Hoe de gevallen wezens twijfel zaaien

Geascendeerde Meester Aartsengel Michaël, 10 juni 2010

Maar nadat zij gevallen waren, hadden zij het gevoel dat ze onrechtvaardig waren behandeld, want ze zagen dat sommige van hun gelijken, een paar van hun eerdere gelijken, wel hogere posities in het spirituele rijk kregen. Maar ze waren niet in staat of bereid om te zien dat dit kwam omdat die levensstromen wel het gescheiden zelf hadden losgelaten en bereid waren de dienaar van iedereen te zijn. Dus dachten ze – de gevallen wezens dachten – dat ze onrechtvaardig waren behandeld. En toen besloten zij zich opzettelijk en bewust tegen Gods plan te keren door te proberen zoveel mogelijk levensstromen met zich mee te trekken naar de gevallen staat als zij maar enigszins konden.

En hoe besloten ze dit te doen? We hebben al gesproken over het bewustzijn van de aanklager van de broeders dat de wezens die in die sfeer die op het punt stond te ascenderen, maar die nog niet helemaal geascendeerd was, beschuldigde. En er waren dus wezens die openstonden voor die beschuldiging. Hoe kon dit gebeuren? Waarom werd dit toegelaten? Nogmaals, omdat er wezens waren in de sfeer die aan het ascenderen was, die nog niet helemaal op het punt waren gekomen dat zij spiritueel in hun eigen onderhoud konden voorzien, hun goddelijke individualiteit accepteren en tot uitdrukking brengen, omdat ze nog restanten bezaten van dat gescheiden zelf. En dus hadden die wezens de initiatie nodig, de toets: konden ze het gescheiden zelf loslaten en een stap omhoog doen naar eenzijn, of zouden ze proberen een aspect van het gescheiden zelf te behouden, omdat zij niet de volledige verantwoording voor zichzelf wilden dragen. Ze waren niet bereid om de creativiteit die zij van God hadden gekregen zo tot uitdrukking te brengen dat die van God gekregen creativiteit hen naar de geascendeerde staat zou kunnen schieten.

Zie je opnieuw, hoe die levensstromen niet door hadden dat ascensie geen collectief proces is? Begrijp je dat wanneer een sfeer in een ascenderende spiraal zit, de wezens die met elkaar die spiraal vormen die opwaartse stuwkracht vormen? Die opwaartse stuwkracht kan alle wezens in die sfeer optrekken en daardoor krijgt iedereen de kans om in zijn eigen onderhoud te voorzien; de Vlam van Ascensie te internaliseren. Maar de vraag is: Gaat een Wezen inzien dat het Licht van God in zichzelf zit? Of beschouwt hij het als iets wat van een externe bron komt?

Zolang jij denkt dat het Licht van buitenaf komt – van een leider, een boodschapper of een spirituele goeroe – dan kun jij spiritueel niet in jouw eigen onderhoud voorzien. En zolang jij niet in jouw eigen onderhoud kunt voorzien – omdat je weet dat het Licht van God binnenin jou is en jij niets van de wereld van vorm nodig hebt – kun jij niet ascenderen. Want de ascensie is een proces waarin jij individueel ascendeert, omdat jij spiritueel in jouw eigen onderhoud kunt voorzien.

Je bent nu de raket geworden waar Serapis Bey over sprak, die klaar staat om te vertrekken, zich aan de aantrekkingskracht van de aarde te ontworstelen en de ruimte in te gaan. En wanneer een sfeer ascendeert, moeten degenen die nog niet helemaal in hun eigen spirituele onderhoud kunnen voorzien, die initiatie ook ondergaan. Kunnen zij ascenderen, kunnen zij het gescheiden zelf loslaten, of moeten ze nog een ronde meedoen in de wereld van vorm en dan naar de nieuwe sfeer afdalen die wordt gevormd?

Die vele levensstromen, die nog niet in hun eigen spirituele onderhoud konden voorzien, kregen juist deze initiatie van geconfronteerd worden met de ‘hogere’ levensstromen – degenen die zichzelf in een leiderschapspositie hadden geplaatst – van geconfronteerd worden met hun rebellie tegen God. En wat deden die gevallen wezens dan precies om andere levensstromen met zich mee te sleuren? Nu, zij hoefden maar één simpel dingetje te doen en het is essentieel dat jij dit begrijpt.

In een ascenderende sfeer ontstaat een steeds groter gevoel van eenzijn. Alle wezens in die sfeer zijn zich in ieder geval bewust van dit eenzijn. Ze hebben nog niet allemaal volledig eenzijn bereikt, maar ze zijn zich bewust van de energie van eenzijn. En dus zijn ze zich er allemaal van bewust dat zij één moeten worden en dat eenzijn de onderliggende waarheid is. Maar degenen die dat nog niet ervaren hebben, zullen het meer als een theoretische mogelijkheid bezien, iets wat zij in de verre toekomst bij moeten komen.

Maar wanneer dat keerpunt komt, is die verre toekomst niet zo ver meer. Het is NU. Nu moet de keus gemaakt worden. Je kunt maar bepaalde tijd krijgen om naar de ascensie toe te groeien in een bepaalde cyclus, in een bepaalde sfeer, en dan komt het moment waarop je het moet afsluiten, jij die keus moet maken. Want je kunt die keus niet eeuwig uitstellen, anders zou vrije wil niet echt vrije wil zijn. En dus zijn er mensen die zich het eenzijn nog niet eigen gemaakt hebben, en dan is eenzijn nog steeds een concept dat ze begrijpen met de geest, maar nog niet totaal in hun hart ervaren.

En toen de gevallen wezens tevoorschijn kwamen en demonstreerden dat zij tegen eenzijn waren, kregen zij ineens een referentiekader dat er eerder nog niet was, namelijk dat er iets was wat niet alleen buiten eenzijn stond, maar zich zelfs tegen dat eenzijn keerde. En dit werd toen wat je zou kunnen noemen een negatief, of een separatistisch, referentiekader, in tegenstelling tot waar ik het eerder over had, namelijk dat mijn engelen en ikzelf het positieve referentiekader geven dat wij ons niet buiten het eenzijn plaatsen. En toen de gevallen wezens hun tegenstand tegen God projecteerden met het bewustzijn van de aanklager, werden degenen die al één geworden waren – degenen voor wie eenzijn niet meer een afstandelijk extern concept was – niet verplaatst. Ze zagen het onmiddellijk, zij lazen de vibratie dat dit geen eenzijn was en dus bleven zij onaangedaan door de gevallen wezens.

Maar er waren ook onschuldiger levensstromen die nog niet één waren, en veel van hen werden natuurlijk geschokt door deze demonstratie van anti-eenzijn en wat deden zij toen? Nu, het veroorzaakte twijfel in hun geest. Twijfel sloop hun geest binnen. Is eenzijn echt de onderliggende waarheid? Als eenzijn de onderliggende waarheid is, hoe kan het dan dat deze wezens zich van het eenzijn mogen afscheiden? Hebben ze echt gelijk als ze zeggen dat God ongelijk had, dat vrije wil niet de allerhoogste manier tot verlossing is, dat vrije wil slechts tot rampen leidt? Hebben zij gelijk, heb ik misschien ongelijk?

Dit is een deel uit een langere lering. Je kunt het hele dictaat hier lezen.