Hoe gevallen wezens de economie gebruiken

De gevallen wezens zullen elk aspect van de maatschappij gebruiken om de punten op hun agenda te verspreiden, maar er zijn maar weinig die hen zoveel kansen bieden als de economie. Op deze pagina staat een korte schets van hoe de gevallen wezens de economie gebruiken.

Een economie in stand houden door te doen alsof je in oorlogstijd leeft, zelfs in vredestijd
In een wereld die minder ontwikkeld is, proberen de gevallen wezens zichzelf privileges te geven door middel van bezit. In de feodale samenlevingen bijvoorbeeld bezat de machtselite al het land en kon ze de economie handen houden door het land dat ze bezaten. Naarmate de samenlevingen zich verder ontwikkelden, kwam er steeds grotere behoefte aan geld en de gevallen wezens hebben vanaf het begin geprobeerd om het geldstelsel te benutten.

De feodale heren die het land in bezit hadden, vormden de gevestigde elite, maar toen de economie van naties begon te groeien, vormde er zich een machtselite van bankiers. Die bankiers beseften (geleid door de gevallen wezens in het mentale en identiteitsrijk) dat zij geld en banksystemen konden benutten om hun agenda ter verbeteren.

Toen er zich natiestaten begonnen te vormen, werkten de gevallen wezens in het identiteitsrijk samen met gevallen wezens die waren geïncarneerd als koning en keizer. Dit zorgde voor spanningen tussen natiestaten en bracht oorlog voeren op een hogere schaal. Natuurlijk wierp dit de vraag op hoe de koningen aan de grote legers moesten komen die daarvoor nu nodig waren.

De vergelijking was eenvoudig. De mate waarin een natie in staat is om een leger te vormen, hangt af van de grootte van de bevolking en de economie. Om een groot leger op te bouwen, moet de koning meer soldaten huren en meer wapens kopen dan het land zelf kan produceren. De vraag is dan waar het geld om dit leger te kopen, vandaan komt.

De enige manier voor een koning om aan meer geld te komen, is een belasting aan zijn eigen burgers op te leggen. Maar omdat de gewone bevolking in die tijd heel weinig geld had, was het moeilijk om genoeg geld bijeen te brengen door de gewone mensen te belasten. De adel had het geld wel, maar zij voelden er niets voor om hogere belastingen te betalen, vooral als ze het niet eens waren met de ambities van de koning.

De gevallen wezens kwamen toen met een ingenieuze oplossing waarin twee elementen zitten:

• De koning maakte een nieuwe wet waarin iets werd gecreëerd dat goedgekeurd was als betaalmiddel. Dit is geld dat geen intrinsieke waarheid heeft (zoals gouden munten). Het is iets wat wij tegenwoordig papiergeld noemen en wordt alleen maar geaccepteerd, omdat de wet van de mensen eist dat ze dat gebruiken. De koning eiste dat alle mensen dit als geld zouden accepteren.
• De koning liet de bankiers gefiatteerd (goedgekeurd) geld uitlenen dat zij niet als deposito aan goud bezaten. Zij konden meer geld uitlenen dan de hoeveelheid gouden munten die in hun kluizen lag.

Het resultaat van dit geldstelsel in oorlogstijd was dat de koning de waarde van het geld kon manipuleren en leningen van bankiers kon aannemen om een oorlog te financieren. De bankiers konden meer gefiatteerd geld aan de koning uitlenen dan zij aan goud in hun kluizen bezaten. Het was niet meer nodig dat een bank geld had, het was alleen nodig dat de mensen dit als geld beschouwden. Dus de oorlogstijdeconomie berust op een illusie.

Het resultaat van deze oorlogstijdeconomie is dat de waarde van het gefiatteerde geld geleidelijk aan wordt verminderd. Voor de bevolking betekent dit dat zij harder moet werken voor dezelfde hoeveelheid geld. Het mechanisme is simpel.

De bankiers maken geld uit het niets en lenen dat uit met rente. Hoe kunnen mensen die rente terugbetalen? Voor de gewone man betekent dit dat hij harder moet werken. Voor de koning betekent het dat hij het gefiatteerde geld in waarde moet verminderen, zodat hij de rente met dezelfde hoeveelheid geld kan terugbetalen. Maar als hij dat doet, dan zakt de waarde van het geld ook voor alle mensen, wat betekent dat alle mensen meer geld nodig hebben om dezelfde hoeveelheid goederen te kunnen kopen.

