Een natuurlijke versus een onnatuurlijke economie

 

Waarom bevindt Amerika zich niet in de Gouden Eeuw? Omdat er niet genoeg Amerikanen in het Gouden Eeuwbewustzijn zijn. Waarom niet? Omdat ze verdeeld zijn door allemaal factoren.

Wat is het Tijdperk van Hoger Bewustzijn? Hoe manifesteer je het Tijdperk van Hoger Bewustzijn? De komende tweeduizend jaren hebben het potentieel om een gouden eeuw te worden, omdat dit het Tijdperk van Hoger Bewustzijn en het tijdperk van gemeenschap is. Gemeenschap betekent “kom tot eenheid.” Maar hoe kom je tot eenheid? Je wordt één met een hoger bewustzijn, je wordt verdeeld door de geest van een lager bewustzijn, de geest van antichrist. Waarom zijn de Amerikanen op dit moment verdeeld? Omdat ze openstaan voor de manipulaties van de geest van antichrist. Wat is een van de factoren waardoor ze daarvoor openstaan?

Amerikanen zijn geobsedeerd door winnen. Maar aan dit verlangen om te winnen ligt natuurlijk een mentaliteit ten grondslag die erg competitief is. Amerikanen realiseren zich dit vaak niet omdat Amerikanen de neiging hebben om in een soort bubbel te leven omdat Amerika zo’n groot land is dat Amerikanen niet zoveel reizen als de mensen in andere landen doen die naar het buitenland gaan, omdat je heel veel kunt reizen in de Verenigde Staten en nog steeds nieuwe dingen kunt tegenkomen.

Mensen in kleinere landen over de hele wereld zijn meer tot reizen geneigd. Ze worden blootgesteld aan verschillende culturen en beseffen dat er veel verschillende denkwijzen zijn; dat er veel verschillende manieren zijn om naar dingen te kijken. Amerikanen zijn dus niet zo gewend om te horen wat andere mensen van Amerika vinden, want dan zouden ze weten dat veel mensen Amerikanen als zeer competitief beschouwen.

Je kunt naar de Olympische Spelen kijken, je kunt naar sport in het algemeen kijken en zien dat Amerikanen vaak willen winnen; dat ze een zeer competitieve houding hebben omdat ze willen winnen, beter willen zijn dan anderen. En dat wordt zelfs weerspiegeld in het nationale gevoel dat Amerika de grootste natie op aarde is, dat Amerika beter moet zijn dan andere naties en dat Amerika geavanceerder is dan andere naties.

Deze competitieve mentaliteit is juist een van de dingen die Amerikanen tegen elkaar heeft verdeeld, want competitie betekent dat je een soort strijd tegen andere mensen voert. Concurrentie en coöperatie gaan niet samen. Ze beginnen beide met de letters ‘co’, maar daarmee eindigt de overeenkomst. Je kunt niet met mensen samenwerken als je tegelijkertijd met ze concurreert. Nu is er nog een woord dat begint met “co” en dat is community, gemeenschap. Dus? Je kunt niet één worden, je kunt geen gemeenschap vormen, door competitie, maar alleen door coöperatie.

Er is een populair gezegde in de Verenigde Staten dat je ‘hetzelfde wilt als de familie Jansen’. Veel Amerikanen verkeren in een gemoedstoestand waarin ze hetzelfde willen als de familie Jansen. Als iemand verderop in de straat een nieuwe auto krijgt, dan moeten zij ook een nieuwe auto kopen die een beetje chiquer is, een beetje groter. Dat was in ieder geval vroeger zo toen de Amerikaanse middenklasse geld te besteden had aan dit soort luxeartikelen, maar veel van hen kunnen dat niet meer ondanks het feit dat zowel de man als de vrouw werkt.

Er zijn veel Amerikanen die hetzelfde willen als de familie Jansen, maar er zijn ook veel Amerikanen die de familie Jansen willen zijn. Zij willen de mensen zijn die andere mensen proberen bij te houden, maar ze willen hen ook voor blijven. Ze willen niet dat andere mensen hen inhalen.

Op nationale schaal werkt dit in het voordeel van de machtselite die het geld van de mensen heeft gestolen. Ze hebben zichzelf als elite gevestigd, ze willen niet delen met anderen, ze willen een bevoorrechte positie die niemand kan bedreigen en niemand hen kan ontnemen. Met andere woorden, er bestaat een bewustzijn dat je een bevoorrechte positie wilt hebben, en zodra je die hebt, wil je voorkomen dat andere mensen in de buurt van jouw positie komen.

