Geen enkele vrouw is vrij totdat alle vrouwen vrij zijn

Vraag: Ik wil graag meer inzicht. Hoe bevordert de zinsnede “Totdat iedereen vrij is, is niemand nog vrij”, het eenzijn zonder te ontkennen dat er inderdaad een geleidelijk pad is waarop iedereen op verschillende plaatsen is? Het betekent vanzelfsprekend niet dat we geen vooruitgang kunnen maken totdat iedereen vooruitgang boekt.

Antwoord van Geascendeerde Meester Moeder Maria, 2020 – Webinar Kiezen hoe de toekomst van Amerika eruit ziet

Die uitdrukking is in werkelijkheid: “Geen enkele vrouw is vrij totdat elke vrouw vrij is”. De bedoeling van die uitspraak is vrouwen in de welvarender landen een bepaald gevoel van solidariteit te laten ontwikkelen met vrouwen in minder ontwikkelde landen die niet dezelfde kansen hebben. Je beseft dat je jouw comfortabele levensstijl eenvoudig niet kunt gebruiken om hiermee tevreden te zijn, maar je moet die als een mogelijkheid beschouwen om anderen te helpen die niet op hetzelfde niveau zitten.

Dit bevordert het gevoel van eenzijn omdat je beseft dat degenen die fortuinlijker zijn dit in hun Goddelijke plan hebben staan en dat het een onderdeel is van hun hogere verlangens om de mensen te helpen die minder fortuinlijk zijn. Zo kan iedereen vooruitgang boeken, hoewel dit niet beslist in hetzelfde tempo hoeft te zijn, of op hetzelfde niveau. Maar er komt een moment op het pad dat je geen vooruitgang kunt boeken als jij je op jezelf en je eigen persoonlijke pad blijft richten.

Heel veel mensen, inclusief studenten van geascendeerde meesters, hebben het spirituele pad een poos bewandeld en dat heeft hen groei opgeleverd, maar daarna komen ze bij een scheidslijn en in plaats van zich te concentreren op wat zij kunnen doen voor het geheel, wat zij voor anderen kunnen doen, wat zij voor de meesters kunnen doen, blijven ze alleen maar zien hoe zij zichzelf kunnen verbeteren en zichzelf verheffen. Dan stagneren ze. Sommigen hebben wel het gevoel dat ze nog groeien, maar dat is niet zo. Sommigen hebben het gevoel dat zij hun inzichten nog uitbreiden, en steeds meer te weten komen, maar zij verhogen hun bewustzijn niet echt. Anderen hebben het gevoel dat zij niet groeien en raken ontmoedigd. Zij beginnen kritiek te leveren op hun goeroe of de organisatie of de leer, of ze beginnen naar iets anders te zoeken. Maar ze gaan niet vooruit, omdat zij niet verder willen kijken dan zichzelf en hun eigen groei.