De moderne democratieën moeten het potentieel van kinderen bespreken

 

Kun je over moederschap praten zonder over kinderen en de situatie van kinderen op een planeet als de aarde te praten? Vanzelfsprekend kun je op de wereld de omstandigheden zien waaraan kinderen in veel verschillende landen worden blootgesteld, en dan zie je heel duidelijk dat er misbruik van kinderen wordt gemaakt.

Op veel plaatsen worden kinderen op een bepaalde manier behandeld of ze groeien op in een omgeving die duidelijk niet in overeenstemming is met basale menselijkheid; kinderen in Afrika die gedwongen worden om kindsoldaat te worden, meisjes in India die worden opgevoed met de gedachte dat ze hebben niets waard zijn, kinderen over de hele wereld die worden gelokt of ontvoerd door mensenhandel en seksuele prostitutie, kinderen van wie de geslachtsdelen op jonge leeftijd worden verminkt, enzovoort. Je kunt wel blijven doorgaan over het misbruik dat plaatsvindt.

Het belangrijkste is niet dat jij je bewust wordt van al die vormen van misbruik, want die zijn vanzelfsprekend heel duidelijk. Het belangrijkste doel is het idee onthouden dat we ook moeten kijken naar de meest geavanceerde samenlevingen op aarde. We mogen niet alleen kijken naar alle voor de hand liggende misstanden die overal ter wereld plaatsvinden en die aanpakken, want we moeten erkennen dat deze planeet één geheel is. Het is een onderling verbonden geheel. Wat verandert de verhoudingen op aarde echt? Dat het collectieve bewustzijn omhoog wordt getrokken. Maar hoe gebeurt dat? Dat gebeurt door de naties die de voorloper zijn om een nieuw idee te omarmen, een nieuw besef van de basale of essentiële menselijkheid. Sommige naties zijn bijvoorbeeld voorloper omdat ze vrouwen het recht geven om te stemmen en daardoor trekken ze het collectieve bewustzijn hoger; daarna kan een tweede golf naties hetzelfde doen en daarna weer een derde golf, enzovoort. Het verspreidt zich als kringen in het water over de aarde.

Het is wel duidelijk dat in sommige gevallen problemen moeten worden aangepakt in de landen waarin ze plaatsvinden. Het andere aspect is echter dat het net zo belangrijk is om het bewustzijn te verhogen in de meest ontwikkelde landen, omdat dit het geheel optrekt. Je zou kunnen zeggen dat de minder ontwikkelde landen geen nieuwe richting kunnen opgaan. Alleen de meer geavanceerde naties kunnen een nieuw idee omarmen en dan de rest van het collectieve bewustzijn naar boven optrekken.

Met dit in gedachten moeten we onze aandacht richten op de meest ontwikkelde en meest geavanceerde moderne naties. En we moeten begrijpen dat één specifieke factor groei en verbetering op deze planeet tegenhoudt. Wanneer je kijkt naar wat de groei op deze planeet tegenhoudt, kun je vanzelfsprekend kijken naar de meer voor de hand liggende misstanden en de krachten erachter. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar het collectieve bewustzijn in de islamitische landen die de islam niet uitdagen. En dan kun je zeggen dat al die overduidelijke misstanden, die duistere dingen en duistere krachten de vooruitgang tegenwerken – en dat is natuurlijk ook zo. Daar bestaat geen twijfel over.

Maar er is ook een kracht in de modernste naties die zich tegen vooruitgang verzet en dit heeft verschillende facetten. Een daarvan is dat sommige naties een zeker gevoel van zelfgenoegzaamheid hebben ontwikkeld. Ze kijken naar wat ze hebben bereikt en naar het verschil tussen die landen onderling en de minder ontwikkelde landen en ze denken en voelen dat wat ze hebben bereikt, goed genoeg is. Ze hebben eigenlijk het gevoel dat ze een bepaalde hobbel hebben genomen en zich niet meer zo druk hoeven te maken over het verbeteren van hun samenleving. Ze hebben een staat bereikt die in wezen zo goed mogelijk is en dat ze verder niets hoeven te doen. Ze zijn gaan geloven dat het bieden van materieel welzijn voldoende is en dat ze niet de volgende stap hoeven te zetten en ook psychologisch welzijn moeten bieden.

Maar er zijn nog andere aspecten. Je moet begrijpen dat het ware probleem gebrek aan visie en verbeeldingskracht is om te zien wat de volgende stap is en wat er verbeterd zou kunnen worden. In plaats van te denken dat wat je hebt bereikt, goed genoeg is, zie je dat je nog meer moet doen. Er zijn nog steeds zaken en problemen die moeten worden opgelost, maar er kunnen ook nog meer positieve dingen worden gemanifesteerd. En je moet zeggen dat sommige zeer geavanceerde en welvarende naties een duidelijk gebrek aan visie hebben.

In het land Denemarken is bijvoorbeeld een hoge materiële levensstandaard en het is een land dat goed functioneert met een goed functionerende economie. En je ziet bijvoorbeeld dat het land op de coronacrisis heeft kunnen reageren met heel weinig besmette mensen, heel weinig doden en zelfs een economie die het beter doet dan de meeste andere landen.

Denemarken heeft daardoor het zelfgenoegzame gevoel ontwikkeld dat wat ze heeft gedaan, goed genoeg is. En de belangrijkste reden hiervoor in zowel Denemarken als in andere landen in een vergelijkbare situatie zoals de andere Scandinavische landen, de Europese landen, Canada, Zuid-Korea, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan tot op zekere hoogte, is dat voor al die naties het materialisme en een materialistische kijk op het leven het grootste probleem is dat de mensen verhindert een betere visie te krijgen op wat je zou kunnen bereiken. Met andere woorden, omdat de materialistische kijk op het leven grote invloed heeft gekregen op het denken in deze landen, denken veel mensen dat materiële welvaart het hoogste doel is dat je kunt bereiken. Wat zou er nog meer kunnen zijn?

Als je denkt dat mensen in wezen materiële wezens zijn, ook al ben jij je daar misschien niet van bewust en kun je het misschien niet formuleren, dan denk je dat mensen automatisch gelukkig zullen worden als je voor hun materiële welzijn zorgt. Met andere woorden, psychisch welzijn moet een onvermijdelijk gevolg zijn van materiële welvaart. Dat is de onuitgesproken veronderstelling in veel van die landen. En dit verhindert dat mensen contact krijgen met de essentiële menselijkheid, die zegt: “O, maar er is zoveel meer. Wat we in de welvarende landen hebben bereikt, is nog maar de basis voor een heel nieuw tijdperk van menselijke groei en menselijke ontwikkeling, waarin we ons richten op het psychologische welzijn en het ontwikkelen van het volledige menselijke potentieel, zodat mensen meer kunnen zijn dan wij ons zelfs tegenwoordig zelfs maar voor kunnen stellen.”

