Planeet Aarde is een realiteitssimulator

Geascendeerde meester Gautama Boeddha, 1 december 2019 – Tallinn, Estland

IK BEN de geascendeerde meester Gautama Boeddha. Ik kom terug op mijn uitspraak van vijfentwintighonderd jaar geleden toen ik een fysiek lichaam bezat op aarde. Een van de leringen die de kern vormt van het boeddhisme, is dat alles de Boeddhanatuur is. Wat betekent dat eigenlijk? Veel mensen zijn hierdoor in verwarring gebracht. Veel oprechte, goed bedoelende aanhangers van het boeddhisme speculeren hierover, en die zijn gekomen met diverse theorieën en interpretaties en veel daarvan klopten tot op bepaalde hoogte. Ik wil die op geen enkele manier bekritiseren of vervangen, maar ik wil jullie wel een perspectief geven dat berust op het collectieve bewustzijn van tegenwoordig en de leringen die wij tot dusver hebben gegeven.

Als je begrijpt dat alles de Boeddhanatuur is, dan betekent dit dat de Boeddhanatuur de vorm moet ontstijgen. Je kijkt naar de vorm in dit universum, je kijkt naar deze stoel, je kijkt naar dit tapijt, je kijkt naar een raam, je kijkt naar een tafel. Zou je dan zeggen dat de tafel de Boeddhanatuur is? Dat zou je niet doen, maar wat je wel zou kunnen zeggen, is dat de tafel van de Boeddhanatuur is gemaakt. Met andere woorden, als je verder kon zien dan de vorm, achter de vorm, dan zou je de Boeddhanatuur erin zien. De mensen konden dit vijfentwintighonderd jaar geleden moeilijk begrijpen.

Voor jullie is dit een beetje gemakkelijker, omdat jullie zijn opgegroeid met het concept dat deze stoel en deze tafel bestaat uit kleinere eenheden, die moleculen, atomen, zelfs subatomaire deeltjes worden genoemd. Je zou dus ook kunnen zeggen dat alles uit atomen bestaat. Daarom bestaat deze stoel ook uit atomen. Dit betekent natuurlijk niet dat atomen ook op deze stoel lijken. Je weet dat atomen niet te zien zijn met het blote oog en daarom hebben atomen niet iets wat jullie gewoonlijk vorm noemen. Zij hebben niet de vorm van tafels en stoelen. Zij kunnen wel enige vorm bezitten, zoals jullie hebben geleerd te denken, maar niet iets wat je met je zintuigen ziet. Daardoor kun je een sprong maken door te zeggen, omdat die stoel uit atomen bestaat, dat atomen van de Boeddhanatuur zijn gemaakt. Maar het verschil is dat de Boeddhanatuur geen vorm heeft. Die heeft geen vorm die jij je kunt voorstellen, een vorm die je met een geest kunt bedenken die in dit materiële universum wordt geconcentreerd.

Je kunt wel zeggen dat de Boeddhanatuur het potentieel bezit om vorm aan te nemen. Maar als de Boeddhanatuur geen vorm heeft, waarom heb je dan de Boeddhanatuur nodig? Je hebt die wel nodig, want hoe kun je iets creëren als er geen vormeloze natuur was die vorm kon aannemen? Wat kun je afleiden uit de bevindingen van de wetenschap? Je maakt iets wat zichtbaar is, een zichtbare vorm zoals een stoel, en je realiseert je dat die stoel niet zomaar uit het niets in haar huidige vorm is ontstaan. Het was niet zo dat je op een bepaald zou kunnen zeggen: “Nu is er geen stoel, nu is er wel een stoel. Bam, dat is zomaar ineens gebeurd.” Zo worden dingen niet gemaakt, dat weet je, je weet dat een stoel van metaal is gemaakt. Dit metaal is begonnen als verschillende soorten erts in de grond, die moesten worden opgegraven, worden gesmolten, in ijzer veranderd en dit ijzer moest weer worden bewerkt om een bepaalde vorm aan te nemen om de poten van de stoel te worden. Daarna moest er ook hout worden gemaakt en samengevoegd. Er kwam iets overheen, een laag stof, en dat moest allemaal worden gemaakt om de stoel te kunnen maken.

Maar al die ruwe materialen, zoals jullie die noemen, zijn niet uit het niets verschenen. Het ijzererts dat in de grond zat, wordt gemaakt van ijzermoleculen. Die moleculen zijn gemaakt van een nog kleinere eenheid, atomen genaamd. De atomen worden gemaakt van subatomaire deeltjes en zelfs die subatomaire deeltjes worden gemaakt van energiegolven. Als je door de verschillende stadia heen gaat die ervoor nodig zijn om een bepaalde vorm, een zichtbare vorm, te maken dan kom je op steeds verfijndere niveaus. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat je naar veel eenvoudiger vormen gaat. Een stoel, of zelfs een grotere constructie zoals een gebouw, is heel complex. Maar moleculen zijn minder complex. Atomen nog minder, en subatomaire deeltjes nog minder. Je komt dus bij een staat van steeds minder complexiteit en steeds minder uitgesproken vorm.

