Waarom je geen gesprek met de zelven kunt voeren

 

Sommige studenten hebben de neiging om met de zelven of hun eigen gedachten te willen discussiëren of praten. Aan de ene kant is het nodig om het redeneervermogen van je gedachten te gebruiken om inconsistenties in je wereldbeeld of waarnemingsfilter te zien. Aan de andere kant kun je het nooit echt winnen van de zelven of ze te slim af te zijn. Ze blijven tot in het oneindige praten en wordt het een gesloten lus die nergens toe leidt.

Iedereen die op aarde is geïncarneerd en is geascendeerd, heeft hetzelfde proces doorlopen. De meesters zijn geascendeerd omdat ze een betere manier hebben gevonden om met het enigma, het raadsel dat wordt gepresenteerd door het dualiteitsbewustzijn om te gaan. De fundamentele uitdaging van de dualiteit is dat er altijd twee tegenstellingen zijn, dus lijkt het alsof je ‘verdoemd bent als je het doet en bent verdoemd als je het niet doet’.

Er zijn mensen op aarde die zo ondergedompeld zijn in de ervaring om te handelen als gescheiden wezen dat ze bijna geen zelfbewustzijn hebben. Zelfbewustzijn betekent dat je het vermogen hebt om in gedachten uit je huidige gemoedstoestand te stappen, naar jezelf te kijken en enkele vragen te stellen, zoals: “Waarom is mijn leven zo?” “Waarom overkomt mij dit steeds weer?” “Waarom blijf ik zo doen/voelen/denken?” Die mensen hebben het helemaal niet over zichzelf en hun leven.

Dan zijn er nog andere mensen die op den duur zo veel ervaringen als gescheiden wezen hebben gehad – en die de strijd en het lijden hebben ervaren die onvermijdelijk het gevolg zijn als jij je als een gescheiden wezen beschouwt – dat ze een verzadigingspunt bereiken. Ze beginnen dan vragen te stellen, zoals die hierboven. Ze stellen eigenlijk de vraag: “Moet het leven zo zijn of kan er meer zijn dan wat ik nu ervaar?”

Wat kan zulke vragen stellen? Niet de zelven, omdat de zelven meer op een computer lijken die een vooraf bepaalde programmering uitvoert. De zelven kunnen inderdaad vragen stellen, maar zij bevinden zich altijd binnen het kader van hun eigen programmering. Als een zelf is geprogrammeerd om macht te zoeken, kan hij vragen hoe hij meer macht kan krijgen, maar hij zal niet kunnen vragen of er meer in het leven is dan naar macht op aarde zoeken.

Alleen het bewuste zelf kan zulke vragen stellen, omdat hij nooit helemaal kan vergeten dat hij, voordat hij zich afscheidde, iets had wat nu verloren is. Dat ‘iets’ was natuurlijk zijn bewuste contact met zijn hogere zelf en spirituele leraar.

Denk er eens over na waarom dit deel van je wezen het ‘bewuste zelf’ of de ‘bewuste jij’ wordt genoemd. Het ‘jij’ gedeelte geeft aan dat dit eigenlijk de kern is van jouw identiteitsgevoel op deze wereld. Het ‘Bewuste’ gedeelte geeft aan dat je op deze wereld bent wie je denkt dat je bent, je bent van wie jij je bewust bent. Je kunt stellen dat het bewuste zelf wanneer hij naar deze wereld wordt gestuurd, geen vooraf gedefinieerde identiteit heeft. Het bewuste zelf heeft voortdurend de taak om te definiëren wie hij wil zijn, hoe hij zichzelf wil zien, hoe hij zich bewust van zichzelf wil zijn.

Het bewuste zelf begint als eerste te definiëren wie hij wil zijn op de materiële wereld. Hij heeft ervaringen op grond van hoe hij zichzelf definieert en dan verhoogt hij geleidelijk zijn identiteitsgevoel totdat hij niet langer op de materiële wereld kan worden vastgehouden.

Het bewuste zelf is zich er in het begin van bewust dat hij een wezen is dat leeft op de materiële wereld en wordt zich er op den duur van bewust dat hij zoveel meer is dat hij zichzelf niet langer kan beschouwen als iemand in de materiële wereld. Dan ascendeer je. We zouden kunnen zeggen dat het bewuste zelf begint te zeggen: “Ik ben dit” en dan realiseert hij zich uiteindelijk: “Dit ben ik niet, ik ben meer.”

De aarde is momenteel een lage planeet die wordt gedomineerd door wezens die gevangenzitten in de dualiteit. Dit betekent dat iedereen die hier incarneert, in principe de uitdaging heeft hoe je omgaat met degenen die vastzitten in de dualiteit en die je óf zullen aanvallen óf je op andere manieren bij hun dualistische spelletjes willen betrekken.

In zo’n situatie heb je twee opties. De basale waarheid over de situatie is dat het dualiteitsbewustzijn, gesymboliseerd door de slang die Eva verleidde, je een uitdaging zal geven die je niet aankunt op je huidige bewustzijnsniveau. Jouw opties zijn:

• Vergroot je gevoel van je gewaar zijn van jezelf door te reiken naar het perspectief van het hogere bewustzijn op de situatie. Het is de bedoeling dat het bewuste zelf dat doet; namelijk je cirkel van bewustzijn uitbreiden.
• Besluit dat jij je zelfgevoel niet wilt uitbreiden en dat je niet met de situatie wilt omgaan met jouw huidige zelfgevoel. Je wilt je eigenlijk niet bewust zijn van de situatie.

Als je voor de eerste optie kiest, toon je dat je klaar bent voor een leraar en volgens de kosmische wet moet er dan een leraar bij jou verschijnen. Je zult in staat zijn om je zelfgevoel uit te breiden en met de situatie om te gaan zonder enige verdeeldheid in je wezen.

In het ideale geval zal een nieuwe levensstroom afdalen met een beperkt maar wel volledig zelfbewustzijn. We kunnen je zelfbewustzijn vergelijken met een cirkel. Wanneer je voor het eerst incarneert, is je cirkel erg klein en terwijl je de materiële wereld ervaart, zul je in het ideale geval die cirkel uitbreiden. Je wordt steeds bewuster en het gevoel van wie jij bent wordt steeds sterker. Zolang de cirkel van jouw zelf niet doorbroken wordt, heb je een gevoel van persoonlijke heelheid en dit stelt je in staat de wereld tegemoet te treden met een gevoel van vrede en integriteit.

Kijk nu eens naar de tweede optie die hierboven wordt beschreven. Wanneer het bewuste zelf besluit dat hij zich niet bewust wil zijn van een bepaalde situatie, weigert hij in principe om iets te doen waarvoor hij is ontworpen. Waar is hij voor ontworpen? Hij is ontworpen om naar de aarde af te dalen en te bepalen wie hij is op basis van de Christusgeest, op basis van zijn contact met zijn hogere zelf en ondanks alles wat hij op deze wereld ervaart.

Het is de bedoeling dat jij de cirkel van jouw zelf uitbreidt terwijl je in staat bent onverdeeld te blijven ondanks de aanvallen van de dualiteit. Dit is het hogere bewustzijn of Christusschap. De krachten van deze wereld proberen het bewuste zelf ertoe te brengen om hij bepaalt wie hij is in relatie tot de omstandigheden op deze wereld. Ze proberen jou te dwingen om op hen te reageren door zo’n ernstige aanval op je uit te voeren dat je er gewoon niet mee om wilt gaan.