Wat betekent dit als je het historisch in Amerika bekijkt? Hoe kwamen de mensen die tegenwoordig geld hebben, de mensen in de top één procent, aan dat geld? De Amerikaanse droom is dat iedereen door hard te werken miljonair kan worden. Dit maakt deel uit van deze droom. Als je echter kijkt naar de mensen die tegenwoordig miljardair zijn, hoe zij of hun voorouders zoveel geld konden vergaren, dan kwam dat doordat ze bepaalde zakelijke maatregelen namen waardoor ze de vrijheid kregen om de concurrentie te vernietigen en alles te doen wat nodig was om hun geld te vergaren. Maar toen ze het geld hadden, deden ze alles wat ze konden – zowel met hun geld als illegale methoden, maar ook met behulp van de overheid – om de vrijheid van de concurrentie te vernietigen. Met andere woorden, ze gebruikten de vrijheid van de economie om een bevoorrechte positie voor zichzelf te verwerven en toen ze die positie hadden verkregen, probeerden ze de vrijheid van de economie te vernietigen, zodat niemand of in ieder geval heel weinig mensen hun positie kon bedreigen.

Als je het puur vanuit een logisch perspectief bekijkt, zou het dan niet in ieders voordeel zijn als iedereen in de samenleving veel geld zou hebben? Consumentenuitgaven zijn goed voor tweederde van de economie, dus hoe meer geld consumenten hebben, hoe meer ze uitgeven, hoe meer bedrijven er kunnen worden opgezet, hoe meer geld de bestaande bedrijven verdienen. Iedereen heeft welvaart. Iedereen verdient meer wanneer de mensen meer geld te besteden hebben.

Dus hoe rijker iedereen in een samenleving wordt, hoe groter de economie zal worden en hoe meer de mensen geld kunnen verdienen. Zelfs de rijkste mensen kunnen meer geld verdienen als iedereen meer geld te besteden heeft. Waarom zouden rijke mensen niet willen dat iedereen rijk wordt? Om de eenvoudige reden dat ze de bevolking voor willen zijn. Ze willen de elite zijn die opvalt en heeft wat niemand anders heeft.

Kijk naar de feodale samenlevingen in Europa. Een paar edelen zitten in hun kastelen en laten honderden boeren al het werk doen zodat zij een bevoorrechte levensstijl kunnen hebben. Als je kijkt naar het geld dat zo’n edelman echt had, dan was dat niet veel geld in vergelijking tot de rijke mensen van tegenwoordig. Tegenwoordig mensen zijn er mensen die, zelfs als je rekening houdt met inflatie en al dat soort factoren, veel meer rijkdom hebben dan de edelen in het middeleeuwse Europa. Dat betekende niets voor deze edellieden, maar het betekende wel iets dat ze meer geld hadden dan de meerderheid van de bevolking, dat ze veel verder voor lagen op de meerderheid van de bevolking. Ze concurreerden natuurlijk ook onderling, maar toch konden ze het gevoel hebben dat ze deel uitmaakten van een elite, en die elite stond zo ver af van de gewone mensen dat er geen vergelijking mogelijk was.

Dit betekent wel iets voor deze geïncarneerde manipulatoren en daarom willen ze niet dat alle mensen veel geld hebben. Ze willen niet dat de bevolking te veel welvaart heeft, omdat ze niet echt meer geld willen verdienen dan ze al hebben. Ze vinden het belangrijk om meer geld te hebben dan de meeste mensen en dat er zo’n grote kloof zit tussen wat zij hebben en wat de have-nots hebben, dat die kloof onoverkomelijk is, zodat niemand die ooit kan overbruggen, of misschien een paar mensen die ook miljonair of miljardair worden. Maar dit moeten ze toestaan om de Amerikaanse droom in stand te houden.

Bepaalde mensen, zoals de eigenaar van Amazon, zijn begonnen met niets, maar op een nieuw terrein waar geen van de gevestigde bedrijven de waarde echt van kon inzien, en die wel zelf een enorm fortuin hebben verdiend. Hier houdt de machtselite, de oude gevestigde machtselite, niet echt van. Zij hebben de neiging op deze mensen neer te kijken omdat ze geen deel uitmaken van het oude establishment. Maar ze laten het toe omdat dit de Amerikaanse droom in stand houdt dat echt iedereen hetzelfde zou kunnen als ze zich net zo zouden inzetten als hij.

Maar feit is dat niet iedereen hetzelfde zou kunnen doen. Iedereen kan niet welvarend worden, want het geld is er niet, die economie is er niet, die vrijheid is er niet, die concurrentie is er niet. Misschien dat een of twee mensen door het glazen plafond heen kunnen breken en een enorm fortuin vergaren vanuit het niets, maar als alle Amerikanen hetzelfde zouden proberen, zelfs als ze zich zouden inzetten en zo hard mogelijk zouden werken, zouden ze het niet allemaal kunnen, omdat de economie gewoon niet op dat niveau zit. En die zit niet op dat niveau, omdat de machtselite die kunstmatig op een lager niveau heeft gehouden.