Is het dan heel moeilijk om de sprong te maken en te zeggen dat er een punt moet komen waarop een basissubstantie bestaat, in ieder geval de basissubstantie die we ons kunnen voorstellen en dat die basissubstantie uit het universum, die geen vorm bezit maar het potentieel heeft om een vorm aan te nemen, en dat we dit de Boeddhanatuur kunnen noemen. De Boeddhanatuur is op een bepaalde manier meer, maar we kunnen jullie in ieder geval een manier geven om te visualiseren of je voor te stellen, dat de Boeddhanatuur de basissubstantie is waaruit alle vorm wordt gemodelleerd.

Nu zijn er mensen die zullen zeggen dat dit niet overeenkomt met het huidige wetenschappelijke paradigma, maar dat komt omdat het huidige wetenschappelijke paradigma berust op cognitieve dissonantie. De wetenschap heeft bewezen dat je op steeds diepere niveaus kunt komen die niet zichtbaar zijn. De logische conclusie is dat er een soort basissubstantie moet zijn waaruit alles wordt geschapen. Het probleem met de wetenschap is dat het heel erg door het materialistische paradigma wordt beïnvloed dat er niets iets meer kan zijn dan het materiële universum. En de materialisten zeggen dat dit betekent dat er geen substantie kan zijn die geen vorm heeft, omdat dit helemaal niks zou zijn en niks kan niet uit het niets verschijnen, zeggen ze. Dat klopt ook helemaal, niets kan uit het niets verschijnen, of liever, geen enkel ding verschijnt uit het niets, alles verschijnt uit de Boeddhanatuur, de basissubstantie. Het idee van een basissubstantie die geen vorm heeft, maar de bron is van alle vorm komt helemaal overeen met wetenschappelijke bevindingen, misschien niet met het materialistische paradigma, maar het materialistische paradigma is gewoon één mogelijke interpretatie van wetenschappelijke bevindingen en het materialistische paradigma kan niet eens alle huidige wetenschappelijke bevindingen verklaren en daardoor zie je dat het gebrekkig is.

Er is dus een basissubstantie die de Boeddhanatuur heet waaruit alle vorm wordt gemaakt. Wat betekent dat eigenlijk? Er is een concept waar veel mensen heel erg aan gehecht zijn en ze denken dat het erg belangrijk is. Dit is het concept ‘realiteit’. Iets bestaat echt, anders is het niet echt. Maar als alles wat je ziet in het materiële universum wordt gezien als een basissubstantie zonder vorm, kun je dan wel zeggen dat alle vormen die je ziet, echt bestaan? Zij bestaan niet op zich, zij bestaan niet op een onafhankelijke manier. Als er geen Boeddhanatuur was, dan zou er ook geen vorm kunnen hebben. Iedere vorm die je kunt zien, de tafel, de stoel, de zon, de sterren, worden van dezelfde basissubstantie gemaakt. Nu kan de basissubstantie die de stoel vormt, weer worden getransformeerd of liever teruggebracht worden naar de vormloze staat en dan kon die worden gebruikt om een heel andere vorm te modelleren, zoals een bloem, of een verre ster in die Boeddhanatuur, in die basale vormeloosheid waar geen tijd, geen ruimte, geen ligging is.

Zodra de vorm, de substantie die de stoel vormt, weer vormeloos is geworden, zou het bijvoorbeeld ogenblikkelijk (of buiten de tijd om) kunnen worden gebruikt om een ster te vormen die miljoenen lichtjaren verder weg ligt. Kun je dan eigenlijk wel zeggen dat die stoel echt is wanneer hij niet onafhankelijk, zelfstandig, bestaat? Hij heeft een afhankelijk bestaan, omdat die uiteindelijk afhankelijk is van de Boeddhanatuur, de stoel zou niet op zichzelf kunnen staan. Wat zou de betekenis van een stoel zijn als er geen vloer was waarop de stoel kon staan? Of als er niemand zou zijn om op die stoel te zitten? Zou die stoel ooit ontstaan als er geen menselijke wezens waren die zich voorstelden dat ze hoger dan de vloer wilden zitten? Dus het is waar, niets kan uit het niets verschijnen, maar de Boeddhanatuur is niet niks.

