Omgaan met mensen die altijd gelijk hebben

Vraag: Als je een relatie hebt met iemand die bepaald gedrag vertoont – bijvoorbeeld dat ze altijd gelijk hebben – houdt dat dan in dat jij dat gedrag ook hebt? Zit het dan verstopt of doe je dat dan op een andere manier, in een andere vorm, waardoor je het niet ziet? Of is het projectie? Kan het zo zijn dat jij dat aspect van dat gedrag niet hebt, maar hen een kans geeft? Als dat zo is, hoe weet je dat dan en hoe leren zij ervan?

Antwoord van Kim Michaels, 17 juli 2015 – Los Angeles:

Ik denk dat het allebei kan. Soms trekken wij mensen aan die een bepaalde neiging hebben die wij ook hebben, maar die dat in extremere mate hebben dan wij. Of misschien hebben wij het alleen maar genegeerd, of zien wij het niet bij onszelf en willen wij dat niet in onszelf zien. Dus ik denk dat dit het geval kan zijn.

Maar je weet dat er altijd twee geesten zijn die elkaars polariteit zijn. Dus soms zie je het polaire tegenovergestelde van dat patroon. Als iemand altijd gelijk heeft, kan het zijn dat wij eraan twijfelen of wij gelijk hebben, we twijfelen aan onszelf en daarom trekken wij zo iemand in ons leven aan.

Ik denk ook dat wij vaak mensen aantrekken die een bepaald gedrag hebben dat misbruik van ons maakt en dat komt niet omdat wij ook misbruik van iemand maken of het tegenovergestelde doen. Misschien hebben wij het polaire tegenovergestelde wel, maar wij laten ons onderdrukken. Dat wij dit soort mensen aantrekken, komt eigenlijk omdat wij iets in onze eigen psyche niet zien en dat oplossen, maar dat wij zover moeten komen dat wij zeggen: “Ik wil dit niet meer in mijn leven. Ik heb er genoeg van. Ik wil zo iemand niet in mijn leven.”

Als wij de tegenpool hebben, is het belangrijk – omdat wij ons onderwerpen of onszelf als slachtoffer beschouwen, of dat wij ons verplicht voelen om dat te ondergaan – dat wij dat oplossen. Maar er komt een moment dat je het eigenlijk wel psychologisch hebt opgelost, maar nog niet bewust de beslissing hebt genomen: “Zo is het genoeg.” Ik denk dat het heel belangrijk is om die beslissing te nemen, omdat wij ons er dan pas van bevrijden en omdat wij anders geneigd zijn iemand anders in ons leven aan te trekken, die nog extremer is. Tot wij uiteindelijk zeggen: “Ik heb er genoeg van.”

En dit bestaat uit fases, dus er is een fase waarin je naar jezelf moet kijken en je psychologische problemen moet oplossen. Maar wij kunnen ook gaan denken dat wij iedere keer dat wij ons in een moeilijke situatie bevinden, naar onszelf en onze psyche moeten kijken: “Omdat het wel iets in mij moet zijn.”

Als je een sterke reactie op bepaalde mensen hebt, is er iets wat jij moet oplossen. Maar ik wil graag dat jullie je ervan bewust worden dat je soms alleen maar de beslissing hoeft te nemen om te zeggen: “Dit is genoeg. Ik wil dit niet meer.” Het grappige is dat jij dan soms niet meer met die mensen wilt omgaan. Je gaat misschien wel om met mensen die andere dingen hebben, maar je kunt echt voelen dat je op een bepaald niveau bent gekomen.

Vraag: Hoe zit dat dan met projectie? Hoe ga je om met een bepaalde karaktertrek van iemand? Hoe weet je dan dat het niet een projectie is?

Kim: Maar als hun gedrag rechtstreeks misbruik van je maakt, als ze dingen zeggen (schelden) of doen die misbruik van jou maken, is dat geen projectie van jou.

Vraag: Het kan van alles zijn. Het zou kunnen zijn dat iemand gelijk wil hebben, of iets anders. Ik probeer er alleen achter te komen hoe ik te weten kan komen of ik niet projecteer.

Kim: Dat zei ik: Als iemand bepaalde dingen doet of bepaalde dingen tegen jou zegt, kiezen zij daarvoor. Dat is vanwege het patroon in hun psyche dat jij niet projecteert. Jij stelt je niet voor wat zij zeggen.

Maar ik begrijp wel wat je bedoelt. Het zijn subtielere dingen, omdat wij iets voelen, vooral van een partner, omdat wij proberen te raden wat zij voelen of nodig hebben zonder het aan hen te vragen en zonder dat we het eigenlijk weten. En ik denk dat wij dan soms iets projecteren. En we zouden natuurlijk ook naar hun gedrag kunnen kijken en dat op een bepaalde manier interpreteren. Wij zeggen bijvoorbeeld dat ze gek zijn, in plaats van hen te vragen: “Wat voel je? Wat zit je dwars? Wat is er aan de hand?”

Vraag: Dus als je er niet zeker van bent of je gelijk hebt, als jij je gewoon stilhoudt, hoe krijgt iemand dan de les zodat hij kan veranderen?

Kim: Wel, jij hoeft je geen zorgen te maken of anderen mensen hun lessen wel krijgen. Jij kunt het vanzelfsprekend zeggen en vertellen wat jij ziet, wat jij voelt, maar vooral iemand die altijd denkt dat hij gelijk heeft, zal je er gegarandeerd van beschuldigen dat jij ongelijk hebt als je tegen hen ingaat. Dat is slechts een patroon in hun ego. Ik zeg niet dat ik dat zelf ook niet heb ervaren. Hoe onzekerder je over iets bent, hoe meer je dat wilt afwijzen wanneer mensen tegen je zeggen dat jij moet veranderen.

Ik denk niet dat je er iets aan kunt doen als de mensen er niet aan toe zijn om dat te horen. Ik weet zelf dat mensen mij soms iets proberen te zeggen en dat ik er op dat moment niet aan toe ben. Dat betekent niet dat ik niet in staat of bereid ben om het op een gegeven ogenblik te horen, maar op dat moment kan ik er niet mee omgaan. Ik heb dat ook bij andere mensen gezien. Het lijkt alsof je er pas op een bepaald moment aan toe bent. Daar kun je niets aan doen. Je kunt alleen maar zeggen: “Welnu, wil ik die persoon nog steeds in mijn leven?”

Het is opnieuw allemaal een kwestie van evenwicht, denk ik, omdat er altijd de neiging op de wereld bestaat dat mensen niet naar zichzelf willen kijken. Daarna, wanneer je op het spirituele pad komt en begint te begrijpen waar het spirituele pad over gaat, word je pas bereid om naar jezelf te kijken. Maar je kunt dat ook uit evenwicht brengen door altijd naar een probleem op zoek te gaan. Soms hoef je alleen maar het besluit te nemen: “Ik wil niet meer met dit bewustzijnsniveau te maken hebben en ik wil niet omgaan met mensen die dat op mij projecteren.”