Het gevoel hebben dat jij speciaal bent, zal je geen Christusschap opleveren

Antwoord van Geascendeerde Meester Maitreya, 2020 – Webinar over het vergroten van je Christusonderscheid

IK BEN de geascendeerde meester Maitreya. In deze verhandeling wil ik graag een onderwerp bespreken dat enigszins op een enigma kan lijken en misschien voor sommige mensen zelfs wel een tegenstelling. Wanneer je de hogere niveaus van Christusonderscheid bereikt, moet je niettemin met veel van zulke enigma’s beginnen af te rekenen. Ze worden allemaal door het dualiteitsbewustzijn en de lineaire geest gevormd en soms zijn het ook misleidingen door de gevallen wezens. Naarmate je meer Christusonderscheid krijgt, moet je over zulke dingen beginnen na te denken en ze oplossen door je lineaire geest, de dualistische geest, los te laten. Je kunt ze niet met de lineaire geest oplossen, alleen maar door ze te transcenderen.

Laten we eens teruggaan naar de vierde sfeer, toen nog geen enkel wezen in de wereld van vorm was gevallen. Hoe ziet de situatie eruit van een nieuwe medeschepper die naar een niet-geascendeerde sfeer is gezonden? Wij hebben verteld dat je begint met een identiteitsgevoel dat in één enkel punt is geconcentreerd en dat het de bedoeling is dat je dat identiteitsgevoel vandaar uitbreidt. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat je jouw identiteitsgevoel, jouw sfeer van bewustzijn, vergroot. En wat gebeurt er dan met jou? Je raakt steeds beter in staat om iets mede te scheppen. Je kunt iets voor je zien, en dan kun je het manifesteren. Je kunt er heel goed in worden om enorme structuren te scheppen.

Wanneer je naar een sfeer kijkt die vanaf haar beginpunt begint te groeien en kijkt naar de medescheppers in die sfeer, dan zie je dat er door de tijd heen een klein beetje differentiatie onder de medescheppers begint te ontstaan. Enkelen vergroten hun gevoel van gewaarzijn meer dan anderen, enkelen kunnen beter medescheppen dan anderen. Dit betekent dat er vanuit een bepaald perspectief enkelen zullen zijn die verder vooruit zijn dan anderen. Zij kunnen dan als voorbeeld dienen. Natuurlijk hebben we het over een niet-geascendeerde sfeer. In de eerste drie sferen werden degenen die op anderen vooruit waren voorbeelden, leraren, die anderen hielpen. Zoals we hebben uitgelegd, werd elke nieuwe sfeer een beetje compacter dan de vorige. De vierde sfeer werd zo compact dat er onder de vele miljarden medescheppers in die sfeer een paar waren die de transitie niet konden maken om leraar te worden en anderen te helpen.

In plaats daarvan begonnen zij zichzelf als leider op te werpen; zij geloofden dat ze anderen leiding moesten geven en hen zelfs onder de duim houden, zodat die de leider zouden volgen in plaats van anderen die nog niet zover waren te helpen met hun groei, die. Wat betekent dit in principe? Nu dat betekent dat jij, als jij een voorbeeld of een leraar wordt, wat je zelf hebt bereikt, gebruikt om anderen hetzelfde te laten bereiken, om anderen te helpen om hun bewustzijn uit te breiden. Maar wat gebeurt er als jij de leider wordt? Je gebruikt wat jij bereikt hebt om ervoor te zorgen dat anderen niet hetzelfde bereiken, zodat ze op een niveau blijven waarop ze jou blijven volgen en gehoorzamen.

Nogmaals, de vrije wil mag je naar goeddunk gebruiken, en tegen de tijd dat de vierde sfeer kon ascenderen, waren er een paar planeten in die sfeer van miljarden planeten, waarin één wezen zichzelf had geïnstalleerd als de onbetwistbare en onomstotelijke leider, en miljarden anderen deze leider volgden, en die zichzelf als volgeling van de leider beschouwden, en er tevreden mee waren dat ze de volgelingen waren in plaats van zelf de verantwoordelijkheid voor zichzelf te dragen. Dit gebeurde er ook toen de sferen compacter werden.

In de vierde sfeer waren er voor het eerst wezens die het gevoel hadden dat het te overweldigend was om hun bewustzijn voorbij een bepaald punt te vergroten, dus hielden ze ermee op. Zij waren er tevreden mee dat ze op dat punt bleven en zij zochten bij wijze van spreken een excuus om geen volledige verantwoordelijkheid voor hun groei te hoeven dragen. Zij vonden dat excuus door iemand te volgen die zij als een superieure leider beschouwden. Dit proces ging heel lang zo door. Het was niet zo dat er maar één planeet was waar één persoon zichzelf als leider opwierp en dat al die miljarden andere levensstromen de leider volgeden. Het was een geleidelijk proces waarbij er op enkele planeten een paar mensen waren die niet de verantwoordelijkheid voor zichzelf wilden dragen en toen de planeet werd verheven, konden zij dus niet langer op die planeet blijven. Daarna incarneerden ze op één van de planeten waarop één wezen zich als leider had opgeworpen. Je begrijpt dat dit een heel traag proces was – waarin degenen die niet de verantwoordelijkheid wilden dragen voor zichzelf, op een klein aantal planeten werd verzameld, waar één wezen was die zichzelf als de onomstotelijke leider had gevestigd.

Wat gebeurt er in wezen op een planeet die deze dynamiek heeft? Laten we eerst eens naar de leider kijken. De leider bouwt in gedachten het gevoel op dat hij heel erg bijzonder is. Hij is heel erg speciaal vergeleken met alle andere mensen op de planeet. Hij denkt dat dit ook geldt voor alle andere wezens in het universum. Dus vormt hij een zelf dat de behoefte heeft om zich bijzonder te voelen. Dit gebeurt in ieder geval in het begin niet met kwade bedoelingen. Zoals we hebben gezegd, heb je een ingebouwde motivatie om meer te worden om je zelfgevoel te vergroten. Sommigen doen dit ijveriger dan anderen, zij leggen zich daar heel geconcentreerd meer op toe en maken daardoor bepaalde vorderingen.