Je ziet dus dat alles vorm heeft, iedere vorm heeft een afhankelijke oorsprong, een onderling afhankelijk ontstaan. Die verschijnt niet in een vacuüm; die verschijnt niet uit het niets. Hij wordt gemaakt van een basissubstantie maar hij wordt gemaakt met een bedoeling, een reden. Hij zou niet kunnen bestaan zonder de vloer, zonder mensen, al dat soort dingen. Hij zou niet kunnen bestaan zonder de vloer, de muren, zonder het dak, zonder menselijke wezens, al dat soort dingen. Die kon niet zijn gemaakt als er geen aarde was met ijzererts, als er geen bomen groeiden die tot hout werden, enzovoort, dus je begrijpt dat je niets, geen enkele vorm, helemaal als echt bestaand kunt beschouwen in de allerhoogste betekenis. Niets bestaat op zich, niets bestaat onafhankelijk. Alles is met elkaar verbonden. Alles hangt van elkaar af. Het hele universum is één geheel dat met elkaar verbonden is, dat van elkaar afhankelijk is. Dit komt trouwens overeen met de ontdekkingen van de wetenschap. De wetenschap heeft ontdekt dat lokaliteit, gescheidenheid, niet bestaat. De diepere werkelijkheid is dat er geen plaatsbepaling of ligging bestaat, alles is onderling met elkaar verbonden. De realiteit die je ziet wanneer je ‘verlichting’ bereikt, is dat er nergens iets is wat in het universum los van iets anders staat. Alles staat met elkaar in verbinding. En niet alleen dat, maar ook dat niets blijvend is.

Wat heeft de wetenschap aangetoond wat veel religies niet hebben gedaan? Die heeft aangetoond dat er door een lang proces geleidelijk verschillende vormen ontstaan. Je kunt niet ogenblikkelijk iets scheppen. Er wordt geleidelijk iets geschapen en iets wat eerder werd geschapen, vormt het fundament voor iets wat daarna ontstaat, en het onderling afhankelijke ontstaan gaat dus heel erg ver terug. Ik weet dat het lineaire verstand zal zeggen dat er wel een allereerste begin moet zijn, maar laten we het daar nu even niet over hebben, maar zo ver mogelijk teruggaan in de tijd als we kunnen en erover nadenken dat dit geleidelijke proces bewijst dat alles met elkaar verbonden is.

Wat is dan de bedoeling van dit hele proces van onderling afhankelijk ontstaan waarbij de waarheid is dat de Boeddhanatuur al die verschillende vormen aanneemt? Wat is de bedoeling daarvan? Het materialisme zegt dat er geen bedoeling is, het gebeurde allemaal toevallig. Wat is toevallig? Kunnen zij uitleggen wat toeval is? Wat is willekeur? Definieer het. Dat kun je niet. Waarom? Omdat echte willekeur geen vorm kan hebben en in het materialistische paradigma mag je alleen maar iets wat vorm heeft als echt beschouwen. Cognitieve dissonantie. Je beweert dat je een wereldbeeld hebt, maar het wereldbeeld dat je hebt om te verklaren waar iets uit ontstaat, wordt toeval, willekeur, genoemd. Jullie wereldbeeld zegt dat alleen dingen die een vorm hebben, echt bestaan, maar toeval en willekeur hebben geen vorm, hoe kunnen die dan echt zijn? En als die ook niet echt bestaan, hoe kan het dan dat zij alle vormen hebben geschapen waarvan jij beweert dat ze echt zijn? Cognitieve dissonantie.

Weer een niveau van cognitieve dissonantie: Wie ben jij om te beweren dat er alleen maar een materiële wereld is en dat alleen die wereld bestaat? Wie zijn jullie? Jullie zijn wezens die zich van zichzelf bewust/gewaar zijn. De enige reden om te zeggen dat iets echt bestaat, is iets wat jullie zelfbewustzijn noemen. Waarom komt zelfbewustzijn vandaan? Kun je uitleggen hoe toeval en willekeur ervoor kunnen zorgen dat jij je van jezelf gewaar bent, het zelfbewustzijn dat overal naar orde zoekt? Hoe kon dat gebeuren? Kun jij dat uitleggen? Als je dat niet kunt verklaren, is je verklaring misschien niet volledig, misschien wel niet eens echt. Als mensen openstaan voor een alternatieve verklaring, hier komt hij dan.

