ONDERWERPEN: Wanneer zal Christus op aarde regeren? – Wat is het Levende Woord? – De essentiële test voor het Vissentijdperk – De LOGOS begrijpen – Jouw eenzijn met de LOGOS accepteren – Christus staat boven tijd en ruimte – Heb je genoeg dualiteit gehad?
Geascendeerde Meester Jezus, 8 april 2007
En Christus zal waarachtig voor eeuwig en altijd regeren. En waarom zal Christus voor eeuwig en altijd regeren? Omdat Christus – het universele Christusbewustzijn, het Levende Woord, de LOGOS – boven tijd en ruimte staat. De machten van de antichrist hebben de tijd gekregen, maar niet eeuwig, want zij kunnen de tijd en ruimte die hen de ruimte geeft voor hun dualiteit, niet transcenderen. Als zij de dualiteit zouden transcenderen, dan zouden het geen machten van de antichrist meer zijn, maar zouden ze natuurlijk weer één zijn geworden met de waarheid van Christus. Dus kom ik jullie op deze Paasmorgen begroeten en zeg ik tot elk van jullie: “De Christus is in Jou opgestaan!”
Wanneer zal Christus op aarde regeren?
Er bestaat geen twijfel over dat Christus voor eeuwig en altijd over de wereld van vorm zal regeren. Maar de vraag is, wanneer Christus in staat zal zijn op aarde te regeren en die vraag kan niet door mij beantwoord worden – ook al ben ik geascendeerd naar mijn Vader en ook al heb ik alle macht in de hemel en op aarde (Matteüs 28:18). Want alle macht op aarde hebben betekent niet dat ik, Jezus, kan ingrijpen om de mensheid te verlossen en de wereld als een boekrol oprollen of zomaar ineens Gods koninkrijk manifesteren.
Ik ben weliswaar één met de universele Geest van Christus die één is met de Vader – en dus één met de wil van de Vader. En wat is de wil van de Vader voor de aarde? Dat is natuurlijk dat de vrije wil van individuele medescheppers wordt geopenbaard. Ook al heb ik alle macht in de hemel en op aarde, ik kan die macht op aarde pas gebruiken, wanneer iemand op aarde de open deur voor het Levende Woord wil worden en het pad van Christusschap wil bewandelen totdat hij het Levende Woord, het vleesgeworden Woord, wordt. Dan kan ik via hen door de sluier heenstappen en heb ik het gezag om op aarde te handelen door de mensen die één met de Geest van Christus zijn geworden.
Wat is het Levende Woord?
En wat is de Christusgeest? Dat is wat de Bijbel het Wóórd noemt, maar hij is meer dan het Wóórd. Laat ik jullie nu het begin van het Evangelie van Johannes voorlezen zoals het in de officiële Bijbel staat:
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Hetzelfde was in het begin bij God. Alles werd door hem gemaakt en zonder hem is niets gemaakt dat werd gemaakt. In het Woord was leven en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Dit was het ware licht dat ieder mens verlicht die naar de wereld komt. Het Woord was in de wereld, de wereld werd door hem gemaakt en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar degenen die van hem waren, hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij de macht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op een natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of de wil van een man, maar uit God. Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Het was natuurlijk de bedoeling dat deze officiële versie van de Bijbel in het Vissentijdperk aan de massa bekend zou worden gemaakt, maar als je zorgvuldig leest, zie je dat er enige ruimte voor interpretatie over is, een bepaalde dualiteit, een bepaalde onzekerheid. En dit is natuurlijk met opzet gedaan, want het was een bepaalde test voor de mensheid. En die test was de wezenlijke test van het Vissentijdperk. Ik zal zo terugkomen op wat die test is.
Ik wil jullie er nu echter over laten nadenken dat juist de formulering van het begin van het evangelie van Johannes de officiële christelijke kerken een reden heeft gegeven om mij op een voetstuk te plaatsen; de indruk te wekken dat de historische persoon op de wereld, Jezus, synoniem staat voor het Wóórd, synoniem staat voor God, synoniem staat voor het vleesgeworden Wóórd, het Wóórd dat vlees geworden is. Want het evangelie van Johannes spreekt daadwerkelijk over het Wóórd en spreekt over het Wóórd alsof het een persoon was, door het Wóórd ‘hij’ te gebruiken.
