De wil van jouw IK BEN Aanwezigheid is jouw wil

 

IK BEN inderdaad de Boeddha Vajrasattva. Het gif waarvoor ik het tegengif lever, is niet-willen en niet-zijn. Wat is dat dan? We hebben jullie een aantal zeer diepgaande leringen gegeven over vrije wil. Eerlijk gezegd hebben we jullie leringen over vrije wil gegeven die verder gaan dan wat er ooit op deze planeet is uitgebracht. Dit wordt niet gezegd om de lering te prijzen, maar om je waardering te laten krijgen voor het feit dat je veel hebt om over na te denken omdat de enige manier om niet-willen en niet-zijn te overwinnen is dat je meer inzicht krijgt in vrije wil dan de meeste mensen op aarde.

Vrije wil is zowel beperkt als vrij
Ik wil je hier een bepaalde kijk op geven. We hebben gezegd dat de Schepper zelfbewuste verlengstukken van zichzelf als medeschepper heeft geschapen en dat hij hen een vríje wil gaf. Vrije wil. Nu denken de meeste mensen op aarde, wanneer ze het concept of de woorden ‘vrije wil’ horen, dat er altijd wel een paar beperkingen moeten zitten aan jouw wil, dat de opties die je hebt, beperkt zijn, de opties die je mogelijk zou kunnen kiezen. Zoals we eerder hebben gezegd, is dat correct wanneer jij als medeschepper in het begin met jouw huidige zelfgevoel iets op het Ma-terlicht projecteert en het Ma-terlicht dat uitbeeldt.
Jouw huidige zelfgevoel beperkt je vrije wil omdat je huidige zelfgevoel beperkt wat je kunt zien, wat jij je kunt voorstellen, wat jij je kunt verbeelden. De vrije wil kent beperkingen omdat de keuzes die jij kunt zien, worden beperkt door de visie, het perspectief, van jouw huidige zelfgevoel. Er zijn geen beperkingen want je bent vrij om te onderzoeken wat jij als medeschepper in een niet-geascendeerde sfeer kunt doen.
Dat betekent dat je vrij bent om je zelfgevoel te verhogen, om je zelfgevoel te verruimen, voor zover dat mogelijk is in een niet-geascendeerde sfeer om te kunnen ascenderen. Daarna kun je natuurlijk je wil in het geascendeerde rijk blijven uitoefenen. In feite word je wil vrijer, hoewel op een andere manier vrij dan jij je kunt voorstellen als je geïncarneerd bent.
Je hebt ook de mogelijkheid om, met je vrije wil, de andere kant op te gaan en je zelfgevoel in te perken, je kunt zelfs de dualiteit ingaan en een gescheiden zelf scheppen en dan het volledige scala verkennen van wat jij je kunt voorstellen en kunt doen met dat gescheiden zelf. Nu zijn er mensen die zullen zeggen: “Maar ik heb niet volledig de vrijheid om te doen wat ik wil doen met een gescheiden zelf vanwege karma of andere beperkingen, of andere mensen, of de manier waarop de Ma-ter licht werkt. Met andere woorden, mijn eerdere keuzes beperken mijn huidige keuzes en dat is niet echt vrije wil.”
Zoals we al eerder hebben gezegd, is de waarheid eenvoudig dat jij, als je een keuze maakt en die keuze geen gevolgen heeft, eigenlijk geen keuze maakt. Als je een keuze maakt om met je huidige zelfgevoel iets te projecteren en het Ma-terlicht daarna niets naar jou terug zou zenden, het Ma-terlicht niet zou uitbeelden wat je erop had geprojecteerd, dan zou je in feite geen keuze hebben gemaakt. We hebben ook gezegd dat wat je momenteel ervaart op de materiële wereld het resultaat is van wat jij hebt geprojecteerd met jouw huidige zelfgevoel.
Je hebt de mogelijkheid om dat zelfgevoel uit te breiden. Niet alleen wat je terugkrijgt als de fysieke omstandigheden zal, althans geleidelijk, veranderen, maar je erváring van die fysieke veranderingen zal onmiddellijk veranderen wanneer jij je zelfgevoel verandert. Ook al ervaar je consequenties van je keuzes, je hebt nog steeds de vrije wil om je zelfgevoel te transcenderen of je zelfgevoel in te perken, te tránscenderen of te déscenderen.