In zo’n oorlogstijdeconomie wordt al het geld als schuld gemaakt. Wanneer een lening wordt terugbetaald, moet de rente ook betaald worden en dan wordt de hele hoeveelheid geld groter. Wanneer de hoeveelheid geld wordt vergroot zonder dat de hoeveelheid echte goederen toeneemt die daarmee correspondeert, ontstaat inflatie. Inflatie is een verborgen vorm van belasting.

De oorlogstijdeconomie staat toe dat een koning geld inzamelt voor een leger zonder de mensen rechtstreeks te belasten. In plaats daarvan produceert de economie inflatie, zodat de mensen nog steeds betalen voor de oorlog, maar zich niet realiseren dat zij dat doen. Zij zien geen directe link tussen het feit dat zij harder moeten werken en de oorlog die de koning voert.

Alle democratische naties hebben nu nog steeds een oorlogstijdeconomie omdat de inflatie wordt gebruikt als een verborgen vorm van belasting. Hierdoor kunnen naties meer geld uitgeven dan ze bezitten zonder rechtstreeks hun belasting te verhogen. In veel van de meer ontwikkelde naties wordt het kunstmatig gemaakte geld niet aan wapens uitgegeven, maar aan sociale programma’s. Niettemin hebben zulke naties nog steeds een oorlogstijdeconomie waardoor de mensen om de tuin worden geleid om een verborgen belasting te betalen. Dit zijn natuurlijk precies de soort manipulaties waar de gevallen wezens mee aan kunnen komen.

De economie gecompliceerder maken
Natuurlijk hebben de gevallen wezens niet alle macht over de economie. De belangrijkste drijfveer van de economie is dat de mensen hun materiële levensomstandigheden willen verbeteren en bereid zijn om harder te werken om dat te kunnen doen. Dus als de mensen meer produceren, wordt de economische groei gestimuleerd.

Er zijn gevallen wezens die liever willen dat de economische groei stopt en die de samenleving op het niveau van de feodale samenlevingen willen houden, waarin zij de machtselite vormen die grote privileges heeft. Andere gevallen wezens proberen voordeel te behalen uit de groeiende economie. Zij doen dat door steeds gecompliceerdere financiële instrumenten te creëren.

De economie compliceren is een elitaire zet, omdat het moeilijker wordt voor de ‘outsiders’ om die financiële instrumenten te benutten. Vanzelfsprekend wordt het ook voor insiders moeilijker en dat kan het moeilijker maken om het echte risico in te schatten van de financiële instrumenten die zij maken. Dit wordt duidelijk geïllustreerd door de financiële crisis in 2008, toen zelfs de insiders het risico van hun eigen instrumenten niet goed konden inschatten.

Veel gevallen wezens die zijn geïncarneerd, hebben als belangrijkste agendapunt dat zij zich van macht en privileges willen verzekeren. Door dat te doen, raken ze vaak verblind en krijgen ze een tunnelvisie, waardoor ze niet zien dat zij bezig zijn met iets wat leidt tot een economische instorting.

Maar het inzicht wat je hieruit kunt halen, is dat die mensen vaak in de macht zijn van gevallen wezens in het identiteitsrijk en zij hebben hele andere punten op hun agenda. Hun belangrijkste agendapunt is dat vrije wil een fout was en alleen maar tot rampen kan leiden.

Voor de gevallen wezens in het identiteitsrijk is een financiële instorting helemaal geen ramp. In tegendeel, het steunt hun globale agenda. De gewone bevolking kan hen niets schelen, en ook de gevallen wezens die zijn geïncarneerd, kunnen hen niets schelen, omdat zij die als werktuig gebruiken. Voor hen geldt: hoe meer chaos hoe beter.

De gokeconomie
De gevallen wezens hebben een gokeconomie op de moderne wereld gecreëerd. Gokken wordt gebaseerd op het concept dat je mensen laat meedoen aan een activiteit die het aantrekkelijk maakt om de droom te verwezenlijken om rijk te worden zonder ervoor te hoeven werken. Die droom wordt eigenlijk gecreëerd door de gevallen wezens, omdat zij niet het belangrijkste principe willen volgen van een natuurlijke economie.

