Waarom mensen zich vastklampen aan hun drama’s

 

Een van de meest subtiele en moeilijk te herkennen effecten van een drama is dat er een mentaal kader wordt gevormd. Het resultaat is dat mensen in dat kader voortdurend mentale beelden projecteren op alles wat hen overkomt.

Zelfs een lering die over drama’s spreekt, zullen de mensen door hun persoonlijke filters lezen en dat betekent dat ze hun mentale beelden op de lering zullen leggen en – afhankelijk van hun specifieke drama – een reden zullen vinden om de lering ronduit te verwerpen of (de meest voorkomende reactie) zien dat die op andere mensen van toepassing is, maar niet zien dat die op henzelf van toepassing is.

Het enige fundamentele besef dat de basis vormt voor alle spirituele vooruitgang is: “Er is iets wat ik niet weet.” Er is iets wat je niet ziet, er is een sluier die verhindert dat jij een waarheid ziet die buiten jouw eigen mentale kader en het collectieve mentale kader van de mensheid valt. De Boeddha noemde dit de ‘sluier van Maya’ en Jezus sprak er op diverse manieren over, waaronder de balk in je eigen oog en de oproep aan degenen die ogen hebben om te zien en oren om te horen. In deze tijd kunnen we veel specifieker zijn.

Kwantumfysica en mentale kaders
De bevindingen van de kwantumfysica zijn in veel opzichten revolutionair. Laten we in dit verband beginnen met het feit dat de kwantumfysica heeft bewezen dat een mens onmogelijk een echt objectieve waarneming te doen, dat wil zeggen een waarneming die niet door je gedachten wordt beïnvloed.

In de klassieke natuurkunde was het universum verdeeld in twee rijken, een rijk dat bestond uit materie dat onafhankelijk bestond van welke gedachte ook (en objectief was) en het rijk van de geest dat volledig subjectief was. Door de juiste instrumenten en procedures te gebruiken konden wetenschappers – zo werd beweerd – een waarneming doen die niet door hun gedachten werd beïnvloed.

De kwantumfysica heeft aangetoond dat het rijk van de materie een illusie is die gewekt is door de fysieke zintuigen en een bepaalde manier van denken, een bepaald mentaal kader. De waarheid is eigenlijk dat bewustzijn de fundamentele werkelijkheid is en dat materie een schepping is van het bewustzijn. De kwantumfysica spreekt hierover door te zeggen dat alles wat bestaat, wordt gemaakt van kwantumgolfvormen die in werkelijkheid mentale beelden zijn die door wezens die zich van zichzelf bewust zijn, op de basisenergie zijn geplaatst.

De kwantumfysici blijven momenteel in een impasse omdat ze niet willen toegeven dat er zelfbewuste wezens zijn die geen menselijke wezens zijn en dat die wezens ook mentale beelden op de basisenergie hebben gelegd. Wetenschappers moeten nadenken over vragen als: “Is de maan er ook echt als niemand kijkt?” De waarheid is dat de maan er ook is als er zelfs geen mens kijkt, omdat de maan is gemaakt door spirituele wezens die altijd kijken.

Er is iets wat we een objectieve realiteit zouden kunnen noemen, in die zin dat die niet door mensen is geschapen, dat wil zeggen wezens die gevangenzitten in het dualiteitsbewustzijn. De aarde in haar zuivere vorm werd geschapen door de Elohim en het spirituele rijk werd (en wordt) geschapen door hogere wezens. Er is inderdaad een realiteit die niet wordt beïnvloed door het dualiteitsbewustzijn en zijn illusies.

Je kunt deze realiteit niet volledig waarnemen zolang je door een mentaal kader naar het leven kijkt. De reden hiervoor is dat je, zolang je door een mentaal kader kijkt, onherroepelijk de mentale beelden uit het kader zult projecteren op alles wat je ziet. Zoals de kwantumfysica het uitlegt, wordt de waarneming beïnvloed door je bewustzijn. Je ziet het product van de interactie tussen de kwantumgolfvorm van jouw bewustzijn en de kwantumgolfvorm van alles wat je waarneemt.

De conclusie is dat jij, zolang je door een mentaal kader kijkt, de door spirituele wezens geschapen werkelijkheid niet kunt zien (tenminste niet volledig). In plaats daarvan zie je iets wat jij hebt gevormd door jouw eigen mentale beelden (of de collectieve beelden van jouw ‘groep’) over die objectieve werkelijkheid heen te leggen.

Neem bijvoorbeeld een fundamentalistische christen die deze website vindt. Hij of zij kijkt door een bepaald mentaal kader en is er erg aan gehecht dat zijn mentale kader wordt bevestigd. Zodra iemand iets vindt wat zijn mentale kader niet bevestigt, is de enige mogelijke reactie de hele site afwijzen. Heeft iemand daadwerkelijk gehoord wat er wordt gezegd, of heeft hij alleen een echo ‘gehoord’ die door zijn of haar bewustzijn werd geschapen en een vaststaand mentaal beeld over de woorden heen heeft gelegd?