Alle vormen die je ziet, in deze zichtbare, fysieke, materiële wereld zijn maar voor één doel geschapen: om van zichzelf bewuste wezens een bepaalde ervaring te geven. Jullie mensen, beschouwen jezelf als de verst gevorderde vorm van leven op de aarde. Opnieuw cognitieve dissonantie: jullie beweren, jullie denken dat jullie een van de laatste, zo niet de nieuwste vorm van leven zijn die op aarde is opgekomen. Wat voor zin heeft het om de meest geavanceerde levensvorm als laatste te scheppen? Is het niet zinniger om te zeggen dat alles wat geschapen is, elke vorm die is verschenen, zich concentreert rondom de meest geavanceerde levensvorm om die van zichzelf bewuste wezens een specifieke ervaring te geven? Kijk eens naar een theater. Wat is de bedoeling van een theater? Het publiek een bepaalde ervaring te geven. Zou dat theater er ook gekomen zij door een willekeurig proces? Zou dat eerst zichzelf hebben opgebouwd en dat er daarna pas publiek ontstond? Zou het niet zinvoller zijn als het theater van het allereerste begin werd gebouwd met het publiek al in het achterhoofd?

Wat is de wereld? Tegenwoordig hebben jullie een concept op de wereld, berustend op technologie, dat natuurlijk door de wetenschap is uitgedacht, dat een realiteitssimulator is. Je kunt een bril opzetten, een speciaal daarvoor gebouwde kamer ingaan en dan zie je ineens dingen voor je ogen in een kunstmatig gecreëerde omgeving. Wat is de bedoeling als je een realiteitssimulator maakt? De persoon die de realiteitssimulator gebruikt, een bepaalde ervaring geven. Nu zou je kunnen zeggen dat die ervaring niet berust op de werkelijkheid, iemand ervaart niet de echte wereld, maar denkt dat dit de echte wereld is, ervaart dit als de echte wereld en daarom krijgt hij vanuit zijn standpunt een echte ervaring en daardoor kan zijn bewustzijn veranderen, zijn bewustzijn verschuiven – hij kan een andere kijk op de wereld krijgen. Hij kan zich tevreden voelen door een bepaalde ervaring totdat hij op den duur genoeg krijgt van die ervaring. Daarna wil hij een andere ervaring.

Sommigen zijn cynisch en zeggen: “Dit is natuurlijk onzin, niets wat hij heeft ervaren, bestaat echt, dus wat maakt je er dan zeker van dat wat je op de wereld ervaart, echt bestaat?” Is het zo moeilijk om de sprong te maken en te zeggen dat wat je in een realiteitssimulator ervaart, echt lijkt zolang je erin zit. Kan het dan ook niet zo zijn dat planeet aarde een intelligentere realiteitssimulator is dan iets wat de mensen hebben gemaakt? Je zou dan natuurlijk zeggen dat jij wanneer je binnen de aarde bent, in een fysiek lichaam op de aarde bent, iets ervaart met dat lichaam en de zintuigen wat tamelijk echt lijkt, toch? En als je een materialist bent, dan zeg je misschien wel: “Maar wat voor waarde heeft een ervaring als die niet echt is?” Het maakt niet uit of de wereld die jij in een realiteitssimulator ervaart echt is of niet. Het gaat erom wat de ervaring die jij krijgt, de tijdelijke ervaring, met jouw bewustzijn doet. De ervaring is tijdelijk, maar jouw bewustzijn is blijvend en een tijdelijke ervaring kan invloed op je bewustzijn hebben en je bewustzijn op een nieuw spoor zetten, een nieuwe richting op laten gaan, een nieuw zelfgevoel geven. Dit is de bedoeling van een realiteitssimulator.

Je hoeft alleen maar die sprong te maken en tot het besef te komen dat de aarde een realiteitssimulator is. Je zou kunnen zeggen dat alles in haar vormeloze staat teruggebracht kan worden, omdat alles de Boeddhanatuur is, en in een andere vorm veranderd kan worden. Geen enkele vorm is op den duur echt. Zelfs wetenschappers weten dat de aarde niet eeuwig heeft bestaan en niet eeuwig zal blijven bestaan. Volgens de wetenschappelijke definitie moeten we zeggen dat niets op aarde echt bestaat. Maar doet dat ertoe? Het is belangrijk dat die wereld echt lijkt voor de miljarden zelfbewuste wezens die de realiteitssimulator die aarde heeft, zijn ingegaan, en omdat die echt lijkt, geeft die hen een ervaring waardoor hun bewustzijn, hun blijvende zelfgevoel, verandert. Dit is de hele bedoeling ervan.