Het bewuste zelf kan niet ophouden bewust te zijn. In plaats daarvan schept hij het ‘zelf’-aspect. Hij vormt een nieuw zelf dat met de dualiteit om moet gaan, hij vormt een zelf dat bepaalt wie hij is in relatie tot alles wat hij is tegengekomen op deze wereld – waar alles wordt beïnvloed door de dualiteit. Dit zijn de oorspronkelijke zelven (de oerzelven). Het bewuste zelf heeft nu een paar afzonderlijke zelven geschapen binnen de cirkel van zijn zelf. Het gevolg is onvermijdelijk dat je dan een ‘huis dat tegen zichzelf verdeeld is’ bent, wat betekent dat jij je eerdere gevoel van heelheid bent kwijtgeraakt.

In het begin zal dit aanvoelen als een verlies, gesymboliseerd door het verhaal van Adam en Eva die zich naakt en beroofd voelden toen ze uit het paradijs werden ‘verdreven’. Na verloop van tijd kan het bewuste zelf zich minder bewust worden van dit verlies en dit gebeurt als volgt.

De zelven worden gevormd in de dualiteit, wat betekent dat ze vanaf het allereerste begin fundamenteel gedeeld zijn. Je kunt niet één zelf vormen; dat moeten er twee zijn. Elke keer dat je een nieuwe situatie tegenkomt en daarmee omgaat door middel van de zelven, schep je twee nieuwe aspecten van de zelven. In de loop van de tijd schep je talloze zelven en telkens wanneer je in een bepaald type situatie komt, neemt een van deze zelven jouw reactie op de situatie over.

Het netto-effect is: hoe meer divisies of zelven jij vormt, hoe meer je zelfgevoel in verwarring raakt. Dit betekent dat je geleidelijk aan het aanvankelijke gevoel verliest dat er een contrast bestaat tussen heel zijn en in tweeën verdeeld zijn. Er ontstaat zoveel verdeeldheid dat dit de normale toestand lijkt en die heelheid is al bijna vergeten. Je verlangt nog steeds naar heelheid, maar je realiseert je eigenlijk niet dat je naar die heelheid verlangt.

Hoewel het bewuste zelf niet kan stoppen met bewust zijn, kunnen we ook zeggen dat hij wel kan kiezen hoe bewust hij wil zijn. Het kan ervoor kiezen om in een gescheiden zelf te gaan en het leven of een bepaalde situatie te ervaren door het waarnemingsfilter van dat zelf.

Een voor de hand liggend voorbeeld is het zwart-witdenken omdat mensen dan een zelf hebben gevormd dat duidelijk een scheiding legt tussen goed en fout. Als iemand iets doet wat goed is, kan hij zich bijna heel voelen, bijvoorbeeld ‘een goede christen’. Hij dan de noodzaak negeren om naar een hoger perspectief te reiken en zijn zelfbewustzijn uitbreiden door middel van de geest van Christus. In plaats daarvan ervaar jij jezelf door het waarnemingsfilter dat je een goede christen bent die door Jezus gered zal worden, zodat je niet naar de balk in je eigen oog hoeft te kijken en je zelfgevoel uit te breiden.

De waarheid is natuurlijk dat hoe meer verdeeldheid je schept, hoe meer strijd je zult voelen. Hoe meer zelven je hebt, hoe meer invloed de ‘prins van deze wereld’ zal krijgen om je te dwingen ergens op te reageren. Dit betekent dat je leven meer een strijd wordt en op den duur zal die zo heftig worden dat het bewuste zelf een punt bereikt waarop de intensiteit van zijn levenservaring ervoor zorgt dat hij uit zijn normale waarnemingsfilter stapt en zich afvraagt: “Is er meer in het leven dan dit?”

Op dat moment verschijnt er een leraar die je een referentiekader geeft om de eerste stap te zetten op het pad terug naar heelheid. De zelven en de krachten van de dualiteit zullen al het mogelijke doen om jouw vooruitgang op dit pad te laten ontsporen. Een van de manieren is dat ze je laten geloven dat je gered kunt worden of kunt ascenderen als je een wereldlijk pad volgt. Je doet bepaalde dingen en dit geeft je toegang tot een hoger rijk zonder dat jij je zelfgevoel hoeft uit te breiden en je bereidheid om je van alles bewust te zijn terug te nemen.

De bedoeling van het bewuste zelf is juist dat hij zijn cirkel van bewustzijn groter maakt door bewust met de materiële wereld om te gaan. De enige manier om de materiële wereld daadwerkelijk te verlaten, is je cirkel van bewustzijn zo uitbreiden totdat die over de grenzen van de materiële wereld heen gaat.

Wanneer de cirkel van jouw zelf te groot is om in het materiële universum te passen – of liever in een van de illusies die het dualiteitsbewustzijn heeft gewekt – zul je ascenderen door bewust de keuze te maken om elke gehechtheid aan deze wereld los te laten. Om de cirkel van jouw zelf uit te breiden moet je steeds naar meer willen kijken totdat je naar alles op de materiële wereld hebt gekeken en hebt besloten: “Ik ben meer dan dat alles.”

Hoe het bewuste zelf besluit om onbewust te zijn
Wat zorgt er precies voor dat het bewuste zelf zich niet meer bewust wil zijn van een bepaalde situatie? Wanneer een levensstroom incarneert op een planeet waar nog ruimte is voor het dualiteitsbewustzijn, zal hij onvermijdelijk wezens tegenkomen die gevangenzitten in de dualiteit. Dit wordt gesymboliseerd door Eva die de slang ontmoet.

Die wezens zullen zich bedreigd voelen door een onschuldige levensstroom en ze zullen er alles aan doen om jou je onschuld af te nemen en ervoor te zorgen dat je in de dualiteit terechtkomt. Dit kan inhouden dat je wordt aangevallen, belachelijk gemaakt, ergens van beschuldigd, wordt verleid of aan een aantal subtiele plannetjes wordt blootgesteld. Alleen al het feit dat je niet bent geascendeerd, toont aan dat je hierop hebt gereageerd en in de dualiteit bent gekomen en zelven hebt gevormd.

Om maar een voorbeeld te noemen: veel spirituele mensen hebben aangeboden om naar de aarde af te dalen om hier licht te brengen. Ze werden toen wreed aangevallen zoals je bij Jezus hebt gezien. Een van de reacties die mogelijk is, is dat dit pijnlijk was voor het bewuste zelf en je besloot toen dat jij je hier gewoon niet bewust van wilde zijn. Je vormde toen de zelven om met deze aanvallen om te gaan en één ontwerp van je zelven kan zijn dat die is geprogrammeerd om de aanvallers te bestrijden en te bewijzen dat ze ongelijk hebben.

Wat jou aan de aarde gebonden houdt, is dat je nog steeds wilt bewijzen dat bepaalde mensen ongelijk hebben en dat jij gelijk hebt. Waarom is dat een probleem?

Het bewuste zelf werd ontworpen om af te dalen met een kleine cirkel van jouw zelf en deze geleidelijk uit te breiden. Hoe breid jij je cirkel uit? Door bewuster te worden en hoe doe je dat? Door te kijken naar iets waar je nog niet naar gekeken hebt. Hoe kijk je naar iets nieuws? Door ervaringen op te doen op aarde. Wanneer het bewuste zelf besluit dat er iets is waar hij niet naar wil kijken – en de zelven de opdracht geeft om daarmee om te gaan – op dat moment schort het bewuste zelf zijn potentieel om te groeien op.