Ga nu een stap verder en wees bereid om in de spiegel te kijken. Wie je ook bent, hoe lang je ook al op het spirituele pad bent, hoeveel leringen je ook hebt bestudeerd, of welke technieken je ook hebt beoefend, je kijkt ook naar deze woorden door jouw huidige mentale kader. De essentiële scheidslijn tussen mensen die naar een spirituele leraar kunnen luisteren en degenen die onbereikbaar zijn, is het volgende besef:

• Ik heb ook een mentaal kader.
• Het heeft onvermijdelijk invloed op de manier waarop ik naar alles kijk, inclusief de spirituele leraar/leer.
• Ik begrijp niet dat mijn mentale kader mijn visie op alles beïnvloedt en de conclusies die ik trek op grond van mijn observaties. Ik heb de neiging om te denken dat wat mijn mentale kader me laat zien, de realiteit is.
• Ik heb een spirituele leraar nodig, juist omdat ik in mijn eentje niet verder kan kijken dan mijn mentale kader.
• Mijn vermogen om vooruitgang te boeken hangt af van mijn bereidheid om de leraar mijn mentale kader te laten uitdagen en mij de inconsistenties en beperkingen ervan te laten zien.
• Ik boek alleen vooruitgang in de mate waarin ik de leraar toesta mij te laten zien wat ikzelf niet kan zien.
• Als ik probeer mijn mentale kader te beschermen en te verdedigen, sluit ik mijn gedachten af voor de hulp van de leraar en word ik onbereikbaar en kan hij me niets leren.
• Het is mijn verantwoordelijkheid om mijn gedachten en hart open te houden voor de leraar door bereid te zijn alles in twijfel te trekken. Het is mijn verantwoordelijkheid om mijn gedachten voortdurend te zuiveren van alle dualistische illusies, zelfs de meest subtiele die de absolute waarheid lijken. Iets wat ik niet in twijfel wil trekken, wordt mijn gevangenis.

Je zou kunnen zeggen dat de belangrijkste vraag is of jij je huidige mentale kader/drama wilt verdedigen door iets te projecteren en te verwerpen of dat je de leraar je geest laat openen voor een hogere visie op de werkelijkheid door die proberen te begrijpen en uit te breiden. De meeste mensen op aarde zijn zich totaal niet bewust van het feit dat wat ze zien niet de werkelijkheid is, maar een product van hun eigen mentale beelden, die niet alleen de werkelijkheid, maar de vervormde ‘realiteit’ is die de mensheid eeuwenlang heeft gemaakt.

Je zult een mentaal kader hebben zolang je geïncarneerd bent. Echter, als jij je geest zuivert, kan het bewuste zelf beginnen zich los te maken van je mentale kader. Omdat het bewuste zelf een verlengstuk is van het Wezen van de Schepper, kan hij uit elk mentaal kader stappen en een objectieve werkelijkheid ervaren.

Zo’n ervaring hebben is enorm waardevol. Zodra je echter terugkeert naar je normale bewustzijn, zul je die ervaring onvermijdelijk interpreteren met jouw mentale kader. We zien opnieuw dat het nodig is om je gedachten voortdurend te zuiveren van dualistische illusies, zodat je niet probeert een transcendente, oneindige ervaring te dwingen in een eindig mentaal kader te passen.

Groei is een product van je ervaring van het leven
Laten we nog eens kijken naar de klassieke natuurkunde en de bewering dat er een objectieve werkelijkheid is. In zekere zin is deze bewering niet onjuist, alleen onvolledig. Er is een werkelijkheid die niet werd geschapen door de gedachten van menselijke wezens in de dualiteit en je zou dit de objectieve werkelijkheid kunnen noemen. Het probleem met de klassieke natuurkunde was dat die deze werkelijkheid afschilderde als een mechanisch ‘apparaat’ dat volgens onveranderlijke en deterministische wetten functioneert, wat betekent dat het lot van het universum al vanaf het begin vaststond.

Mensen kunnen alleen observeren, maar kunnen het uurwerkuniversum niet beïnvloeden. De kwantumfysica heeft bewezen dat dit onjuist is omdat er een fundamentele onzekerheid in het universum bestaat. Gebeurtenissen worden niet vooraf bepaald, maar een bepaald resultaat wordt alleen geselecteerd als er een waarneming wordt gedaan – en het bewustzijn van de waarnemer schept het resultaat mede.

Laten we nu eens kijken naar de situatie van een nieuwe medeschepper die ontstaat. De medeschepper is zich ervan bewust dat hij bestaat in een omgeving die hij niet heeft geschapen (omgevingsbewustzijn) en hij is zich ervan bewust dat hij bestaat als een individueel wezen in die omgeving (zich gewaar is van zichzelf).

Vergelijk dit met een baby op aarde. De baby is zich bewust van zijn directe omgeving, zoals zijn kinderkamer, maar hij heeft geen besef van iets anders dan hij kan waarnemen. Sommige baby’s hebben zelfbewustzijn terwijl anderen slechts heel weinig hebben. Naarmate de baby groeit, neemt zijn omgevingsbewustzijn en zijn gewaarzijn van zichzelf toe.

De baby wordt zich er geleidelijk van bewust dat de kamer die hij kan zien, slechts één kamer is in een groter geheel, namelijk een huis. Hij wordt zich dan gewaar van zichzelf als een wezen in dat huis. Vervolgens wordt hij zich ervan bewust dat het huis zich in een grotere eenheid bevindt, genaamd een tuin. Hij wordt zich er dan van bewust dat er andere huizen in de buurt zijn.

Dan beseft hij dat er veel buurten in zijn stad zijn, dat er andere steden in zijn land zijn, andere landen op de wereld, enzovoort. Naarmate het kind volwassen wordt, kan hij de hele wereld over reizen en zowel zijn omgevingsbewustzijn als zijn zelfbewustzijn (als onderdeel van een groter geheel) uitbreiden tot ver buiten hoe dat als baby was.