Dit heeft het de christelijke kerken mogelijk gemaakt om zich op de historische persoon op de wereld te richten in plaats van de diepere betekenis te begrijpen. Er zijn inderdaad andere uitspraken die ik weloverwogen heb gedaan om te testen of zij alleen naar de letterlijke, oppervlakkige interpretatie zouden kijken of dat zij verder zouden kijken en zouden beseffen wat de ware innerlijke boodschap was die ik kwam brengen.
Sommigen van jullie weten dat wat het Wóórd wordt genoemd in de Bijbel, een vertaling is van een Grieks woord dat correcter vertaald kan worden met ‘LOGOS‘. En wat is de LOGOS? Daar zijn verschillende interpretaties van, maar welke interpretatie je ook neemt, het is heel duidelijk dat de LOGOS veel meer is dan één enkele persoon. Je kunt de LOGOS niet tot één enkele persoon beperken, maar omdat het ‘Woord’ niet dezelfde interpretaties heeft, was het voor de kerken mogelijk om het Woord op zodanige wijze uit te leggen dat het leek alsof slechts één enkele persoon ooit het vleesgeworden Woord is geweest en dat vleesgeworden Woord ook zou kunnen zijn.
Dus laat ik nu opnieuw het evangelie van Johannes in een andere vertaling lezen:
In het begin was de LOGOS, de LOGOS was bij God en de LOGOS was God. De LOGOS was in het begin bij God. Alles werd door de LOGOS gemaakt en zonder de LOGOS werd niets gemaakt dat werd gemaakt. In de LOGOS was leven en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
De LOGOS was het ware licht dat ieder mens verlicht die naar de wereld komt. De LOGOS was in de wereld, de wereld werd gemaakt door de LOGOS en toch kende de wereld de LOGOS niet. De LOGOS kwam naar de zijnen, maar zij hebben de LOGOS niet ontvangen. Wie de LOGOS wel ontvingen, heeft hij de macht gegeven om de zonen van God te worden, zelfs hen die de LOGOS geloven.
Wanneer je deze specifieke vertaling ziet en wanneer je begrijpt dat de LOGOS veel meer dan één persoon is, dan kun je zien dat de betekenis van het Evangelie van Johannes eigenlijk is dat er iets meer dan deze wereld is, dat er iets meer bestaat dan de dualistische geest. En dat wordt er werkelijk bedoeld met het Wóórd, met de LOGOS.
Dit is iets wat onmogelijk tot één persoon beperkt kan worden, want wordt er niet duidelijk gezegd, dat zonder hem, of zonder de LOGOS, niets gemaakt werd dat gemaakt werd? Hoe kun je dat anders uitleggen dan door te zeggen dat de LOGOS in alles is. Want als er niets zonder de LOGOS is gemaakt, hoe kan er dan ook maar iets van de LOGOS gescheiden zijn?
De LOGOS is op de wereld en de ware betekenis is dat de wereld de LOGOS niet begrijpt omdat de wereld niet ziet dat zij van de LOGOS wordt gemaakt en dat de LOGOS in ieder mens aanwezig is en daadwerkelijk in alles wat werd gemaakt. De ware betekenis is dus dat ik niet naar de aarde ben gekomen om boven alle mensen verheven en verheerlijkt te worden. Ik kwam om als voorbeeld te dienen dat je één bent met jouw eigen bron, met de LOGOS in jouw innerlijk en daardoor alle mensen te helpen de LOGOS in zichzelf te ontdekken.
De essentiële test voor het Vissentijdperk
De wezenlijke test voor het Vissentijdperk, de wezenlijke beproeving was deze: zouden de mensen Christus buiten zichzelf herkennen, of zouden ze Christus in zichzelf herkennen? Dit is de essentiële test, niet alleen in het Vissentijdperk, maar dit is de test waar ik de afgelopen dagen over heb gesproken, toen ik zei dat er een filter voor de deur is die naar het koninkrijk der hemelen leidt. En jouw eenzijn met het Wóórd bepaalt of jij door dat filter heen komt of wordt tegengehouden door het gevoel van dualiteit, het gevoel van gescheidenheid.
Om het koninkrijk her hemelen in te gaan, moet je ontdekken dat Christus – het Wóórd, de LOGOS – binnenin jou is en in al het andere op deze wereld, waaronder alle andere mensen. En alleen wanneer je dat beseft – en verder gaat dan alleen dat besef van waar eenzijn met de LOGOS – nu, alleen dan kun jij door de hemelpoort.
