Geascendeerde Meester Serapis Bey, 18 december 2009
Je zou kunnen kijken naar de leringen die ik heb gegeven, de leringen die Astrea heeft gegeven over de woorden en het Woord. Je zou kunnen denken dat je daarom nooit je mening mag geven over iemand of een situatie. Het zou verstandig zijn om inderdaad te beseffen dat je nooit een mening moet geven over wie ook maar, want je moet altijd erkennen dat iedereen die op aarde is geïncarneerd, een kans heeft gekregen van de Karmische Raad. En die kans werd gegeven omdat de Karmische Raad zich realiseert dat het wezen de kans heeft om zich uit zijn huidige staat te accelereren, hoe slecht het er ook voor kan lijken te staan. Wanneer je iemand anders aanpakt, kijk je dus naar die kans, je hebt het volmaakte concept voor ogen en je spreekt tegen de persoon alsof hij echt is, een verlengstuk van Gods wezen, en de kans heeft om op te klimmen.
Daarom probeer je iemand niet te veroordelen of te straffen, maar te verheffen. Wanneer je iemand probeert te verheffen kan het natuurlijk noodzakelijk zijn om de onechtheid van iemand anders uit te dagen, net zoals Jezus de Schriftgeleerden en de farizeeërs natuurlijk heeft uitgedaagd – en hij was daar heel direct in. Als je echter over de leringen die ik je in deze verhandeling geef, wilt nadenken, dan zul je in staat zijn een ‘Aha-ervaring’ te krijgen die je in staat stelt om de waarheid te zien die ik op jullie probeer over te brengen.
Er bestaat een fundamenteel verschil tussen je mening geven en andere mensen uitdagen met het bewustzijn dat een oordeel velt omdat jij het fundamentele wereldbeeld hebt dat het goed is, en gepast en noodzakelijk, om mensen in te delen in mensen die de moeite waard zijn, mensen die het niet waard zijn om, mensen die gered of niet gered kunnen worden – en te spreken met de zuiverheid van het Christusbewustzijn omdat je al het leven probeert te verheffen. In de eerste bewustzijnsstaat denk je dat je het recht hebt om te beoordelen of andere mensen naar de hel of naar de hemel moeten gaan. Je denkt dat je het recht hebt om voor God te spelen. Je denkt dat je het recht hebt om een eenpersoons Karmische Raad te zijn die kan beslissen of iemand anders verheven of veroordeeld moet worden of naar de tweede dood moet.
Door te oordelen vel je een oordeel over jezelf
Maar wat moet je doen om zover te komen? Jezus zei: “Doe aan anderen wat je wilt dat zij aan jou doen.” Zoals we al eerder hebben uitgelegd, is het beter dat je begrijpt dat jij wat je aan anderen doet, ook al aan jezelf hebt gedaan. Als je anderen beoordeelt, heb jij jezelf ook beoordeeld. En zoals ik zei, als je in een staat bent waarin jij een oordeel over jezelf hebt en naar de Ascensietempel zou komen en ik daar een onzuiverheid in jouw wezen zou blootleggen, dan zou je die ontmaskering onmiddellijk gebruiken om het oordeel over jezelf te vellen dat jij niet de moeite waard bent en dan zou je niet in de Ascensietempel kunnen blijven.
En alleen al door de handeling om een oordeel te vellen over anderen, laat je zien dat jij jezelf al veroordeeld hebt en er daarom nog niet klaar voor bent om naar de Ascensietempel te gaan. Er is nog steeds iets wat je voor jezelf wilt verbergen en daarom moet je in een omgeving zijn waarin je de illusie kunt houden dat iets wat jij voor jezelf en anderen kunt verbergen, ook voor God en de geascendeerde meesters verborgen is. En dan moet je op de Harde Leerschool blijven, waar jij je inderdaad kunt verschuilen. Maar op die school kunnen wij, de geascendeerde meesters, weinig voor je doen. Dat is de waarheid.
En als je ziet dat jij de behoefte hebt om te oordelen en veroordelen, als je het begrijpt en op het punt komt waarop je zegt: “Ik ben bereid om dit op te geven. Meesters, help mij om de behoefte om te oordelen te transcenderen”, dan kunnen wij jou helpen. We kunnen jou persoonlijke instructies geven, maar we kunnen jou ook vragen om een handelwijze te hebben waarin je probeert je te zuiveren van de energie van de aanklager van de broeders.
En daarvoor zullen wij natuurlijk hulpmiddelen uitbrengen, zoals de rozenkrans die Astrea heeft uitgesproken. Maar je kunt ook een eenvoudig gebed in je hart doen. En ik doe je het aanbod dat je mij, Serapis Bey, kunt oproepen en in de woorden die jij het liefst gebruikt, zeggen: “Serapis, help me.” Zeg een eenvoudig gebed aan mij op om je te helpen aan jou te tonen wat je moet zien om geleidelijk – voor zover je in staat bent om dat te doen zonder je gevoel van eigenwaarde te verliezen – uit die neerwaartse spiraal van de gevallen wezens van oordelen en verdeeldheid te komen. En ik zal je helpen als jij naar jezelf wilt kijken.
Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.