Ook een nieuwe medeschepper begint met een zeer lokaal omgevingsbewustzijn en gewaarzijn van zichzelf en breidt beide geleidelijk uit. Bij de uitbreiding van het omgevingsbewustzijn, wordt de medeschepper zich ervan bewust dat er inderdaad een grotere werkelijkheid is waarmee hij een relatie kan aangaan.

Dit begint met het besef van zijn directe omgeving, maar breidt zich in het ideale geval uit totdat de medeschepper het materiële universum als een geheel ziet en ook de spirituele wereld daarachter ziet. Deze grotere werkelijkheid is niet door hem gemaakt, maar die reageert wel op de acties en keuzes van de medeschepper.

Als onderdeel van de uitbreiding van het gewaarzijn van zichzelf, zal de medeschepper zich er in het ideale geval van gewaarworden dat, hoewel er een externe realiteit is, de ervaring van de medeschepper van die realiteit, van het leven en van zichzelf, niet ‘daarbuiten’ plaatsvindt maar ‘hierbinnen.’ De normale groei in gewaarzijn van jezelf maakt een medeschepper ervan bewust dat zijn reden van bestaan groeien in gewaar zijn van zichzelf is en dat deze groei plaatsvindt door wat er in zijn eigen gedachten omgaat, namelijk zijn ervaring van het leven. We zouden kunnen zeggen dat het omgevingsbewustzijn je van buitenaf kan worden opgedrongen, terwijl groei in zelfbewustzijn alleen van binnenuit kan plaatsvinden, als resultaat van je ervaring van het leven.

Wanneer een medeschepper zich hiervan bewust wordt, realiseert hij zich dat zijn externe omgeving reageert op zijn interne omgeving. Zoals al vaak is gezegd, is het universum een spiegel. Wanneer je dit begint te begrijpen realiseer jij je dat je gemoedstoestand grote invloed heeft op zowel je externe omstandigheden als hoe jij op die omstandigheden reageert of deze ervaart – en op dat moment begin je bewust te groeien.

In de taal van de kwantumfysica, jij begint je te realiseren dat je omgeving een kwantumgolfvorm is en dat geldt ook voor jouw bewustzijn. Je ervaring van het leven is een product van de interactie tussen die twee golfvormen. In het begin zal het lijken alsof je geest niet bij machte is om je omgeving rechtstreeks te veranderen, maar naarmate een medeschepper groeit, begint hij te beseffen dat hij de macht heeft om de inhoud van zijn gedachten te veranderen en dit zal rechtstreeks impact hebben op zijn ervaring van het leven.

De leiding nemen over jouw ervaring van het leven
Simpel gezegd, als je een positieve levenshouding hebt, zal je ervaring van het leven verbeteren, terwijl een negatieve houding ervoor zal zorgen dat je ervaring van het leven verslechtert. Wat je omstandigheden ook zijn, er is altijd wel iets wat je kunt doen om je ervaring van het leven te verbeteren, namelijk de inhoud van je gedachten veranderen, het vat van het zelf. Naarmate je een positievere houding aanneemt, besef je steeds meer dat je nu positievere situaties aan het aantrekken bent (eigenlijk mede schept, hoewel dit besef meestal pas later komt).

Deze fase van bewuste groei brengt ons op het punt dat in de vorige verhandelingen is beschreven, waarop jouw leraar je zal confronteren met de noodzaak om spiritueel zelfvoorzienend te worden door de volledige verantwoordelijkheid te aanvaarden voor je vermogen om de leiding over jouw ervaring van het leven te nemen. In plaats van vooraf vastgestelde rollen te spelen, bepaal jij nu je eigen rol, bepaal je wat voor soort ervaring je in het materiële universum wilt hebben.

Het hele universum is ontworpen om je eigen groei in zelfbewustzijn te vergemakkelijken, wat betekent dat je zowel de capaciteiten als het recht hebt om je eigen ervaring van het leven te scheppen. De externe werkelijkheid die hogere wezens hebben geschapen, heeft maar één doel, namelijk jou in staat stellen elke gewenste ervaring te scheppen en de basisenergie zal letterlijk elk mentaal beeld aannemen dat erop wordt geprojecteerd.

Sommige medescheppers pakken deze initiatie met enthousiasme op en beginnen meteen te experimenteren terwijl anderen terughoudend zijn. Het lijkt op een schrijver die een blanco vel papier heeft waarop van alles kan worden geschreven. Ineens krijgt hij een writer’s block en kan hij helemaal niets meer schrijven. Hetzelfde kan een schilder overkomen die voor een leeg doek staat – hij of zij wordt overweldigd door de totale vrijheid om werkelijk alles te kunnen maken.

Waarom gebeurt dit? Tot nu toe heeft de medeschepper de externe werkelijkheid beschouwd als iets wat hij niet kon veranderen. Zijn ervaring van het leven was dat dit het product was van de omgang met en de aanpassing aan de externe werkelijkheid die door anderen was geschapen. Nu moet hij de – voor sommigen schokkende – waarheid beseffen dat hij de capaciteiten heeft om elke gewenste ervaring voor zichzelf te scheppen.

Hij kan opnieuw bepalen wat zijn externe omgeving wordt, maar hij kan ook elke bestaande omgeving gebruiken om te groeien door zijn innerlijke beleving van die omgeving te veranderen. Tot nu toe geloofde de medeschepper dat zijn ervaring van het leven in ieder geval gedeeltelijk werd vormgegeven door externe factoren. Hij moet nu de volledige verantwoordelijkheid nemen door te accepteren dat niets buiten hem zijn ervaring van het leven kan beïnvloeden.