We zouden dus kunnen zeggen dat planeet aarde een realiteitssimulator is die is ontworpen om van zichzelf bewuste wezens een specifiek type ervaring te geven. Voor welke ervaring is de planeet voor jullie ontworpen? Er zijn twee soorten ervaringen, de aarde moet je twee totaal verschillende ervaringen geven. De ene is de ervaring dat je erin wordt ondergedompeld, waardoor je het gevoel krijgt dat je in een echte wereld bent. Je identificeert je volledig met je fysieke lichaam, met je geest en je denkt dat jij een echt wezen bent dat op een echte wereld leeft en deze wereld beïnvloedt hoe jij jezelf ziet. Met andere woorden, de wereld bepaalt wie jij bent. Dit is de onderdompelingservaring en de meeste mensen op aarde zitten nog in dit type ervaring. Zij zitten in de onderdompelingsfase. Zij denken dat de wereld echt is, zij denken dat de ervaring die zij krijgen, echt is en zij zijn ervan overtuigd dat zij niet alle in een echte wereld zijn, maar hun waarneming van de wereld, hun idee over wat voor wereld dit is, is ook echt.

Dit is het unieke aan de aardse realiteitssimulator: die kan zevenmiljard zelfbewuste wezens bevatten die allemaal in dezelfde omgeving zijn, en hoewel het overal op de planeet verschillende omgevingen zijn, zitten zij allemaal op dezelfde planeet, en hebben zij allemaal een persoonlijke subjectieve ervaring van die planeet. Met andere woorden, de buitenwereld is voor grote aantallen mensen hetzelfde, maar de innerlijke ervaring die zij hebben is voor iedereen anders. Hoe komt dat? Omdat het alleen maar de bedoeling van de wereld van vorm is dat die zelfbewuste wezens een specifieke ervaring krijgen. Hoe komen ze aan die ervaring? Welnu, die ervaring hebben ze niet buiten hun gedachten. Je kunt zoals zelfs filosofen zeggen, de wereld ervaren zoals zij is, omdat jij de wereld met jouw gedachten ervaart en dat houdt in dat de eigenschappen van jouw gedachten beïnvloeden hoe jij de wereld ziet. Zelfs kwantumfysici hebben bewezen dat de gedachten van de wetenschappers de metingen beïnvloeden. Elk menselijk wezen heeft een specifieke ervaring. Elk menselijk wezen is ervan overtuigd dat zijn of haar ervaring echt is.

Maar waar komt dat realiteitsbesef vandaan? Als alles echt uit een basissubstantie wordt gemaakt en geen enkele vorm permanent is, geen enkele vorm onafhankelijk is, dan bestaat de realiteit niet buiten de gedachten van de mensen. Het realiteitsbesef moet dan wel uit de gedachten van de mensen voortkomen; waar moet dit anders vandaan komen? Hoe is het dan mogelijk dat twee mensen in precies dezelfde omgeving kunnen wonen, maar verschillende ervaringen van die omgeving hebben; de ene een vrome christen kan zijn, die ervan overtuigd is dat de omgeving bestaat en functioneert op de manier zoals in de Bijbel wordt beschreven en iemand anders een heel toegewijde materialist die ervan overtuigd is dat de wereld functioneert op de manier die in de materialistische Bijbel staat? Dat komt omdat beiden in gedachten een filter hebben, zouden we kunnen zeggen, dat sommige signalen eruit filtert die iemand met zijn zintuigen ervaart. De gedachten filteren er een paar uit. Je gedachten leggen er een bepaald beeld over heen voor de christen, het christelijke wereldbeeld lijkt echt; voor de materialist lijkt de materiële wereld echt te bestaan. Niet een van die wereldbeelden klopt in de ultieme betekenis. Het heeft zelfs geen zin om erover te praten of de ene echter is dan de andere –juister dan de andere. Het zijn gewoon wereldbeelden die binnen de realiteitssimulator op aarde zijn gecreëerd en een realiteitssimulator blijft een simulator. Dit is niet de realiteit, maar simuleert de realiteit. Dit houdt in dat geen enkel wereldbeeld in de realiteitssimulator echt bestaat. Het lijkt alleen maar zo als je er vanuit een bepaald perspectief door een bepaald filter in je gedachten, een filter of gemoedstoestand naar kijkt en die legt een bepaalde interpretatie over de signalen heen. Wanneer je dat filter niet onderzoekt, wanneer jij je niet eens realiseert dat er een filter bestaat, dan lijkt alles wat je door dat filter ervaart voor jou echt. Dit is de ‘onderdompelingsfase’ van de realiteitssimulator die aarde heet.