Hoe gaan we dat aanpakken in de welvarende landen? Ook al zou je andere perspectieven kunnen nemen, zullen we ons nu concentreren op de situatie van kinderen. Veel mensen in deze landen hebben het gevoel dat de samenleving in principe heeft gedaan wat ze moet doen voor kinderen. En er zijn politici, bureaucraten, onderwijzers, onderzoekers en wetenschappers in deze landen die er in zekere zin van uitgaan dat de samenleving in wezen aan de verplichtingen jegens het volk heeft voldaan door zeer goede materiële omstandigheden te bieden. Dat dit alles is wat ze hoeft te doen.

Natuurlijk ontstaat van tijd tot tijd een zeker besef: “Dit is een probleem en het wordt zo erg dat de samenleving er nu iets aan moet doen.” Maar nogmaals, men is terughoudend om bepaalde dingen aan te pakken. Soms is er een periode van ontkenning, en daarna komt het gevoel: “O, dit zou eigenlijk niet mogen gebeuren.”

Men leeft in de veronderstelling dat bepaalde dingen niet zouden mogen gebeuren en dat mensen bepaalde dingen niet zouden mogen doen als we de mensen goede materiële omstandigheden geven. Dit betekent dat deze samenlevingen in een staat van ontkenning zijn en in een staat van cognitieve dissonantie verkeren. Ze zijn niet bereid om te begrijpen wat er werkelijk gebeurt met kinderen in hun land. Vanzelfsprekend is er duidelijk kindermisbruik, zelfs in de welvarender landen.

Een daarvan is pedofilie. Pedofilie komt frequent voor, zelfs in de meest welvarende landen. Bepaalde pedofielen hebben het op kinderen gemunt. Bepaalde pedofielen uit rijke landen reizen naar andere landen, zoals Thailand, waar ze hun verlangen naar seks met kinderen kunnen bevredigen. De welvarende landen willen liever niet naar dit probleem kijken en het afhandelen. Hetzelfde geldt voor seksueel misbruik in het gezin waarin gezinsleden (vaak mannen) kinderen willen misbruiken. Hetzelfde geldt voor huiselijk geweld, omdat samenlevingen geneigd zijn te denken dat dit niet zou mogen gebeuren, maar het probleem niet echt willen erkennen en zeggen: “Wat kunnen we eraan doen? Wat moeten we eraan doen? Wat zijn wij verplicht daaraan te doen?”

Over bepaalde kwesties moet een opener discussie worden gevoerd. Er is geen pasklare oplossing. De reactie zou van land tot land moeten verschillen en er is niet ‘slechts één’ oplossing. Samenlevingen moeten op zijn minst beginnen dingen gaan bespreken waar op dit moment in veel gevallen niet over wordt gesproken.

Pedofilie dus. Het is duidelijk dat dit vanuit een fundamenteel humanistisch gezichtspunt en de fundamentele menselijkheid niet constructief is. Het is geen basale menselijkheid als je kinderen seksueel misbruikt. Wat kan een democratische samenleving daaraan doen? Die heeft het gevoel dat ze er relatief weinig aan kan doen. En dan moeten samenlevingen erkennen dat een democratische samenleving soms vast komt te zitten in haar democratische idealen. Ze raakt verlamd door haar democratische idealen en is niet in staat om op te treden wanneer die democratische idealen worden bedreigd of geschonden. Je moet begrijpen dat een democratische samenleving mensen niet te streng wil straffen en zeker niet de doodstraf wil geven voor ernstige misdaden. En daarom raakt zo’n samenleving tot op zekere hoogte verlamd en kan ze niet omgaan met pedofilie.

Een democratische samenleving gaat ervan uit dat de burgers niet slechter zijn dan de regering. Met andere woorden, als een overheid geen misbruik maakt van haar burgers en narcistisch is, dan gaat die regering ervan uit dat haar burgers ook geen misbruik van de regering maken en narcistisch zijn. Maar pedofielen maken wel misbruik en zijn wel degelijk narcistisch. Ze zijn volledig op zichzelf gericht. Ze lijden aan iets wat moet worden gekarakteriseerd als een geestesziekte. Maar het is niet alleen een geestesziekte die hen treft, maar één die ervoor zorgt dat ze kinderen zeer ernstig mishandelen.

De laatste decennia is dit uitgegroeid tot een commerciële onderneming. Wanneer een pedofiel naar een ander land reist, is daar geld mee gemoeid. Hij gaat naar een land waar kinderprostitutie als normaal wordt beschouwd. Iemand verdient hier geld aan. Kinderpornografie, wat een onderdeel van pedofilie is, is ook iets waar geld mee wordt verdiend. Wat kan een democratische samenleving hieraan doen?

Wanneer er geld mee gemoeid is, heb je een zakelijk basisprincipe: risico versus beloning. Hoe groot is het risico om dit geld te verdienen? En hoeveel geld zou ik potentieel kunnen verdienen? Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het maken van drugs en de drugshandel. Risico versus beloning. Een democratische samenleving moet nu begrijpen dat ze door haar zeer democratische idealen een situatie heeft gecreëerd waarin pedofielen, kinderpornografen en zelfs mensenhandelaars die volwassen mensen verhandelen voor prostitutie, oneerlijk bevoordeeld worden.

Democratische samenlevingen geven een onmenselijk voordeel, want wat is het risico wanneer je betrokken bent bij dit soort misdaden? Ten eerste is het risico zeer klein dat je gepakt wordt of zelfs maar ontdekt wordt. En wat is de straf zelfs als het wordt ontdekt en jij betrapt wordt? Is die zo streng dat degenen die er geld aan verdienen ermee stoppen en zeggen: “Dit is te riskant. Laat me een andere manier zoeken om geld te verdienen. En zal de straf zo streng zijn dat de pedofielen – de klanten die kopen wat de verkopers leveren – ermee stoppen? Landen moeten erkennen dat ze gewoon geen werk hebben geleverd dat goed genoeg is om met dit af te rekenen.

Wat er gedaan kan worden? Je kunt het risico vergroten. En wat is het grootste risico natuurlijk in een zakelijke onderneming? Dat je zou kunnen worden gepakt en de doodstraf krijgt en dan kun je geen geld blijven verdienen. Het maakt niet uit hoeveel geld je verdient, want als je dood bent, kun je het niet uitgeven. Natuurlijk willen veel democratische landen niet terug naar de doodstraf, en dit betekent niet dat ze het zouden moeten doen.

Maar wat is je enige andere optie? Dat is het risico op ontdekking vergroten. Je moet dus een speciale politiemacht vormen die speciaal is uitgerust om dit soort misdaden op te sporen: mensenhandel, kinderpornografie, pedofilie en dergelijke. Je hebt iemand nodig die het kan opsporen, die het zwarte internet kan infiltreren, die kan uitzoeken waar deze pedofiliesites en -groepen zijn en ze ontrafelen. En dat moet internationaal gebeuren. Dit kost geld, maar dit maakt deel uit van wat je moet doen om je eigen kinderen te beschermen.