In tegenstelling tot wat de zelven je willen laten geloven, kun je vanuit elke situatie die je op aarde tegenkomt, groeien. Niets is zo laag of vernederend dat het niet kan worden veranderd in een groei-ervaring. Er zijn voorbeelden van mensen die heel ver zijn afgedaald in wat kan worden gezien als lage ervaringen, bijvoorbeeld verslavingen, maar die uiteindelijk gingen begrijpen wat ze hadden gedaan en vervolgens inzagen dat deze ervaring niet kan bepalen wie ze zijn omdat ze meer zijn. Deze mensen hebben inderdaad spirituele vooruitgang geboekt door die ervaring, hoewel de meeste mensen zouden zeggen dat de ervaring niet spiritueel was.

Het is de bedoeling dat het bewuste zelf incarneert en zichzelf identificeert met een beperkt zelf, de wereld ervaart door dat zelf. Het is de bedoeling dat hij een bepaald aantal ervaringen opdoet met dit zelf, totdat hij naar zijn situatie kijkt en besluit: “Ik ben dit niet, ik ben meer.” Op dat moment heb jij de cirkel van jouw zelf uitgebreid. Je kunt een nieuw zelf aannemen dat nog steeds beperkt is, maar naarmate je die overstijgt, breid jij de cirkel van jouw zelf opnieuw uit. Je blijft dit doen totdat de cirkel van jouw zelf de grenzen van de materiële wereld overschrijdt.

Wat is de kern van dit proces? Dat jij je bewust wordt van het feit dat je meer bent dan het zelf waardoor je de wereld ervaart. Je wordt je hiervan alleen bewust als je naar je situatie kijkt – door neutrale zelfobservatie – en te zien dat er meer in het leven is dan je nu ervaart.

De zelven zullen proberen dit proces te laten ontsporen door er een waardeoordeel over te vormen, namelijk dat sommige ervaringen verkeerd zijn. Er zijn bepaalde ervaringen die je nooit had mogen hebben of die niet geschikt zijn voor een spirituele student; je zou dus moeten ontkennen dat je ze hebt gehad in plaats van er eerlijk naar te kijken. De zelven geven je de indruk dat je gered kunt worden als je aan de wereldlijke eisen voldoet in plaats van in je eigen onderbewuste te kijken.

Zolang je gelooft in dit met waarden beladen oordeel zoals het schijnt, zal het pijnlijk voor je zijn om naar je onderbewuste te kijken. Veel mensen proberen dat te vermijden totdat de omstandigheden hen dwingen daarnaar te kijken. Als je de leringen over het zelf echt integreert, kan het bewuste zelf dit gevoel van pijn, wroeging, spijt, schaamte, verlegenheid en wat dan ook, ontstijgen.

Je kunt bewust besluiten dat naar iets kijken op de materiële wereld een kans voor jou is om te groeien doordat je gaat beseffen: “Ik ben dit niet, ik ben meer.” Je kunt bewust besluiten dat je bereid bent om naar alles en nog wat te kijken en wanneer je dat doet, zullen de zelven en de prins van deze wereld het grootste deel van hun macht over jou hebben verloren.

De zelven kunnen zich alleen verbergen als er iets – een of andere verdeeldheid – in de cirkel van jouw zelf is waar je niet naar wilt kijken. De geascendeerde meesters zullen je niet straffen, maar zullen je helpen inzien dat je meer bent dan wat ook maar op aarde. Daarom zal de waarheid je bevrijden – de waarheid dat je zuiver bewustzijn bent en dat niets op aarde kan bepalen wie jij bent.

De rol van de rede
Laten we eens kijken naar de rol van de rede. De vraag is hoe het bewuste zelf ooit aan de dualiteit kan ontsnappen als hij eenmaal in een gescheiden zelf is gestapt dat de manier waarop hij alles ziet, beïnvloedt. Hier zitten twee aspecten aan. Een daarvan is dat het bewuste zelf een referentiekader moet hebben dat laat zien dat er meer in het leven is, dat er iets is buiten zijn waarnemingsfilter.

Het is de rol van de Levende Christus, dat wil zeggen van elke ware spirituele leraar, om mensen zo’n referentiekader te bieden. Dit was een van de belangrijkste redenen voor Jezus om tweeduizend jaar geleden te incarneren, namelijk om aan te tonen dat een menselijk wezen meer kan dan de meeste mensen denken.

Het andere aspect is echter dat het bewuste zelf zijn inherente vermogen om te redeneren moet gebruiken. Ten eerste kun je een leraar alleen herkennen als je daarvoor openstaat en je kunt je alleen openstellen wanneer jij je redeneervermogen gebruikt om bewust te onderzoeken of er meer in het leven is dan de rommel die door het dualiteitsbewustzijn is gemaakt.

Het herkennen van een leraar is een ervaring die de rede te boven gaat. Maar wat je met die ervaring doet, is vooral een kwestie van gebruik maken van je redeneervermogen. Hierbij word je geholpen door het feit dat hoe dieper je in de dualiteit gaat, hoe meer verdelingen van de dualiteit en de onvermijdelijke tegenstrijdigheden en inconsistenties je zult waarnemen. Veel spirituele zoekers hebben bijvoorbeeld de inconsistenties in het zwart-witdenken gezien en kunnen ze dan snel ook in het grijs ontdekken.

Als je eenmaal rechtstreeks contact met de leraar hebt gehad, kun je dat gebruiken als referentiekader om je redeneervermogen te verbeteren. Dit betekent niet dat je met het dualiteitsbewustzijn redeneert.

Je kunt je redeneervermogen gebruiken om de delingen van je lagere wezen bloot te leggen; je kunt de verschillende zelven blootleggen. Je kunt gaan begrijpen dat een zelf altijd een tegengestelde polariteit heeft en in plaats van te beslissen dat de een gelijk heeft en de ander ongelijk, kun je redeneren dat beide niet echt zijn en eenvoudigweg moeten worden getranscendeerd.

Laten we naar een voorbeeld kijken. Een fundamentalistische christen zit vast in het zwart-witdenken. Hij gelooft dat alleen leden van zijn kerk naar de hemel gaan en alle anderen naar de hel. Dit is duidelijk zwart-witredenering of óf-óf. Er zijn slechts twee opties en er zit niets tussenin.

Deze manier van denken is openlijk dualistisch omdat er een duidelijke scheiding bestaat tussen twee uitersten. Waarom is deze denkwijze ontstaan? Uit de behoefte van de zelven aan een soort absolute zekerheid. Hoe komt deze manier van denken tot stand? Door twee geesten te creëren.

Als het bewuste zelf in het waarnemingsfilter stapt om zichzelf te zien als een fundamentalistische christen, zal hij vanaf dan alles bekijken door het waarnemingsfilter van deze twee zelven. De ene zelf stelt een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen om een van de goede mensen te zijn die gegarandeerd gered zullen worden. Het andere zelf definieert een aantal fouten die je kunt maken waardoor je geen goed christen meer bent en je in plaats daarvan veroordeeld bent tot de eeuwige kwellingen in de hel.

Het bewuste zelf zit dan gevangen tussen kwaden, tussen die twee zelven. Het is waar dat jij, zolang je gelooft dat je voldoet aan de voorwaarden om naar de hemel te gaan, je enigszins veilig kunt voelen. Tegelijkertijd kun je nooit ontsnappen aan de dreiging dat je een fout maakt die je tot de hel zal veroordelen. Al je aandacht wordt opgeslokt door de dreiging dat je naar de hel gaat en de voortdurend behoefte aan bevestiging dat jij tot de goede mensen behoort. Dit is een voortdurende spanning die echt de hel op aarde is.

