Geen hoogtepunten en dieptepunten meer hebben

Vraag: Ik doe nu de cursus Het Pad naar Zelfmeesterschap. De geascendeerde meesters hebben mijn hart diep geraakt, hoewel er veel moeilijke stukken zijn. Het heeft ook antwoorden gegeven op vragen die ik heel graag wilde hebben. Ik heb echter het gevoel dat er geleidelijk aan allerlei gevoelens en emoties wegebben en het leven voelt minder levendig. Eigenlijk heb ik maar weinig gevoelens van opwinding over de diverse fenomenen die ik dagelijks meemaak. Ik probeerde een intenser gevoel op te wekken (een hoger gevoel), maar dat kwam niet. Ik vraag me af of ik alleen verstandelijk bezig ben. Ik wil graag veel onvoorwaardelijke liefde krijgen of een ervaring die mijn bewustzijn kan veranderen, maar hoe kan ik dat doen?

Antwoord van Kim Michaels, 2021 – Webinar De Open Deur zijn voor Planeet Aarde

Ik heb het gevoel dat de meesters willen dat ik er iets over zeg, omdat zij er al meerdere leringen over hebben gegeven, maar ze willen dat ik uit ervaring spreek. Ik begrijp de achtergrond van de vraag heel goed, omdat ik me heel goed herinner dat ik, toen ik aan het pad begon zo af en toe een dramatischer ervaring had. Ik had het gevoel dat er een groot contrast bestond tussen de ervaring en mijn dagelijkse bewustzijnsstaat.

Na vele jaren op het pad begon het me op te vallen dat het leek alsof ik niet meer zo vaak van die dramatische ervaringen had. En het heeft een tijdje geduurd voordat ik snapte dat ik mijn bewustzijn had verhoogd en dat er niet meer zo’n groot contrast zat tussen mijn gewone bewustzijnsstaat en een spirituele ervaring. Die was lang niet zo dramatisch.

Ik denk dat dit met veel mensen gebeurt, wanneer ze een tijdje op het spirituele pad zijn, de duur is natuurlijk voor iedereen anders, maar voor mij was dat vijftien tot twintig jaar. Wij vereenzelvigen ons niet meer met het wereldlijke (uiterlijke) zelf of wereldlijke dingen We krijgen een ander perspectief omdat de wereldlijke zaken niet meer zo belangrijk zijn, we zijn er dus niet helemaal in verdiept. We hebben niet het gevoel van drama dat ‘dit is zo belangrijk voor mij’, of ‘die ervaring was niet zo geweldig als normaal’ of zelfs ‘deze ervaring was zo klein vergeleken met mijn normale ervaring’. Wij hebben die hoogtepunten en dieptepunten niet meer. Onze gewone dagelijkse bezigheden trekken niet meer zo aan ons als vroeger, omdat wij ons daar niet meer mee identificeren, we zien onszelf dan als spirituele wezens.

Het is niet zo dat ik niet geniet van de dingen die ik in het leven doe, maar ik word gewoon niet meer zo door die ervaring meegesleept als vroeger soms het geval was. Er zit ook een goede kant aan en dat is dat als ik in een moeilijke situatie kom, het me ook niet meer zo beïnvloed als vroeger. Het rolt als het ware over me heen. De andere kant is dat ik ook niet meer dezelfde intensiteit heb wat positieve gevoelens betreft, of blijdschap zoals ik vroeger had, maar niet omdat ik niet blij ben, het is gewoon een gevoel van blijdschap dat de hele tijd op de achtergrond blijft, het is er altijd. En dat is veel aangenamer dan de dualistische blijdschap die ik toen voelde. Maar het is een soort vreugde die de Boeddha, denk ik, gelukzaligheid noemde, omdat er geen contrast, geen tegenovergestelde van is. er zit geen contrast tussen dit of dat. Het is er gewoon altijd.

Ik denk dat we moeten erkennen dat veel dingen die vroeger voor ons belangrijk leken, gewoon verdwijnen als we verder op het pad komen. Ik heb af en toe mensen ontmoet die altijd piekervaringen achternajagen. Je kunt ze vinden op het internet. Ze zitten altijd achter een piekervaring aan. Voor mij is iedere dag een piekervaring, ik hoef niet hoger. Ik heb wel bepaalde ervaringen, want tijdens het dictaat van Maitreya voelde ik die golf waar hij het over had. Ik kon die echt voelen – mijn hele wezen werd opgetild door die golf en dat was een diepe ervaring. Maar het stond niet in zo’n groot contrast tot mijn dagelijkse ervaringen dat ik het beschouwde als een piekervaring. Ik ging gewoon mee met de ervaring zolang hij er was.