Je kunt natuurlijk ook de straf verhogen. Als je de doodstraf niet kunt uitvoeren, kun je de gevangenisstraffen verhogen of gedwongen sterilisatie van pedofielen overwegen. Nogmaals, er is niet slechts één oplossing. Maar dit soort zaken moet worden besproken om kinderen adequaat te beschermen.

Je moet iets heel eenvoudigs erkennen en dit is natuurlijk iets dat niet officieel erkend zal worden, maar reïncarnatie een realiteit. Wanneer je terugkijkt op de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar, dan kun je zien dat heel veel zielen ernstig gewond zijn geraakt door de oorlogen in de afgelopen honderd jaar. En waar zouden die zielen willen incarneren? Vanzelfsprekend in een geavanceerdere democratische natie waarin ze de kans hebben om hun psyche te genezen. We zouden kunnen zeggen dat dit het positieve aspect is van de verhouding tot reïncarnatie. Maar je kunt ook kijken naar het feit dat een bepaald groepje zielen zeer narcistische, tendentieuze neigingen heeft, zoals pedofilie. En je kunt je afvragen: “Waar zou zo iemand willen incarneren?” Vaak in een rijk en welvarend land, waar iemand ten eerste de kans heeft om geld te verdienen om deze diensten te kunnen kopen, en ten tweede vanwege een klein risico op ontdekking omdat ze onder de radar kunnen vliegen en de samenleving zich niet echt bewust is van het probleem.

Je moet begrijpen dat dit slechts één voorbeeld is dat democratische samenlevingen bepaalde levensstromen aantrekken, bepaalde zielen, die erg narcistisch zijn en veel misbruik maken omdat ze misbruik kunnen maken van de vrijheid die een democratische samenleving haar burgers geeft. Wat is het fundamentele humanitaire perspectief hierop? Dat een vrije democratische samenleving de plicht heeft om de meeste burgers, en vooral de kinderen natuurlijk, te beschermen tegen dit soort misbruik.

Laten we nu eens kijken naar een ander onderwerp dat moet worden besproken. We kunnen kijken naar een paar heel eenvoudige statistieken van de democratische naties. In de afgelopen vijftig jaar of zelfs meer is het aantal echtscheidingen bijna exponentieel gestegen. In sommige landen eindigt de meerderheid van de huwelijken in een scheiding. Wat betekent dit in de praktijk? In het grootste aantal gevallen van echtscheiding, blijven de kinderen bij de moeder als het paar kinderen heeft. Dit houdt in dat een groot aantal kinderen in deze democratische landen worden opgevoed door alleenstaande moeders. In sommige landen zijn ze zich hier heel goed van bewust en proberen ze verschillende sociale uitkeringen en sociale diensten aan te bieden om het voor een alleenstaande moeder gemakkelijker te maken om een of meerdere kinderen groot te brengen.

Desalniettemin is het in die landen niet adequaat aangepakt. Wat is de natie eigenlijk verplicht te doen voor niet alleen de alleenstaande moeders, maar ook voor de kinderen die door deze alleenstaande moeders worden opgevoed? Als je een alleenstaande moeder of een alleenstaande ouder bent, staat je voor een heel eenvoudige situatie. Je moet zorgen voor het materiële welzijn van je kinderen, wat betekent dat je een baan moet aannemen. In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, die beweert dat ze een moderne democratie is, worden veel alleenstaande moeders gedwongen om meer dan één baan te hebben omdat ze niet genoeg geld kunnen verdienen om voor hun kinderen te zorgen met het minimumloon dat ze kunnen verdienen in bepaalde banen.

Als je gedwongen bent om lange dagen te maken of zelfs veertig uur per week te werken, hoeveel tijd heb je dan, hoeveel energie heb je dan, om aan je kinderen te besteden? Een samenleving zegt: “Wij zullen zorgen voor kleuterscholen en scholen waar de kinderen naar toe kunnen wanneer de moeder aan het werk is.” De moeder werkt desondanks acht uur of langer, komt thuis, moet voor het avondeten zorgen en moet allerlei praktische zaken regelen. En hoeveel energie en aandacht blijft er dan over om wat tijd, die vaak ‘quality time’ wordt genoemd met het kind of de kinderen door te brengen? Wanneer je dit realistisch bekijkt, is dat niet zo heel veel, toch? Dit wordt niet gezegd om de moeder iets kwalijk te nemen.

Het gaat erom dat er besproken moet worden of samenlevingen genoeg hebben gedaan voor deze kinderen en alleenstaande ouders. Is het genoeg om met geld te gooien voor dit probleem? Is het voldoende om te eisen dat de afwezige ouder alimentatie betaalt? Is het genoeg om kleuterscholen, scholen, sociale diensten, en dergelijke te bieden? Is dat voldoende, of kan er meer worden gedaan? Vanzelfsprekend moet er besproken worden wat de samenleving nog meer zou kunnen doen. Nogmaals, er is niet één specifieke oplossing. Er zijn meerdere oplossingen om de situatie van alleenstaande ouders, voornamelijk alleenstaande moeders, te verbeteren. Het is niet alleen een kwestie van geld; het is ook een kwestie van zeggen: “Bevindt onze samenleving zich nu op een punt waarop het traditionele gezinsmodel is achterhaald?”

Je weet dat moderne democratieën lang geleden de traditionele kijk op het leven hebben losgelaten die er honderden jaren was en die sterk werd beïnvloed door de christelijke manier van denken, of het nu de katholieke kerk of de lutherse kerk was. De traditionele opvatting (sterk gebaseerd op het christendom, maar zeker ook overgenomen door de samenleving in het algemeen) was dat een gezin bestaat uit een man en een vrouw die samenwonen en kinderen opvoeden.

Als je nog wat verder teruggaat, dan ging de man op zoek naar een baan om geld te verdienen om voor het gezin te zorgen en de moeder bleef bij de kinderen thuis. In de meeste moderne democratieën is die gezinsstructuur volledig achterhaald. Nog maar weinig mensen kunnen zich dit veroorloven. Ook als een man en een vrouw bij elkaar blijven, hebben ze vaak allebei een baan. Er moet dus bijvoorbeeld worden besproken: “Waarom zien we deze ontwikkeling?” De meeste banen die een man vroeger kon krijgen, leverden genoeg inkomen op om het gezin te kunnen veroorloven dat de moeder thuis bleef bij de kinderen. Dit lijkt niet meer het geval te zijn. We moeten erover nadenken hoe dat komt.

Er zijn natuurlijk verschillende factoren voor. Een van die factoren is dat de verwachtingen van mensen over wat ze materieel kunnen bezitten, enorm zijn toegenomen. Veel jonge stellen zijn tegenwoordig niet tevreden met een klein appartement in het centrum van de stad en dat ze geen auto hebben zoals hun ouders of grootouders. Ze zeggen: “We willen een groot huis, we willen allebei een auto en daarom moeten we allebei werken en daar zullen de kinderen maar mee moeten leven.” Dat is een beslissing die ze nemen en ze hebben het recht om die te nemen.

