – en het was eigenlijk niet het volk dat een koning eiste, maar de opkomende machtselite uit die tijd; degenen die naar de macht smachtten die de hogepriesters hadden en zij wilden hun eigen aandeel in die macht hebben – door hun vervorming van het Omega-aspect omdat ze het dagelijks leven van het volk wilden beheersen, terwijl de priesters hun geest in hun macht wilden. Hier in Europa werd het concept dat Christus de Koning der Koningen is zodanig vervormd dat de koningen gingen beweren dat zij de vertegenwoordiger van Christus waren – dat zij tussen het volk en Christus in stonden en dat zij tot koning waren gewijd door Christus en het feit dat de zoon van de vorige koning, de oudste zoon, altijd de volgende koning moest worden.
Als je teruggaat naar de oude tijd, hadden ze toen wel koningen, maar die koningen werden niet zomaar door opvolging benoemd. Je werd benoemd door tussenkomst van het spirituele rijk, of het nu een orakel was of dat het op een andere manier ging, waardoor de Geest de koning kon benoemen. Vaak verhief die iemand tot koning die als burger was geboren en opgevoed om de volgende koning te worden, zodat de koning wist hoe het was om onder de mensen te wonen en niet in een koninklijk kasteel was geboren, ver weg van de gewone mensen, en opgroeide in een gesloten omgeving, en daarom bij wijze van spreken natuurlijk half krankzinnig werd opgevoed in die zin dat hij ongevoelig was voor de smeekbede van het volk. Dit is echt een van de grote problemen; misschien wel het grootste probleem op aarde, vooral hier in Europa.
Dit is een deel uit een langere lering. Je kunt het hele dictaat hier lezen.