De LOGOS begrijpen
Wat is de LOGOS echt? Die is wat wij al op verschillende manieren hebben uitgelegd: de universele Christusgeest, de enig geboren zoon van de Vader. Die is het wezenlijke verenigende principe dat God de Schepper heeft bedacht om zich ervan te verzekeren dat er, omdat de medescheppers vrije wil hadden gekregen, een verborgen element was dat altijd het één zijn van Gods schepping in stand kon houden. Hoever een medeschepper ook in het bewustzijn van gescheidenheid afdaalde, de mogelijkheid zou altijd aanwezig blijven om weer naar dat één zijn terug te gaan – zodat niets verloren zou kunnen gaan, behalve dan als iemand zijn ware identiteit totaal verloochent.
De LOGOS is in alles, omdat alles uit de LOGOS werd geschapen, maar ik wil jullie hier meer inzicht in geven, want je zou de indruk kunnen krijgen dat de LOGOS iets onpersoonlijks is, iets wat buiten jouw bereik is. De LOGOS is veel meer. Zoals Maitreya in zijn boek uitlegt, schiep de Schepper eerst één sfeer die van de leegte werd afgezonderd, daarna schiep hij zelfbewuste verlengstukken van zichzelf en zond ze naar die sfeer toe met de opdracht om zich te vermenigvuldigen en er heerschappij over te hebben. Toen deze eerste medescheppers hun zelfgevoel hadden vergroot – toen ze op het punt waren gekomen dat zij weer één met hun bron werden, toen zij het Christusbewustzijn van één zijn met hun bron hadden bereikt – werden zij een onderdeel van de LOGOS.
En dit proces heeft zich in de daaropvolgende sferen voortgezet. Alle wezens die de dualiteit en gescheidenheid hadden overwonnen, alle wezens die één waren geworden, vormen daadwerkelijk een onderdeel van de LOGOS. Dus alle geascendeerde wezens, alle leden van de geascendeerde meesters, vormen een onderdeel van de LOGOS. Maar nog meer dan dat, wij zíjn zelfs de LOGOS, want de LOGOS is ons en wij zijn hem.
Wanneer je de dualiteit en gescheidenheid overwint, bestaat er geen gescheidenheid meer, hoewel er nog wel individualiteit is. We zijn allemaal individualisaties van de Schepper, maar wij beschouwen ons individuele wezen niet als iets aparts, als iets wat ervan losstaat zoals jullie op aarde doen. We beschouwen ons als één, want wij weten dat wij onderdeel zijn van iets groters dan wij. Wij zijn echter een onderdeel van dat grotere en wij zíjn dat. De Bewuste Jij heeft immers het vermogen om zich met alles te vereenzelvigen, zijn bron inbegrepen, en het Al van wat uit die bron is gekomen.
Accepteren dat jij één bent met de LOGOS
Het verschil tussen jou en mij is dus dat ik volledig heb aanvaard dat ik één ben met mijn bron, terwijl jullie die acceptatie nog niet bereikt hebben. En waarom hebben jullie dat nog niet geaccepteerd? Gisteren heb ik jullie het beeld gegeven dat de wereld een toneel is en dat je bepaalde vooraf vastgestelde rollen op deze wereld kunt spelen – en je kunt zelfs je eigen unieke rol bedenken waar niemand anders ooit over nagedacht heeft. Alle rollen op de wereld hebben echter één ding gemeen – ze maken deel uit van het rijk van de dualiteit.
En wat is het rijk van de dualiteit? Dit is een rijk waar altijd twee tegengestelden zijn. En wat betekent dit eigenlijk? Dat er altijd een tegenstelling is in de dualiteit: goed en kwaad, vreugde en verdriet, geluk en wanhoop, boosheid en vrede. Wanneer je hier diep en logisch over nadenkt, dan besef je dat je niet in het koninkrijk der hemelen kunt komen zolang jij die dualistische tegenstellingen nog in jouw wezen hebt. Dat betekent dat je die dualistische uitersten niet in de hemel vindt.
Je kunt dit ongetwijfeld begrijpen, want jij kunt je toch niet voorstellen dat Moeder Maria en ik ooit een verhitte discussie zouden krijgen en kwaad op elkaar zouden worden. Of misschien kun jij je dit wel voorstellen, want met het dualistisch filter is alles mogelijk. Maar als Moeder Maria en ik een meningsverschil zouden krijgen, dan zou er een moment komen waarop wij plotseling stil zouden vallen, in elkaars ogen zouden kijken en beseffen: “Wie heeft er nu ruzie met wie?” Omdat we één zijn, maak ik ruzie met mijzelf in haar. En wat voor zin heeft dat? Je begrijpt dus wel dat de ruzies die jullie op aarde hebben, bij ons gewoon niet mogelijk zijn omdat we wel beter weten. Wanneer je weet wat één zijn is, kun jij je nooit volledig met die dualistische rollen identificeren.