Er kwam, zoals ik heb gezegd, een keerpunt waarop je moet kiezen of je een voorbeeld en leraar voor anderen wilt worden of dat je de leider wordt die eigenlijk probeert anderen tegen te houden. Wanneer je de omschakeling maakt om leider te worden, dan doe je dat omdat je dit ingebouwde gevoel hebt dat je niet alleen bijzonder wilt zijn, maar ook uniek, specialer dan anderen. Hier zijn tamelijk ingewikkelde psychische oorzaken voor, maar het is te veel om daar nu op in te gaan. De leider heeft niettemin een heel erg grote wens om bijzonder te zijn. De volgelingen, die hoewel ze volgelingen van de leider worden, willen graag hun bewustzijn vergroten. Zij hebben dus ook de wens om het gevoel te hebben dat zij iets speciaals doen. In zekere zin weten ze onderbewust dat zij niet hun hoogste potentieel uitvoeren. Daardoor voelen zij zich ietwat ontevreden, ze hebben het gevoel dat ze achterop komen. Zij compenseren dit door de leider te volgen en het gevoel te kweken dat zij bijzonder zijn omdat zij deze leider volgen.

Op sommige planeten gebeurde dit omdat er een periode was waarin er meer dan één leider op de planeet was, waardoor er dus concurrentie ontstond tussen twee leiders. Op den duur incarneerde een van die leiders niet meer op de planeet en tenslotte bleef er nog maar één leider over. De mensen hadden door van de ene naar de andere te gaan, het gevoel gekregen dat zij speciaal waren omdat zij deze bepaalde leider volgden. Er ontstaat nu een bepaalde dynamiek tussen de leider en de volgelingen, omdat de volgelingen in zekere zin in de moeilijkste situatie zaten, omdat zij de drang voelden om meer te worden, maar dat niet deden. Zij wisten dat ze dat niet deden. Hoe compenseer je dat gevoel? Dat deden ze met het gevoel dat zij heel bijzonder waren omdat zij hun leider volgen. Maar wat betekent dat? Voor hen was het zo dat de leider heel speciaal moest zijn. Hoe specialer de leider is, hoe specialer de volgelingen zich voelen, hoe beter ze dat innerlijke gevoel konden bedekken dat zij niet aan hun hoogste potentieel voldeden, omdat ze alleen maar de leider volgden.

Tegelijkertijd bouwt de leider natuurlijk ook de wens op om speciaal te zijn en die wens wordt versterkt door alle volgelingen. Je komt dan in de spiraal die ik gisteren beschreven heb: dat je steeds meer wilt worden en een steeds hogere positie bekleden, dat je zelfs God wilt worden. Wanneer de sfeer toe is aan ascensie, wordt de leider geconfronteerd met de geascendeerde meesters. Hij is er heel lang aan gewend dat hij het hoogste gezag op zijn planeet heeft. Ik zeg ‘hij’ omdat ze allemaal een mannelijk lichaam hadden toen dit gebeurde. Hij was eraan gewend om het hoogste gezag te hebben en nu hij wordt geconfronteerd met de geascendeerde meesters realiseert hij zich, en ervaart rechtstreeks op een manier die hij niet kan ontkennen dat de geascendeerde meesters boven hem staan en dat zij meer gezag hebben dan hij; zij hebben meer macht dan hij. Hij kijkt nu in de afgrond die bestaat uit het gevoel dat hij dat speciaal zijn zou kunnen verliezen en helemaal naar beneden kan vallen en opnieuw moet beginnen als iemand die niets is.

In wezen moet je dit doen om aan het opwaartse pad te kunnen beginnen. Je moet bereid zijn om nederig te zijn en te erkennen dat jij iets nog niet geleerd hebt, je bent iets nog niet meester, misschien iets wat je niet goed begrepen hebt, verkeerd geïnterpreteerd hebt. Je hebt een verkeerd gevoel over wie je bent en je moet bereid zijn om dat te onderzoeken en dan naar beneden te gaan en te kijken: “Wat was het moment waarop ik de afslag nam die me op deze doodlopende weg heeft gezet?” Voor deze leiders voelt dat als een grote vernedering. Als ze hier niet mee door willen gaan, dan beginnen ze het bestaan van de geascendeerde meesters te negeren en ontkennen. Zij negeren en ontkennen het bestaan van een gezag dat meer macht heeft dan zij. Zij maken een omschakeling door hun eigen wereldbeeld te vormen, een wereldbeeld waarin ze alles verdraaien, alles zo interpreteren – en natuurlijk speelt het dualiteitsbewustzijn daarbij een rol – dat zij het hoogste gezag hebben, dat zij de God zijn die goed en kwaad kent. Zij stellen die eis aan hun volgelingen op deze planeet en vanwege de vrije wil mogen ze die eis ook stellen.

Nu worden de volgelingen ook geconfronteerd met het feit dat er geascendeerde meesters bestaan, maar hun leider mag zijn nieuwe wereldbeeld wel aan hen kenbaar maken. De volgelingen krijgen dan de keuze tussen de geascendeerde meesters en de leider die beweert meer gezag te hebben dan de geascendeerde meesters. Wanneer de leider valt, dan vallen er meestal ook een aantal volgelingen met de leider mee. Dan valt een groep mensen in de volgende sfeer die samen een sterke band hebben gecreëerd. Dit betekent niet beslist dat ze meteen met elkaar op één planeet zitten, maar door de tijd heen zullen ze geneigd zijn om zich weer tot dezelfde planeet aangetrokken te voelen. Als de leider niet van gedachten verandert en aan het opwaartse pad begint, dan zal die leider het gevoel blijven versterken dat hij heel speciaal is en in de volgende sfeer zal hij worden aangetrokken tot een van die planeten die niet zoveel vooruitgaan als andere. Na een tijdje zullen de volgelingen ook door die planeet worden aangetrokken.

Je kunt dit op aarde zien, omdat je daar in de geschiedenis ziet dat de leider een bepaalde groep volgelingen kreeg die absoluut niet aan de leider wilde twijfelen, maar blindelings de bevelen van hun leiders opvolgden en er heilig van overtuigd waren dat zijn wil, ook al is het bewijs tegen hem, tot een specifiek resultaat zal leiden. Dit betekent dat er op een planeet als de aarde altijd een heel erg sterke collectieve entiteit is die berust op dat gevoel van speciaal zijn. Je ziet dat op veel manieren in de geschiedenis terug. In de Egyptische beschaving, waarin een paar farao’s beweren dat zij God op aarde zijn, de geïncarneerde God, en een bepaalde groep volgelingen die deze bewering geloofden. Op de hele wereld zijn andere beschavingen die soortgelijke overtuigingen hadden. De Romeinse beschaving, waarin enkele keizers ook beweerden dat zij God waren die was geïncarneerd, zij waren God op aarde en er waren mensen die dat geloofden.