Dit principe wordt geïllustreerd in een parabel van Jezus. Het verhaal is dat een meester wegging en zijn drie dienaren bij zich riep. De ene gaf hij tien talenten, een andere vijf en nog een andere twee. Toen hij terugkwam, vroeg hij zijn dienaren om verslag te doen van de manier waarop zij het geld in zijn afwezigheid hadden benut. Twee hadden hun geld vermenigvuldigd en werden beloond en één had niets vermenigvuldigd en werd gestraft.

Dit principe berust op het feit dat wij medeschepper zijn. We krijgen een bepaalde hoeveelheid creativiteit (talenten) van de geascendeerde meesters. Als we die vermenigvuldigen door iets te maken waar het geheel van profiteert, dan krijgen we nog meer creativiteit. Als wij die niet vermenigvuldigen, omdat wij alleen maar werken om er zelf iets aan te hebben, dan kunnen de meesters niets vermenigvuldigen.

De gevallen wezens hebben zichzelf afgesneden van die stroom van creatieve energie en daardoor moeten zij op een horizontale manier (uit de vier octaven) energie stelen in plaats van die verticaal te ontvangen. Dit betekent dat zij mensen moeten manipuleren om hen hun energie te geven.

De gevallen wezens dromen ervan om iets voor niets te krijgen, om rijk te worden zonder iets van waarde voor anderen te produceren. Zij willen de rijkdom in hun eigen handen krijgen zonder het geheel te verheffen. Daardoor projecteren zij op het collectieve bewustzijn de droom dat ze geluk hebben en een grote prijs winnen door middel van een kleine investering. Natuurlijk zijn veel mensen in dit gokbewustzijn getrapt, dit gokmonster.

In werkelijkheid heeft dit de gevallen wezens in staat gesteld om myriaden intriges te verzinnen om de mensen hen hun geld te geven in de hoop op grote winst. Vanzelfsprekend gaan de gevallen wezens er met de winst vandoor en concentreren de rijkdom in hun eigen handen.

Een illusie die erg populair is, is dat gokken wordt gebaseerd op geluk of het lot, maar in werkelijkheid berust het op koude, keiharde wiskunde. Las Vegas bestaat nog steeds omdat de mensen, ondanks alles wat er gebeurt, nog steeds meer geld achterlaten dan meenemen. Zo gaat het met alle aspecten van de moderne samenleving.

Een voorbeeld is de aandelenmarkt. Een paar jaar geleden was er een enorme val in de Dow Jones index. Een presentator van een belangrijk Amerikaans nieuwsstation kondigde aan dat de economie zojuist in één dag een triljoen dollar had verloren. Maar dit was zo’n overduidelijke illusie dat het netwerk wel incompetent moest zijn of rechtstreeks aan het manipuleren was door zoiets uit te zenden.

Het naakte feit over de aandelenmarkt is dat een aandeel geen intrinsieke waarde heeft. De waarde van een aandeel wordt bepaald door de waarneming van de mensen – en niets is voor de gevallen wezens gemakkelijker te manipuleren dan de waarneming van de mensen (vooral omdat zij de belangrijkste media in hun macht hebben).

Toen het netwerk zei dat de economie een miljard dollar had verloren, werd dit gebaseerd op het kijken naar de waarde van alle aandelen, zoals die was op de dag voor de crash. Bijvoorbeeld, stel dat er een miljoen aandelen waren die elk voor tien dollar werden verkocht, dan zouden die zogenaamd een waarde van tien miljoen dollar hebben.

Maar dit is een totale illusie, omdat de waarde van een bepaald aandeel niet afhangt van de echte waarde, zoals de winst van het bedrijf of de dividend. De waarde van een aandeel is gewoon wat iemand ervoor wil betalen op een bepaalde dag. Mensen kopen aandelen niet op grond van iets wat echt bestaat, maar vanwege hun waarneming van waar zij het aandeel in de toekomst voor kunnen verkopen.

Wat de meeste mensen niet beseffen, is dat aandeelprijzen alleen maar omhoog gaan zolang er meer mensen zijn die kopen dan verkopen. Stel je voor dat een bepaald bedrijf een miljoen aandelen heeft die gisteren elk voor tien dollar zijn verkocht. Betekent dat dan dat alle mensen die hun aandelen vandaag verkopen er ook tien miljoen dollar voor kunnen krijgen? Nee, want zodra alle mensen op dezelfde dag willen verkopen, zakt de waarde van het aandeel misschien wel naar nul, als er geen kopers voor zijn.