Betekent dit dan dat wij geen vreugde in de hemel kennen, dat wij geen geluk in de hemel kennen? Dat klopt – als je met vreugde en geluk de menselijke definitie van vreugde en geluk bedoelt, de definitie die op dualiteit is gebaseerd. In de hemel bestaat geen verdriet, kun jij je niet ongelukkig voelen. Het gevolg is dus dat we ook geen vorm van geluk kennen die het tegenovergestelde is van ongelukkig zijn.
In de hemel zijn wij veel meer in evenwicht, bij wijze van spreken. Dit is de reden dat ik altijd de nadruk op evenwicht leg voor diegenen die het pad naar Christusschap willen bewandelen. Dit betekent helemaal niet dat wij geen ware vreugde kennen, want wij hebben natuurlijk een gemoedstoestand die permanent is, die voortdurend hetzelfde is. Dit betekent niet dat die nooit verandert, want als wij ons bewustzijn verhogen, kunnen we natuurlijk meer van die gemoedstoestand ervaren maar deze gemoedstoestand kun je niet nauwkeurig in woorden beschrijven; geen enkele term op deze wereld kan dat.
Zoals Maitreya in zijn boek zegt, als we een woord zouden moeten gebruiken, dan komt het woord ‘gelukzaligheid’ er het dichtst bij. Maar nogmaals, je kunt gemakkelijk met een dualistische definitie van gelukzaligheid aankomen, wanneer je het ziet als het tegenovergestelde van niet-gelukzaligheid. Er is een aantal leraren dat de misvatting van het dualiteitsbewustzijn begint te begrijpen en er zijn zelfs mensen die dit al vele eeuwen zien. Enkelen van hen hebben gesteld dat de uitweg uit de dualiteit is dat je in de non-dualiteit gaat. Maar veel mensen hebben de non-dualiteit gebaseerd op de dualiteit – als het tegenovergestelde van dualiteit – en dan blijft het nog steeds dualiteit.
Je ziet dat er geen manier is om de gemoedstoestand die wij kennen nauwkeurig in woorden over te brengen. Maar je kunt die wel ervaren! Veel van jullie hebben daadwerkelijk korte glimpen opgevangen van een bewustzijnsstaat die de dualiteit, de dualistische uitersten, overstijgt. Hebben jullie soms geen stilte in je innerlijk, een innerlijke vrede, gevoeld, bijna alsof je in een andere dimensie was of alsof je de situatie van buitenaf ervoer?
Zelfs mensen die zich in een levensbedreigende, stressvolle situatie bevonden, beschrijven dat ze plotseling stil werden, bijna alsof ze zich niet in die situatie bevonden. Dit is een staat van non-dualiteit omdat er geen contrast is. De waarheid over het leven is dat God geen tegenpool heeft omdat God alles is. Alleen de wezens die gevangen zijn komen te zitten in een dualistische gemoedstoestand denken dat zij het tegenovergestelde zijn van God en Gods werk – en die gaan er in hun dwaasheid prat op dat zij de macht hebben om Gods werk te vernietigen of Gods plan in de war te sturen.
Christus staat boven tijd en ruimte
Maar zoals ik in het begin al zei, bestaat er geen twijfel over of Christus voor eeuwig en altijd zal regeren. Want Christus staat boven tijd en ruimte. Tijd en ruimte kunnen niet eeuwig bestaan, want het is niet mogelijk dat iets op deze wereld tot in het oneindige doorgaat omdat alles door grenzen, door contrasten, wordt bepaald. Alleen al het feit dat jullie aparte vormen hebben, betekent dat er een grens moet zijn. Dus alles moet een limiet hebben, zelfs tijd.
Laat mij, om jullie logische gedachten in verwarring te brengen, verwijzen naar iets waar bepaalde wiskundigen over hebben nagedacht. Sommigen van hen zijn gestopt met erover nadenken, terwijl anderen erover bleven nadenken totdat zij er geen kant meer mee op konden, want het is een van die dingen die de analytische geest niet kan oplossen. Jullie weten heel goed dat als je begint te tellen, één, twee, drie, vier, steeds door kunt blijven gaan. En misschien speelden sommigen van jullie als kind wel het spel dat je van één tot duizend telde, gewoon om te zien hoe dat zou zijn.