Maar iets anders wat besproken moet worden, is: Is het inkomen van veel mensen, zoals mensen uit de middenklasse, zo uitgehold dat mensen het zich realistisch gezien niet kunnen veroorloven om één ouder thuis te laten blijven bij de kinderen? En daarna: Wat kunnen wij als samenleving hieraan doen? Dit geldt zeker voor de Verenigde Staten, maar ook voor veel andere landen: Is het gemiddelde inkomen, niet wat betreft geld, maar juist met betrekking tot de koopkracht, niet uitgehold. Dit zou aangepakt kunnen worden. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben als het gaat om het veranderen van bepaalde dingen, zoals het loon dat mensen krijgen betaald voor hun baan en hoeveel winst bedrijven mogen maken. Het hele idee dat mensen schulden maken en rente betalen aan de banken, waardoor hun inkomen door de rente die ze moeten betalen, wordt uitgehold, draagt bij aan dit probleem, en er zijn veel andere soortgelijke factoren die ook nog besproken kunnen worden.

Een ander punt waarover gediscussieerd zou kunnen worden, is: Wat zou de volgende stap kunnen zijn als we kijken naar het feit dat de traditionele gezinsstructuur eigenlijk niet meer aanwezig is in onze samenleving? Wat zou een alternatief kunnen zijn? Is het voldoende dat je zegt dat twee mensen die samen kinderen hebben, de enigen zijn die verantwoordelijk zijn voor die kinderen? Is het genoeg om te zeggen dat de ouders, wanneer ze gaan scheiden, hun eigen weg kunnen gaan en dat de ene ouder de hoofdverzorger van de kinderen is en de andere hen af en toe ziet? Is dat genoeg? Of moeten we een situatie creëren waarin mensen de verantwoordelijkheid voor de kinderen kunnen delen?

Traditioneel zouden de grootouders voor de kinderen zorgen. Waarom gebeurt dat tegenwoordig niet meer? Hier kunnen verschillende redenen voor zijn. Maar de samenleving zou dit kunnen aanpakken door te zeggen: “Hoe kunnen we de grootouders meer betrekken bij de zorg voor de kinderen? Wat kunnen wij als samenleving hieraan doen?” Zouden we bijvoorbeeld een vorm van gezinsbegeleiding kunnen bieden die hiernaar zou kijken en zeggen: “Wat zijn de opties? Kunnen de grootouders erbij betrokken worden? Bestaat er ook vijandigheid of een conflict tussen de grootouders en de ouders dat kan worden opgelost zodat de grootouders er meer bij betrokken kunnen worden?”

Misschien wonen ze te ver weg, wat in sommige landen het geval is vanwege de mobiliteit van de beroepsbevolking. Zijn er dan nog andere mensen in de buurt? Zijn er andere alleenstaande ouders die bij elkaar kunnen komen en elkaar steunen? Is dit iets dat wij als samenleving kunnen helpen faciliteren? Of moeten we gaan zitten wachten tot mensen dit zelf uitzoeken? Zouden we geen steungroepen kunnen opzetten of zelfs counselors leveren die dit kunnen vergemakkelijken, zodat alleenstaande ouders bij elkaar kunnen komen?

Zelfs mensen die geen ouders zijn, zouden het als een onderdeel van hun eigen opvoeding kunnen beschouwen dat ze een ouder worden om alleenstaande ouders met hun kinderen te helpen. Zou het niet mogelijk zijn om initiatieven op te zetten die het voor alleenstaande ouders gemakkelijker zouden maken? Kinderen zouden dan meer aandacht en toezicht van volwassenen krijgen. Er is een oud gezegde dat zegt dat je een dorp nodig hebt om een kind groot te brengen. Dit zou kunnen worden gedupliceerd in de moderne democratieën. Ook al heb je geen dorpen, je kunt wel gemeenschappen vormen waarin het opvoeden van kinderen centraal staat. Natuurlijk gaat dat met verschillende uitdagingen gepaard, maar het is ook een mooie kans.

We kunnen nu verder met een ander onderwerp. Wat is de grootste bron van inkomsten van een samenleving? Veel landen zouden zeggen dat Saoedi-Arabië olie heeft, wat hun grootste bron van inkomsten is. Een ander land heeft ijzererts, wat hun grootste bron van inkomsten is. Dit land heeft steenkool, dat land heeft bossen, dit land heeft landbouwgrond, dat land heeft een goede visserij en dat is hun voornaamste bron van inkomsten. Dit is een totaal verouderde manier om ernaar te kijken – totaal verouderd. Het was in de eerste plaats al nooit goed, maar het is vooral vandaag de dag achterhaald. Wat is de grootste bron van inkomsten van een natie? Dat zijn de mensen.

Wat houdt het in dat de mensen de grootste bron van inkomsten zijn? Dat betekent verschillende dingen, maar in de eerste plaats: Hoe beter de mensen functioneren en hoe constructiever ze zijn, des te beter zijn ze voor de natie. De democratische naties moeten zich realiseren dat ze, als verlengstuk van hun democratische idealen, moeten veranderen en zeggen: “De grootste bron van inkomsten voor ons als land zijn de inwoners. De grote bedrijven stimuleren de economie niet. Onze mensen zijn onze grootste bron van inkomsten, want een bedrijf, hoe groot en machtig ook, zou niets kunnen doen als het geen mensen had.”

Wat betekent dat voor een land? Laten we nogmaals Denemarken als voorbeeld nemen. Hoe kunnen de inwoners van Denemarken een betere bron van inkomsten voor het land worden? Sommigen zouden zeggen: “O, ze moeten beter opgeleid worden.” Deze visie is niet beslist fout of goed, maar zeker niet de enige manier om ernaar te kijken.

Allereerst moeten de mensen psychisch beter kunnen functioneren. En dit betekent nogmaals, dat deze landen zich moeten richten op de psychologische ontwikkeling en de genezing van hun inwoners – al hun inwoners. Maar laten we ons weer concentreren op de kinderen. Wat is de grootste toekomstige bron van inkomsten van een natie? Dat zijn de kinderen die hier vandaag zijn. Zij zullen de volwassenen worden die het land besturen.

Is het dan niet logisch dat kinderen, als we kinderen opvoeden die psychisch gehandicapt zijn, uiteindelijk net zulke mensen zullen worden als de mensen die we tegenwoordig hebben – de volwassenen die we vandaag hebben, zijn psychisch gehandicapt, met alle gevolgen van dien voor de samenleving en het persoonlijke leven van mensen? Is het niet duidelijk, ligt het niet voor de hand, dat een geavanceerde democratische natie die haar humanitaire en democratische idealen als prioriteit beschouwt, zich moet concentreren op de kinderen en hen in hun kinderjaren de beste voorwaarden en de beste psychologische voorwaarden moet bieden om op te groeien tot psychologisch gezonde volwassenen die goed functioneren?