Wat is de andere fase? Dit is de ‘ontwaakfase’. Je begint je bewust te worden van het gevoel dat je in een echte omgeving leeft, en dat alles wat je in die omgeving ervaart, echt bestaat. Maar hoe word je wakker uit dat gevoel? Door zover te komen dat je na een tijd bereid bent om je wereldbeeld, jouw filter, te onderzoeken. Dat filter filtert bepaalde signalen uit en interpreteert wat het doorlaat. Wanneer je dat wereldbeeld gaat onderzoeken, begin je te ontwaken. Wat zie je op planeet aarde? Dat mensen veel verschillende wereldbeelden hebben gemaakt. Als je in de tijd teruggaat, dan zie je dat er beschavingen op aarde bestonden, maar die waren van elkaar gescheiden door afstand – door oceanen. Er was een beschaving van de Maya’s, die een wereldbeeld hadden dat heel anders was dan het Europese wereldbeeld uit diezelfde tijd, maar omdat zij door de Atlantische oceaan van elkaar gescheiden waren, wist geen van die wereldbeelden van elkaars bestaan – het bestaan van de andere. Hun beschavingen konden dus eeuwenlang bestaan zonder dat hun wereldbeeld werd aangevochten. Dit is allemaal prima in orde. Het valt precies binnen de bedoeling van de realiteitssimulator.

Er was een tijd waarin het nodig was om aparte beschavingen te hebben die door een bepaald wereldbeeld werden beheerst en die gingen niet met elkaar om, dus het wereldbeeld van een specifieke beschaving werd niet uitgedaagd. Er was een bepaalde tijd waarin hert de bedoeling was dat het wereldbeeld van de mensen in de realiteitssimulator moesten leven die aarde heette, niet werd uitgedaagd. Zij mochten heel lang de ervaring hebben die zij wilden door hun wereldbeeld. Maar de menselijke geest is rusteloos. Een menselijk wezen is een wezen dat niet is geschapen om statisch te blijven, hij heeft een heel diep, ingebouwd, verlangen om te groeien.

Vanwege die wens om te groeien is het onmogelijk voor een menselijk wezen om een oneindig lange tijd dezelfde ervaring te hebben, zich volledig onder te dompelen in die ervaring en te denken: “Wat een ervaring!” Is dit echt? Je kunt die ervaring niet eeuwig hebben. Je kunt niet eeuwig in die ervaring blijven, omdat er een moment komt waarop je verzadigd bent van die ervaring. Je wilt meer. Er is een periode waarin je genoeg hebt aan een type ervaring, maar daarna wil je een andere ervaring. Je wilt weer iets anders. Daaraan kon je zien dat mensen die vele levens in één beschaving incarneerden, omschakelden naar een andere beschaving, zodat zij een andere ervaring kregen, maar nog wel op aarde. Er komt ook een moment waarop je gewoon andere types ervaringen wilt die mogelijk zijn in de realiteitssimulator van de aarde, je wilt iets wat meer is dan je op aarde kunt krijgen. Op dat moment begint een levensstroom aan de ontwaakfase.

Wat zorgt voor de soort ervaring die de mensen krijgen? Hoe lang moeten ze die hebben? Dat is de vrije wil. Maar wat maakt het echter mogelijk om het type ervaring te krijgen dat je op aarde kunt krijgen? Zoals ik zei, komt de stoel niet uit de lucht vallen. Een menselijk wezen komt niet uit de lucht vallen. Om de soort ervaringen te leveren die er mogelijk zijn in de realiteitssimulator op aarde, zijn er veel mensen nodig. Je kunt dus begrijpen dat een bepaalde beschaving misschien wel miljoenen mensen moet hebben en de ervaring die zij krijgen, hangt af van alle mensen die er zijn en met elkaar omgaan. Dit schept een soort verbinding tussen die wezens.

Je zou kunnen zeggen dat elk van zichzelf bewust wezen begint met een identiteitsgevoel dat in één punt is geconcentreerd, zoals we hebben gezegd. Als je alleen was in een heel universum, dan zou het heel moeilijk zijn om dat identiteitsgevoel uit te breiden. Dan zou je daar natuurlijk heel lang over doen. Maar omdat je niet alleen bent, omdat er andere van zichzelf bewuste wezens zijn en doordat je omgaat met die andere wezens kun jij je identiteitsgevoel sneller vergroten, doordat je enigszins wordt uitgedaagd. Je ziet dat je op andere manieren naar het leven kunt kijken, dat er andere manieren zijn om de wereld uit te leggen. De bedoeling van de realiteitssimulator is dit mogelijk te maken, de groei in gewaarzijn, het uitbreiden van het zelfgevoel van de wezens die daar in zitten. Er is dus een moment waarop een bepaalde groep in een of andere groepsvorm bij elkaar moet leven, maar zij moeten geïsoleerd leven om dat identiteitsgevoel op te bouwen dat ze in die groep hadden geschapen.

