Geascendeerde Meester Jezus, 26 maart 2005
Tweeduizend jaar geleden toen ik op aarde was, kwam ik voor een speciale missie, hoofdzakelijk op de joden gericht – niet als ras, maar als een bepaalde bewustzijnsstaat. Die bewustzijnsstaat is nog niet getransformeerd en veel mensen op aarde zitten nog steeds in dat bewustzijn vast. En helaas bevinden veel van hen zich in het Midden-Oosten. Toch hebben veel meer mensen dat bewustzijn getranscendeerd en dat is de reden dat ik nu naar zoveel meer mensen kan reiken, mensen van verschillende rassen, met een andere etnische en nationale achtergrond – en ja, ook een andere religieuze achtergrond.
Wanneer jij je afstemt op het één zijn met God binnenin jou, vervagen de uiterlijke indelingen. Alleen als mensen zien dat ze bij elkaar kunnen komen en verder kijken dan hun uiterlijke verschillen, alleen als ze zien dat ze één zijn van Geest, kan de wereld bewust gemaakt worden van de transformerende kracht van liefde, de onvoorwaardelijke liefde die geen grenzen kent en geen indelingen accepteert. En daarom heet ik jullie welkom aan tafel op dit feest van de Heer.
Ik zeg het nog een keer, richt je niet op de verschijnselen, richt je zelfs niet op de middelen die wij gebruiken om een boodschap zoals deze te geven. Richt je aandacht op jouw eigen innerlijk. Jullie hebben elk een unieke missie, een unieke roeping en die moet je zelf opeisen. En ik, Jezus, zeg tegen jullie: het wordt tijd om die op te eisen, om op te staan en te zeggen:
Ik zal niemand de kroon van mijn innerlijke afstemming op mijn hogere Wezen van mij laten afnemen. En ik zal vooral de vijand in mij, mijn eigen ego, die kroon van mijn innerlijke afstemming niet van mij laten afnemen omdat ik er mijn hele leven naar verlangd heb om te zíjn wie ik ben, mijn geschenk aan deze wereld te geven; het geschenk dat de wereld zal transformeren. Toch kan ik dat geschenk niet buiten mij vinden. Ik moet het binnenin mij vinden – in mijn hogere zelf. Daarom zal ik verder dan de uiterlijke programmering en de innerlijke programmering door mijn ego kijken. En ik zal zeggen: “Hier ben ik Heer, stuur mij. Ik ga erheen om een geschenk te geven dat deze wereld zal helpen om te ontwaken voor jouw waarheid en liefde.”
Ik verzegel jullie in mijn vlam van toewijding aan Gods wil die jullie zagen toen ik in de hof zat en door dezelfde pijn en moeite heenging die veel van jullie hebben ervaren. Nadat ik mij hier doorheen had gewerkt, kwam ik echter op een punt van innerlijke vrede en ik zei: “Niettemin, Vader, niet mijn wil maar de uwe geschiede.” En daarom verzegel ik jullie tot morgen wanneer ik jullie weer spreek. Het is klaar.
Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.