Wiskundigen stonden voor de vraag “Hoeveel getallen zijn er – hoever kun je tellen voor de getallen op zijn?” Als je hier logisch over nadenkt, dan zou je aan de ene kant kunnen zeggen dat je tot in het oneindige door kunt gaan. Je kunt tot in het oneindige doorgaan door er steeds weer één getal aan toe te voegen omdat je altijd in staat bent om één getal aan het laatste getal toe te voegen. Maar hoeveel tijd zou ervoor nodig zijn om een oneindig aantal getallen op te tellen? Zou er niet een oneindig veel tijd voor nodig zijn?
Wat is de oplossing van het raadsel? Zoals Einstein intuïtief aanvoelde maar niet wiskundig tot uitdrukking kon brengen, vormt het materiële universum een gesloten lus die weer bij zichzelf uitkomt. En als jij maar lang genoeg blijft tellen van één naar twee naar drie, er steeds één getal aan toevoegt, dan zou je weer bij jouw beginpunt uitkomen. Maar niet vanuit lineair opzicht, want ik besef heel goed dat je lineaire en analytische geest uit alle macht probeert om dit te begrijpen. Wat er zou gebeuren, was dat jij op een bepaald moment zover geteld hebt dat jij tegen jezelf zegt: “Dit is belachelijk. Er moet een betere manier zijn om je leven te besteden dan getallen te tellen.”
En dit is de sleutel, want de reden dat je nog steeds in tijd en ruimte bent, is dat je nog niet tot het besef bent gekomen dat je genoeg hebt van een wereld waarin goed en kwaad, vreugde en verdriet, met elkaar contrasteren. Sommigen van jullie gingen natuurlijk naar het dualiteitsbewustzijn uit nieuwsgierigheid: Hoe zou het buiten die gelukzaligheid zijn waarin geen contrasten bestaan? Hoe zou het zijn om in een wereld met contrasten te leven? Zou het niet een intensere ervaring zijn – dat je een levendigere ervaring van vreugde voelt, maar ook verdriet ervaart?
Heb je genoeg van de dualiteit?
Dit is niet fout. Jij hebt vrije wil. Zoals Maitreya uitlegt, is de wereld, de wereld van vorm, opgezet om meer waardering voor het feit te krijgen dat je één bent met God omdat je beseft en ervaart dat er iets buiten dat één zijn is. Je hebt het recht om naar de dualiteit af te dalen.
Het probleem ontstaat wanneer jij in die dualiteit komt vast te zitten omdat jij niet alleen in de rol van de theaterproductie genaamd aarde bent gestapt – de productie waarin jij jezelf ervaart als schurk, slachtoffer of held – maar je er ook mee hebt vereenzelvigd en wel zo dat jij vergeten bent dat er ook nog iets anders is dan dat wereldtoneel. En dan zit je eraan vast en kun jij jezelf niet meer aan die rol onttrekken. Vanwege de begrenzingen in tijd en ruimte, kun jij die rol tot in het oneindige houden. Omdat tijd en ruimte echter niet oneindig zijn, moet er een tijd komen waarin jij geen kansen meer over hebt; iets wat wij de tweede dood hebben genoemd.
De waarheid over tijd en ruimte is dat degenen die in tijd en ruimte zijn verdwaald, daadwerkelijk op het punt kunnen komen dat hun kansen verkeken zijn en dan moet die dualistische identiteit worden gewist waar zij zich mee hebben vereenzelvigd. Dit is natuurlijk niet iets waar God op hoopt, want zoals Maitreya en Moeder Maria uitleggen, werden jullie in het begin allemaal met een beperkt gewaarzijn van jezelf geschapen, maar dat moest je zo ontwikkelen dat je totaal Godsbewustzijn kreeg, zodat je beseft dat je volledig jouw Schepper bent, hoewel je nog steeds een individueel wezen bent.
God heeft jou geschapen om meer te worden; niet om minder te worden. Dus je ziet dat er niets mis mee is dat je naar de dualistische wereld toegaat, waardoor jij de tegenstelling tussen licht en donker leert kennen, maar wanneer jij daarin vast komt te zitten, hebben we een probleem. Daarom wordt het Levende Woord gezonden in een poging om jou wakker te schudden, om je ervan bewust te maken dat er iets meer is dan de dualistische rol die jij op dit moment aan het spelen bent.