Sommige medescheppers zijn zich veilig gaan voelen in een omgeving die door anderen wordt bepaald en hebben het gevoel dat ze deze veiligheid moeten opgeven om te bepalen welke ervaring zij in het leven willen. Sommigen willen blijven reageren op omstandigheden die door anderen in het leven zijn geroepen en ze willen liever niet toegeven dat zij hun eigen omstandigheden kunnen scheppen.

Sommigen zijn tevreden met de overtuiging dat hun ervaring van het leven afhankelijk is van omstandigheden op de wereld en geven liever niet toe dat ze die volledig zelf hebben geschapen. Dit is vergelijkbaar met universiteitsstudenten die liever op school blijven dan afstuderen en een baan zoeken.

De belangrijkste vraag is of de medeschepper de volledige verantwoordelijkheid voor zichzelf zal nemen en accepteren dat hij kan bepalen welke ervaring hij wenst en dat de externe omgeving geen beperking is. Als een medeschepper de volledige verantwoordelijkheid aanvaardt, zal hij een rol nemen die zowel zijn eigen groei, de groei van andere medescheppers, als de groei van het universum bevordert.

Als de medeschepper niet volledig de verantwoordelijkheid neemt, moet hij dit (in zijn eigen gedachten) rechtvaardigen door een drama te scheppen. De reden is dat je, wanneer je niet volledig de verantwoordelijkheid neemt, het fundamentele feit niet accepteert dat jij je eigen ervaring van het leven schept. Je moet een drama maken dat berust op de volgende illusies:

• Je leeft op een wereld waarop een externe werkelijkheid bestaat die jij niet hebt geschapen en die niet zal reageren op de capaciteiten van je gedachten. Je hebt slechts beperkte mogelijkheden om je omgeving te veranderen.
• Je innerlijke omgeving – je ervaring van het leven – wordt geheel of gedeeltelijk bepaald door je externe omgeving. Je hebt slechts beperkte opties om de leiding over je gedachten te nemen en je eigen ervaring van het leven te scheppen. Alleen als de omstandigheden in de buitenwereld veranderen, veranderen jouw interne omstandigheden ook.
• Je hebt niet de volledige vrijheid om elke gewenste ervaring te scheppen want je wordt gedwongen door iets buiten jou, of het nu God, de duivel, een spirituele leraar, andere mensen of de Grote Pompoenman is. Je moet weerstand bieden tegen die kracht om te krijgen wat je wilt.

In plaats van toe te geven dat je een verlengstuk bent van een hoger zelf en dat met het hogere bewustzijn alle dingen mogelijk zijn, ga je geloven dat jij de externe omgeving niet kunt veranderen. Je begint die te zien als iets wat je beperkingen oplegt.

Dit leidt tot een wereldbeeld dat vergelijkbaar is met dat van de klassieke natuurkunde en zelfs het hedendaagse materialisme, namelijk dat er een objectief universum is met natuurwetten waar je niets aan kunt doen. Het psychologische effect is dat je dan het perfecte excuus hebt om geen verantwoordelijkheid voor jezelf te nemen en niet je eigen ervaring van het leven te scheppen.

Je beschouwt jezelf niet meer als een medeschepper met onbeperkt potentieel, maar als een wezen dat door een externe God wordt gedwongen om te leven in en zich aan te passen aan een externe omgeving. Omdat je niet bij machte bent om je externe omgeving te veranderen ben je ook niet bij machte om te bepalen welke ervaring van het leven je wilt omdat deze onvermijdelijk zal worden bepaald door de omgeving, externe gebeurtenissen en andere mensen. In plaats van te accepteren dat je de totale vrijheid hebt om elke gewenste ervaring van het leven te scheppen, zie jij je ervaring van het leven als een product van factoren waarover je geen controle hebt.

Je potentieel ontkennen
De bedoeling van het universum is dat individuele levensstromen zich van zichzelf gewaarworden. Deze groei is een product van je ervaring van het leven. Volledig de verantwoordelijkheid nemen voor jezelf betekent accepteren dat je, ongeacht je omgeving en de acties van andere wezens, je eigen innerlijke ervaring maakt.

Als je verder wilt gaan dan je huidige of vroegere ervaringen, is er een plek in dit uitgestrekte universum waar je óf in een bestaande omgeving kunt passen óf je eigen omgeving kunt scheppen om die ervaring te krijgen. Hoe je externe omgeving er ook uitziet, je kunt nog steeds elke innerlijke ervaring krijgen die je maar wilt.

We zouden kunnen zeggen dat jij, wanneer je volledig de verantwoordelijkheid voor jezelf draagt, zelfbepalend wordt in die zin dat jij bepaalt welke ervaring van het leven je krijgt. Wanneer je die verantwoordelijkheid ontkent, bepalen anderen wat jij doet, doordat je een drama maakt of een drama gelooft dat zegt dat jouw ervaring van het leven het product is van externe oorzaken. Zelfs dan is je ervaring van het leven nog steeds de sleutel tot jouw groei en ontsnapping aan het drama.

Wanneer je gevangenzit in een drama, denk je dat je ervaring van het leven (wat er binnenin jou gebeurt) geheel of gedeeltelijk afhangt van wat er buiten jou gebeurt, je externe omstandigheden. De enige manier om je ervaring van het leven te veranderen, is iets buiten jou veranderen.