De definitie van niet-willen
Er is echter een speciaal geval dat ik graag wil uitleggen. Laat me om te beginnen de gevallen wezens als voorbeeld nemen. In de vierde sfeer zijn bepaalde gevallen wezens die hun medescheppende vermogens niet op een creatieve manier gebruiken, inclusief het licht dat ze ontvangen van hun IK BEN Aanwezigheid, maar die op een controlerende manier iets beginnen te scheppen. Ze slagen erin om bepaalde planeten voor zichzelf te creëren waarop ze geavanceerde beschavingen kunnen creëren in een zeer gecontroleerde omgeving en cultuur. Er heerst een zeer hiërarchische structuur waarin één, twee of misschien een paar gevallen wezens de absolute macht hebben over de potentieel miljarden mensen die op die planeet incarneren.
Deze wezens beginnen te denken dat ze alles kunnen doen wat ze willen en aan de gevolgen ontsnappen omdat de mensen hen, bij wijze van spreken, volgen en in veel gevallen de last van die gevolgen voor de leiders dragen. De leiders kunnen in een ivoren toren zitten, zoals je de koningen en keizers van weleer zag doen en die de mensen al het werk lieten doen waardoor zij alle problemen voor hun kiezen kregen. Die leiders kunnen zo de illusie wekken dat vrije wil betekent dat je alles kunt doen wat je wilt en aan de gevolgen ontsnappen.
Dit kan leiden tot een speciale gemoedstoestand waardoor deze wezens zichzelf in het middelpunt plaatsen. Ook al zijn ze nog niet gevallen, toch raken ze zo op zichzelf gericht dat ze nu een houding, de overtuiging, krijgen van: “Als ik echt een vrije wil had, als ik – en alleen ik, als gescheiden wezen – echt vrije wil had, dan zou het hele universum zich voor mijn wil moeten buigen. We zouden kunnen zeggen dat dit de ultieme manier is om vrije wil uit te beelden. Het is ook de ultieme illusie van vrije wil en in feite een ontkenning van de vrijheid die je wil heeft, en daarom is het de definitie van niet-willen.
De wezens in de vierde sfeer hadden een illusie die berustte op hun ervaring op hun eigen planeet omdat die planeet voor een groot deel deed wat zij wilden, namelijk dat het hele universum hetzelfde zou moeten doen. Ze realiseerden zich natuurlijk niet dat de rest van hun sfeer aan het stijgen was en op het punt van ascensie kwam. Ze realiseerden zich pas dat het een illusie was toen ze met die illusie werden geconfronteerd door de geascendeerde meesters. Ineens kregen ze een moment van helderheid en besloten ze dat ze niet echt vrije wil hadden als het hele universum niet reageerde op hun wil als individueel wezen. De Schepper had dus tegen hen gelogen, het was oplichterij, ze hadden niet echt vrije wil gekregen.

De illusie van niet-willen
Nu begrijp je natuurlijk wel dat deze illusie alleen gewekt kan worden bij wezens die volledig op zichzelf gericht zijn, die geen respect, geen verwantschap, geen gevoel van eenheid, geen mededogen met alle andere wezens hebben. Ze doen in wezen alsof er een planeet is met miljarden mensen en dat al die miljarden mensen zich zouden moeten onderwerpen aan de wil van één individu.
Afgezien daarvan zeggen ze ook dat alle miljarden andere planeten in hun sfeer, met ontelbare miljarden andere wezens, zich ook voor hun wil zouden moeten buigen. Maar bovendien moet het geascendeerde rijk dat is geascendeerd en permanent is geworden, zich buigen voor de wil van die ene persoon. De Schepper moet buigen voor de wil van die ene persoon. We zouden kunnen zeggen dat vrije wil dan natuurlijk op een extreme manier wordt uitgebeeld. Je kunt jezelf zo ver afscheiden, in zo’n toestand komen waarin jij helemaal focust op jezelf waardoor je gelooft dat het hele universum, het hele spirituele rijk en de Schepper, zich zouden moeten aanpassen aan jouw wil.
Dit betekent natuurlijk dat je in wezen gelooft dat alle andere wezens, inclusief de geascendeerde meesters en de Schepper, hun vrije wil moeten opschorten om jou de illusie te geven dat jouw wil volledig vrij is. Dit is natuurlijk een totale misvatting; iets wat alleen mogelijk is als je in een staat van gescheidenheid verkeert die berust op dualiteit.
Wanneer deze wezens worden geconfronteerd met de geascendeerde meesters, realiseren sommigen van hen zich dat dit eigenlijk een illusie is. Sommigen van hen gaan dit inzien en krijgen daarom hulp en kunnen met de rest van hun sfeer ascenderen. Degenen die de illusie niet willen begrijpen, maar de illusie ontkennen, vallen en bevinden zich daarna in een totaal andere situatie.
Vroeger ontvingen ze nog licht van hun IK BEN Aanwezigheid. Ze gaven dat licht de kwaliteit van de dualiteit en gebruikten het, niet alleen om het gevoel op te bouwen dat ze een apart individu zijn dat belangrijker is dan alle andere, maar ook om het vermogen dat ze hadden te vergroten om andere wezens te beheersen en zelfs de materie te beheersen. Ze incarneren daarna in de volgende sfeer die wordt geschapen. Die is compacter dan de vorige. Ineens zijn de vaardigheden die ze hadden om de materie te beheersen niet zo groot als daarvoor.
Tegelijkertijd krijgen ze geen licht van hun IK BEN Aanwezigheid en daardoor kunnen ze de dichtheid van materie niet tenietdoen zoals ze dat in hun eerste sfeer wel konden. Ze ervaren dan dat ze het gevoel niet kunnen vasthouden: “Ik de enige ben die ertoe doet en het universum moet zich aanpassen aan mijn keuzes.” De reden dat ze dit niet kunnen volhouden, is dat ze ervaren dat ze in de sfeer waarin ze vallen, niet evenveel macht kunnen krijgen als in hun eerste sfeer.

De rest van dit dictaat staat samen met een invocatie in het boek ‘Je Hoogste Spirituele Potentieel bereiken’.