Maar om volledig aan die rol te kunnen ontsnappen, die rol achter je te laten, moet jij je realiseren dat jij de tegenstellingen tussen vreugde en verdriet, kwaad en goed, licht en donker niet meer wilt ervaren, want je wilt die ervaring niet meer maar de hogere ervaring krijgen van de gelukzaligheid, van het één zijn, de eeuwige vrede die in het spirituele rijk tot jouw beschikking staat. Of liever, zelfs in dit rijk tot jouw beschikking staat, wanneer jij het dualiteitsbewustzijn opgeeft en de Christusgeest aanneemt.
Denk eens na over het feit dat jij bent opgegroeid op een wereld met contrasten, maar dat er een alternatief is voor de wereld van contrasten, namelijk een bewustzijnsstaat waarin jij in de eeuwige gelukzaligheid verkeert die niet naar de dualistische uitersten meegesleept kan worden. Dan ervaar jij het verdriet en het lijden niet dat heel veel mensen op aarde meemaken. Je ervaart ook niet het soort geluk dat het tegengestelde is van verdriet.
Jullie moeten gewoon in je wezen erover nadenken of je er genoeg van hebt om contrasten ervaren, zodat je bereid bent die staat van leven los te laten, die sterfelijke, dualistische, contrasterende staat van leven, en dat leven laten sterven, dat leven verliezen om één met Christus te worden (Matteüs 16:25), zodat de Christus binnenin jou, je bij die vrede, die gelukzaligheid, kan brengen waar de wereld met haar contrasten niet aan kan komen.
Dit is een beslissing die alleen jij kunt nemen en ik zeg niet dat je die op een bepaalde tijd moet nemen. Ik zeg alleen maar dat er een alternatief is als jij, in jouw wezen, zou kunnen beseffen dat jij genoeg hebt van bepaalde dingen op aarde. En de enige manier om werkelijk het verdriet dat jij op aarde voelt, het lijden dat jij op aarde ervaart, te overwinnen, de enige manier om dat totaal te boven te komen, is dat je de dualiteit van zowel verdriet als vreugde achterlaat.
En wanneer jij er klaar voor bent, dan kun jij dat ook inderdaad doen. Je kunt ook nog een poosje in een soort van gemengde toestand blijven, waarin je wel een beetje verdriet en een beetje vreugde ervaart, maar je vereenzelvigt je er niet meer totaal mee. Wanneer je in een staat van verdriet bent, weet je dat er meer is en ben je er niet meer zo in gehuld dat die jou totaal overneemt. Dit is weer een andere ervaring. En zolang je die ervaring wilt, heb je vrije wil.
Maar nogmaals, wanneer je het gevoel hebt dat je er genoeg van hebt, laat je het gewoon los. Neem mijn hand en kijk naar de wereld en kijk naar de dingen die vroeger zo belangrijk voor jou waren dat jij dacht dat jij zou doodgaan als jij dit of dat niet zou krijgen of als jij je zin niet kreeg van andere mensen. Kijk er dan naar en zeg: “Wat kan mij dat schelen. Ik volg Christus naar de eeuwige vrede die boven deze dualistische strijd verheven is.” (Johannes 21:22).
Dit is het geschenk dat ik de mensheid tweeduizend jaar geleden kwam brengen, maar ik kwam alleen niet op een bepaalde tijd, want Christus kan natuurlijk niet na verloop van tijd komen, Christus kan niet tot tijd beperkt worden. Christus komt in het Eeuwige nú. Dat betekent dat het geschenk van Christusschap altijd voor de mensen beschikbaar is en altijd voor hen beschikbaar zal zijn. Maar zoals wij hebben gezegd, hoe meer geïncarneerde mensen het pad naar Christusschap kunnen demonstreren, hoe meer mensen wakker zullen worden en van hun voorbeeld zullen leren en hen naar die eeuwige rust volgen, die niet echt rust is maar in werkelijkheid de dynamische rust van de Rivier van Leven is.
Ik dank jullie voor jullie aandacht. Ik dank jullie voor jullie aanwezigheid op deze conferentie. En ik bedank jullie zeker omdat jullie de open deur voor het Levende Woord wilden zijn. Elk van jullie hier heeft natuurlijk het Levende Woord in zijn/haar wezen gevoeld, heeft gevoeld dat het iets in beweging heeft gebracht. Daar ben ik dus dankbaar voor en ik zal nog dankbaarder zijn als jullie vermenigvuldigen wat jullie ontvangen hebben en het aan anderen geven. Ik zal mij terugtrekken, jullie in mijn hart verzegelen, want Moeder Maria wil iets tegen jullie zeggen.