Ik denk dat ik de laatste paar jaar de geneigdheid heb verwonnen om alles altijd te evalueren – waar Maitreya het over had – volgens een bepaalde maatstaf. Ik kan zien dat ik de maatstaf had waar hij over sprak: wat het betekent om een spiritueel persoon te zijn, wat het betekent om een spirituele leraar te zijn, wat het betekent om boodschapper te zijn, hoe ik me moest gedragen, of juist niet. En dat is de laatste paar jaar weggevallen.

Wanneer ik mezelf niet beoordeel, wanneer ik geen maatstaf heb, dan beoordeel ik de ervaringen die ik krijg niet. Ik categoriseer ze niet. Ik leg ze niet meer op een weegschaal van hoog naar laag. Ik ervaar iets alleen maar. En dat is heel bevrijdend vergeleken met dat eeuwige evalueren, analyseren, oordelen, vergelijken.

Ik kan nu zien, op grond van de invocatie die we net hebben opgezegd en een paar opmerkingen daarin, dat ik dit wel had toen ik jonger was: wanneer je gewond bent, richt jij je heel erg op jezelf, je wordt je heel erg bewust van jezelf, je bent geconcentreerd op jezelf. En dat was bij mij ook zo toen ik jonger was. Ik voelde me altijd gedreven om het anders te doen. En ik wilde in zekere zin een soort aandacht, opdat mensen zouden zeggen: “Je bent oké Kim, ontspan, je bent oké.”

Op een bepaald moment begreep ik dat dit nooit van buitenaf zou gebeuren. Wat ik me vele jaren geleden realiseerde, was dat ik mezelf niet accepteerde; ik accepteerde niet wie ik was. En toen ben ik daaraan begonnen te werken – allang voordat we de leringen hadden over de gescheiden zelven. Dat was ook al voordat ik boodschapper werd, ik realiseerde me dat ik de enige ben die mij acceptatie zou kunnen geven. Ik ben degene die mijzelf moet accepteren.

En ik realiseerde me ook dat ik geen maatstaf op de wereld kon hebben die zei: “Wanneer ik aan de eisen voldoe, wanneer ik aan de norm voldoe, dan ben ik acceptabel.” Dit sluit aan bij wat ik heb beschreven: de ervaring dat ik Alpha en Omega heb ervaren en de Centrale Zon, ik voelde de Schepper achter Alpha en Omega. En toen haalde ik uit die ervaring dat God in een bewustzijnsstaat is die wij op aarde niet kunnen bevatten. En dat betekent dat wij geen voorwaarden kunnen stellen. Ik zei altijd dat de liefde van God onvoorwaardelijk is, maar het is niet eens liefde zoals we die op aarde kennen, het is een gemoedstoestand die alle dualistische voorwaarden overstijgt die we hebben. Dit betekent dat ik besefte dat God van mij hield, hoe de situatie ook was. Als ik mezelf moet accepteren, dan moet ik mezelf onvoorwaardelijk accepteren.

Dan komt altijd de vraag bij me op: “Hoe kun je jouw menselijke zelf accepteren, je gescheiden zelf?”, maar die hoef je niet te accepteren. Je hoeft niet een bepaalde voorwaarde te accepteren van je menselijke zelf, maar je accepteert het deel van jou dat het menselijke zelf ontstijgt. Maar je accepteert ook – en ik merkte dat dit belangrijk voor mij was, je accepteert ook dat je op het spirituele pad bent. Als ik terugdenk aan wie ik was, dan zie ik dat ik altijd heel erg graag beter wilde worden en groeien. Ik was altijd bereid om naar mezelf te kijken en hoe ik moest groeien. Ik heb vele jaren precies gedaan waar Maitreya het over had: ik kon niet naar bepaalde dingen kijken, maar er waren ook veel dingen waar ik wel naar wilde kijken. Ik realiseerde me dat ik een oprechte student ben en dat ik nu op een bepaald punt op het pad ben, maar ik heb niet het gevoel dat dit verkeerd is of dat ik achteropkom of dat ik niet goed genoeg ben tot ik een bepaald niveau heb bereikt. Ik ben acceptabel zoals ik nu ben, omdat ik mezelf altijd wil verbeteren. Het is niet zo dat ik zal stilstaan, het is niet zo dat mezelf accepteren betekent dat ik niet meer hoef te veranderen; ik zal blijven veranderen, maar ik kan mezelf accepteren op elk punt waarop ik ben.