Hoe zou dit bereikt kunnen worden? Vanaf de kleuterschool moeten kinderen onderwijs krijgen in hun psyche. Alle kinderen zouden aan een psychologische beoordeling onderworpen moeten worden en als ze hulp nodig hebben, zouden ze die hulp krijgen zowel in de vorm van individuele therapie als een vorm van groepstherapie. Er zouden groepssessies met kinderen kunnen komen waarin ze elkaar kunnen helpen bij het werken aan hun psychologische problemen. Veel van wat tegenwoordig als te geavanceerd, te duur of zelfs helemaal niet wordt beschouwd, zullen over tien tot twintig jaar vanzelfsprekend en dagelijkse kost worden. En erop terugkijkend zullen ze zeggen: “Waarom hebben samenlevingen dit niet eerder gedaan? De voordelen zijn zo duidelijk. Dit kost ons niet eens geld. Dit bespaart ons enorm veel geld op andere uitgaven.” Dit is een aspect dat voor de hand ligt.

Maar er is nog een ander aspect dat moet worden besproken: Nogmaals, veel democratische naties zijn verlamd door hun democratische ideaal om mensen vrijheid te geven. De vrijheid om anderen uit te buiten is echter geen vrijheid en zeker niet een die een democratische natie moet erkennen. Dit gaat niet zozeer over de vrijheid om iemand uit te buiten, maar dat een democratische natie in wezen zegt: “Als regering moeten we ons zo min mogelijk bemoeien met het leven van mensen.” Nogmaals, dit is begrijpelijk in de historische context omdat je ziet dat dictatoriale naties zich van oudsher sterk bemoeien met het persoonlijke leven van mensen. En een democratische regering zegt natuurlijk: “We willen niet op de Sovjet-Unie lijken, dus daarom mogen we ons niet bemoeien met het leven van de mensen.”

Maar dit gaat niet over inmenging in het leven van mensen. Het gaat erom dat je de mensen iets kunt bieden en je ze in veel gevallen tenminste niet hoeft te dwingen om het aan te nemen. Maar je kunt het aanbieden, maat tegenwoordig gebeurt dat niet. Je kunt ouders hulp bieden bij hun eigen psychologische problemen zodat ze beter voor hun kinderen kunnen zorgen. Ligt het niet voor de hand dat de psychische wonden van de ouders vaak op de kinderen worden geprojecteerd of de kinderen op zijn minst beïnvloeden? Is het niet iedereen duidelijk die iets van psychologie of sociale problemen afweet dat ouders met psychische problemen vaker kinderen opvoeden die ook psychische problemen hebben?

Maar je kunt nog een andere evaluatie maken. Je zou kunnen zeggen: “Een democratische samenleving moet haar burgers de grootst mogelijke vrijheid geven.” Maar je zou kunnen vragen: “Welke burgers?” Je zou kunnen zeggen: “Een democratische samenleving mag zich niet bemoeien met het leven van een man en een vrouw die bij elkaar willen komen en kinderen willen krijgen. We moeten ze dit zelf laten oplossen.” En dat lijkt misschien vrijheid te geven aan de ouders, maar geeft het ook vrijheid aan de kinderen? Met andere woorden, geef jij kinderen vrijheid als je hen laat opgroeien in een disfunctioneel gezin waarin ze mishandeld worden door hun ouders of last hebben van ernstige psychische problemen van hun ouders? Heb je vrijheid als je als kind opgroeit in een huis met een alcoholische, een drugsverslaafde of een criminele ouder? Is dit de vrijheid die een democratische regering aan dat kind zou moeten geven? Of moet een democratische regering zeggen: “Onze kinderen, die onze grootste toekomstige bron van inkomsten zijn, moeten de vrijheid krijgen om op te groeien in een goed functionerend gezin met psychologisch gezonde ouders.”

Tegenwoordig wordt dat aan de burgers overgelaten. Je geeft je burgers de vrijheid om wat te doen? Om samen te komen in relaties waarin mensen met een disfunctionele psyche zich vaak tot elkaar aangetrokken voelen. Ze hebben een disfunctionele relatie. Ze krijgen kinderen. Ze mishandelen hun kinderen emotioneel, mentaal en misschien zelfs fysiek. Ze gaan scheiden. Dan gebruiken ze hun kinderen in een oorlog tegen elkaar, wat leidt tot ernstige psychische problemen voor de kinderen.

Wat is het effect op de samenleving? Je moet sociale uitkeringen betalen, misschien aan een of beide ouders en misschien aan de kinderen. Je hebt kinderen die geen opleiding kunnen volgen, geen baan kunnen behouden en niet goed kunnen functioneren. Misschien komen ze in aanraking met alcohol of drugs en hebben ze daarvoor behandeling nodig, enzovoort. Je kunt begrijpen dat een disfunctioneel stel dat kinderen krijgt, de kosten voor de samenleving kan opdrijven, die in sommige samenlevingen of in ieder geval in bepaalde steden, bijna uit de hand lopen. Gebruikt een democratische regering haar verantwoordelijkheid jegens haar burgers en leeft die haar democratische idealen na? Komt er niet een punt waarop in ieder geval besproken moet worden of een democratische samenleving moet zeggen: “We moeten de verantwoordelijkheid nemen voor de kinderen die opgroeien in onze samenleving. Als samenleving moeten we ervoor zorgen dat kinderen de beste voorwaarden krijgen die er zijn om op te groeien tot gezonde volwassenen – psychologisch gezonde volwassenen.”

Hoe kunnen we dit doen? Er zijn heel veel aspecten die besproken moeten worden, maar dit zijn er voorlopig een paar: Een daarvan is dat een samenleving zou kunnen zeggen: “Zijn we als democratische regering echt verplicht om iedereen ouder te laten worden? We staan niet toe dat iemand in een auto stapt, de weg opgaat en honderd kilometer per uur rijdt zonder te weten hoe hij een auto moet besturen. We eisen dat ze een cursussen volg en hun rijbewijs halen, zodat ze op zijn minst de minimale vaardigheden hebben om een auto te besturen voordat we hen de weg op laten gaan waar ze andere mensen kunnen doden of verwonden.” Hetzelfde geldt voor veel andere aspecten van de samenleving. Je staat niet toe dat iemand voor jouw belangrijkste infrastructuur of instituties zorgt zonder een opleiding en ervaring; door het eerst van anderen te leren.