Dit houdt je gevangen in een drama dat je belooft dat je gelukkig zult zijn, in vrede of wat het ook mag zijn, wanneer er aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Wanneer je het pad echt begrijpt, zie je dat het jouw verantwoordelijkheid is om de leiding te nemen over je ervaring van het leven en de ervaring van het leven te scheppen die jij wilt, onafhankelijk van externe omstandigheden.

Wanneer je de leiding neemt over je interne omstandigheden, realiseer jij je dat je externe omstandigheden de interne beginnen te weerspiegelen. De reden hiervoor is dat het universum een spiegel is die alleen kan reflecteren wat jij door middel van jouw gedachten projecteert.

Je ervaring van het leven bepaalt je externe omstandigheden, niet andersom. Pas als je het innerlijk verandert, begint het uiterlijk te veranderen. Daarom zal een drama je er tot in het oneindige van weerhouden dat jij je doelen bereikt, omdat dit je gevangenhoudt in de illusie dat je eerst het externe moet veranderen, dat je het paard achter de kar moet blijven spannen.

Wie ben jij?
Wat is een drama? Het is een illusie die bepaalt dat jij een wezen bent dat minder is dan jij werkelijk bent. Je bent een spiritueel wezen met het potentieel om de leiding te nemen over de materie. Het is niet om geest boven materie, maar Geest boven materie. Het drama laat je geloven dat je óf geen spiritueel wezen bent óf dat, hoewel jij een spiritueel wezen bent, de materie macht heeft over jou en dus kan bepalen wat jouw ervaring van het leven wordt.

Hoe ontsnap je aan een drama? Maar op één manier. Je moet de illusies gaan doorzien die door het drama worden gedefinieerd, zodat je niet langer accepteert dat de materiële wereld jouw Geest kan beperken. De geascendeerde meesters hebben dit bewezen en daarom zijn ze geascendeerd. De vraag is welke opties de geascendeerde meesters hebben om niet-geascendeerde wezens te helpen dit te bewijzen, zodat ze ook kunnen accepteren dat het de waarheid is. Hoe kunnen de meesters mensen helpen hun drama’s te transcenderen?

Om dit volledig te kunnen begrijpen, moeten we een heel subtiel effect van drama’s beter bekijken. Om dit effect te kunnen verklaren moeten we eerst eens beter kijken wie jij bent. Onthoud dat je bestaande wereldbeeld en begrip een mentaal kader zullen vormen dat van invloed zal zijn op je vermogen om de (ik geef het toe: beperkte) woorden echt te begrijpen.

We hebben gekeken naar de situatie van een nieuwe medeschepper, maar wat is een nieuwe medeschepper precies, hoe functioneert zo’n wezen, hoe kijkt hij naar zichzelf en de wereld, wat gaat er in zijn hoofd om? Een nieuwe medeschepper is een wezen dat zich van zichzelf bewust is, maar wat betekent dit precies? Een van de manieren – maar zeker niet de enige – om dit te beschrijven is zeggen dat er twee aspecten van zelfbewustzijn zijn, namelijk zuiver gewaarzijn en de inhoud van je bewustzijn, je van jezelf gewaar zijn. Er is ‘gewaar zijn’ en er is ‘jezelf’.

De meeste mensen zullen zich meteen afvragen wat zuiver gewaarzijn is en de reden is dat ze zich niet bewust herinneren dat ze dit hebben ervaren. De reden is dat ze zich zo volledig zijn gaan identificeren met hun huidige mentale kader dat ze hun gedachten niet tot rust kunnen brengen. Ze kunnen niet verder kijken dan zich bewust zijn van een object en zuiver gewaarzijn ervaren.

Een van de belangrijkste voordelen van meditatieoefeningen is dat je dit zuivere gewaarzijn ervaart. Het verandert onvermijdelijk je zelfbeeld omdat jij je realiseert dat je een zelf hebt dat meer is dan de inhoud van het vat van het zelf. Je bewustzijn is meer dan jouw huidige zelf.

Naar een nieuwe medeschepper kijken
Als je een nieuwe medeschepper in een omgeving zonder vormen en externe prikkels zou plaatsen, dan zou hij nog steeds zuiver gewaarzijn bezitten. Hij zou zich ervan bewust zijn dat hij bestaat en dat hij een verlengstuk is van iets buiten hem.

De medeschepper zou echter tot in het oneindige in dit bewustzijn blijven, wat inhoudt dat hij niet zou groeien omdat hij niets heeft waar hij mee om kan gaan, geen manier om zichzelf uit tot uitdrukking te brengen. Daarom wordt een nieuwe medeschepper in een omgeving geplaatst die vooraf is vastgesteld en krijgt hij een rol toebedeeld. Dit geeft de medeschepper iets om mee om te gaan en een manier om zichzelf tot uitdrukking te brengen. Naarmate hij zich aanpast aan de externe omgeving en zichzelf uit, gaat hij een gevoel van eigenwaarde ontwikkelen, een gevoel van wie hij is in relatie tot zijn omgeving.

Er zijn dan twee componenten van het zelf, namelijk het oorspronkelijke zuivere gewaarzijn en het zelfgevoel dat is ontwikkeld als reactie op een bepaalde omgeving. Het oorspronkelijke zuivere gewaarzijn hebben we het bewuste zelf genoemd, omdat dit gewaarzijn boven alles in de wereld van vorm staat.