Waar gaat het pad over? Het gaat erom dat ik één stap per keer doe en dat zal ik de rest van mijn leven blijven doen. Dat realiseerde ik me. Maar om dat te kunnen realiseren, om mezelf volledig te accepteren moet ik ook afrekenen met het bewustzijn dat er is; dat er mensen zijn met een hoger bewustzijn, dat bepaalde mensen perfect zijn, dat bepaalde mensen verlicht zijn, dat bepaalde mensen dit of dat zijn.

Ik moest op het punt komen waarop ik besefte dat het er niet om gaat of er mensen zijn met een hogere bewustzijnsstaat dan ik (daar heb ik geen probleem mee), maar dat het feit dat ik niet het hoogste bewustzijnsniveau had, niet betekent dat ik mezelf niet mocht accepteren. Ik kan mezelf accepteren op het niveau dat ik nu heb, en ik kan dat ontgroeien. Er is geen maatstaf voor hoe je moet zijn.

En in dat opzicht heeft het me heel erg geholpen dat er een oud model op de wereld is dat je om een spirituele leraar te zijn, of een spirituele leider, of een goeroe, een soort bovennatuurlijk wezen moet zijn – net zoals Jezus of de Boeddha vaak worden afgeschilderd – je moet perfect zijn, je moet in die perfecte staat zijn. Ik heb een heel diepe ervaring gehad, eigenlijk een aha ervaring, waardoor ik zag dat dit niet de juiste leraar is voor het Aquariustijdperk.

In het Aquariustijdperk hebben we geen verlichte leraren nodig die op een voetstuk staan en van wie men zegt dat ze perfect zijn. Wij hebben voorbeelden nodig, ik hoef niet de hoogste bewustzijnsstaat te hebben voordat ik kan beginnen met lesgeven. Zoals Maitreya heeft gezegd, voelen velen van ons dat het een onderdeel van ons Goddelijke plan is dat we gaan lesgeven. Maar we hebben de neiging, de verleiding, om te denken dat we perfect moeten zijn voor we kunnen gaan lesgeven. Maar ik realiseerde me dat ik een veel betere leraar ben als ik mijn eigen pad onderwijs in plaats om vanuit een staat van perfectie les te geven.

Ik heb gesproken over stappen die ik heb gedaan, dat ik niet perfect was toen ik begon, dat ik dezelfde problemen had die de meeste mensen ook hebben, dat ik door een proces heen ben gegaan waar iedereen doorheen kan gaan. Op die manier geef je les in het Aquariustijdperk. Je hoeft helemaal niet perfect te zijn. Er bestaat geen staat van perfectie, het is een zinloos concept, wanneer jij je dit realiseert.

Je weet dat er veel mensen zijn die over verlichting spreken, en ik had altijd het gevoel dat er iets aan ontbrak; ze zeggen: “O, hij is verlicht. Die persoon is verlicht.” Maar als verlichting iets betekent, wat betekent het dan voor de Boeddha? De Boeddha spreekt over de paren die we moeten overwinnen, wat we tegenwoordig het dualiteitsbewustzijn noemen. En wat doet het dualiteitsbewustzijn? Dat plakt overal een label op. Verlicht zijn is een label. Het is wel enigszins waar, maar de waarheid is dat het een bewustzijnsstaat is, maar wanneer mensen die niet verlicht zijn, spreken over verlichting en dan plakken ze er een label op, omdat ze het niet hebben ervaren en dus niet weten wat het is. Ik realiseerde me dat je niet zou zeggen dat je verlicht was, omdat je dan een label op jezelf plakt en daardoor afstand schept tussen jou en hen waardoor zij jouw voorbeeld niet kunnen volgen. Wat voor zin heeft dat?

Ik denk dat dit op ons allemaal van toepassing is. We moeten voorzichtig zijn dat we niet gaan denken dat we een bepaalde hoge staat moeten hebben voordat we les kunnen gaan geven of anderen helpen. Wij kunnen het proces onderrichten dat we zelf hebben doorlopen en nog steeds doorlopen. En je hoeft niet perfect te zijn voor we anderen kunnen helpen. Je zou in zekere zin kunnen zeggen dat jij, als jij op het honderdveertigste bewustzijnsniveau bent, niet iemand kunt helpen op het achtenveertigste niveau, omdat je niet eens meer weet hoe het op het achtenveertigste niveau was. Als je op het zestigste niveau bent, dan kun je iemand helpen op het achtenveertigste niveau, enzovoort. Dit duurde veel langer dan ik wilde, maar ik had het gevoel dat het belangrijk was.