Jouw Ik Ben Aanwezigheid bepaalt de limiet van hoe ver je de dualiteit in kunt gaan

Vraag: Ik krijg soms het gevoel dat God over de ‘tweede dood’ zegt: het is mijn weg of de goede weg. Je gaat omhoog of je wordt vernietigd. Een deel van mij stoort zich hieraan. Kunnen de meesters een andere manier geven om hiernaar te kijken?

Antwoord van Geascendeerde Meester Jezus, 2019 – Washington D.C. (VS):

God legt geen goede wegen aan. Hij heeft ook niet een ‘mijn weg’, omdat hij je dan geen vrije wil zou gegeven. Als je het begrijpt, en ik erken volledig dat dit het moeilijkste onderwerp op aarde is dat je moet begrijpen, maar als je begrijpt wat vrije wil is, dan besef je dat God je niets aandoet. Dit is de allerbelangrijkste leugen van de gevallen wezens, namelijk dat God jou iets aandoet. God heeft je vrije wil gegeven. En als je dat definieert als God die jou iets aandoet, dan heeft God je dat aangedaan. Maar daarna heeft God je niets meer aangedaan. Je hebt alles zelf gedaan. Het probleem met vrije wil, als je het zo wilt noemen, is dat de uitdaging voor God is, hoe ver je die kunt doorvoeren. En dit bepaalt God niet, maar jij. Wij hebben er in vorige dispensaties een ander beeld van gegeven dan wij tegenwoordig doen. Dat was een traditioneler beeld die teruggaat op de God die ver weg in de lucht zit, die zich bemoeide met menselijke dingen; die engelen zond om je dit te vertellen of zich met diverse situaties bemoeide. Maar wij proberen jullie te helpen om een stap omhoog te doen door te zeggen dat jij eigenlijk degene bent die bepaalt hoe ver je wilt gaan.

Als je dit wilt overzetten, dan zou je kunnen zeggen dat God zei, toen hij de vrije wil maakte of heeft gegeven: Er moet een uiterste grens komen, zodat je kunt zeggen dat een levensstroom heel veel met zijn vrije wil heeft geëxperimenteerd dat hij heel ver in de rijken van de dualiteit en gescheidenheid is doorgedrongen dat het eenvoudig genoeg is. Met andere woorden, er moet een uiterste grens zijn hoe ver iemand vrije wil die gescheidenheid kan doorvoeren, omdat er een moment komt waarop die levensstroom geen kans meer heeft om terug te komen. En daarom heeft God gezegd dat je vrije wil hebt, maar dat er wel een limiet aan zit.

Er moet een limiet zijn, maar God heeft die limiet niet bepaalt. Jouw IK BEN Aanwezigheid bepaalt de limiet, wanneer hij voor de eerste keer een verlengstuk van zichzelf naar een niet-geascendeerde sfeer stuurt. Jouw IK BEN Aanwezigheid zegt: Tot zover mag een verlengstuk van mij gaan voordat ik het terughaal. Je kunt, als je in de dualiteit zit, natuurlijk niet je IK BEN Aanwezigheid als jezelf zien. Je beschouwt dit als een wezen buiten jou hoog in de lucht die jou wil inperken. Maar eigenlijk ben jij het zelf die de grens bepaalt. En de IK BEN Aanwezigheid zegt gewoon dat als dat verlengstuk van mij te ver in de dualiteit komt, hij de keus moet krijgen om nu terug te komen en beginnen terug te keren of dat hij teruggehaald wordt – ik zal hem zelf terughalen, omdat ik niet meer die ervaring in de dualiteit en gescheidenheid wil voortzetten.