Dit is je vermogen – het veiligheidsmechanisme – dat je in staat stelt om altijd te weten dat je meer bent dan welk zelf ook dat je hebt gedefinieerd in de wereld van vorm. Tenzij je een directe ervaring van dit zuivere gewaarzijn hebt gehad, zal het concept van het bewuste zelf vanzelfsprekend juist dat zijn: een concept waarop je de mentale beelden uit je huidige mentale kader projecteert.

De verklaring hiervoor is dat een nieuwe medeschepper gewoonlijk zo opgaat in het spelen van zijn vooraf vastgestelde rol dat hij zijn zuivere bewustzijn en het contact met zijn bron vergeet. Hij schept al snel een zelfgevoel in relatie tot zijn omgeving en vergeet gemakkelijk dat hij meer is dan dat zelfgevoel.

Dit is vergelijkbaar met een baby die zich vaak bewust is van vorige levens, maar dit vergeet als hij betrokken raakt bij zijn huidige leven. Hij is in werkelijkheid het bewuste zelf, maar in het hier en nu is het bewuste zelf – om praktische redenen – wie hij denkt te zijn, hoe hij zichzelf ziet.

Dit vergeten van je bron is geen zonde en geen val in de dualiteit. Het is gewoon een onvermijdelijk en natuurlijk onderdeel om als nieuwe medeschepper te beginnen. Er is nog nooit een nieuwe medeschepper geweest die niet door dit proces is heengegaan, wat soms het ‘eerste vergeten’ wordt genoemd.

Omdat een medeschepper veel vooraf vastgestelde rollen speelt en begeleid wordt door een spirituele leraar, zal hij in het ideale geval beginnen dit eerste vergeten te overwinnen. Hij zal zich beginnen te realiseren dat hij veel verschillende rollen kan spelen omdat zijn wezen een kern heeft die boven elke rol, elke vorm, staat. Het zal glimpen gaan opvangen van zijn zuivere gewaarzijn en zijn band met zijn bron.

Dit zal de basis leggen om de medeschepper het punt te laten bereiken waarop hij zijn eigen rol kan bepalen en volledig de verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn ervaring van het leven. Op dat moment komen sommige medescheppers in de problemen waardoor ze vatbaar worden voor drama’s.

Een medeschepper wordt niet geschapen om het zuivere bewustzijn te houden, hij wordt geschapen om mede te scheppen, waardoor hij zijn zelfgevoel vergroot totdat hij het niveau van de Schepper bereikt. Wanneer je een nieuwe medeschepper in een vooraf bepaalde omgeving plaatst, kan de medeschepper niet passief blijven. Hij moet reageren op zijn omgeving, maar om dat te kunnen doen en zich te uiten, moet hij een zelfgevoel scheppen als voertuig om met zijn omgeving om te gaan.

Het effect van evenwicht
In het begin zal dit een chaotisch, voor sommigen zelfs bedreigend, proces lijken. Naarmate een medeschepper meer zelfgevoel ontwikkelt, begint hij het gevoel te krijgen dat hij alles beter onder controle heeft. De medeschepper ontwikkelt een gevoel van evenwicht en zolang dit evenwicht niet wordt verstoord, voelt hij dat hij het leven in zijn omgeving gemakkelijk aankan.

Sommige medescheppers – en eerlijk gezegd overkomt dit vaak de enthousiastere en slimmere studenten – ontwikkelen op den duur zo’n vermogen om met hun omgeving om te gaan dat ze het gevoel hebben dat ze elk aspect ervan beheersen, wat betekent dat ze elke rol kunnen spelen die je in die omgeving kunt spelen. Dit meesterschap is echt en geeft aan dat de student klaar is om af te studeren en verder te gaan.

Wanneer de student bijna afstudeert, realiseert hij zich ineens dat verder gaan betekent dat hij niet langer reageert op een omgeving die vooraf is bepaald, maar dat hij nu zijn eigen omgeving, zijn eigen rol, zijn eigen ervaring van het leven moet scheppen. Let erop dat de student vóór dit besef het gevoel dat hij dit meester is, wat betekent dat hij een gevoel van evenwicht had, het gevoel had dat hij alles in zijn omgeving aankon.

Dan realiseert de student zich dat dit gevoel van evenwicht moet verdwijnen, dat zijn zelfgevoel in zijn bestaande omgeving moet sterven, zodat hij herboren kan worden met een nieuw zelfgevoel. Dit betekent dat jij je gevoel van evenwicht kwijtraakt!

Dit bedoelde Jezus toen hij zei dat degenen die hun leven proberen te redden, het zullen verliezen, terwijl alleen degenen die bereid zijn hun leven te verliezen om zijnentwil het eeuwige leven zullen krijgen. Als een medeschepper gehecht is geraakt aan zijn eigen zelfgevoel en het gevoel van evenwicht dat daaruit voortvloeit, zal hij niet bereid zijn deze bekende zekerheid op te geven om een nieuwe fase in te gaan zonder gevoel van evenwicht, zonder gevoel van veiligheid.

Dit valt natuurlijk binnen de Wet van Vrije Wil. De medeschepper kan nog een ronde spelen met vooraf vastgestelde rollen, maar zoals uitgelegd in eerdere verhandelingen, kan hij andere medescheppers er niet van tegenhouden om verder te gaan. Degenen die verder gaan, vormen een magnetische aantrekkingskracht en naarmate die sterker wordt, wordt het moeilijker voor de overgebleven medescheppers om die te negeren.