De meeste fundamentalisten zouden ontkennen dat ze zich gekweld voelen, maar dat komt omdat ze andere zelven hebben waardoor ze hun toestand van verdeeldheid en spanning als ‘normaal’ zijn gaan beschouwen. Wanneer je voldoende verdeeld bent, denk je dat verdeeldheid de norm is en dat heelheid niet bestaat of onmogelijk is.

Veel spirituele leringen hebben eenzelfde soort scheiding tussen wat het betekent om goed en slecht te zijn. Zelfs studenten van de leringen van de geascendeerde meesters hebben de leringen vaak gebruikt om verdeeldheid te scheppen tussen wat het betekent om een goede student en geen goede student te zijn. Het resultaat is dat je dan voortdurend gevangenzit in de behoefte van de zelven om alles te beoordelen op basis van de schijn die wordt gedefinieerd door je norm. Nogmaals, dit zorgt voor voortdurende spanning.

Je kunt op het punt komen dat je het contrast gaat herkennen tussen de spanning die je gewoonlijk in je eigen geest hebt en de oneindige vrede die je hebt in het hogere bewustzijn, in de Christusgeest. Je kunt dan naar deze vrede verlangen en je redeneringsvermogen gebruiken om te zien dat de spanning wordt veroorzaakt door de verdeeldheid van de zelven. Je kunt je bewust worden van deze verdeeldheid en wanneer je twee tegengestelde zelven blootlegt en ziet dat de een de ander nooit zal wegvagen, kun je de nutteloosheid van deze nooit eindigende strijd inzien. Je kunt die beschouwen als de ‘ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid’.

Je kunt dan besluiten dat je niet wilt dat je leven wordt opgeslokt door deze onzin en zodra het bewuste zelf echt begrijpt dat beide zelven onecht zijn, zal hij zich onmiddellijk van hen afscheiden. De ‘magie’ van het bewuste zelf is dat hij is wie hij denkt dat hij is, hij is zoals hij zichzelf ziet. Je ziet jezelf misschien door het filter van een paar zelven, maar zodra je een stap terug doet en ziet dat het de zelven zijn, begrijp jij dat jij niet die zelven bent: “Ik ben niet zo, ik ben meer.”

We zouden kunnen zeggen dat het dualiteitsbewustzijn, de prins van deze wereld of de demonen van Mara je voortdurend proberen te verleiden tot een identiteitsgevoel dat in relatie staat tot hen, tot de illusies van het dualiteitsbewustzijn. Ze proberen je zover te krijgen dat je in een zelf stapt en zegt: “Ik ben zo.”

Dit zelf heeft altijd een tegendeel, dus je zegt altijd: “Ik ben dit, maar ik ben dat niet.” Jouw uitdaging is om de wereld te ervaren door een bepaald zelf totdat je genoeg hebt van die ervaring en zegt: “Ik ben dit niet en ik ben dat niet; Ik ben meer dan allebei.”

Je zou dan in een ander paar zelven kunnen stappen en de wereld een tijdje door hen ervaren. Uiteindelijk begin je te beseffen dat alle zelven op deze wereld onecht zijn en begin je te verlangen naar iets meer, namelijk jouw hogere zelf.

Je kunt op het punt komen waarop jij je realiseert: “Ik ben niet een van de zelven op deze wereld” en je ervaart iets wat je zuiver bewustzijn kunt noemen. Op dat moment voel je dat het bewuste zelf geen vooraf bepaalde identiteit heeft. Je realiseert je: “IK BEN, en ik hoef geen ‘ik ben’ op deze wereld te zijn.” Je kunt dan naar binnen kijken en jouw hogere zelf ontdekken en zeggen: “IK BEN die IK BEN”, of zoals Jezus zei: “Ik en mijn vader zijn één.” Je kunt dan de volgende stap nemen door te zeggen: “Mijn vader werkt tot nu toe en ik werk”, wat betekent dat het bewuste zelf de open deur is voor jouw hogere zelf zonder dat er een identiteit is gedefinieerd op basis van de dualiteit. Je brengt je non-duale identiteit tot uitdrukking.

De krachten van de dualiteit willen je laten geloven, dat je óf je ware identiteit op deze wereld niet tot uitdrukking kunt brengen, dat je dat niet mag doen, óf als je dat wel doet, jij je individualiteit verliest. De zelven willen wanhopig graag dat het bewuste zelf gelooft dat hij geen individualiteit meer heeft als hij de zelven zou opgeven.

In zekere zin is dit waar omdat het bewuste zelf geen inherente individualiteit heeft. De taak van het bewuste zelf is juist dat hij bepaalt wie hij op deze wereld wil zijn. De twee opties zijn dat jij bepaalt wat jouw individualiteit is op grond van de dualiteit van het bewustzijn van gescheidenheid of de eenheid van het bewustzijn van Christus. De leidt tot het krimpen van de cirkel van jouw zelf en de ander leidt tot de uitbreiding van je zelfgevoel.

De meeste mensen die openstaan voor deze leringen, kunnen snel enkele delingen van de zelven gaan zien. Je zou bijvoorbeeld kunnen zien dat jij een spirituele leer hebt gebruikt om een maatstaf te stellen voor hoe jij je moet gedragen. Je kunt dan zien dat je een zelf hebt die voortdurend over andere mensen oordeelt volgens die maatstaf. Als je beter kijkt, zie je dat je een ander zelf hebt die jou voortdurend beoordeelt volgens die maatstaf.

Je zou zelfs kunnen zien dat het onmogelijk is om aan die maatstaf te voldoen en dat betekent dat jij jezelf in feite veroordeelt om de rest van je leven te leven met het gevoel dat je niet goed genoeg bent. Of misschien heb je het gevoel dat je wel goed genoeg bent omdat je beter bent dan andere mensen die een of andere fout hebben. Zelfs dan gaat al je aandacht naar dit oordeel en is dat eigenlijk wel de manier waarop jij de rest van dit leven wilt doorbrengen, terug moeten komen en het allemaal opnieuw moeten doen totdat je de onechtheid van de strijd inziet en bewust besluit om gewoon weg te lopen?

Nogmaals, je kunt heel ver komen met redeneren, maar je moet ook door een directe ervaring beseffen dat jij niet de zelven te slim af kunt zijn. De zelven kunnen alleen redeneren met het dualiteitsbewustzijn en er bestaat geen slotargument in de dualiteit. De zelven kunnen altijd elk argument dat je aanvoert, weerleggen en zichzelf ervan overtuigen dat ze gelijk hebben. Andere mensen kunnen altijd elk argument dat jij bedenkt, weerleggen en zichzelf ervan overtuigen dat ze gelijk hebben. Het is gewoon een kwestie van hoe lang het bewuste zelf deze strijd echt of belangrijk zal vinden.

Redeneren kan je helpen om de tegenstrijdigheden tussen de twee zelven bloot te leggen en te beseffen dat je constant gevangenzit in een zeer beperkte bewustzijnsstaat. Pas wanneer het bewuste zelf zich er volledig van bewust wordt dat hij meer is dan dit aspect van de zelven, zul jij je werkelijk van hen afgescheiden hebben.

Daarom is het belangrijk om te beseffen dat er geen slotargument is in het dualiteitsbewustzijn. Je kunt niet met je zelven praten. Het gaat er niet om dat je een zelf ervan overtuigt dat hij niet gelijk heeft. Het gaat erom dat je het bewuste zelf helpt inzien dat beide zelven onecht zijn en dat je gewoon van ze weg kunt lopen zonder het probleem op te lossen dat ze lijken te definiëren.