Je zag dat de Joden heel lang geleden de behoefte hadden om zich specialer te voelen dan andere mensen. In plaats van een leider op de wereld te volgen, kwamen ze met het idee dat er een superieure god was en dat zij het uitverkoren volk van die god waren. Je ziet dus dat er een heel oud momentum op aarde is en een heel erg machtige collectieve entiteit, die wil dat mensen zich bijzonder voelen. Je kunt zelfs in de moderne tijd zien dat de Duitsers aan het begin van de twintigste eeuw de behoefte hadden om zich speciaal te voelen, de Fransen hadden de behoefte om speciaal te zijn, de Britten hadden de behoefte om speciaal te zijn en de botsing tussen die drie groepen mensen ontketende de Eerste Wereldoorlog en zette het toneel klaar voor de Tweede Wereldoorlog. Je zag dat Hitler opnieuw in Duitsland het gevoel kweekte dat zij speciaal waren, een aparte categorie op zich, en dat ontketende de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Koude Oorlog werd de Sovjet-Unie gedreven om zich bijzonder te voelen. De Amerikaanse natie werd ook door het gevoel gedreven om de grootste natie op aarde te zijn, en daarom werden zij rivalen.

Je ziet dat ook bij het kapitalisme en communisme. Je kunt ook een stap naar achteren doen en begrijpen dat het gewoon twee groepen mensen waren die gedreven werden door hun verlangen om zich speciaal te voelen en dat ze met elkaar concurreerden wie de ander te slim af kon zijn, de Koude Oorlog kon winnen en het meest speciaal zou worden. Jullie weten natuurlijk wat de uitkomst daarvan was en je weet wie het gevoel had dat zij daardoor het meest speciaal werden.

Dit brengt ons op het volgende: dat er een niveau van Christusonderscheid moet ontstaan, waarop je dit moet beginnen te begrijpen, je moet gaan inzien dat er een heel oud momentum op aarde bestaat dat mensen zich speciaal willen voelen. Er zijn tussen haakjes veel andere planeten, natuurlijke planeten, waar dit fenomeen niet bestaat, maar op aarde wel. Je moet ook begrijpen dat er heel erg sterke collectieve beesten zijn; er zijn gevallen wezens geïncarneerd die de onverzadigbare zucht hebben om zich speciaal te voelen, het allerhoogste gezag te hebben.

Als Christuswezen moet je hier natuurlijk boven kunnen staan, je moet kunnen zien dat de gevallen wezens heel slim bepaalde ideeën en overtuigingssystemen hebben bedacht. Maar behalve duidelijk omschreven ideeën en overtuigingssystemen hebben de gevallen wezens ook een algemeen bewustzijn bedacht, zouden we kunnen zeggen, dat niet een specifiek fysiek ankerpunt heeft in een ideologie of theorie, maar dat zoals we hebben gezegd, rondzwerft in het collectieve bewustzijn, in het emotionele rijk, in het mentale rijk en in het identiteitsrijk. Dit bewustzijn zorgt ervoor dat mensen zich bijzonder willen voelen.

Wanneer je een avatar bent die op aarde is geïncarneerd, dan moet je dus begrijpen dat dit je een enigma presenteert, omdat je naar een sfeer bent gegaan die tot nu toe het meest compact is, je kijkt zelfs naar een natuurlijke planeet en daar is ook een bepaalde dichtheid. We zouden kunnen zeggen dat er zelfs op een natuurlijke planeet bepaalde segmenten in de bevolking zijn. Sommige avatars of medescheppers op een natuurlijke planeet zijn ijveriger bezig met het vergroten van hun bewustzijn dan anderen – zij creëren het gevoel dat ze iets bereikt hebben. Dit komt niet helemaal overeen met het gevoel dat je op aarde ziet, omdat de gevallen wezens dit niet hebben opgebouwd. Maar er zijn wel avatars die zichzelf doelen stellen, en die doelen bereiken of overtreffen. Zij kunnen realistisch zien dat zij verder zijn dan anderen, zij hebben hun zelfgevoel, hun medescheppende vermogens, hun kennis vergroot.

Er komt vaak een moment waarop de avatars die verder zijn dan anderen, beginnen te dienen in een of andere publieke hoedanigheid. Er zijn veel gelegenheden om op een natuurlijke planeet te dienen in een vorm van publieke dienstbaarheid, waarbij de je de samenleving helpt met groeien om zich te kunnen verheffen.

Maar er zijn avatars die op het punt komen waarop ze het gevoel krijgen, omdat ze zo ijverig waren, dat ze alle mogelijkheden om te groeien en zichzelf te transcenderen hebben onderzocht die er op hun planeet zijn, bij wijze van spreken, en die ernaar verlangen om in een nieuwe omgeving iets te ervaren. Dit betekent dat ze een tijdlang naar een andere natuurlijke planeet mogen om de mogelijkheden daar te onderzoeken. Daar zullen de ijverigste avatars ook op een punt komen dat ze daar ook alles hebben onderzocht wat je kunt doen op een natuurlijke planeet en dan gaan ze op zoek naar een andere ervaring, en dan worden enkelen zich er ook van bewust dat er ook onnatuurlijke planeten zijn, en het gevolg is dat júllie, die bij wijze van spreken de voorlopers zijn – ik zeg met opzet niet de elite, maar de voorlopers – het verlangen krijgen om op een onnatuurlijke planeet te incarneren om die ervaring ook mee te maken. Jullie begrijpen wel dat er veel avatars naar de aarde zijn gekomen die al veel bereikt hebben op natuurlijke planeten. Jullie komen hier, met een veel groter bewustzijn en medescheppende vermogens en momentum dan de gemiddelde persoon op aarde.