Dit is de competitieve manier van denken. En helaas houdt die de status quo in stand, maar die vind je niet alleen bij de top één procent van de machtselite. Je ziet die bij een vrij substantieel percentage van het Amerikaanse volk. Ze willen ook op anderen voor liggen, niet zo ver als de machtselite, maar gewoon een klein beetje. Maar ze willen vooroplopen. Ze willen de familie Jansen zijn die iedereen probeert bij te houden.

Dit heeft in Amerika een mentaliteit gecreëerd die je overal vindt. Dit heeft voor een mentaliteit gezorgd waardoor sommige mensen in hun jeugd al hun best deden, een eigen bedrijf begonnen, deden wat ze moesten doen en meer geld verdienden dan gemiddeld, maar nu ze meer geld hebben verdiend, zijn ze een beetje zelfgenoegzaam, een beetje lui, geworden. Ze willen de voorsprong die ze hebben op anderen behouden. Ze willen nog steeds vooroplopen, maar geen extra moeite doen om harder te werken. Dus wat doen ze? Ze willen andere mensen onderdrukken.

Bij veel mensen vindt een verschuiving plaats. Ten eerste concentreren ze zich allemaal erop om geld voor zichzelf te verdienen. Wanneer ze het gevoel krijgen dat ze genoeg hebben, veranderen ze en concentreren zij zich vervolgens op het onderdrukken van anderen. Dit heeft op heel veel plaatsen in de Verenigde Staten geleid tot iets wat jullie het ‘old boys’-netwerk noemen.

Bijna overal zie je de tendens terug dat bedrijven die een bepaalde dominante positie hebben in een stad of een gebied van een grotere stad, andere bedrijven onder de duim willen houden. Ze willen niet dat andere bedrijven beter worden. Ze zijn een beetje lui geworden. Ze willen niet meer zo hard werken. Ze willen geen jonge opschepper die bereid is zo hard te werken dat zij hun klanten weghalen. Dus doen ze wat ze kunnen binnen de wet of buiten de wet om, vaak in een vorm van corruptie die niet per se zo negatief is als corruptie, maar wel een vorm van corruptie is die de old boys in hun bevoorrechte posities houden door hieraan mee te werken.

Deze mentaliteit doet twee dingen. Ten eerste houdt die de echte machtselite aan de macht waardoor het de hele economie topzwaar wordt, maar ten tweede vertraagt die manier van denken de economische groei. Want nogmaals, er komt een punt waarop je genoeg geld hebt om het huis te kopen waar je altijd van hebt gedroomd, maar je kunt geen tweede droomhuis kopen, of een derde en je kunt niet dromen van een beter huis. Je kunt geen grotere auto kopen dan de auto waarvan je droomde toen je jong was, enzovoort. Heel veel mensen komen op een punt waarop ze misschien geld vergaren, maar het niet uitgeven, waardoor dat geld niet in de economie blijft. Ze zijn ook niet bereid om het te delen, maar het delen van hun rijkdom zorgt ervoor dat andere mensen het ook goed hebben.

Wat is het effect van deze manier van denken, dit bewustzijn? Het is anti-gemeenschap. Zo bouw je geen gemeenschap op. De eerste Amerikaanse kolonisten hadden een heel sterk gemeenschapsgevoel; zij hadden heel sterk het gevoel dat ze elkaar moesten helpen, omdat ze wisten dat dit de enige manier was waarop ze er zelf beter van konden worden. Ze dachten niet eens dat ze het als eenling beter zouden kunnen doen. Hun hele mentaliteit was: “Ik kan het beter doen als ik mijn broeders en zusters in de gemeenschap help om het beter te doen, want als een gemeenschap floreert, zullen alle leden van die gemeenschap floreren.” Dit was hun mentaliteit. Dit was de ware mentaliteit die Amerika heeft opgebouwd. Het is er nog steeds, je kunt het nog steeds vinden, maar het is op dit moment niet de heersende mentaliteit in Amerika, en dat is al een tijdje niet meer zo.

Ga terug, eerst naar de negentiende eeuw. Er kwamen grote zakenlieden die zich realiseerden: “Om veel rijkdom te vergaren kunnen we dit niet doen door de vrijemarkteconomie met vrije concurrentie. Dat kan niet als je gewoon een product of dienst levert en daar een redelijke, we zouden kunnen zeggen, natuurlijke winst mee maakt.”

Je kunt zien dat de hele economie van een natie een bepaald niveau heeft. Mensen hebben een bepaalde hoeveelheid geld. Ze kunnen een bepaald bedrag betalen voor levensbehoeften en je kunt bepaalde winst maken door in die behoeften te voorzien. Dit is de natuurlijke winst.