Er komt ook een moment waarop het verlangen om iets meer te ervaren, gaat overheersen in de gedachten van in ieder geval een paar van die mensen, maar hoe komt dat? Hoe kun je iets anders of iets meer ervaren wanneer iedereen gevangen zit in hetzelfde wereldbeeld? In een aantal gevallen kunnen mensen aan hun wereldbeeld twijfelen, maar dat gebeurt alleen wanneer je in de ontwaakfase begint te komen. Dan begin je vrijwillig, en van binnenuit, je wereldbeeld te onderzoeken. Maar het is moeilijk om meteen de transitie te maken van de onderdompelingsfase naar de ontwaakfase. Er is een soort tussenstap waarin een beschaving niet langer geïsoleerd blijft, maar in contact komt met een andere beschaving die zich al heel lang apart aan het ontwikkelen is. De Mayabeschaving had eeuwen nodig om zich te ontwikkelen tot dat punt waarop zij was in de zestiende eeuw. De Europese beschaving had ook veel tijd nodig om zich te ontwikkelen. Maar toen kwamen ze bij elkaar en dit was een kans voor allebei om hun eerdere bewustzijnsstaat te transcenderen. Ik weet wel dat je zult zeggen dat dit rampzalige gevolgen had voor de Maya’s omdat hun beschaving, wreed werd onderdrukt door de Europeanen. Niettemin bestond de kans dat ze beide inzagen dat je ook op een andere manier kon leven, ook op een andere manier naar het leven kon kijken, en dat dit een kans was om te groeien.

Nu kun je natuurlijk zeggen dat wanneer twee beschavingen met verschillende wereldbeelden samenkomen, er onvermijdelijk iets zal gebeuren. Beide beschavingen hebben het gevoel dat hun wereldbeeld geen wereldbeeld is, maar de werkelijkheid. Dit berust op een hoger gezag, op een of andere allerhoogste waarheid. Daardoor ontstaan onvermijdelijk conflicten, er ontstaan botsingen, de mensen hebben het gevoel dat hun wereldbeeld wordt bedreigd. Wat is de bedoeling hiervan? Welnu, de bedoeling is dat wanneer één specifieke groep levensstromen op een bepaald niveau is gekomen, zoals de miljarden mensen die in de realiteitssimulator op planeet aarde zitten, op een bepaald niveau zijn gekomen, dan zullen er een aantal dichter bij de ontwaakfase zijn dan anderen. Maar anderen zullen zich vastklampen aan hun wereldbeeld en het gevoel van realiteit dat dit hen geeft en daarom weigeren om hun wereldbeeld te onderzoeken. Als de wezens die aan hun wereldbeeld vasthouden, met rust werden gelaten, dan zouden ze misschien nog een heel erg lange tijd in de realiteitssimulator kunnen blijven. Ze zouden dan misschien vast komen te zitten in een bepaald wereldbeeld. Omdat alle mensen, alle levensstromen die in een bepaalde realiteitssimulator leven, onderling verbonden zijn, valt het binnen de Wet van Vrije Wil dat een paar de anderen zullen optrekken. Maar daar komt nog bij dat je een bepaalde ervaring kunt krijgen als je in een geïsoleerde beschaving leeft met een bepaald wereldbeeld. Wat gebeurt er wanneer je beschaving botst met een andere beschaving met een ander wereldbeeld? Welnu, is het niet gewoon een andere ervaring, een ander type ervaring die je in de realiteitssimulator kunt krijgen?

Eerst krijg je de ervaring dat er maar één wereldbeeld is en dat is die van jouw beschaving. Dan krijg je de ervaring dat er ook andere wereldbeelden kunnen zijn. Er zijn trouwens veel wereldbeelden en die zijn allemaal anders. Wat gebeurt er wanneer de mensen dit zien? Er zijn mensen die aan hun overtuiging vast willen houden dat zij de enige echte hebben en de andere mensen moeten dwingen om hun wereldbeeld over te nemen. Maar andere levensstromen beginnen te zeggen: “Als er zoveel verschillende wereldbeelden zijn die allemaal beweren echt te zijn, dan kunnen ze logischerwijze niet allemaal correct zijn. Zij kunnen niet allemaal echt zijn, als ze allemaal zoveel verschillen, zelfs het tegenovergestelde zijn.” Dan begint het wezen te ontwaken. Hij begint bewust die verschillende wereldbeelden te onderzoeken en komt op den duur op een punt waarop hij begint te onderzoeken: “Waarom vormen wij mensen die wereldbeelden? Waar hebben wij die voor nodig?” Hij begint te onderzoeken: “Zijn al die wereldbeelden op aarde beperkt? Zij vertellen ons niet het hele verhaal van hoe de wereld werkt. Is er misschien nog een beter wereldbeeld dat zich nog niet op aarde heeft gemanifesteerd?”