Nu daal je niet af met dat volledige momentum, je daalt af naar het achtenveertigste bewustzijnsniveau en je moet je opwerken naar boven. Ondanks dat bezitten jullie nog steeds dat momentum om je aan iets te wijden, naar jezelf te kijken of je iets beter kunt doen. Het duurt niet lang voor je begrijpt hoe het op aarde toegaat en dan begin je op te vallen vergeleken met de anderen die al heel lang op aarde zijn, maar niet de volledige verantwoordelijkheid voor zichzelf hebben genomen. Je ziet dat avatars daardoor een bedreiging gaan vormen voor de gevallen wezens, omdat er ineens allemaal mensen op aarde incarneren die het vermogen hebben om een voorbeeld en leraar te worden, en dat is natuurlijk de bedoeling waarvoor je op aarde bent geïncarneerd.

De gevallen wezens zullen dit als een bedreiging zien en daarom stellen ze jullie bloot aan het geboortetrauma en proberen ze jullie te vernietigen. Nu heb ik gisteren gezegd dat er avatars zijn die voordat ze naar de aarde kwamen het idee hadden dat ze hier fysieke veranderingen wilden brengen, zij wilden bepaalde soorten lijden verwijderen. Dit wordt ook een bedreiging voor de gevallen wezens, want wat is de oorzaak van het lijden? Dat de gevallen wezens op aarde een elite hebben gevormd die de bevolking onderdrukt, die ervoor zorgt dat ze arm zijn, conflicten hebben en al dat soort dingen meer. Zelfs vanaf het allereerste begin kun je als avatar het idee hebben dat je op een of andere manier de gevallen wezens als leider moet uitschakelen en zelf de leider moet worden, zodat je de mensen uit hun lijden kunt verlossen.

Je ziet dat je zelfs als je met het idee naar de aarde kunt komen dat jij je tegen de gevallen wezens moet verzetten. Dit kan nog een reden zijn waarom zij jou aan het geboortetrauma blootstellen: om je te kunnen vernietigen; je begrijpt die dynamiek dus wel. Als avatars van het achtenveertigste bewustzijnsniveau naar hogere bewustzijnsniveaus opklimmen, kunnen ze hun innerlijke gevoel over wat ze bereikt hebben op een natuurlijke planeet een andere kleur geven. Dit kan beïnvloed worden door het bewustzijn van de planeet met het momentum of de wens om je speciaal te voelen, dat al heel lang op aarde bestaat. Er zijn avatars die hierdoor beïnvloed worden; ze worden beïnvloed door het collectieve beest dat je speciaal wilt zijn. Je kunt als avatar zelfs het gevoel krijgen dat om mensen te kunnen helpen, de mensen jou moeten volgen in plaats van de gevallen wezens. Hoe krijg je dat voor elkaar? Je moet speciaal zijn – je moet speciaal lijken. Daarom dromen veel spirituele mensen, zelfs studenten van geascendeerde meesters, ervan dat ze op een dag bijzondere gaven hebben, en bijna wonderen kunnen verrichten. Zij kunnen bij wijze van spreken iets aan de mensen presenteren, iets wat de mensen niet kunnen ontkennen, zodat de mensen hen dan gaan volgen en dat zij op die manier iets van de doelen kunnen bereiken die zij zichzelf hebben gesteld. Je kunt zien dat een avatar op aarde het verlangen kan kweken om speciaal te zijn, zoals je dat op aarde omschrijft.

Let goed op wat ik zeg, de gevallen wezens hebben dit momentum, de wens om speciaal te zijn, gedurende lange tijd op aarde opgebouwd en zij hebben bepaald wat speciaal betekent op aarde; zij hebben de parameters op aarde gesteld wat het betekent om speciaal te zijn op aarde en veel mensen zijn daar in getrapt. Er zijn mensen op aarde die de gevallen wezens al heel lang volgen, maar dat geldt niet voor de oorspronkelijke bewoners die de gevallen wezens niet gevolgd zijn. Maar zij zijn hier wel door overweldigd en geloven dat je dit nodig hebt om een speciale leider te zijn. Daarom zag je ook dat het Duitse volk Hitler volgde, van wie ze dachten dat hij speciale gaven had. Hetzelfde kun je zien bij veel andere leiders.

De avatars kunnen gevangen komen te zitten in hun wens om speciaal te worden volgens de maatstaven op aarde. Je vindt een spirituele leer, een spiritueel pad, misschien een lering van de geascendeerde meesters, en je gebruikt die lering om het gevoel te krijgen dat jij speciaal bent; dit is precies de dynamiek op aarde. Ik begon met spreken over enigma’s die moeten worden opgelost, en daardoor kan het gevoel dat jij speciaal wilt zijn, een enigma vormen voor studenten van geascendeerde meesters en veel andere spirituele mensen. Op een bepaald niveau hebben we gezegd dat, als je van het achtenveertigste naar het zesennegentigste niveau wandelt, een van de eerste taken waar jij mee moet afrekenen, is dat jij je aan de aantrekkingskracht van het collectieve bewustzijn moet onttrekken. Met andere woorden, je wordt niet de Levende Christus op aarde als je de meute volgt, als je het collectieve bewustzijn volgt.

Om je persoonlijke Christusschap aan te nemen, moet je een individu zijn die zichzelf apart ziet staan van het massabewustzijn. Je onttrekt je stap voor stap aan het massabewustzijn. Dat moet je doen, omdat je geen Christusschap kunt manifesteren als je meegaat met de stroom van het massabewustzijn. Je moet meegaan met de stroom die van jouw IK BEN Aanwezigheid komt om Christusschap te kunnen manifesteren. Daarom was Jezus ook een ander persoon dan gemiddeld in zijn tijd, dit hoort bij de opbouw van Christusschap.