De natuurlijke manier om je winst te vergroten, is het niveau van de economie te verhogen, zodat iedereen meer geld heeft. Men kan het zich veroorloven om meer te betalen, men kan het zich veroorloven om meer te kopen, en daardoor kun jij meer winst maken. Als je het niveau van de hele economie verdubbelt, kan de natuurlijke winst ook verdubbelen. Maar die mensen waren niet tevreden met een verdubbeling van hun winst. Ze wilden honderd of duizend keer meer winst en in een natuurlijke economie, een vrije economie met vrije concurrentie, lukt dat niet.

Je kunt dit alleen doen in een gemonopoliseerde, topzware economie die de waarde van de arbeid van het volk in handen van de elite concentreert. Met andere woorden, de waarheid over de zogenaamde vrijemarkteconomie waar de mensen in Amerika altijd zo over schreeuwen, is dat je alleen natuurlijke winst kunt maken. Men kan natuurlijke winst behalen. En dat houdt dat je in een natuurlijke economie niet ziet dat er een elite opkomt die zo ver voor ligt op de gewone bevolking.

In een natuurlijke economie zie je dit niet omdat je alleen natuurlijke winst maakt. De mensen in de machtselite wilden een onnatuurlijke economie vormen waarin het mogelijk is om de rijkdom in handen van één procent van de bevolking te concentreren. Dit is in principe dezelfde soort economie die je tijdens de feodale samenlevingen van Europa had, omdat de rijkdom van de arbeid van het volk naar boven werd doorgesluisd naar de edellieden die het land en de mensen bezaten. Dat wilden ze in Amerika herhalen. Hier waren ze al sinds de negentiende eeuw mee bezig. Allereerst maakten ze de Federal Reserve, creëerden financiële instrumenten, maakten aandelen en obligaties, vormden het banksysteem en ook nog veel andere zaken.

Waartoe heeft dit geleid? Als je vooruitkijkt naar de jaren twintig van de vorige eeuw, dan zie je wat ze de ‘roaring twenties’ noemen, waarin de economie zogenaamd bloeide. De natuurlijke economie bloeide echter niet, ook al groeide die in die tijd ook, maar die groei was topzwaar. Die economie was in handen van mensen die genoeg geld hadden om aandelen te kopen, en zoveel geld hadden dat ze een zeepbel van aandelen konden vormen. Dit leidde tot een fenomeen dat in economische kringen bekend staat als speculatie.

Met andere woorden, je koopt iets, bijvoorbeeld onroerend goed, aandelen, of andere soorten financiële papieren, maar je koopt het niet vanwege de gebruikswaarde, maar omdat je erop speculeert dat de prijzen, hoewel je er nu een bepaald bedrag voor betaalt, zullen stijgen en je het daarom over korte tijd met winst kunt verkopen. Met andere woorden, je speculeert dat de prijzen zullen blijven stijgen.

In een natuurlijke economie wordt de rijkdom gelijkmatig over de mensen verdeeld, niet dat iedereen evenveel geld heeft, maar iedereen deelt mee in de groei. Van zo’n economie zou je kunnen zien dat de prijzen kunnen blijven stijgen omdat iedereen dan steeds meer geld zou hebben en het zich konden veroorloven om steeds meer te betalen. Dan zie je misschien wel een voortdurende prijsstijging, maar die zou niet zo snel gaan dan als je een bubbeleconomie zou scheppen waarin nogmaals, mensen niet iets kopen omdat het waarde heeft, maar omdat ze speculeren dat de prijs zal blijven stijgen, zodat ze het met winst kunnen verkopen.

Als je naar de Verenigde Staten van Amerika kijkt, zie je een fenomeen dat je in geen enkel ander land ter wereld zo duidelijk ziet, ook al zie je het ook in andere landen, maar vooral in Amerika zie je het keer op keer weer. Een voor de hand liggend voorbeeld is de beurscrash in 1929. Aandelen op zich zijn niets waard, of liever, aandelen hebben waarde als je aandelen koopt in een bedrijf dat winst maakt, want dan krijg je dividend uitbetaald, maar de groei van de aandelenkoersen in de jaren twintig werd opgedreven, niet omdat mensen hoopten dividend te halen uit hun aandelen, maar omdat de aandelenmarkt kunstmatig groeide omdat mensen aandelen bleven kopen en erop speculeerden dat de prijzen zouden blijven stijgen, zodat ze winst op korte termijn konden maken zonder er iets voor te doen.

In verschillende delen van de Verenigde Staten zie je heel vaak een vastgoedbubbel. Ineens stijgen de vastgoedprijzen. Mensen kopen een appartement. Ze weten dat ze eigenlijk niet het inkomen hebben om langdurig in dat appartement te kunnen wonen, omdat de prijs voor het appartement te hoog is, maar ze beseffen dat ze er minstens een jaar of twee kunnen wonen en het dan met winst weer kunnen verkopen, hopen ze. Maar zo’n bubbel kan natuurlijk niet eindeloos doorgaan. Het is een piramidespel. Er zal een moment komen waarop de mensen die met de cyclus begonnen, slim genoeg zijn om te beseffen dat die cyclus niet veel langer kan duren en dan beginnen ze hun geld eruit te halen. Er is een groep in de top één procent of minder, die weet dat ze deze bubbels kunnen sturen en dat keer op keer doen.