De opwaartse aantrekkingskracht zal het evenwicht van de studenten die weigeren af te studeren, beginnen te verstoren. Daarom moeten ze een drama scheppen waardoor het lijkt alsof ze niet hoeven af te studeren en dat het legitiem is om weerstand te bieden aan de opwaartse aantrekkingskracht van het hogere bewustzijn, de Rivier van Leven.

Dit betekent dat elk drama dat wordt gemaakt – of het nu persoonlijk of episch is – een reden is voor een nieuw gevoel van evenwicht. Het meest subtiele effect – en in zekere zin het fundamentele ‘voordeel’ – van een drama is dat het degenen die daarin optreden, een gevoel van evenwicht geeft.

Het gevolg is dat het gevoel van evenwicht berust op de illusies van het drama en dat betekent dat je verplicht bent om die illusies ten koste van alles te verdedigen. Omdat het materiële universum onherroepelijk alle illusies zal uitdagen, verandert jouw leven in een voortdurende strijd.

Je comfortabel gaan voelen bij de strijd
Ook deze strijd kan mensen een gevoel van evenwicht geven, zoals bijvoorbeeld de Joden en de Arabieren een zeker evenwicht hebben gevonden in hun eeuwenoude strijd. De enige vraag is hoe heftig die strijd moet worden voordat je bereid bent je gevoel van evenwicht op te geven om bevrijd te zijn van die strijd.

De vergelijking is eenvoudig. Je gehechtheid aan je huidige gevoel van evenwicht zal bepalen hoe hard je wilt strijden om het mentale kader te verdedigen waarop jouw evenwicht berust. Vanwege het opwaartse momentum dat anderen hebben opgebouwd en de tweede wet van de thermodynamica, zal de strijd onvermijdelijk heftiger worden. De enige vraag is hoe heftig die moet worden voordat je er genoeg van krijgt en je huidige gevoel van evenwicht op wilt geven en de ware vrede van de Christusgeest te zoeken.

De situatie waarmee de geascendeerde meesters worden geconfronteerd als ze mensen proberen te helpen aan hun drama’s te ontsnappen, is vrij eenvoudig. De enige manier waarop ze mensen daarbij kunnen helpen, is het mentale kader van het drama uit te dagen. Mensen zullen dit onherroepelijk ervaren als een bedreiging voor hun evenwichtsgevoel. Dit betekent dat degenen die het meest gehecht zijn aan dat gevoel van evenwicht, de meeste weerstand zullen bieden aan de inspanningen van de meesters. Degenen die het meest hulp nodig hebben, accepteren het minst snel hulp.

We hebben nu gezien waarom mensen vaak vasthouden aan hun drama’s alsof het een kwestie van leven of dood is. Ze doen dit omdat ze gehecht – verslaafd – zijn geraakt aan het gevoel van evenwicht en veiligheid dat hun drama biedt. Ze hebben het gevoel dat ze sterven als ze hun drama zouden opgeven – en het wereldbeeld waardoor ze denken dat ze het hele universum onder controle hebben in hun mentale kader. Natuurlijk zouden de zelven wel sterven als ze hun drama’s zouden opgeven.

De epische drama’s dragen eraan bij om mensen te laten geloven dat er iets ergs van epische proporties zou gebeuren als ze het wereldbeeld zouden opgeven dat hen het gevoel geeft dat ze het universum onder controle hebben. De aarde of het hele universum zou bijvoorbeeld worden vernietigd of overgenomen door de duivel. Of de duivel zou alle zielen naar de hel brengen en Gods plan voor het universum zou worden gesaboteerd.

Een persoonlijk drama koppelt je gevoel van evenwicht aan iets wat er in jouw persoonlijke leven gebeurt. Het effect van de epische drama’s is dat jij je evenwichtsgevoel koppelt aan wat er in het hele universum gebeurt. Hoewel je misschien succesvol je persoonlijke leven in de hand hebt, zul je nooit succesvol het hele universum beheersen (ook al denken sommige wezens dat ze dat wel kunnen). Je blijft je tot in het oneindige ontevreden voelen.

De ironie is dat je een drama kiest omdat je niet de volledige verantwoordelijkheid wilt nemen voor je innerlijke omstandigheden en niet de leiding wilt nemen over de manier waarop jij het leven ervaart, afgezien van de externe omstandigheden. Het effect van het drama is dat het je laat geloven dat je ervaring van het leven afhangt van externe omstandigheden. Dit betekent dat je gevoel van evenwicht afhankelijk zal zijn van externe omstandigheden zolang je gevangenzit in het drama en daarom moet je proberen controle te krijgen over je omgeving, inclusief andere mensen.

Als je volledig de verantwoordelijkheid voor je innerlijke situatie zou accepteren, dan zou je beseffen dat jij – vanbinnen – alles hebt wat je nodig hebt om een echt gevoel van evenwicht te creëren. Als je denkt dat je evenwichtsgevoel berust op externe omstandigheden, dan zal het een huis zijn dat op zand is gebouwd. Misschien voel jij je nog wel een tijdje tamelijk veilig, maar wanneer het gaat regenen, spoelt het je huis weg.

Als jij een gevoel van evenwicht opbouwt door de leiding te nemen over je innerlijke omstandigheden, zal het een huis zijn dat is gebouwd op rotsachtige grond, de rots van Christus. Geen externe omstandigheden kunnen dat huis wegspoelen. Hoe kan je zelfgevoel door iets op deze wereld worden bedreigd als je weet dat je meer bent dan wat ook op deze wereld?