Het wordt een enigma wanneer jij jezelf omhoog trekt, want als je een lering volgt die de meeste mensen niet kunnen bevatten en begrijpen, kun je beïnvloed worden door het planetaire momentum van de wens om speciaal te zijn. Met andere woorden, je kunt zeggen dat er twee sporen zijn die parallel lopen in de gedachten van veel mensen. Op een bepaalde manier kunnen we zeggen dat je onttrekken aan de niveaus van het massabewustzijn in zekere zin een neutrale bezigheid is. Als iemand traint om als atleet aan de Olympische Spelen mee te doen, dan zou je kunnen zeggen dat hij een bepaalde snelheid heeft als hij begint te lopen. Hij kan de achthonderd meter in een bepaald aantal seconden lopen. Dan begint hij aan een intensief trainingsprogramma. Geleidelijk aan kan zijn lichaam sneller lopen, hij bouwt spiermassa op, hij bouwt zijn vermogen op om meer zuurstof op te nemen en vergroot het vermogen van zijn lichaam om sneller te rennen – het lichaam, het fysieke lichaam kan beter presteren. Ineens kan hij harder lopen en de achthonderd meter in minder seconden afleggen dan toen hij begon. Dit is in zekere zin een neutraal, mechanisch proces, zouden we zelfs kunnen zeggen. Maar bij veel atleten zie je natuurlijk dat zij niet neutraal zijn vanwege hun verlangen om veel tijd en aandacht op te offeren om een Olympische medaille te winnen. Hier kleeft een waardeoordeel aan, omdat zij het waardevol vinden om een medaille te winnen, omdat die medaille hen speciaal zal maken. Dit motiveert hen. Maar dit heeft niets te maken met het opbouwen van vaardigheden om het lichaam sneller te laten lopen. Ik weet dat er bepaalde psychologische componenten zijn, omdat je ook je psyche moet verbeteren om sneller te worden, maar je snapt wel wat ik bedoel.

Je aan het collectieve bewustzijn onttrekken is een neutrale bezigheid. Die is niet mechanisch, maar natuurlijk wel gewoon een proces waarin jij je bewustzijnsniveau verhoogt, zodat je niet door het collectieve bewustzijn naar beneden wordt getrokken. Maar wanneer die bezigheid wordt beïnvloed door het planetaire momentum dat je bijzonder wilt worden, en ook nog het momentum dat je al op een natuurlijke planeet had omdat je tot de voorlopers behoorde, dan leidt dit er vaak toe dat spirituele mensen het gevoel krijgen dat zij speciaal zijn omdat zij een bepaalde spirituele leer hebben, een bepaalde goeroe volgen, dat zij een geavanceerde leer begrijpen en zij ervaren dat hun bewustzijnsniveau verhoogd is en dat ze verder zijn dan toen ze begonnen.

Kijk naar religieuze bewegingen, spirituele bewegingen overal op de planeet, new agebewegingen, organisaties van geascendeerde meesters, eerdere dispensaties die wij hebben gesponsord en dan zie je dat heel veel daarvan hun cultuur op een bepaalde manier georganiseerd hebben waardoor de leden zich speciaal voelen. Een groot deel van die leden heeft het gevoel gekweekt dat zij speciaal zijn omdat zij tot die organisatie behoren. In een eerdere dispensatie waren de leden er vast van overtuigd dat zij speciaal waren, omdat zij de allerhoogste leer op de planeet bezaten en daardoor de meest geavanceerde spirituele mensen op de planeet zijn. Wat zij zich niet realiseerden en niet wilden erkennen, was dat er honderd andere spirituele bewegingen waren die precies hetzelfde geloofden: dat zij de mensen waren die speciaal waren vanwege hun leer.

De vraag is nu wat dit te maken heeft met Christusonderscheid. Heel eenvoudig. Zolang je in gedachten speciaal wilt zijn, zal dat de manier waarop je naar jezelf kijkt en je vooruitgang op het pad beïnvloeden, de manier waarop je naar je relatie tot andere mensen kijkt. Je komt niet boven een bepaald niveau van Christusonderscheid uit zolang je de wens hebt om speciaal te zijn. Omdat je, zoals we vaker hebben gezegd, van het achtenveertigste naar het zesennegentigste bewustzijnsniveau kunt komen zonder dat je met bepaalde aspecten van het ego, bepaalde gescheiden zelven, wordt geconfronteerd. Maar op het zesennegentigste niveau heb je een glazen plafond en je komt pas verder als je de wens om je op jezelf te concentreren, onder ogen hebt gezien; het verlangen om het spirituele pad te bewandelen om jezelf te verheffen, om jezelf speciaal te voelen. Je kunt eenvoudig niet verder. Het is een van de veiligheidsmechanismen, net als het feit dat je pas kunt ascenderen als je alle egocentrische neigingen hebt opgegeven.

Je kunt op het zesennegentigste niveau zijn, en toch zijn veel studenten van geascendeerde meesters en mensen uit andere spirituele bewegingen daar vast komen te zitten, maar zoals we hebben gezegd, kan dat niet heel lang zo blijven, want daarna kom je in een neerwaartse spiraal, en wat houdt dat voor sommige mensen in? Dat ze in een spiraal komen waarin ze nog harder gaan studeren, nog meer oefeningen doen, alles doen wat zij kunnen volgens hun spirituele leer, nog ijveriger zijn en daardoor steeds meer het gevoel kweken dat ze speciaal zijn. Als de mensen eerlijk tegen zichzelf zouden zijn, dan zouden ze zien dat er in hun innerlijk ook een heel subtiel gevoel bestaat dat het niet genoeg is, dat ze achterop lopen, dat er iets mist.

Dat komt omdat je niet meer van het ene niveau naar het volgende groeit, en je weet dat je niet meer groeit. Je kunt dan voor de buitenwereld wel het gevoel kweken dat je speciaal bent vanwege alle dingen die je hebt gedaan, maar zoals we al vaker hebben gezegd, kun je niet afdwingen dat je in de hemel komt. Je kunt niet kopen dat je in de hemel komt. Je kunt niet bij de poort komen, bij het geascendeerde rijk ,en zeggen: “Kijk eens naar al die dingen die ik op aarde heb gedaan. Kijk eens hoeveel decreten ik heb opgezegd, hoeveel ik heb gestudeerd, hoeveel geld ik heb gegeven, alle dingen die ik heb gedaan. Jullie moeten me wel binnenlaten vanwege alles wat ik heb gedaan.” Maar dit heeft Jezus gezegd toen hij sprak over de mensen die in zijn naam hebben geprofeteerd, die duivels hebben verdreven in zijn naam, en al dat soort dingen meer hebben gedaan. Hij zei dan: “Ik ken je niet.” Omdat zij het pad naar Christusschap niet meer bewandelden maar in plaats daarvan het gevoel hadden gekweekt dat zij heel speciaal waren.