Ze sturen op die bubbel aan door hun geld op de aandelenmarkt of op een vastgoedmarkt te zetten en de prijzen te laten stijgen. Vervolgens rekenen ze erop dat een deel van de mensen die lager in de voedselketen zit, die niet zoveel geld hebben en niet zo meedogenloos zijn, aandelen zullen gaan kopen in de hoop winst te maken op korte termijn. Ze weten dat dit maar bepaalde tijd kan duren, maar ondertussen zijn hun investeringen veel meer waard geworden omdat hun voorraden of hun eigendommen in prijs stijgen.

Dan komt er een punt waarop ze denken: “Dit is het moment om de stop eruit te trekken.” Dan beginnen ze zich terug te trekken en wanneer zij beginnen te verkopen, kunnen de prijzen ineens niet meer worden gehandhaafd en beginnen ze te dalen en dit kan in veel gevallen leiden tot paniek en een crash. Dit betekent dat de top één procent niet alleen op tijd zijn geld eruit heeft gehaald, maar ook enorme winst gemaakt. De meeste mensen zitten echter lager in de voedselketen. Ze verliezen hun geld, in veel gevallen al hun geld omdat ze te veel hadden geïnvesteerd.

Dit zal de machtselite keer op keer doen. Dit doen ze keer op keer en blijven ze doen totdat er mensen komen die eisen dat de politici dit soort uitbuiting stoppen, want het is uitbuiting.

Dit is geen vrijemarkteconomie. Een vrije markt betekent niet dat de top één procent volledig de vrijheid heeft om negentig procent van de bevolking uit te buiten. Dit is geen vrijemarkteconomie. Je kunt een vrijemarkteconomie niet in stand houden als je meedogenloze mensen monopolies en bubbels, boom-en-bust-cycli laat proberen te maken.

Wat gebeurt er eigenlijk in zo’n boom-and-bust-cyclus? Je vernietigt het gemeenschapsgevoel. Je schept een situatie waarin mensen zich alleen maar om zichzelf bekommeren. Ze worden gedreven door hebzucht. Ze willen steeds meer geld verdienen. Het kan ze niet schelen of andere mensen geld verliezen. Het kan ze niet schelen of de samenleving geld verliest. Het kan ze niet schelen dat alle gewone mensen, die een baan hebben, niet meer geld verdienen en hun levensstandaard niet verhogen. Ze geven alleen maar om zichzelf.

Er is dus een topelite die volledig verblind wordt door hun hebzucht, maar ook mensen die deel willen uitmaken van de elite, degenen die de familie Jansen willen zijn en erbij proberen te komen en winst op korte termijn willen maken. En zij zijn meestal degenen die met lege handen achterblijven, zoals het gezegde luidt.

De meest egoïstische, de meest egocentrische, de meest egotistische, de meest ongevoelige, de meest narcistische mensen in de samenleving scheppen de boom-and-bust-cycli, deels door meedogenloze manipulatie en deels door blinde hebzucht, maar ze mogen dit keer op keer doen.

Wat gebeurt er als je hiermee begint? Een tijdlang lijkt het misschien of de natuurlijke economie samen met de bubbeleconomie groeit. Je schept een onnatuurlijke economie die lijkt op een octopus die bovenop de natuurlijke economie zit en zijn tentakels overal naar uitsteekt om de winst en waarde naar boven door te sluizen.

Een tijdlang kan de natuurlijke economie groeien, maar dan komt er een moment waarop de onnatuurlijke economie zoveel sneller blijft groeien dan de natuurlijke economie en vindt er een verschuiving plaats waardoor men zich niet langer voldoende concentreert op het vermenigvuldigen van de talenten. Het vermenigvuldigen van de talenten betekent dat je iets doet waar iedereen profijt van heeft, waardoor het hele niveau van de economie stijgt. Wanneer je de vastgoedprijzen kunstmatig opdrijft, creëer je niet meer waarde, bouw je niet meer huizen, bouw je geen grotere of mooiere huizen. Je bent de prijzen van bestaande huizen kunstmatig aan het opblazen. Met voorraden is nog erger! Wat is een aandelencertificaat waard? Iets wat het papier waarop het gedrukt is, niet waard is, zoals ze zeggen.

Wat doe je als je een kunstmatige economie vormt? Je schort het principe op dat economische groei stimuleert, zoals Jezus beschreef in zijn gelijkenis over de talenten waarbij de drie dienaren een verschillend aantal talenten ontvangen. Wanneer je iets vermenigvuldigt door iets te doen wat het geheel ten goede komt, is er sprake van een vermenigvuldiging vanuit een hoger bewustzijn. Op die manier kan een economie daadwerkelijk groeien en blijven groeien.

