Jezus houdt van alle mensen zoals hij van zijn discipelen houdt

 

Geascendeerde Meester Jezus, 26 maart 2005

Ik heet jullie welkom in mijn hart. Niet zo lang geleden heeft mijn geliefde Moeder gezegd: “Geloven jullie dat ik Jezus meer liefhad dan elk van jullie afzonderlijk?” En ze zei: “Ik heb ieder van jullie lief met dezelfde liefde die ik had en heb voor Jezus.” En daarom zeg ik tegen ieder van jullie overal ter wereld die mijn leringen op de website hebben bestudeerd en de rozenkransen van Moeder Maria hebben gebruikt: “Geloven jullie dat ik meer van mijn discipelen hield dan ieder van jullie?” Als dat zo is, dan lijd je aan een illusie en ben ik hier om je op te roepen om die illusie te laten varen en te beseffen dat ik, Jezus Christus, oneindig veel onvoorwaardelijke en zeer persoonlijke liefde voor ieder van jullie heb.

Waarom zou dat je moeten verrassen? Als je mijn leringen echt goed bestudeert, zelfs de fragmenten van mijn leringen in de orthodoxe Bijbel, dan zie je dat ik meer van God hield dan iets anders. En toen men mij vroeg wat het allerbelangrijkste punt in de wet was, zei ik toen niet: “Dat je God liefhebt met heel je verstand, hart en ziel en jouw naaste als jezelf.” En wie is dat zelf? Ik besefte wie mijn zelf was toen ik zei: “Ik en mijn Vader zijn één.” Omdat het zelf van mij ook God is. Wie is het zelf van elk van jullie? Dat is ook God. Hoe kan het anders, wanneer zelfs in het Evangelie van Johannes staat: “Zonder Hem werd niet iets gemaakt dat gemaakt is.” En dat is de reden dat ik zei: “Jullie zijn Goden.” Jullie zijn individualisaties van God.

Je ware zelf, je ware identiteit is een individualisatie van God. En daarom aanbid en buig ik, Jezus Christus, die altijd de ware God aanbeden heb, mij ook voor de ware God in elk van jullie. En daarom kniel ik, Jezus Christus, (de boodschapper knielt) uit eerbied voor de God die in elk van jullie is zoals die God in mij is. Ik doe dit om te laten zien dat er geen delingen in God zijn omdat alles één is. En daarom kunnen wij door die eenheid de barrières slechten die door de illusies van de antigeest, het menselijke ego en de krachten op deze wereld in het leven zijn geroepen.

En wanneer de prins van deze wereld komt, kun je tegen hem zeggen: “Ik weet dat God in mij is omdat mijn Heer en Verlosser, Jezus Christus, is geknield voor de God die in al het leven is. En als Jezus de God in mij eerbiedigt, hoe kan ik dan iets doen wat minder is.” Wanneer je dit kunt zeggen en het oprecht meent, dan zal de prins van deze wereld niets bij jou vinden waardoor hij jou uit die innerlijke eenheid met wie je bent, kan weghalen.

De Bijbel vertelt dat ik op een dag aan het lesgeven was en dat er een grote menigte bijeen was en dat mijn broeders en zusters en mijn moeder kwamen en met mij wilden spreken omdat zij bezorgd waren over de wending die mijn leven had genomen. En wat was mijn reactie? Ik gebaarde naar de menigte en zei: “Dit zijn mijn broeders, dit zijn mijn broeders en zusters. De mensen die de wil van mijn Vader doen, de mensen die het woord van God horen en het opvolgen, dat zijn mijn broeders en zusters.” En daarom zijn jullie mijn broeders en zusters; jullie die bereid zijn het bewustzijn van de wereld los te laten, jullie die bereid zijn geweest om te zeggen: “Er moet meer zijn. God, er moet meer in het leven zijn!”

En aan die oproep wordt het antwoord gegeven. Het antwoord wordt feilloos aan iedere ziel die het uitschreeuwt gegeven. Soms herkent een ziel het antwoord niet, maar het antwoord wordt altijd gegeven en de ziel zal iets vinden dat zij kan gebruiken om aan het pad te beginnen dat haar naar eenwording terugleidt.

Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.