Op het zesennegentigste niveau komt je op het punt waarop je dit enigma moet oplossen. Je moet dit onder ogen zien en beseffen dat Christusschap er niet over gaat of jij jezelf bijzonderder maakt vergeleken met anderen. Christusschap gaat niet over jezelf boven anderen plaatsen, een soort competitie tegen anderen winnen of de strijd tegen de gevallen wezens winnen. Zoals we al vaker hebben gezegd, is het enigma dat je om je aan het massabewustzijn van het achtenveertigste tot het zesennegentigste niveau te onttrekken, een bepaald zelfgevoel moet kweken dat sterker is dan dat van de meeste mensen. Dat is de enige manier om te voorkomen dat je weggevaagd wordt door de stroom van het massabewustzijn. Van het achtenveertigste tot het zesennegentigste niveau kweek je een bepaald zelfgevoel, maar dat brengt je niet van het zesennegentigste op het honderdvierenveertigste niveau. Wat moet je doen om van het zesennegentigste op het honderdvierenveertigste bewustzijnsniveau te komen? Je moet alles afbreken wat het zelf heeft opgebouwd.

In zekere zin bouw je van het achtenveertigste tot het zesennegentigste niveau een bepaald zelfgevoel op en van het zesennegentigste tot het honderdvierenveertigste niveau breek je dat zelfgevoel weer af tot je weer in die staat komt waarin je de mens, de persoon, wordt die uit de hemel is afgedaald; je wordt weer zuiver gewaarzijn. Alles wat je hebt opgebouwd om ervaringen op aarde te krijgen, heb je dan weer ontmanteld. Daarom kun je door de poort lopen naar het geascendeerde rijk, omdat je niets mee kunt nemen van al die dingen die je op aarde hebt opgebouwd. Geen enkele structuur die je in je vier lagere lichamen hebt opgebouwd, kun je meenemen naar het geascendeerde rijk.

Ik weet heel goed dat dit een totaal ander enigma presenteert. Het is iets waar de mensen die deel uitmaken van deze dispensatie zich niet zo bewust van zijn als anderen die deel uitmaken van eerdere dispensaties. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat wij, de geascendeerde meesters ,dit enigma enigszins hebben geïntensifieerd. We hebben dit niet helemaal geschapen, maar wel geïntensifieerd. Als je terugkijkt op de Summit Lighthouse bijvoorbeeld, dan zie je dat de geascendeerde meesters werden gepresenteerd als wezens die duidelijk speciale, zelfs bovennatuurlijke, gaven hadden. Er werd in de Summit Lighthouse ook veel gesproken over onze vorige levens en in deze dispensatie hebben we het daar niet zoveel over.

Als je weer naar de Summit Lighthouse kijkt, dan zie je dat ze bepaalde vorige levens presenteerden, waarin El Morya beroemd was; dat hij keizer was geweest in het verleden. En andere meesters waren koning, of wetenschapper, of filosoof geweest. Welk beeld wordt hier gegeven? Dat de mensen die geascendeerd zijn, in het verleden heel speciale mensen waren die speciale kennis, speciale gaven bezaten. De onderliggende aanname in die cultuur was, dat je op die manier ascendeert, dat je steeds bijzonderder wordt met bijzondere gaven, en dat je daarom kunt ascenderen. Met andere woorden, de indruk die werd gewekt, was precies het tegenovergestelde van wat ik net heb gezegd. De indruk wordt gewekt dat je een zelfgevoel opbouwt dat anders is dan het collectieve bewustzijn, dat speciaal is vergeleken met de gemiddelde persoon.

Je bouwt dit verder op in plaats van het te ontmantelen op het zesennegentigste niveau, waardoor het steeds bijzonderder wordt. En wanneer er een cruciale hoeveelheid van dat bijzonder zijn wordt bereikt, dan ascendeer je met dat zelf intact. Met andere woorden, het speciale zelf dat je in veel incarnaties hebt opgebouwd, brengt je in het geascendeerde rijk. Dat neem je mee naar het geascendeerde rijk.

Ik geef volledig toe dat bepaalde elementen van de leringen die zowel werden gegeven in de Summit Lighthouse als in andere bewegingen, zoals de I AM Movement, dit beeld hebben aangemoedigd. Daardoor zag je ook in die bewegingen dat de boodschappers en de geascendeerde meesters heel erg verafgood werden. Je zegt nu misschien: “Waarom lieten jullie dit gebeuren?” En de verklaring is eenvoudig nogmaals dat er in het Vissentijdperk bepaalde initiaties moesten worden gedaan.

Een van de initiaties bestaat eruit dat je het idee moet loslaten dat je een zelf opbouwt dat zo speciaal is dat God dat wel in de hemel moet toelaten. Dit is in zekere zin de overtuiging die een aantal gevallen wezens hadden, vanaf het moment dat ze vielen. Ze konden niet bevatten wat een geascendeerde meester is, zij konden daar niet bij. Ze dachten dat de geascendeerde meesters net zo zijn als op aarde. Er is één land dat een leger heeft, en nu is dat leger sterker dan dat van mij en kan ik het dus niet verslaan. Maar als ik mijn leger opbouw, kan er een moment komen waarop ik het andere wel kan verslaan.

Die gevallen wezens dachten: “De geascendeerde meesters zijn gewoon wezens die nu meer macht hebben dan ik, maar als ik mijn macht opbouw, dan kan er een moment komen waarop ik meer macht heb en dan kan ik hen verslaan, de geascendeerde meesters verslaan. Ik kan bewijzen dat ze niet gelijk hadden, ik kan God bewijzen dat ik de leiding moet hebben over het universum in plaats van de geascendeerde meesters.”

Nogmaals, dit is een onderdeel van die wens om speciaal te zijn; de gevallen wezens hebben die naar deze planeet meegenomen en dat momentum hebben opgebouwd. Aan het eind van het Vissentijdperk was het dus nodig om de studenten deze uitdaging te bieden. Als je daarop terugkijkt, dan zie je dat wij er bij de Summit Lighthouse heel veel dictaten over hebben gegeven die de mensen konden helpen om dit te transcenderen. Wij wisten ook, zoals we al vaker hebben gezegd, dat een aantal studenten hier niet naar wilden luisteren. Dus wat moesten wij toen doen? Wij moesten die situatie overdrijven in de hoop dat ze het wel zouden begrijpen. Daarom moesten we in een bepaalde organisatie toelaten dat de afgoderij van de boodschappers werd overdreven, de idealisering van bepaalde mensen in de staf, en de zelfaanbidding van mensen die zich zo speciaal voelden omdat zij in deze beweging zaten die de hoogste lering op de planeet had.

