Ware en valse dienstbaarheid

Geascendeerde Meester Jezus, 6 april 2007

Daarom zeg ik u: elke zonde en elke godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Heilige Geest lastert, kan niet worden vergeven. En iedereen die iets ten nadele van de Zoon des mensen zegt, zal worden vergeven. Maar wie kwaadspreekt van de heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de komende. (Matteüs 12:31-32)

Zo behoor ik, Jezus, mijn geliefden, ook tot de zesde straal van dienstbaarheid. Dus wilde ik ook graag een duit in het zakje doen, zoals ze zeggen. Want wat is ware dienstbaarheid aan het leven? Dat is wanneer je AL het leven dient. En wat houdt het in om al het leven te dienen? Nu, er is slechts één manier om al het leven te dienen en dat is mee te gaan met de Heilige Geest, die juist die kracht van God is, dat aspect van God, die bedacht is om al het leven te accelereren, zodat al het leven méér wordt.

Hoewel mijn woorden 2000 jaar geleden onheilspellend klonken, waren ze zo bedacht vanwege het bewustzijn in die tijd. De mensen zaten nog steeds zo vast in wat Nada zo juist heeft omschreven als het valse verlangen om de ver verwijderde God te dienen, en zij dachten dat zij het boze, oordelende wezen in de lucht met hun religieuze handelingen dienden. Dus hier vind je de Schriftgeleerden en de farizeeërs die – net als pauwen rond paradeerden, zichzelf heiliger dan alle anderen in Israël voelden – God dienen. Maar in werkelijkheid dienden zij de verkeerde God. En dat is juist de reden dat ik zei dat jullie, tenzij jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de Schriftgeleerden en de farizeeërs, zeker het koninkrijk van de hemel niet zullen binnengaan. (Matteüs 5:20).

En hoe komt dit? Omdat de Schriftgeleerden en de farizeeërs gevangenzaten in het dualiteitsbewustzijn en zichzelf gescheiden van God beschouwden. Omdat jij, als je God als de ver verwijderde God ziet, jij God vanzelfsprekend buiten jou ziet en dat jij buiten God bestaat. En hoe kun jij dan ooit het koninkrijk van God ingaan, dat waar is?… (de toehoorders antwoorden met: “Binnenin jou”)… binnenin jou is. We zullen ervoor zorgen dat jullie dit op den duur begrijpen, zodat als ik jullie om vier uur ’s ochtends zou wekken en vroeg: “Waar is het koninkrijk van God?” jullie zouden zeggen: “Binnenin mij”.

De illusie dat jij de ver verwijderde God dient
Mijn geliefden, zonder gekheid, dit is het meest serieuze waar je ooit over zou moeten nadenken. Want zie je, negentig procent of meer van de religieuze mensen op deze planeet zit vast in de illusie dat wat zij doen, God dienen is. Maar ze dienen de ver verwijderde God, ze proberen de ver verwijderde God tevreden te stellen, ze denken dat als zij maar dingen in de buitenwereld doen, door een uiterlijke religieuze handeling, de uiterlijke God hen dan wel in het uiterlijke koninkrijk zal toelaten. Maar dat is natuurlijk de brede weg die tot ondergang leidt – dat kan gewoon niet.

Wanneer je in dat dualiteitsbewustzijn gevangenzit, zit je vast in de overtuiging van jouw ego dat God hem, als hij alles in de buitenwereld goed doet, wel in het koninkrijk moet toelaten. Dit is zo’n complete illusie dat jouw ego nooit in staat zal zijn dit als een redeneerfout te beschouwen. Dat is juist de reden dat wij jullie de lering hebben gegeven dat er een deel van jou, de Bewuste Jij, is die meer is dan jouw ego en die zich van jouw ego kan afscheiden.

Zolang jij je met jouw ego vereenzelvigd, ben jij niet bereid hogerop te komen, méér te worden. Want je wilt je vastklampen aan de illusie dat God jou, zolang je bij deze kerk in de buitenwereld blijft – en die handelingen verricht waarvan jij besloten hebt dat die jou in de hemel brengen – dan wel moet accepteren. En jouw ego wil deze illusie niet loslaten, omdat hij weet dat jij, mocht je deze illusie doorzien, geen ego meer nodig hebt en jouw ego zou sterven. Dus gelooft jouw ego dat het een kwestie van op leven en dood is ervoor te zorgen dat jij deze illusie behoudt. En zolang jij je met jouw ego vereenzelvigt, denk jij ook dat het een kwestie van op leven en dood is, of een kwestie van verlossing of verdoeming – het verschil tussen naar de hemel of naar de hel gaan.

Ik zeg niet dat de Schriftgeleerden en de farizeeërs slechte mensen waren. Ik heb hen niet slecht genoemd; ik noemde hen huichelaars, omdat zij dachten dat zij God dienden en omdat zij niet bereid waren het feit te erkennen dat zij God niet dienden – of beter gezegd dat zij niet de Levende God dienden die in alles is. Dat is de realiteit die ik hen met woorden en daden en zelfs door mijn Aanwezigheid, kwam aantonen. Ze moesten er niets van hebben, want zij waren niet bereid hun ego los te laten. Ze waren niet bereid dat sterfelijke zelf aan het kruis te laten sterven opdat zij opnieuw geboren konden worden. Daarom kon Nikodemus mij niet begrijpen toen ik zei dat, tenzij een mens uit water en geest geboren wordt, hij het koninkrijk van God niet kan ingaan (Johannes 3:3).

Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.