Je hoeft het probleem dat door de zelven is gedefinieerd, niet op te lossen
Er is een zelf dat zegt dat er een bepaald probleem is en dan is er een ander zelf dat zegt hoe je het moet oplossen. Ze projecteren allebei dat je iets moet doen om het probleem op te lossen. Je kunt in veel levens denken dat je een goed of geavanceerd persoon bent die onbaatzuchtig werkt aan het oplossen van enkele problemen op de wereld, maar in werkelijkheid ben je gewoon bezig om de problemen ‘op te lossen’ die alleen in het dualiteitsbewustzijn bestaan. Je lijkt op Don Quichot die tegen de windmolens strijdt.

Je kunt uiteindelijk zoveel levens in deze gemoedstoestand doorbrengen dat je de nutteloosheid ervan inziet. Je begrijpt dat dit nooit op zal houden en je gebruikt je redeneringsvermogen om te zeggen dat er een betere manier moet zijn. Dit stelt je vervolgens open voor de directe ervaring omdat het bewuste zelf uit het hele waarnemingsfilter van problemen en probleemoplossing stapt. Je realiseert je dat je meer bent en dat je dit gewoon niet meer wilt doen. Je loopt weg van de problemen en laat ze schijnbaar onopgelost achter.

Voor veel mensen zal het lang duren voordat ze zover zijn. Zodra je in een identiteit bent gestapt die op een zelf berust, kun je bijna verliefd worden op de gedachten die dat zelf heeft. Je kunt denken dat je heel slim bent omdat je kon zeggen wat de problemen en de oplossing ervoor zijn.

Iedereen die is geascendeerd, is levens lang heel verliefd geweest op zijn eigen gedachten waardoor ze al hun energie en aandacht hebben verbruikt om de problemen op te lossen die ze in gedachten hadden gemaakt. Ze boekten geen vooruitgang, maar dat gebeurde wel toen ze de nutteloosheid ervan inzagen en besloten dat ze meer waren dan die problemen scheppende/problemen oplossende gedachten die werkelijk een gesloten systeem worden.

Het enigma is dat het bewuste zelf een zelf moet maken om zich uit te drukken op de wereld of deze wereld te ervaren, maar hoe verfijnd dit zelf ook wordt, je moet hem wel opgeven om te kunnen ascenderen. Je ascendeert pas als je opgeeft te doen waarvoor het zelf is ontworpen en hem gewoon achter te laten.

Een onderdeel van de bedoeling van het bewuste zelf om te incarneren is dat hij ervaringen opdoet. Niet het bewuste zelf heeft een bepaalde ervaring. Het bewuste zelf is zuiver gewaarzijn, dus hij is gewoon getuige van wat er op aarde gebeurt – hij ervaart het niet. Denk na over het verschil tussen iets ervaren en er getuige van zijn. Het wereldlijke zelf ervaart een situatie door er een bepaald mentaal beeld op te leggen, waaruit bepaalde gevoelens ontstaan.

Naast het uiterlijke zelf ervaart je hogere zelf ook wat jij op aarde tegenkomt. Hij ervaart een situatie uiteraard niet door het filter van het uiterlijke zelf, maar door zijn (jouw) spirituele individualiteit. Dit wordt een onderdeel van jouw causale lichaam. De hele bedoeling van een uiterlijk zelven vormen is dat je een bepaald soort ervaring krijgt die het hogere zelf vervolgens verandert in iets van blijvende waarde.

Let erop hoe subtiel dit is. Om een bepaalde ervaring te krijgen, bijvoorbeeld dat je een sterke krijger bent, moet die echt lijken. Het wereldlijke zelf lijft het gevoel in dat hij iets moet doen wat echt en belangrijk is. Hoewel je nog niet genoeg hebt van de ervaring, zal het bewuste zelf denken dat hij de taak moet uitvoeren waarvoor het wereldlijke zelf was ontworpen. De taak is niet van belang, die bestaat zelfs niet. Het bewuste zelf zal alleen vrij zijn wanneer hij dit ziet en het verlangen om die taak uit te voeren opgeeft, waardoor hij het spook dat het uiterlijke zelf is, opgeeft.

Wanneer het hogere zelf alles heeft gekregen wat hij wil van een specifiek wereldlijk zelf, wil hij alleen maar dat het bewuste zelf hem opgeeft en verder gaat. De uitdaging als je incarneert, is dat het bewuste zelf vast kan komen te zitten in, gehecht kan raken aan, een bepaald wereldlijk zelf. Hij kan er zelfs zo gehecht aan raken dat hij probeert het mee te nemen naar de hemel. Je moet daadwerkelijk al deze spoken opgeven om te kunnen ascenderen.

Het gevoel hebben dat je iets belangrijks doet
Voor veel spirituele zoekers is het erg belangrijk om het gevoel te hebben dat ze iets doen om de wereld te verbeteren. Veel levensstromen hebben er inderdaad voor gekozen om naar de aarde af te dalen om de omstandigheden hier te helpen verbeteren. Toch moet je op het punt komen waarop jij je reden om hier te zijn uitvoert zonder vast te zitten in de dualiteit.

Je zou kunnen zeggen dat je hier niet zozeer bent om iets te ‘doen’ als wel om de open deur voor het licht te zijn. Denk aan de oude analogie van hoe je duisternis uit een kamer kunt verwijderen. Kun jij die in dozen stoppen en daarna de dozen uit het raam gooien? Nee, want duisternis heeft geen substantie, dus hoe kun je die dan in dozen stoppen? Duisternis op zich is geen substantie, maar de afwezigheid van licht. Je kunt de duisternis niet verwijderen door te denken dat je iets met de duisternis moet doen. Je hoeft alleen maar het licht te brengen en dan kunnen mensen de duisternis zien en zien dat die niet echt is.

De analogie werkt niet, omdat er op deze wereld wezens gevangenzitten in de dualiteit die erin geslaagd zijn de indruk, de schijn, te wekken dat de duisternis een substantie is en zeer complexe structuren heeft. Veel levensstromen zijn hier niet gevallen en hebben er niet voor gekozen om te incarneren om de dualiteit te ervaren. Ze kozen ervoor om naar de aarde te komen om te helpen het collectieve bewustzijn te verhogen.

De waarheid is dat die levensstromen allemaal venijnig werden afgewezen en onderdrukt door wezens die vastzaten in de dualiteit. Ze zijn vaak vast komen te zitten in de gedachte dat ze, om de mensen te kunnen bevrijden van de omstandigheden die hen op deze wereld gevangenhouden, op een of andere manier de problemen die ze op deze wereld zien, moeten oplossen. De wezens die gevangenzitten in de dualiteit zullen je aanvallen en je ervan beschuldigen dat je iets doet. Die aanval berust op hun definitie dat het verkeerd is om dat te doen.

Bijvoorbeeld: Toen Jezus tweeduizend jaar geleden op aarde rondliep, verklaarde hij dat hij een zoon van God was en werd vervolgens beschuldigd van godslastering. Hij had een strijd kunnen beginnen om de bewering te weerleggen dat mensen geen zoon of dochter van God zijn. Hij had kunnen proberen het probleem op te lossen dat zegt dat je geen zoon van God bent en dat jij niet mag verklaren dat je dat wel bent.

Dit had nooit gekund. Mensen die de wereld door dat specifieke waarnemingsfilter zien, zullen nooit een argument erkennen dat men zou kunnen aanvoeren. In werkelijkheid kun je nooit bewijzen dat ze ongelijk hebben op een manier die ze zouden accepteren. Je zou ze nooit van de illusie kunnen bevrijden, je zou het probleem nooit kunnen oplossen.