Maar kijk eens naar het begin van het Vissentijdperk. Jezus heeft je de uitdaging van het Vissentijdperk voorgelegd, zelfs in de gefragmenteerde uitspraken die het in de Bijbel hebben overleefd. En dat is in principe de uitdaging om het verlangen los te laten dat je speciaal bent dat de gevallen wezens hebben meegenomen. Als een cruciaal aantal mensen dit in het Vissentijdperk kon loslaten, dan zouden er bepaalde gevallen wezens van de planeet worden gehaald. Wat heeft hij helemaal in het begin gezegd? Hij zei: “Alleen de mens die uit de hemel is afgedaald, kan naar de hemel terugkeren”, heel erg duidelijk. Je kunt op aarde een zelf opbouwen dat je speciaal laat voelen, maar dat betekent niets voor God, het betekent niets voor Christus. “Ik ken je niet.” “Laat de grootste onder jullie, de dienaar van allen zijn.” Juist dit, het gevoel opbouwen dat je speciaal bent en de leider bent, gaat in tegen wat Jezus als het doel van Christusschap in het Vissentijdperk definieerde.

Dit leidt er allemaal toe dat er een moment komt waarop je als student van de geascendeerde meesters hierover moet gaan nadenken, want als je niet het enigma in je eigen hoofd oplost, en iedereen moet dit persoonlijk doen, want het heeft te maken met wat je in vorige levens hebt aangenomen, welke overtuigingen en gescheiden zelven je hebt gekregen om dit te ondersteunen. Maar als je dit niet oplost, kun je niet boven het zesennegentigste bewustzijnsniveau uitkomen. Omdat je op het zesennegentigste niveau ophoudt met je op jezelf te richten en je concentreert je op hoe je iets kunt dienen dat groter is dan jij. De Omega is dat je andere mensen dient, de Alpha is dat je de geascendeerde meesters dient en ziet dat wij een bepaalde agenda hebben, zoals de Gouden Eeuw manifesteren of de gevallen wezens van de planeet verwijderen, of het collectieve bewustzijn verhogen en dat jij het grootste deel van je leven je eraan wijdt om dat te doen.

Daarnaast kun je ook nog bepaalde wensen hebben, bepaalde dingen die je wilt ervaren op aarde, voor je kunt ascenderen, en dit hoort ook bij je pad. Maar je richt je meer op het dienen van andere mensen dan jezelf speciaal voelen. Dit is een duidelijke verschuiving die je moet maken. Het gebeurt niet allemaal in één keer, maar die verandering moet er wel komen, je niet meer op jezelf richten, en je ook net als de boodschapper realiseren: “Het gaat niet om mij.” Dit is een motto dat hij vele jaren geleden kreeg.

Het gaat niet om jou. Je hebt, vooral in het zenboeddhisme, een concept dat nogal oud is: je ego afrossen. Het besef dat iedereen een ego heeft met bepaalde eigenschappen, bepaalde hoogmoed bezit, en dat moet worden afgerost, gestraft, vernederd, totdat hij gebroken is. Dit hoef je niet beslist te doen als student van geascendeerde meesters, maar je moet je wel geleidelijk aan losmaken uit die concentratie op jezelf. Je moet tot het besef komen dat het nodig is om die concentratie op jezelf los te laten. Je hoeft dat niet in één keer te doen, maar je moet je realiseren dat dit wel het doel is.

Dit is het nieuwe doel op je pad: die focus op jezelf afbreken opdat jij je realiseert dat het niet om jou gaat, in de betekenis van jouw uiterlijke zelf. Het gaat erom dat jij, de Bewuste Jij, terugkomt in de staat van zuiver gewaarzijn in plaats van je te identificeren met de zelven of het zelfgevoel dat je op aarde hebt gekweekt. Je kunt het niet meenemen: dit zelf dat je op aarde hebt gekweekt, hoe speciaal dat ook is, hoe kundig het ook is, enzovoort. Wat hebben we gezegd: een geascendeerde meester kan in vorige levens een beroemd persoon zijn geweest, die veel heeft bereikt, maar niets wat hij op aarde heeft bereikt, heeft ervoor gezorgd dat hij ascendeerde, maar juist wat hij in zijn causale lichaam in de hemel had opgeslagen. Dat neem je mee naar het geascendeerde rijk en dat geeft je momentum als geascendeerde meester. Maar het is geen voortzetting van het momentum dat je op aarde hebt verzameld, zelfs in je beste incarnaties.

Waarom hebben we dan voorbeelden van die vorige levens gegeven? Het hoorde bij de tijd, het was onderdeel van het ‘lokkertje’, zoals Jezus het heeft genoemd, omdat we de mensen iets moesten geven wat hen aansprak. We moeten ook toegeven dat er een bepaalde mandala was van de studenten voor wie die organisatie werd gecreëerd. Wij moesten hen de initiaties geven die ze nodig hadden. Zij hadden die initiatie nodig om aan het pad te beginnen, zij moesten het gevoel hebben dat zij daardoor speciaal konden worden. Als ze eenmaal op het pad waren, probeerden we ze te helpen om daar vanaf te komen. Er waren natuurlijk een groot aantal die zijn geslaagd voor de initiatie, die zich niet meer zo op zichzelf richtten en die door gingen naar hogere niveaus. Maar er waren ook mensen die dat niet deden en dat tot op de dag van vandaag nog niet hebben gedaan.

Waar brengt dit ons? Bij het feit dat er een bepaald punt op je pad komt waarop je een omschakeling moet gaan maken. Zoals ik heb gezegd, is het niet alles of niets. Het gebeurt niet in één grote openbaring. Maar je moet je ervan bewust worden dat het eigenlijk niet om jou gaat. Het gaat niet over het verder opbouwen van een gescheiden zelfgevoel dat heel speciaal is. Als je nog eens naar het leven van Jezus kijkt, dan zie je dat hij aan het begin van het Vissentijdperk het archetypische voorbeeld heeft gegeven dat hij zichzelf niet apart plaatste, omdat hij speciaal was ten opzichte van anderen. Je ziet dat hij zichzelf aan het begin van zijn missie de ‘zoon des mensen’ noemde, en dat kwam omdat hij wilde dat de mensen zich in hem konden herkennen en hem als een voorbeeld zouden zien in plaats dat hij zo speciaal was dat: “O, wij kunnen onmogelijk wat Jezus kan, laten we dus maar volgelingen van Jezus blijven; hij is zo’n speciale leider.”