Leven en dood begrijpen
We hebben het gehad over twee basiskrachten die in dit universum werken:

• De levenskracht, namelijk het hogere bewustzijn, de Heilige Geest of de Rivier van Leven. Deze kracht wordt gevormd door de medescheppers die bereid zijn geweest om de verantwoordelijkheid te nemen voor hun ervaring van het leven en zo het Christusbewustzijn te bereiken, wat inhoudt dat ze zichzelf voortdurend transcenderen en nooit proberen zich aan iets vast te klampen.
• De tweede wet van de thermodynamica, die alle georganiseerde structuren afbreekt en probeert de basisenergie terug te brengen in een staat waarin er geen mentale beelden overheen gelegd worden en geen vormen bestaan. Je zou dit de kracht van de dood kunnen noemen.

Ga nu een stap verder. We zouden kunnen zeggen dat in het materiële universum de fundamentele kracht, de tweede wet, de kracht van de dood, aan het werk is. Als zelfbewust wezen heb je dan in principe twee opties. De ene is toegeven aan de kracht van de dood en zien dat alles om je heen wordt afgebroken totdat er niet eens een zelfgevoel meer over is. De andere is om de Rivier van Leven in te gaan, waardoor jij jezelf zo snel transcendeert dat je de kracht van de dood voor blijft.

De kracht van de dood heeft een vertragingsfactor, een bepaalde snelheid waarmee dingen worden afgebroken. Als jij je oude zelfgevoel sneller transcendeert dan de snelheid van de achteruitgang, zul je nooit een gevoel van verlies, nooit de dood, ervaren.

De voorwaarde is dat je niet vasthoudt aan dat oude zelfgevoel, het oude mentale kader, het oude gevoel van evenwicht. Je moet het oude zelf willen laten sterven, maar wanneer je weet dat je onmiddellijk herboren zult worden met een groter zelf, zul je dit niet als de dood ervaren, maar als een nieuwe geboorte als iets wat meer is.

Je hebt natuurlijk ook nog een derde optie en dat is weerstand bieden aan de kracht van de dood. Zeer weinig medescheppers geven zich over aan deze kracht, de meerderheid probeert zich ertegen te verzetten. Hoe verzet jij je tegen de dood? Door een drama te scheppen dat je doet geloven dat je daadwerkelijk weerstand kunt bieden aan de fundamentele kracht van het universum. Juist die vertragingsfactor van de tweede wet maakt die drama’s mogelijk, omdat het mogelijk is om – een tijdje – te geloven dat je daadwerkelijk weerstand kunt bieden en dat je iets op deze wereld kunt behouden en bezitten.

Begrijp je het verschil tussen het transcenderen van de kracht van de dood en je tegen deze kracht verzetten? Als je dat doet, ben je begonnen jezelf van je drama los te maken.

Je kunt dan een nieuw perspectief op het concept dood krijgen. We zouden kunnen zeggen dat alles in het materiële universum ontworpen is om je groei in zelfbewustzijn te vergemakkelijken. Deze groei kan op twee manieren plaatsvinden. Een daarvan is dat je meegaat met de Rivier van Leven waardoor je nooit hoeft te worstelen, nooit ergens weerstand aan hoeft te bieden.

De andere is dat je het bewustzijn van een drama krijgt, wat Jezus ‘dood’ noemde, zoals toen hij de jongeman vertelde de doden hun doden te laten begraven. Dit kan ook het bewustzijn van zonde of de val in de dualiteit worden genoemd. Dit wordt soms het tweede vergeten genoemd.

Mensen die zich in een drama begeven, blijven buiten de stroom van de Rivier van Leven en worden automatisch en onvermijdelijk onderworpen aan de dood, aan de tweede wet. Ze zullen de kracht van de dood ervaren als een bedreiging die probeert hun gevoel van veiligheid en alles wat ze willen bezitten af te pakken.

Die twee krachten hebben eigenlijk precies hetzelfde doel, namelijk je groei in zelfbewustzijn vergemakkelijken. De Rivier van Leven schept een opwaartse aantrekkingskracht die het gevoel van evenwicht van de mensen in een drama verstoort en hen hogerop trekt. De kracht van de dood vormt een neerwaartse aantrekkingskracht die probeert de illusies, zelfs de structuren, die met het bewustzijn van het drama zijn gevormd, af te breken. De naakte waarheid is dat beide krachten zijn ontworpen om je te bevrijden van het dramabewustzijn.

Het enige echte verschil is hoe jij reageert op het leven:

• Als je voor een positieve benadering kiest, sluit jij je aan bij de Rivier van Leven en geef je vrijwillig het gevoel van evenwicht, jouw mentale kaders, op om de ware vrede van het Christusbewustzijn te bereiken.
• Als je voor een negatieve benadering kiest, word je onderworpen aan de kracht van de dood die uiteindelijk al jouw mentale kaders en je gevoel van evenwicht zal afbreken totdat je er eindelijk genoeg van hebt en de poging om vast te houden aan het op zand gebouwde evenwicht opgeeft.

Hoe dan ook, je zult eindigen zonder mentale kaders en beide manieren kunnen je bij het Christusbewustzijn brengen. De ene is oneindig veel moeilijker, want je vormt je eigen tegenstander door de beelden die je op de kosmische spiegel projecteert, de beelden die een product zijn van je drama.