Hoe kun je iemand zomaar ouder laten worden als een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de samenleving, zo niet de belangrijkste, jullie kinderen zijn? Komt er geen moment waarop de samenleving het recht, zelfs de plicht, heeft om te zeggen om te zeggen: “Als je ouder wilt worden in onze samenleving, moet je daarvoor in aanmerking komen.” Het is niet zo dat je dan naar een of andere cursus gaat waar je leert hoe je fysiek voor je kind moet zorgen: hoe je luiers verwisselt, hoe je hem de fles geeft en dergelijke. Je wordt onderworpen worden aan een psychologische beoordeling. Ben je psychisch in staat om een kind op te voeden? Of is je psyche zo verwond dat je voor niemand kunt zorgen, zelfs nauwelijks voor jezelf?

We hebben in moderne samenlevingen al tientallen jaren cursussen in seksuele voorlichting, zodat bijna niemand in een samenleving kan opgroeien zonder te weten wat de oorzaak van een zwangerschap is. Veel bieden zelfs gratis toegang tot abortus. Spreekt het dan niet voor zich dat als de samenleving er alles aan heeft gedaan om ervoor te zorgen dat er geen ongewenste zwangerschap komt, dan wel moet aannemen dat de meeste zwangerschappen gepland zijn? Als ze gepland zijn, is het dan niet redelijk om te zeggen: “Voordat jij je zwangerschap plant, moet je ervoor in aanmerking komen. Je moet een aantal cursussen volgen en je kwalificeren. Als blijkt dat er psychische problemen zijn, dan moeten die psychische problemen worden aangepakt voordat de ouders kinderen mogen krijgen.

Een ander punt waarover moet worden gesproken, is: Wat gebeurt er als na de geboorte van de kinderen blijkt dat het gezin niet goed functioneert of dat de ouders uit elkaar gaan? Nogmaals, kan een goed geïnformeerde samenleving mensen kinderen laten krijgen en in hun eigen huis laten wonen zonder dat ze inzicht hebben in wat er thuis gebeurt, tenzij ze op school ontdekken dat de kinderen niet goed functioneren? Kan er geen samenleving komen die zegt: “Er moet een soort trajectbegeleider zijn die alle ouders helpt en checkt hoe het gaat.” Hier hoef je niet toe gedwongen te worden. Het hoeft geen ‘Big Brother’ te zijn die naar je kijkt. Maar er kan zeker regelmatig contact komen, zodat mensen iemand hebben om mee te praten op een plek waar ze met hun problemen terecht kunnen.

Iets anders is dat de samenleving kan ingrijpen wanneer een paar uit elkaar gaat en een alleenstaande ouder wordt, en zeggen: “Nu moeten we wat extra steun bieden aan deze ouder.” Maar toch kan er een situatie ontstaan waarin de samenleving moet bespreken: “Moeten we deze kinderen bij de ouder of ouders weghalen?” Dit gebeurt natuurlijk al in veel landen, maar dat kan op betere manieren dan nu gebeurt. Met andere woorden, het is een kwestie van zeggen: “Kun je één of twee mensen verantwoordelijk stellen voor het opvoeden van een kind of is de samenleving ook verantwoordelijk voor het opvoeden van kinderen?” Sommigen zullen zeggen dat dit al gebeurt op kleuterscholen en scholen, maar er kan zeker meer worden gedaan om mensen erbij te betrekken. Wanneer je bijvoorbeeld kinderen hebt gekregen en die zijn volwassen geworden en je bent een succesvolle ouder geweest en je hebt verschillende kinderen opgevoed die goed functioneren, heb je dan echt je verantwoordelijkheid voor de opvoeding genomen? Zou je mensen met het lege-nest-syndroom niet kunnen betrekken bij het opvoeden van andere kinderen en hen jonge ouders laten steunen door hun ervaringen te delen?

Is het in moderne democratieën goed om de structuur aan te houden die er tot nu toe is geweest, waarin iedereen het zelf doet? Je ziet dat een aspect van moderne democratieën en hun democratische idealen gericht is op het individu. Het individu heeft rechten en het individu moet de grootst mogelijke vrijheid krijgen om zijn eigen lot te bepalen. Dit is allemaal prima, maar kan er geen punt komen waarop we zeggen: “Nu we een samenleving hebben die vrijheid geeft aan het individu, kunnen we dan niet, zonder die vrijheid af te pakken, teruggaan naar wat we in het verleden hadden – meer gemeenschapsgevoel waardoor mensen elkaar kunnen helpen?”

Wat heb je in de meeste moderne democratieën? Heel veel mensen zijn eenzaam. Ze wonen alleen of hebben een zeer kleine kring van mensen waarmee ze contact hebben. Zou je als samenleving niet iets kunnen bedenken waardoor mensen zich bezighouden met het helpen van anderen en daardoor hun eenzaamheid kunnen overwinnen, maar ook een gevoel van zingeving krijgen? Hoeveel grootouders vinden dat ze, nu ze met pensioen zijn, niet echt nuttig zijn voor de samenleving? Waarom zouden ze niet nuttig kunnen zijn bij het helpen van hun kinderen en het helpen van ouders? Maar in deze samenlevingen zie je: “O, natuurlijk, ik ben een grootouder. Ik zal mijn eigen kinderen en mijn eigen kleinkinderen helpen.” Maar waarom alleen hen? Waarom zou je de kinderen of kleinkinderen van iemand anders niet kunnen helpen? Waarom moet elk gezin een eenheid op zich zijn, losstaan van de samenleving? Waarom zou je het familiegevoel en het gemeenschapsgevoel niet kunnen uitbreiden tot een bredere groep mensen, waardoor je op den duur meer gemeenschap – een groter gemeenschapsgevoel – kunt creëren in een natie als geheel?

Als je het historisch bekijkt, kun je zien dat de mensen door een fase heen zijn gegaan waarin mensen voor de komst van democratie in een feodale samenleving leefden. Er heerste vaak gemeenschapsgevoel onder de boeren in die samenleving, maar dat werd hen opgedrongen omdat ze gedwongen waren bij elkaar te leven en werden gedwongen om samen de oogst binnen te halen omdat mankracht de enige manier was om dingen voor elkaar te krijgen. Het was een gedwongen gemeenschap.

Door de opkomst van democratie, verschoof de focus naar het individu en individuele rechten. Verschillende generaties zijn door deze fase heengegaan omdat mensen zich heel erg richtten op hun persoonlijke manier van leven, hun individuele rechten en hun individuele vrijheid. Maar wat is historisch gezien nu de volgende stap? Dat mensen hun individualiteit gebruiken om te beseffen dat geen mens een eiland is. “Ik ben eigenlijk niet tevreden met het leven als individu. Ik zou graag meer mensen om me heen hebben. Ik zou graag deel willen uitmaken van iets groters. Ik zou graag het gevoel van zingeving willen hebben dat voortkomt uit het helpen van anderen – zelfs mijn samenleving helpen.”

Dus als democratische naties het willen overleven en bloeien in het komende tijdperk, dat het tijdperk van de gemeenschap is, dan moeten ze meer gemeenschapsgevoel beginnen op te bouwen. De Verenigde Staten van Amerika zijn het voornaamste voorbeeld van een land dat zo gefocust is op individuele rechten dat je daar ook het recht hebt om anderen economische uit te buiten. Er is een totaal onevenwichtige samenleving ontstaan waarin een kleine machtselite zoveel rijkdom heeft verworven dat je in feite bijna opnieuw een feodale samenleving hebt geschapen door middel van de economie in plaats van het bezit van land.