Hier moet je natuurlijk ook over nadenken en erkennen dat je dit niet doet om punten te verdienen op een lijst die iemand in de hemel bijhoudt. Er is niemand in de hemel die de score voor jou bijhoudt. Alleen je ego, je gescheiden zelf, houdt een score bij. Je gebruikt de lering van de geascendeerde meesters om bepaalde doelen te stellen. Dit gescheiden zelf stelt zich bepaalde doelen en zegt: Dit moet ik doen als ik punten wil verdienen. Dus ga ik dit doen.”

Dit zelf is erbij, het is een deel van het planetaire zelf. Je kunt niet incarneren zonder een zelf aan te nemen. Wij hebben dat allemaal gedaan in onze levens. Je moet daarmee afrekenen, zoals wij daar ook mee hebben afgerekend. Daarom geven we jullie deze leringen om te slagen voor de initiatie, en hopelijk gemakkelijker, op een gemakkelijker manier dat wij. Je realiseert je wel dat wij niemand iets kwalijk nemen. Je hoeft je niet slecht te voelen, omdat je geneigd bent om dat te doen. Het hoort bij het pad dat je dit hebt. Het hoort ook bij het pad dat je dit ontstijgt. Er is niets mis met een bepaald momentum. Daarom is het zo cruciaal dat je op dit punt komt, omdat je dan naar je psychologische problemen kunt kijken en dit momentum zien zonder dat je het jezelf kwalijk neemt. Dit is nog een enigma op het pad. Het wordt ook geschapen door de wens om bijzonder te zijn.

Er zijn als je naar de studenten van geascendeerde meesters kijkt en andere spirituele mensen in een andere beweging, die ijveriger zijn dan andere. Zij gaan er ijveriger mee aan de slag, zij willen offers brengen, met hun normale leven te breken om hun leven te wijden aan spirituele vooruitgang. Maar heel veel van die mensen zijn maar gedeeltelijk gemotiveerd of hun motivatie wordt beïnvloed door de wens om speciaal te zijn. Zij denken dat je als je speciaal bent, nooit ongelijk kunt hebben, nooit iets slechts kunt doen. En dan komen de geascendeerde meesters dus en wij zien een heel eenvoudige situatie. Om je te helpen om je te plaatsen voor je ascensie, moet je het zelf dat je hebt, afbreken en terugkeren naar de staat van zuiver gewaarzijn. Wij moeten je helpen bij de psychologische problemen die je nog niet hebt opgelost, de zelven die je nog hebt. Maar als je het idee hebt dat jij speciaal moet zijn en daarom nooit ongelijk kunt hebben, dan zul je weerstand hebben om iets in je eigen psyche te ontdekken. Je zult dan denken: “De meesters hebben het over andere mensen die geneigd zijn om zo te doen, maar niet over mij.”

Als je eerlijk bent, dan weet je dat jullie allemaal deze reactie hebben gehad. Nogmaals, niets mis mee. Zo is het gewoon. Maar je kunt zover komen dat je het loslaat. De meest succesvolle studenten zijn de studenten die op dat punt komen en zeggen: “Maar weet je wat, het is geen kwestie van iets voor de geascendeerde meesters verbergen. Ik hoef het niet voor mezelf te verbergen, omdat ik al naar veel dingen bij mezelf heb gekeken en heb losgelaten. Dat betekent dat ik iets wat er ook nog in mijn psyche zit, kan loslaten. Ik weet dat de meesters mij niet veroordelen omdat ik al dingen heb losgelaten. Waarom zouden ze me dan veroordelen voor iets wat ik nog niet heb gezien? Zij willen mij juist helpen om het te zien en los te laten en ervan bevrijd te zijn. Dus waarom moet ik dan weerstand bieden? Waarom voel ik tegenzin om ernaar te kijken?” Natuurlijk voel jij weerstand om ernaar te kijken, omdat jij het gevoel hebt dat je speciaal moet zijn. Je kunt het eigenlijk niet mis hebben. De mensen zullen niet naar je luisteren, je kunt je doelen op deze planeet niet bereiken, zoals de boodschapper gisteravond heeft verteld.

Velen van jullie hebben een enigszins ander mechanisme, net een beetje anders dan de boodschapper heeft beschreven, maar er is wel iets wat ervoor zorgt dat je weerstand voelt om iets in je psyche te zien. Je denkt dat je naar bepaalde dingen kunt kijken, die zijn tamelijk neutraal, maar om andere dingen “zou ik mezelf echt veroordelen, als ik daartoe geneigd ben. Daarom wil ik dat niet zien.” Daarom ben je geneigd om je psychologisch van ons terug te trekken. Je trekt je terug en zonder dat jij je hier van bewust bent, zeg je in wezen tegen ons: “Meesters, jullie mogen déze dingen op dit terrein van mijn psyche wel aan mij blootleggen, maar ik wil niet dat iets op dat gebied wordt blootgelegd door jullie.” Dat zeg je onderbewust, hoewel jij je daar niet van bewust bent. Je kunt je er wel van bewust zijn dat je bepaalde weerstand voelt, een bepaalde angst dat iets aan het licht komt dat zo erg is dat je niet slaagt. Dat is een angst, een angst die van de gevallen wezens komt, de angst om te falen, maar dit is iets wat ik zal bewaren voor mijn volgende verhandeling, omdat ik jullie nu heb verteld wat ik wilde zeggen in deze aflevering.

Ik verzegel jullie dus in de grote vlam van vreugde die ik voor deze planeet bewaar. Ik word de Grote Initiator genoemd en met veel plezier laat ik mensen initiaties ondergaan, maar de mensen begrijpen vaak niet goed wat het betekent om een initiatie te krijgen. Dit komt gedeeltelijk door hun angst om te falen. Hier zal ik jullie meer over vertellen wanneer ik terugkom voor mijn volgende verhandeling.