Er kan duurzame groei van de economie ontstaan zonder boom-en-bust, zonder enige inflatie, wanneer het een natuurlijke economie is, maar daar is wel een vermenigvuldigingsfactor voor nodig. Wanneer die vermenigvuldigingsfactor wordt opgeschort door hebzucht, dan komt er een moment dat de economie zal instorten. Crashen. Dat kan niet anders.

Zelfs als je geen vermenigvuldigingsfactor hebt, moeten die boomcycli ophouden omdat ze kunstmatig zijn. Het is een piramidespel dat ervan afhankelijk is dat steeds meer mensen er steeds meer geld in stoppen en dat kan niet wanneer er slechts een kleine minderheid is die geld uit die cyclus haalt. Hoe kan er steeds meer geld binnenkomen als er niets uitgaat? Dat kan niet. Zelfs uit praktisch oogpunt zal het maar een beperkte levensduur hebben. Vooral wanneer je de vermenigvuldigingsfactor in overweging neemt, is het duidelijk dat het niet meer zal werken. Dus wat is er in de jaren dertig gebeurd?

De economie kwam in zo’n grote neerwaartse trend dat die zichzelf net zo versterkte als de opwaartse trend in de jaren twintig van de twintigste eeuw. Wie nog geld had, durfde het niet te investeren, durfde geen nieuwe zaak te beginnen omdat men dacht dat het niet zou lukken. Ze dachten dat ze geen geld konden verdienen toen zoveel mensen hun baan waren kwijtgeraakt en werkloos waren, en in veel gevallen was dat ook zo.

Wat is er echt gebeurd? De onnatuurlijke economie vernietigde de natuurlijke economie. De boom-and-bust-cyclus vernietigde de natuurlijke economie, zodat de recessie veel erger werd dan anders het geval zou zijn geweest. Maakte dit iets uit voor de topelite? Nee, want ze hadden al het geld dat ze nodig hadden om hun weelderige levensstijl voort te zetten. Ze hadden het geld om te wachten op de volgende cyclus van hoogconjunctuur waarin de economie weer groeide.

Maar wat is er toen echt gebeurd? Het gemeenschapsgevoel werd vernietigd en in de recessie was het ieder voor zich en wilde men elkaar niet meer zo helpen als voorheen. Nogmaals, hierdoor werd de vermenigvuldigingsfactor weggenomen die doorging tot in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Wat heeft dit veranderd? Helaas veranderde het door de Tweede Wereldoorlog, waardoor de Amerikanen een externe vijand kregen die ervoor heeft gezorgd dat ze samen de strijd aangingen tegen die vijand. Dit herstelde iets van die gemeenschapszin, de bereidheid om je op te offeren voor het grotere goed, en dat herstartte of versnelde de versnellingsfactor zodat de economie weer begon te groeien. Dit ging helaas gepaard met enorme menselijke kosten die moesten worden betaald door de mensen die in de oorlog zijn omgekomen, degenen die door de oorlog zijn gekwetst, enzovoort.

Wat gebeurde er toen na de oorlog? Er was een gevoel van gemeenschapszin dat doorwerkte in de decennia na de oorlog. Er was een groeiende middenklasse die geloofde in het land, die geloofde in het systeem en die geloofde in de economie. Ze durfden te investeren en geld uit te geven, en de economie veranderde in een zichzelf versterkende opwaartse cyclus, vooral weer door de vermenigvuldigingsfactor die mensen hadden.

Maar vanaf 1975 en daarna wist de topelite op politiek niveau er niet slechts één ding maar veel dingen door te krijgen die de vermenigvuldigingsfactor opnieuw begonnen te beperken. Daarom is de economie gestagneerd, de economische groei gestagneerd, en nogmaals, dit komt gedeeltelijk door de mensen die zich gedragen als eenlingen die competitief ingesteld zijn, die voor willen liggen op anderen, die een bevoorrechte positie willen en dan voorkomen dat andere mensen die uitdagen.

Hoe kun je voorkomen dat andere mensen jouw positie uitdagen als jij een bevoorrechte positie hebt verworven? Alleen als je de vrije concurrentie beperkt. Als je de vrije concurrentie beperkt, beperk je ook de vermenigvuldigingsfactor, want als je innovatie beperkt, beperk je de bereidheid om mensen beter te dienen dan de gevestigde bedrijven, enzovoort. Die cyclus kun je niet in stand houden.

Zodra de mensen die een bevoorrechte positie willen bereiken door gebruik te maken van hun vrijheid en vervolgens die bevoorrechte positie willen behouden door de vrijheid in te perken zodra ze aan de macht zijn, wordt de vermenigvuldigingsfactor kleiner. En nu zie je dat het gewoon tot zover is doorgevoerd dat echt absurd is. Het is absurd om te zien hoeveel geld in handen van de top één tiende procent van – je kunt niet zeggen het Amerikaanse volk, omdat ze zichzelf zeker niet als een onderdeel van het Amerikaanse volk beschouwen en ook niet zo handelen.