Heel veel dingen in de Verenigde Staten worden geblokkeerd door de nadruk die ligt op individuele rechten, individuele vrijheid en de Amerikaanse individualiteit. Amerikanen zijn er trots op dat ze zichzelf beschouwen als een natie van individualisten. Maar de uitdaging voor Amerika in de komende decennia zal zijn of ze de focus op individualisme kunnen overwinnen en echt beginnen gemeenschapsgevoel op te bouwen. Zo niet, dan zullen er steeds meer confrontaties ontstaan tussen diverse groepen die elkaar als de vijand beschouwen. En waar zal dit eindigen? Moet er een tweede burgeroorlog komen voordat Amerika tot bezinning komt en wakker wordt?

De focus op individualiteit en individuele mensenrechten was een fase. Het was niet het allerhoogste stadium van democratie, want je leeft nog steeds op een planeet met andere mensen. De moderne democratieën kunnen twee kanten op: Een steeds groter percentage van de bevolking kan steeds egocentrischer, steeds narcistischer en steeds disfunctioneler worden omdat ze alleen iets om zichzelf geven of een steeds groter percentage van de bevolking kan het huidige niveau van individualiteit transcenderen en erkennen dat ze deel uitmaken van een geheel; dat ze een onderdeel van de gemeenschap zijn en dat ze veel meer vreugde uit het leven halen als ze samenwerken met andere mensen.

Dat is de uitdaging voor moderne democratieën. Dus nogmaals, er is een dorp voor nodig om een kind groot te brengen. In werkelijkheid zijn er meer dan twee ouders nodig en zeker meer dan één ouder om een kind groot te brengen. Er is een inspanning van de gemeenschap voor nodig omdat het kind niet alles hoeft te leren van één ouder. Je zou zelfs kunnen zeggen dat een kind als hij voornamelijk omgaat met een of twee ouders en misschien een paar broers en zussen, zijn sociale bewustzijn niet genoeg vergroot om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Het kind moet met meer kinderen omgaan, niet alleen op de kleuterschool en op school, maar hij heeft ook meer volwassenen nodig met wie hij op een directere manier kan omgaan en van kan leren. Het kind leert vooral door te observeren, te assimileren en na te bootsen wat hij ziet bij de volwassenen om zich heen. Dus hoe meer verschillende volwassenen hij ziet, hoe beter dat is voor het kind, op voorwaarde dat die volwassenen psychologisch goed functioneren.

In de moderne democratieën moeten niet alleen de materiële omstandigheden van kinderen of zelfs de psychologische omstandigheden van kinderen worden besproken; ook het potentieel van kinderen moet worden besproken. Als je naar een land als Denemarken kijkt, dan zie je dat er aandacht is voor onderwijs. Men heeft daar een zekere focus op het idee dat kinderen het goed moeten doen op school. Ze moeten zoveel mogelijk leren en goede cijfers halen, want hoe beter de cijfers, hoe beter het onderwijs dat ze kunnen krijgen, hoe beter de baan die ze krijgen, hoe meer geld ze zullen verdienen en hoe meer ze waard zullen zijn voor de samenleving. Dat is een ongeschreven veronderstelling.

Er is dus aandacht voor heel veel verschillende vormen van onderwijs en een student heeft een bepaald gemiddeld cijfer op school nodig om zelfs maar in aanmerking te komen voor een opleiding. Wat niet wordt gezien en wat niet wordt begrepen en waarover niet wordt gesproken, is dat wat hier werkelijk achter zit, onbewust de erkenning is dat mensen een potentieel hebben dat kan worden ontwikkeld. In Denemarken en in veel andere moderne landen is er al enig besef dat een mens geen vaste entiteit is. Het is wel degelijk mogelijk om een kind zo op te leiden dat hij zijn capaciteiten vergroot, zodat hij beter kan presteren in een werksituatie en daardoor een beter leven kan leiden, meer geld kan verdienen en meer waard voor de samenleving.

Dit begint men steeds meer te begrijpen, maar de essentiële menselijkheid ontbreekt waardoor je volledig, open en bewust erkent dat ons materiële model van mensen achterhaald is omdat uit veel psychologische studies is gebleken dat mensen een potentieel hebben dat kan worden ontwikkeld met psychologische middelen, niet door te knoeien met het fysieke brein.

Wat zit er achter het idee van hoger onderwijs? Je plaatst een kind in een bepaalde situatie waarin het dingen leert. Je vult de geest van het kind niet alleen met feitenkennis, je bouwt ook een bepaalde vaardigheid, een bepaalde houding en een bepaalde denkwijze op die het kind in staat stelt om goed te functioneren in een veeleisende baan. Je kunt de gemiddelde persoon niet veeleisender banen geven, maar je kunt een kind een onderwijsproces laten doorlopen waardoor het kind grote kans op succes heeft om die baan te krijgen.

Maar leg je dat kind op een operatiekamertafel, snijd je zijn schedel open en begin je te knoeien met de machinerie van het fysieke brein? Vanzelfsprekend niet. Wat ben je aan het doen? Je ontwikkelt het kind op een niet-materiële en een niet-fysieke manier. Je doet het op een psychologische manier door aan de psyche van een kind te werken zonder met het fysieke brein te knoeien. En dat bewijst onomstotelijk dat je iemands bewustzijn kunt ontwikkelen zonder iets aan het fysieke brein te doen. En dit bewijst dat iemands bewustzijn geen exclusief product is van het fysieke brein.

Het duurt al veel te lang voor de moderne democratieën om deze simpele waarheid toe te geven. Het is heel erg belangrijk dat deze landen dit gaan erkennen en de gevolgen ervan gaan inzien. Nogmaals, het betekent niet dat ze spiritueel moeten worden of een bepaalde spirituele leer moeten aanhangen. Maar het betekent dat deze landen zich moeten gaan afvragen: Wat is het menselijk potentieel eigenlijk? Hoe kunnen we een mens zo ontwikkelen dat hij een hoger vermogen, misschien wel een hogere visie of een hogere bewustzijnsstaat krijgt? Hoe kunnen we de ontwikkeling van het hoogste potentieel van onze kinderen bevorderen? En is het eigenlijk niet de hoogste plicht van een democratische natie om onze kinderen als bron van inkomsten te beschouwen en te zeggen: “Hoe kunnen we kinderen de best mogelijke voorwaarden bieden om hun volledige potentieel te ontwikkelen?”