Je kunt wel bepaalde standpunten op een algemene manier ter discussie stellen, zodat degenen die zich openstellen hun redeneervermogen kunnen gebruiken. Dan kun je de open deur zijn voor het hogere bewustzijn dat er geleidelijk voor zal zorgen dat de duisternis vervaagt zodat mensen gemakkelijker kunnen begrijpen dat de dualistische illusies niet waar zijn.

Je moet voorkomen dat je eraan gehecht raakt om de gedachten van specifieke mensen te veranderen door specifieke illusies te weerleggen. In plaats daarvan blijf je onthecht van specifieke resultaten van jouw inspanningen en werk je er alleen maar aan om het licht en het bewustzijn te vergroten. Degenen die zich uit zichzelf openstellen, kunnen dan profiteren van de toename van het licht en sneller vooruitgang boeken.

Waarom je een bepaalde illusie niet kunt ontkrachten
Veel bewustere mensen zijn verbijsterd door het feit dat je met bepaalde mensen gewoon niet kunt praten. Ze denken dat als ze iemand anders niet kunnen overtuigen van iets waarvan zij weten dat het juist is, dit wel moet komen omdat ze niet goed genoeg een argument kunnen presenteren en daarom zelf moeten veranderen.

Deze reactie is heel begrijpelijk en komt veel voor. Degenen die zijn geascendeerd, hebben allemaal in veel levens geprobeerd andere mensen te veranderen, maar uiteindelijk zagen ze de nutteloosheid ervan in en gaven ze dat spook gewoon op.

Wat het erg moeilijk maakt voor spirituele mensen om dit te begrijpen, is dat je er niet voor hebt gekozen om de dualiteit in te gaan om enkele ervaringen te kunnen krijgen die je alleen kunt krijgen wanneer jij jezelf beschouwt als een gescheiden wezen. Je kijkt naar de mensen die vastzitten in de dualiteit en je ziet dat hun leven een strijd is.

Omdat je weet dat jij nooit in die strijd zou willen zijn, ga je ervan uit dat zij daar ook van bevrijd willen zijn. Je ziet dan dat hun leven een worsteling wordt, omdat ze in een bepaalde illusie geloven. Je denkt dat ze je exposé zouden verwelkomen, hun fout zouden toegeven en vrij zouden worden als je hun illusie zou kunnen ontkrachten.

Dit is een heel begrijpelijke redenering, maar komt helaas ook totaal niet overeen met wat er in de hoofden van deze mensen omgaat. Ze gingen in de dualiteit omdat ze een bepaald soort ervaringen wilden hebben en ze hebben nog niet genoeg van die ervaring.

Je denkt dat ze lijden, maar eigenlijk willen ze de strijd ervaren en hebben ze er nog niet genoeg van gekregen. Wanneer je de illusie probeert bloot te leggen die hun strijd rechtvaardigt, worden ze erg vijandig en kunnen ze je zelfs van allerlei dingen beschuldigen, waaronder dat je hun vrije wil schendt.

Als je opzettelijk probeert om hen van gedachten te laten veranderen – omdat je denkt dat ze de ervaring niet meer zouden moeten hebben die ze willen – schend je in zekere zin hun vrije wil. Als je gewoon laat zien dat het mogelijk is om zonder hun illusie te leven, schend je die niet omdat ze je kunnen negeren.

Als je hen opzettelijk probeert te veranderen, bemoei jij je in zekere zin met de ervaring die ze willen hebben en waar ze recht op hebben zolang ze dat willen. Daarom is het belangrijk om te beseffen dat je mensen wel tot voorbeeld kunt zijn, maar dat je niet mag proberen om dat te forceren. De leraar mag pas verschijnen wanneer de leerling eraan toe is. Je kunt iemand naar het water leiden, maar je kunt hem niet laten drinken.

Wat doen mensen precies om een argument af te wijzen? Jezus daagde bijvoorbeeld de Schriftgeleerden, farizeeërs, geldwisselaars en tempelpriesters uit; wat ging er in hun hoofd om waardoor ze hem afwezen? Wat was het mechanisme dat het mogelijk maakte dat ze de Levende Christus afwezen?

Er is een subtiel mechanisme. Er is een machtselite van mensen op aarde die al millennia lang probeert de bevolking tot slaaf te maken en gevangen te houden in illusies. Ze zullen er alles aan doen om te voorkomen dat de mensen een referentiekader hebben. Veel mensen zijn eigenlijk toe aan een spirituele leraar, maar de machtselite zal proberen te voorkomen dat de leraar in fysieke vorm verschijnt. Zodra je een bepaalde mate van Christusschap hebt bereikt, is het geoorloofd om de elite uit te dagen, omdat je het recht hebt om de mensen te helpen die er klaar voor zijn.

Hier is een broos evenwicht voor nodig, want je moet de elite kunnen uitdagen zonder met hen in een dualistische strijd verwikkeld te raken. Je mag er nooit aan gehecht raken dat je hen van gedachten wilt laten veranderen. Je moet je er in principe van bewust zijn dat je de elite niet uitdaagt om hen te kunnen veranderen, maar om de mensen te helpen die klaar zijn om de illusies te ontstijgen die door de elite worden gebruikt om hen tot slaaf te maken.

Helaas denken veel oprechte en goedbedoelende spirituele zoekers dat het hun taak is om de elite uit te dagen voordat ze voldoende Christusschap hebben bereikt. Het resultaat is dat ze óf psychologisch gekwetst raken óf verwikkeld raken in een dualistische strijd die het licht op deze planeet niet vergroot, maar alleen de dualistische illusie verstevigt.

Wat maakt het mensen in de dualiteit mogelijk om elk argument te verwerpen, zelfs één die van de Christusgeest komt? De waarheid is dat al het leven één is. wanneer je een zekere mate van Christusbewustzijn hebt, weet je dat je een verlengstuk bent van het hogere bewustzijn. Je weet dat alle andere mensen ook verlengstukken zijn van het hogere bewustzijn, wat betekent dat ze allemaal deel uitmaken van het Lichaam van God op aarde.

Je weet daardoor dat je een deel van het geheel doodt als je een ander mens doodt en dat betekent dat je een deel van jou doodt. Dit is de waarheid over mijn verklaring dat je ‘anderen goed moet behandelen’. De reden is dat jij jezelf ook aandoet wat je anderen aandoet als gevolg van die eenheid.

Zolang jij dit bewustzijn hebt, kun je bepaalde dingen gewoon niet doen en bepaalde ervaringen niet krijgen. Hoe kun je de ervaring krijgen dat je een piraat bent die zonder bezwaren vecht en anderen vermoordt om de buit te pakken te krijgen? Hoe kun je de ervaring hebben dat je beter bent dan anderen of macht over hen hebt zodat ze doen wat jij zegt in plaats van aanwijzingen te krijgen van hun hogere zelf?

Het is niet nodig om dergelijke ervaringen te hebben om je zelfgevoel uit te breiden, maar het is mogelijk om dergelijke ervaringen te hebben binnen de Wet van Vrije Wil. Er zijn veel planeten in het universum waarop het collectieve bewustzijn zodanig is verhoogd dat niemand gescheidenheid wenst te ervaren. Er zijn nog steeds levensstromen die niet genoeg van deze ervaring hebben en de aarde is een van de planeten waar dit nog is toegestaan. Natuurlijk wil de machtselite niet dat de mensen dit feit kennen. De aarde is één planeet waarop levensstromen de ervaring mogen hebben dat ze gescheiden wezens zijn.