Dit kan op twee manieren veranderen: Door een nieuwe bust die leidt tot een enorme verslechtering van de economie die enorme negatieve gevolgen zal hebben voor de bevolking in het algemeen. Het zal ook negatieve effecten hebben op de top (één procent) omdat ze zo’n systeem hebben gevormd dat ze, als het omvalt, niet in staat zal zijn om hun rijkdom te behouden zoals grotendeels in de jaren dertig. De meesten van hen zullen gewoon ook verliezen lijden.

Dit zal enorme negatieve gevolgen hebben. Dit kan leiden tot een zodanige crisissituatie dat er een gewelddadige revolutie of volksopstand ontstaat. Er zou een oorlogsscenario kunnen komen omdat Amerika zo betrokken zou kunnen raken bij buitenlandse oorlogen dat die ook heel erg schokkend en duur worden. Dit is één scenario, maar geen onrealistisch scenario.

Een andere optie is dat het Amerikaanse volk een omslag zal maken omdat ze bereid is om te zeggen: “We willen veranderen.” En daardoor zal er zo’n vastberadenheid ontstaan bij de mensen, een meerderheid van de mensen, dat een cruciaal aantal mensen samen aan dit ene doel willen werken: de topzware, elitaire economie veranderen. Dit kan er gebeuren.

Maar zelfs hier is meer dan één scenario voor. Het ideale scenario is natuurlijk dat de mensen verenigd worden door een hogere visie op hoe de economie eigenlijk zou kunnen functioneren; als een natuurlijke economie die iedereen ten goede komt, maar helaas is een ander scenario ook zeer waarschijnlijk en dat is dat de mensen zich niet verenigen door een hogere visie. Ze zullen zich alleen verenigen door boos te zijn op iets wat ze als een gemeenschappelijke vijand gaan zien.

Van de top één tiende procent zijn de meeste mensen manipulatoren. Ze hebben hun posities gekregen en behouden door de mensen tegen elkaar te verdelen. Dit brengt altijd een inherent risico met zich mee, omdat er iets kan veranderen, vooral in het huidige mediatijdperk met het internet, omdat de meerderheid van de mensen gaat inzien dat de vijand niet een andere groep mensen is, maar de machtselite.

De vijand is de elite die het volk in allemaal strijdende groepen heeft verdeeld. Als de mensen verenigd zijn door die visie en voldoende boos is, dan kan dat ook leiden tot een niet vreedzame transitie, maar in ieder geval niet zo negatief dat er eerst een crash in de economie komt, waardoor ze verandering eisen. Dit is natuurlijk niet het hoogste. Het is duidelijk een dualistische verandering. Maar soms kan de situatie zo zijn dat de hogere visie gewoon niet mogelijk is omdat niet genoeg mensen die visie kunnen begrijpen. Ze moeten dus langer leven dan hun bewustzijn.

Te veel Amerikanen verkeren op dit moment in een verdeeldheid zaaiende gemoedstoestand, waardoor ze niet naar zichzelf willen kijken. Ze willen een andere groep mensen als vijand aanwijzen. Als ze zich verenigen en de machtselite als vijand aanwijzen, zou dit ook tot een verandering kunnen leiden, niet de hoogste vorm van verandering, maar wel tot een verandering.

Het zal de problemen op de lange termijn natuurlijk niet oplossen, omdat alleen een hogere visie de problemen zal oplossen, omdat dit de verdeeldheid niet echt zal overwinnen. De mensen kunnen verenigd zijn tegen een gemeenschappelijke vijand, zoals in hun strijd tegen de nazi’s en de Japanners, maar dit betekende niet dat daarna alle verdeeldheid in de Amerikaanse samenleving was overwonnen zoals je tegenwoordig duidelijk kunt zien. Zelfs als de mensen zich verenigen tegen de elite, zal dit natuurlijk niet alle vormen van verdeeldheid overwinnen, maar er zal opnieuw een conflict volgen. Toch moet het scenario zich kunnen openbaren.

Je hebt al het begin gezien van wat er kan gebeuren in de demonstraties tegen politiegeweld. Hieruit kun je opmaken dat de mensen boos zijn. Heel veel mensen hebben boosheid opgebouwd, en een groot deel van die boosheid komt voort uit het feit dat ze weten, ook al erkennen ze dit niet bewust, dat ze hun levensstandaard in de middenklasse niet in stand kunnen houden. Er is iets gebeurd waardoor ze inkomen verliezen, ze verliezen rijkdom, hun levensstandaard wordt gestaag uitgehold. Ze weten niet wat ze eraan moeten doen. Ze weten niet wat de oorzaak is. Ze zijn dus boos en als ze een manier vinden om die boosheid af te reageren komen er rellen en demonstraties.