Wat is de belangrijkste factor die dit blokkeert? Aan de ene kant is dat het materialisme. Maar aan de andere kant dat veel volwassenen die in posities zitten waarin besluiten worden genomen, nooit de kans hebben gekregen om hun bewustzijn te verhogen. Soms zien ze er de waarde eigenlijk niet van in of willen ze gewoon niet dat hun kinderen hen overtreffen. Ouders hebben de houding dat ze niet willen dat hun kinderen hen overtreffen, niet beslist in materieel opzicht, maar psychologisch, in bewustzijn. Veel volwassenen willen niet dat hun kinderen intelligenter, beter functioneren of capabeler zijn dan zij. Je ziet dit vooral bij ouders die een positie in de samenleving hebben bereikt waarin ze het gevoel hebben dat ze het veel beter hebben gedaan dan hun ouders. En ze willen vaak niet dat hun kinderen beter worden dan zij. Er is hier een zeker gevoel van concurrentie.

Maar is dit iets waar de samenleving zich door moet laten beperken? Of moet een samenleving zeggen: “Het wordt tijd dat we kinderen de best mogelijke omstandigheden bieden opdat ze hun potentieel kunnen ontwikkelen.” En dat betekent dat we moeten kijken wat het hogere potentieel voor een mens is. Word je echt beperkt door je genen, zodat jij geen hoger IQ kunt ontwikkelen als je ouders een bepaald IQ hadden? Word je trouwens geboren met een bepaald IQ of kun je dat ook ontwikkelen? Word je echt beperkt door je opvoeding, zodat jij, als je bent opgegroeid in een arbeidersgezin, alleen maar een baan als arbeider kunt hebben? Vanzelfsprekend gelooft geen enkele moderne natie dit. De meer ontwikkelde landen hebben dit idee natuurlijk al lang geleden opgegeven en staan alle kinderen met capaciteiten toe om onderwijs te volgen en ze hebben dat tot een prioriteit gemaakt, omdat ze beseffen dat je niet van een kind dat opgroeit in een arbeidersgezin kunt zeggen: “Dat kind is niet slim genoeg om hoger onderwijs te volgen.”

Dit was vijftig, zeventig of tachtig jaar geleden wel het geval. Dit is nog steeds het geval in veel landen over de hele wereld. Maar veel landen hebben het getranscendeerd. Wordt het dan geen tijd om de volgende sprong te wagen en te zeggen: “We moeten naar elk kind afzonderlijk kijken en hem de mogelijkheid geven om zijn potentieel te ontwikkelen, wat in de eerste plaats inhoudt dat hij zijn psychologische wonden heelt om te leren omgaan met zijn eigen emoties en psyche. En daarom moeten we kijken hoe we mensen kunnen helpen om de leiding over hun eigen psyche, over hun eigen geest, te nemen en hun geest te ontwikkelen, zodat ze bij dit hogere potentieel kunnen komen.”

In vrijwel alle democratische landen is al heel lang bekend dat mensen slechts een klein percentage van de capaciteit van het fysieke brein benutten, zoals neurologen en wetenschappers hebben gezegd. Maar zelfs daarnaast benutten mensen slechts een heel klein percentage van hun volledige potentieel. En is het niet de allerhoogste verantwoordelijkheid van een regering die beweert vrij en democratisch te zijn en het beste met haar burgers voor heeft, om mensen te helpen dat potentieel te ontwikkelen? Geldt dit alleen voor kinderen? Nee, natuurlijk ook voor de ouders, en eigenlijk voor alle volwassenen.

In de jaren zestig incarneerde een grote groep mensen die gefocust was op spirituele groei en spirituele ontwikkeling. En daar hebben ze ook naar gestreefd. Het gevolg was dat er veranderingen in de samenleving kwamen. Veel samenlevingen kijken nog steeds neer op spirituele mensen door ze te bestempelen als hippies, flowerpower-mensen, drugsverslaafden en dergelijke. Er heeft echter een verschuiving plaatsgevonden in veel samenlevingen. Maar het is nog niet zover doorgedrongen dat je zegt: “Er bestaat eigenlijk een alternatief voor het leven dat de meeste mensen in onze moderne landen leven. Het potentieel bestaat dat mensen zichzelf ontwikkelen om zelfs op hogere niveaus van bewustzijn en visie te komen, en daardoor in staat te zijn om op een hoger niveau te functioneren dan mensen vandaag de dag kunnen.”

Een mens is geen vaste entiteit, maar in hoge mate een plooibare entiteit die in een constructieve richting ontwikkeld kan worden. En de ontwikkeling van het volledige potentieel van onze burgers is de grootste bron van inkomsten voor een moderne, goed geïnformeerde samenleving. Waarom investeren we hier niet in? Waarom laten we kinderen niet zien hoe ze hiermee om moeten gaan als onderdeel van het leerplan op school? Dit wil niet zeggen dat we onze kinderen moeten leren dat ze spiritualiteit moeten gaan beoefenen of een oefening moeten gaan doen, maar we moeten manieren vinden waarop kinderen dit potentieel kunnen ontwikkelen. En waarom zouden we, als er al methoden zijn ontwikkeld en is bewezen dat ze werken, ze dan niet op zijn minst aan onze kinderen aanbieden?

Alle bewustere mensen hoeven niet aan alles te werken. Maar er zijn mensen die het gevoel zullen hebben: “Dit onderwerp spreekt me erg aan. Ik voel me erg betrokken bij dit specifieke probleem.” Concentreer je dan daarop, leer jezelf iets over dat onderwerp en laat dan het hogere bewustzijn eraan werken. Hoe meer jij jezelf onderwijst, hoe beter werk je kunt doen en hoe groter de impact die je zult hebben. En daarna kijk je of het misschien in je Levensplan past om in de samenleving iets aan dit probleem te doen. Veel mensen zullen deze interesse hebben. Veel mensen gebruiken het voor onderwijs, psychische groei of psychologische genezing. Maar ook veel mensen hebben andere terreinen in de samenleving waar je in je leven aan wilt werken en een verbetering wilt bieden die de samenleving vooruit kan helpen.

Nogmaals, heel veel mensen zullen de samenleving kleine stukjes pushen en zo vooruithelpen. En als je realistisch kijkt naar wat verandering zal stimuleren, waar zullen die dan natuurlijk vandaan komen? Wie zijn de mensen in moderne samenlevingen die kunnen veranderen, zodat de samenleving zich richt op het ontwikkelen van de hulpbronnen van kinderen? Zijn dat niet de moeders van die kinderen die natuurlijk het beste voor hun kinderen willen? Steeds meer vrouwen zullen beseffen dat dit deel uitmaakt van hun Levensplan. Gedeeltelijk daarom zijn ze geïncarneerd. Dit is de bijdrage die ze wilden leveren – hun samenleving vooruithelpen om voortdurend meer en meer goed geïnformeerde samenlevingen te ontplooien die zich steeds meer bewust worden van de basale menselijkheid en vooral de essentiële menselijkheid, het hogere potentieel van een menselijk wezen. Welke moeder zou niet willen dat haar kinderen het beste uit zichzelf halen?