De aandelenmarkt is een perfect voorbeeld van hoe de gevallen wezens de economie manipuleren. De aandelenmarkt begon oorspronkelijk als een manier om voor bedrijven geld bijeen te brengen om uit te kunnen breiden en om gewone mensen geld te laten verdienen met dividend. De gevallen wezens hebben er een reusachtig gokapparaat van gemaakt door te bieden op aandeelprijzen die op pure speculatie berusten. De waarde van een aandeel berust niet op het dividend dat je verdient als je het aandeel bezit, maar in plaats daarvan op de snelle winst die je kunt halen als je het aandeel verkoopt als de prijzen stijgen.

Dit werkt alleen zolang de waarneming bestaat dat de prijzen omhoog gaan. En de prijzen kunnen alleen maar omhoog gaan zolang er nieuwe kopers op de markt komen, mensen die er ook op gokken dat de prijzen nog verder gaan stijgen, zodat zij ze kunnen verkopen voor meer dan zij ervoor betaald hebben.

Maar het is keiharde wiskunde dat niet iedereen het voor meer kan verkopen dan hij ervoor betaald heeft. Het was nooit de bedoeling van de gevallen wezens dat iedereen geld zou verdienen met aandelen – alleen zij zouden geld moeten verdienen aan aandelen.

Om dat voor elkaar te krijgen, hoeven ze alleen maar de waarneming van de mensen te manipuleren, zodat de mensen gaan denken dat de waarde van een bepaald aandeel (of zelfs alle aandelen) naar beneden gaan. De truc is dat je de mensen in een spiraal krijgt die op en neer gaat. Je zorgt ervoor dat ze gaan kopen vanwege de overtuiging dat de prijzen omhoog zullen blijven gaan. Dan verander je hun waarneming van de hoop om iets te winnen in de angst om iets te verliezen. Zij zullen nu verkopen voor minder dan wat zij hebben betaald uit angst dat ze nog meer zouden kunnen verliezen.

De gevallen wezens hebben nu zulke reusachtige financiële instituten gecreëerd dat zij naar believen bepaalde aandelen of zelfs de hele aandelenmarkt kunnen manipuleren. Die instituten verdienen inderdaad geld als de prijzen stijgen. Maar zij verdienen veel meer geld als ze de prijs kunnen opblazen en mensen zover krijgen dat zij veel voor iets betalen, de prijzen laten zakken en dan de mensen zover te krijgen dat zij goedkoop iets verkopen. Dan kopen ze de aandelen voor een lage prijs en blazen de markt weer op tot zij iets duur kunnen verkopen.

Deze cyclus om geld van de mensen af te pakken, kan alleen maar blijven doorgaan zolang de mensen dit dualistische spelletje nog niet doorhebben op grond van hun hebzucht (we kunnen snel winst maken) en hen zover te krijgen dat zij verkopen vanwege hun angst om iets te verliezen (als wij nu niet verkopen, zal het aandeel niets meer waard zijn).

De nieuwste intrige is dat de gevallen wezens erin geslaagd zijn om veel mensen in ontwikkelde naties zover te krijgen dat zij hun pensioenplannen koppelen aan investeringen op aandelenmarkt. Een van de bedoelingen is om het inherente risico van speculaties te verkleinen. De gevallen wezens hopen dat de regeringen, als zij zulke hoge risico’s nemen dat de aandelenmarkt het risico loopt om totaal in te storten, zouden moeten ingrijpen om het pensioen van de mensen veilig te stellen, door de gevallen wezens opnieuw overeind te houden, omdat de aandelenmarkt ‘te groot is om te mislukken’.

Wordt het niet tijd dat wij, het volk, niet meer in deze kunstmatige economie trappen en een economie eisen die wordt gebaseerd op het natuurlijke principe dat degenen die hun talenten willen vermenigvuldigen door het geheel te verheffen, eerlijk worden beloond? Wordt het niet tijd dat wij eenvoudig de droom van de gevallen wezens opgeven dat wij iets voor niets krijgen in plaats van te gebruiken wat wij wel hebben en de gevallen wezens niet: onze ingebouwde creativiteit?

Volgende pagina: Het milieuprobleem