Het lijdt geen twijfel dat het politiegeweld te ver is gegaan, en het is goed en het komt overeen met de democratische rechten dat mensen hier vreedzaam tegen protesteren, maar door die boosheid zie je dat het vaak moeilijk is om die protesten vreedzaam te houden. Je kunt ook zien dat de politie gehuld is in iets wat we een collectieve entiteit van boosheid op de mensen hebben genoemd. Daarom zie je dat het politiegeweld blijft doorgaan. Ook na de eerste demonstraties werd er nog geschoten, er waren volkomen onnodige schietpartijen. Waarom is het nodig om iemand zeven keer in de rug te schieten? Je kunt alleen maar zeggen dat de geest van de politieagent werd overgenomen door een collectieve entiteit, maar die persoon had geen rationele gedachte in zijn hoofd. En ondanks alle protesten die hebben plaatsgevonden, is het toch gebeurd.

Er is geen andere rationele verklaring voor dan opgekropte boosheid, en het is slechts een kwestie van tijd wanneer die een niveau bereikt waarop de overheid die niet zal kunnen stoppen. Ze kunnen de Nationale Garde inzetten, ze kunnen de Special Forces inzetten, maar ze zullen die niet kunnen stoppen. Wat is het verschil tussen de Verenigde Staten van Amerika en een of andere dictatuur waar Amerika beweert ver boven te staan als ze dit proberen te stoppen met geweld? Je ziet dat Amerika zich in een dilemma bevindt en daarom zou je kunnen zeggen: “Op dit moment is Amerika onbestuurbaar.”

Hoe handhaaf je de openbare orde als er te veel mensen in opstand komen? Hoe kun je dit doen en toch een soort van democratische principes handhaven? Dat kan niet. Het is een onmogelijke situatie. Is er een uitweg?

Ja, er is zeker een uitweg. Meer dan één uitweg, maar dit is een ommezwaai in de gedachten van het Amerikaanse volk, omdat ze beginnen te kijken naar wat hen verdeelt en contact te maken met basale menselijkheid. Wat heb je in een echte gemeenschap? Je hebt een gevoel van menselijkheid. Het kan een gemeenschap zijn zoals de eerste kolonisten in Amerika, die erg arm waren, die zich in een zeer moeilijke situatie bevonden in een vijandige omgeving die ze niet kenden, en die verenigden door hun behoefte om het alleen maar te kunnen overleven. Maar zij begrepen wat basale menselijkheid is: “We zitten hier samen in. We kunnen het alleen overleven als we elkaar helpen. We kunnen het niet overleven als we tegen elkaar strijden of met elkaar te concurreren.”

Dit kan dus boven komen drijven, omdat mensen er zijn die naar de rellen kijken, naar de reactie van de regering kijken en zeggen: “Wacht even. Dit is te ver gegaan. Zie je niet dat dit te ver is gegaan? We moeten dit stoppen. Hier draait het in Amerika niet om. Hier draait democratie niet om en dit is zeker niet de manier om Amerika naar een betere toekomst te leiden.”

Als voldoende mensen hier een tegenwicht voor gaan vormen, dan kan er een verandering plaatsvinden. Er kan een ommezwaai komen waardoor de verdeeldheid verdwijnt, omdat de mensen zich beginnen te verenigen en zeggen: “We kunnen deze neerwaartse spiraal gewoon niet op hol laten slaan. We moeten hem stoppen, en we moeten hem nu stoppen.”

Er is een reëel potentieel dat dit kan gebeuren. Heel veel mensen in Amerika zijn zich van deze dingen bewust. Ze hebben die ideeën al in hun hoofd. Natuurlijk hebben ze die van een hoger bewustzijn gekregen omdat ze zich erop hadden afgestemd. Het kan gebeuren. Het potentieel bestaat.

Nu is de vraag voor de bewustere mensen: “Zullen jullie er de voorlopers van zijn dat dit gebeurt? Zijn jullie de mensen die de balans naar die kant kunnen laten doorslaan?” Als dat zo is, dan moeten jullie zelf die verdeeldheid overwinnen. Jullie moeten de mentaliteit die verdeeldheid zaait, overwinnen omdat sommigen, in feite te veel van jullie, meegesleept zijn door de epische denkwijze: “Deze partij heeft gelijk. Die andere partij heeft het helemaal mis. Deze president is de enige die Amerika kan redden. Die president zal haar in de hel brengen. Die hele denkwijze.

Als je de voorloper wilt worden van een positieve verandering in het Tijdperk van Hoger Bewustzijn, moet je naar jezelf kijken, en kijken waarom je door deze denkwijze bent meegesleept. Je moet erkennen dat die denkwijze op angst berust. Dit is de epische denkwijze. Je kunt alleen een voorloper zijn als je deze mentaliteit overwint.