De hoop is dat ze op den duur genoeg van die ervaring krijgen en iets meer willen en dat bij de meeste levensstromen wel gebeurt. Denk nu eens na over wat het mogelijk maakt om de ervaring te krijgen dat je een gescheiden wezen bent en dat je ‘anderen iets kunt aandoen’ zonder het jezelf aan te doen.

De realiteit is dat al het leven één is, je kunt dus nooit een gescheiden wezen zijn. Je kunt alleen de ervaring krijgen dat je een gescheiden wezen bent, maar die ervaring kan alleen in je eigen hoofd plaatsvinden. De vraag is wat deze illusie mogelijk en geloofwaardig maakt en het antwoord is het bewustzijn van gescheidenheid (het tegenovergestelde van eenheid). Het wordt ook wel het dualiteitsbewustzijn genoemd omdat je om uit de eenheid te stappen een deling in twee tegengestelde polariteiten moet maken.

De zelven laten het geloofwaardig lijken dat je een gescheiden wezen bent en dat niet alle mensen individualisaties van het hogere bewustzijn zijn. De realiteit is dat alle mensen één zijn en uit dezelfde bron komen. Als je het allesomvattende bewustzijn van de Christusgeest hebt, begrijp je dit.

Wat doet het bewustzijn van gescheidenheid? Dat verduistert de allesomvattende waarheid van de Christusgeest door bepaalde aspecten van die waarheid te blokkeren en te zeggen dat ze onecht zijn, niet bestaan of niet van belang zijn. De Christusgeest laat je alles zien, maar de zelven blokkeren veel dingen voor jou.

We kunnen zeggen dat de Christusgeest je alle driehonderdzestig graden van de cirkel van het leven laat zien, maar dat de zelven veel van die graden blokkeren, zodat je een kleiner perspectief hebt. Hoe minder graden je kunt zien, hoe meer je denkt dat je een gescheiden wezen bent en anderen dus pijn kunt doen zonder jezelf pijn te doen.

Stel je voor dat je een encyclopedie hebt die alle kennis bevat. De zelven blokkeren dan sommige delen van die encyclopedie in jouw bewustzijn, zodat je een beperkte kijk op de wereld hebt. Vervolgens proberen ze jou te laten geloven dat jouw mening de volledige mening of de enig juiste mening is en dat jij je dus volkomen gerechtigd mag voelen om op grond van deze mening te handelen, terwijl je alle tegenstrijdige bewijzen negeert.

Nogmaals, alle mensen zijn verlengstukken van het hogere bewustzijn en dus zijn ze allemaal evenveel waard in de Christusgeest. Geen van de kenmerken die je op aarde ziet (religie, sekse, nationaliteit, etniciteit, enzovoort) bestaat in de Christusgeest. De geest van gescheidenheid verdeelt de mensheid in afzonderlijke compartimenten die op een fundamentele manier verschillen.

De Joden geloofden (en sommigen geloven nog steeds) dat Joden anders werden geschapen dan andere mensen en dat God dit had gedaan. Ze werden door God gekozen om naar de hemel te gaan, terwijl alle anderen werden gekozen om naar de hel te gaan. Jezus probeerde tijdens zijn missie in het oude Israël deze visie te betwisten, maar die werd door veel mensen verworpen, vooral door de leiders die nog niet genoeg hadden van het gevoel van superioriteit dat dit hen gaf.

De zelven keuren het goed dat jij jezelf als een afzonderlijk wezen ziet en dat je het recht hebt om op zo’n manier te handelen dat het anderen benadeelt. Ze rechtvaardigen dit door bepaalde kennis, een bepaald gezichtspunt, te blokkeren, en dan lijkt jouw ervaring echt, zelfs gerechtvaardigd volgens Gods plan.

De zelven doen dit door de illusie te scheppen dat je selectieve blik niet beperkt is, maar de waarheid. Het is de mening van God of het zijn de natuurwetten. Welke redenering de zelven ook gebruiken, de bewering die gewoon een zeer beperkte illusie is, heeft een soort onbetwistbaar gezag.

Het in twijfel trekken van deze mening is gevaarlijk of waanzin en er staat een ultieme straf op. Het effect is dat het bewuste zodra hij in het waarnemingsfilter stapt van zo’n beperkte kijk, zo’n zelf, hij gewoon niet in staat zal zijn om de waarde van de argumenten te betwijfelen waarvan hij denkt dat ze onomstotelijk zijn.

Wanneer de Levende Christus verschijnt en jouw selectieve mening uitdaagt, zijn de argumenten die worden gebruikt om jouw wereldbeeld onomstreden te laten lijken, ook de argumenten die mensen zullen gebruiken om de Levende Christus te verwerpen. Zodra de Christus deze wereld betreedt, kan hij of zij alleen nog maar in woorden spreken en de mensen die vastzitten in de dualiteit kunnen gemakkelijk elke uitspraak in woorden tegenspreken. Daarom kun je nooit een argument bedenken dat zulke mensen zal overtuigen. Ze hebben het al afgewezen voordat je ze hebt uitgesproken.

De enige mensen die jij kunt helpen, zijn de mensen die – omdat ze genoeg hebben van de ervaring en hun eigen redenering gebruiken om hem in twijfel te trekken – bewust beginnen te verlangen naar meer. Ze kunnen begrijpen dat de Levende Christus meer is dan de woorden die worden gezegd en dat ze ook een spiritueel licht dragen die de dualiteit ontstijgt. Door de innerlijke ervaring van het licht te bevestigen kunnen ze de leringen van de Levende Christus en hun redeneringsvermogen gebruiken om hun illusies te onderzoeken.

Wanneer jij je dit realiseert, kun je voorkomen dat je in de val stapt door betrokken te raken bij een dualistische strijd tegen andere mensen. Om dit echter helemaal te kunnen moet je iets begrijpen wat een harde waarheid kan zijn. Veel spirituele mensen willen geloven dat de mensen die openstaan voor een spirituele lering, een bepaald bewustzijnsniveau hebben bereikt en dat zij de dualistische strijd zijn ontstegen. Zodra je een leer in het fysieke rijk in boeken of op websites hebt geplaatst, kan iedereen ze vinden, ongeacht hun bewustzijnsniveau.

Het is heel goed mogelijk dat mensen een waardevolle spirituele leer vinden, maar dat hun zelf ervoor zorgt dat ze de lering gebruiken om het basale wereldbeeld van de zelven te verstevigen in plaats van dat beeld te ontstijgen. Daarom is het mogelijk om zelfs op een lering van een geascendeerde meester een betekenis te projecteren die alleen maar hun verlangen rechtvaardigt om door te gaan met strijden tegen andere mensen, waardoor ze zich superieur voelen als ze andere mensen naar beneden halen.

Zelven en de honderdvierenveertig bewustzijnsniveaus
Je kunt honderdvierenveertig verschillende bewustzijnsniveaus hebben zolang je bent geïncarneerd op aarde. Theoretisch is het spirituele pad een proces van stijgen van lagere naar hogere staten, totdat je het honderdvierenveertigste niveau bereikt waarna je kunt ascenderen.

Er zijn echter drie belangrijke verdelingen in de honderdvierenveertig niveaus. Een nieuwe levensstroom die voor het eerst naar de aarde afdaalt, zal niet op het laagste niveau afdalen, maar op het achtenveertigste niveau. Daar zal dan het pad naar het Christusschap aangeboden worden door een spirituele leraar, waardoor hij de initiaties kan doorlopen en naar het zesennegentigste niveau stijgen. Van daaruit kan hij op het pad komen om zijn Christusschap tot uitdrukking te brengen, iets wat hij grotendeels zelf moet doen ook al heeft hij nog steeds toegang tot een spirituele leraar.

Vandaag de dag zit de aarde natuurlijk beneden het ideale scenario. Het spirituele pad kun je beschouwen als een proces om de illusies van de dualiteit te ontstijgen die je vindt op alle honderdvierenveertig niveaus. Een nieuwe levensstroom daalt af met een beperkt zelfbewustzijn maar een duidelijke verbinding met iets hogers dan zichzelf. Als een levensstroom besluit naar zijn leraar te luisteren, stijgt hij naar het zesennegentigste niveau. Als hij besluit de leraar te verlaten, komt hij beneden het achtenveertigste niveau.

Daardoor kunnen we spreken over drie niveaus van zelven. Tussen niveau één en achtenveertig heb je zelven die veel mensen duidelijk als het ego beschouwen. Ze maken mensen egoïstisch, ze laten ze geloven dat ze het recht hebben om anderen tot iets te dwingen, zelfs dat dit geoorloofd is vanwege een goede zaak.

Hoe lager je komt, hoe egoïstischer mensen zijn, maar vaak weten ze dit te camoufleren door te doen alsof ze voor een heel goede zaak werken. Dat is de reden dat bepaalde wereldleiders het vermogen hadden om mensen te hypnotiseren en hen ertoe te brengen om hen blindelings te volgen terwijl ze denken dat ze voor Gods zaak werken. Natuurlijk laten de mensen die blindelings een leider volgen, zien dat ze geen verantwoordelijkheid voor zichzelf hebben genomen.

Dit laagste niveau van de zelven is iets wat je duidelijk beperkt en je in een voortdurende strijd tegen anderen houdt. Zelfs als je beweert dat je voor een goede zaak werkt, worstel je nog steeds om anderen ertoe te brengen jouw doel te accepteren.

Nu komt er nog een subtiel onderscheid. Wanneer je naar het achtenveertigste niveau stijgt, sta je open voor instructies van de geascendeerde meesters. Op dit niveau heb je nog steeds zelven, maar dit zijn niet de openlijk egoïstische zelven van het lagere niveau. Gezien de huidige omstandigheden op aarde zijn de zelven die je hebt tussen het achtenveertigste en het zesennegentigste niveau wel enigszins gunstig voor je groei.

Tegenwoordig wordt het collectieve bewustzijn op deze planeet sterk gedomineerd door het laagste niveau van de zelven. Om het pad te kunnen volgen moet jij je bevrijden van de neerwaartse zwaartekracht van het massabewustzijn. Anders zou jij je hele leven op dezelfde manier leiden als de meerderheid van de mensen en het spirituele pad negeren.

In dit stadium van het pad ben je de neiging ontstegen om openlijk kracht te gebruiken om andere mensen te laten gehoorzamen aan jouw visie, maar je bent nog niet de neiging ontstegen om psychische kracht te gebruiken. Die is veel subtieler en veel spirituele zoekers die het goed bedoelen, oefenen die kracht uit zonder te zien dat het van de zelven komt. Naarmate je dichter bij het zesennegentigste niveau komt, begin je dit te overwinnen en paradoxaal genoeg doe je dit eigenlijk door je zelven spiritueler te maken.

Let erop dat dit heel subtiel is. Je ontstijgt de lagere aspecten van de zelven daadwerkelijk. Om bijvoorbeeld van het vierenzeventigste niveau naar het vijfenzeventigste niveau te kunnen stijgen zullen de zelven op het vierenzeventigste niveau sterven. Omdat je ernaar streeft om het massabewustzijn te ontstijgen, bouw je ook het gevoel op dat het belangrijk is dat jij anders bent dan andere mensen. Dit zal er bijna onvermijdelijk toe leiden dat je zelven opbouwt die berusten op het gevoel dat jij, omdat je zo ijverig deze geavanceerde leer volgt en de initiaties ondergaat, het massabewustzijn ontstijgt en dit ervoor zorgt dat jij op een of andere manier verder bent dan de meeste mensen.

We kunnen zeggen dat je in het proces van het overwinnen van het laagste niveau van de zelven in feite meer verfijnde en subtiele zelven opbouwt. Je wordt inderdaad geavanceerder dan de meeste mensen omdat je naar een hoger bewustzijnsniveau bent gestegen. De zelven zullen hier een waardeoordeel over geven en de meeste mensen laten geloven dat ze superieur zijn aan andere mensen, en dat betekent dat die andere mensen hen zouden moeten volgen als spirituele leider.

Het zou inderdaad voor de meeste mensen goed zijn om een spirituele leraar te volgen die naar het zesennegentigste niveau is gestegen, want dat is ver boven het achtenveertigste niveau en lager. Als je naar het zesennegentigste niveau bent gestegen, ben je nog niet vrij van zelven en als je begint te denken dat je vrij bent van alle zelven – omdat je vrij bent van de lagere aspecten – dan kun je verstrikt raken in een andere vorm van zelven en zelfs benden het achtenveertigste niveau terechtkomen.

De uitdaging boven het zesennegentigste niveau is het oplossen van het raadsel dat jij, hoewel je boven het bewustzijn van de meeste mensen bent uitgestegen, niet beter bent dan zij en dat ze niet verplicht zijn jou te volgen en je hebt ook niet het recht om dit te eisen. Dit wordt belichaamd in de uitspraak van Jezus: “Hij die de grootste onder u wil zijn, laat hem de dienaar van allen zijn.”

We zouden kunnen zeggen dat je om van onder het achtenveertigste naar het zesennegentigste niveau te kunnen stijgen, een nieuw zelfgevoel als spiritueel wezen moet opbouwen. Om van het zesennegentigste op het honderdvierenveertigste niveau te komen, moet je dit zelfgevoel nu geleidelijk opgeven en laten sterven. Daarom zei Jezus dat de mensen die hun leven proberen te redden dat berust op zelven, het zullen verliezen, terwijl degenen die bereid zijn hun leven te verliezen ter wille van Christus, het eeuwige leven zullen vinden.

Wanneer je het honderdvierenveertigste niveau nadert, ga je in zekere zin meer verschillen van de meeste mensen, maar toch ga je zien dat al het leven één is en daardoor zonder jij je niet van hen af. In plaats daarvan probeer je hen te dienen op basis van de overwegingen over vrije wil en mensen helpen bij hun groei zonder hen op enigerlei wijze daartoe te dwingen.

Door terug te grijpen naar het concept van de Alpha en Omega, het wat en hoe van je missie, kunnen we zeggen dat je niet meer gehecht blijft aan specifieke wereldlijke resultaten en daardoor de behoefte loslaat om andere mensen tot iets te dwingen of te veranderen. Je concentreert je op zijn wie jij bent en jouw licht laten schijnen.

Je geeft alleen les aan de mensen die laten zien dat ze klaar zijn voor jouw niveau van lesgeven en die om les hebben gevraagd. Jij bent het licht van de wereld en jij verbergt het niet. Maar je probeert ook niemand te dwingen om ernaar te kijken. Je deelt het vrij met iedereen die openstaat om het te ontvangen en je bent niet gehecht aan de mensen die er niet voor openstaan. Vrije wil is de allerhoogste wet in dit universum en als een bewuster wezen zie je en accepteer je zowel dat alleen de zelven en de verkeerde leraren je tot iets proberen te dwingen wat God je vrijelijk iets geeft.