Daarna komt de zelfs nog verder ontwikkelde fase waarin de mensen beginnen te zeggen: “Wat als er geen enkel wereldbeeld op aarde uiteindelijk echt is en wat als het zinloos is om over een wereldbeeld te praten dat echt is, of het beste is? Wat als ik moet ophouden me bedreigd te voelen door het feit dat er verschillende wereldbeelden zijn? Wat als ik moet beseffen en erkennen dat een wereldbeeld maar één doel heeft? Die bedoeling is niet te bepalen wat de realiteit is, niet te beschrijven hoe de wereld echt werkt. Als de enige bedoeling van een bepaald wereldbeeld is dat een bepaalde groep mensen een bepaalde ervaring krijgt, waarom zou ik me dan bezorgd moeten maken over het feit dat andere mensen een ander wereldbeeld hebben dan ik? Waarom zeg ik niet: “Laat ik me op mijn wereldbeeld richten en de ervaring die ik kan krijgen met dat wereldbeeld? Laat mij van de ervaring genieten, laat ik me in die ervaring onderdompelen, laat ik die ervaring houden totdat ik er genoeg van krijg en wat zijn mijn opties wanneer ik vind dat het genoeg is geweest? Dan kan ik op zoek gaan naar een ander wereldbeeld. Ik kan op zoek gaan naar een ander wereldbeeld dat mij een andere ervaring geeft.” Daar is niets mis mee.

Je zou zelfs binnen één incarnatie kunnen veranderen, maar anders kun je zeker van leven naar leven andere wereldbeelden hebben. Je kunt zelfs op het punt komen dat jij tot het besef komt dat de de aarde een realiteitssimulator is en hoe het zou zijn als er nog iets anders zou zijn dan de realiteitssimulator. Wanneer je naar een speciaal vervaardigde ruimte op aarde gaat die een gesimuleerde omgeving projecteert, dan weet je dat de echte wereld zich buiten de realiteitssimulator bevindt. Wat als je ontdekte dat alles wat jij tot dusver als echt hebt beschouwd, alleen maar een grotere realiteitssimulator is? Hoe zit het als er nog iets buiten die simulator is? En wat als dat iets eigenlijk echter is, misschien eigenlijk wel de echte wereld buiten de simulator? Met andere woorden, dat iets wat wij natuurlijke planeten hebben genoemd die in een opwaartse spiraal zitten en die zichzelf voortdurend transcenderen, als de echte wereld kunnen worden beschouwd en de onnatuurlijke planeten de simulator zijn. Je zou ook kunnen zeggen dat de hele niet-geascendeerde sfeer een soort simulator is en dat alleen het geascendeerde rijk de echte wereld is, hoe je die ook wilt bekijken.

Je hebt niettemin de optie om zover te komen dat je zegt, dat je tot het besef komt: “Ik heb genoeg van de simulator aarde; ik heb genoeg van de soort ervaringen die ik in deze simulator kan krijgen. Als ik er nu eens vanaf kon gaan? Hoe zou het zijn als ik voorgoed die simulator zou kunnen verlaten in plaats van er steeds weer opnieuw te incarneren?” Hoe doe je dat dan? Je moet tot het besef komen dat ieder wereldbeeld en elk wereldbeeld dat je binnen de realiteitssimulator die de aarde heet, kunt krijgen, uiteindelijk niet echt is. Dit heb je gekregen om een bepaald type ervaring mogelijk te maken of wordt gecreëerd, opgewekt, om een bepaald type ervaring mogelijk te maken.

Als je naar de aarde kijkt, zou je kunnen zeggen: “Hoe zit het met al die oorlogen, al die conflicten? Wat is daar de bedoeling van?” Welnu, de aarde is een speciaal type realiteitssimulator. Wanneer je naar het feit kijkt dat van zichzelf bewuste wezens worden geschapen met een identiteitsgevoel dat in één punt geconcentreerd is en de vrije wil krijgen om dat identiteitsgevoel te vergroten op een manier die zij willen, realiseer jij je dan dat, als jij een identiteit hebt dat in één punt is geconcentreerd, alles met elkaar verbonden is? Hoe is het mogelijk dat jij je realiseert dat het waar is wat ik heb gezegd over de onderling afhankelijk ontstaan? Hier ben je, jij bent verschenen als een van zichzelf gewaar wezen, je ervaart jezelf gescheiden van andere wezens. Je leeft in een bepaalde omgeving. Jij bent anders dan die omgeving. Hoe begin je dan een identiteitsgevoel op te bouwen? Je moet jezelf eerst als een ander wezen zien. Een realiteitssimulator zoals de aarde is ontworpen om dat mogelijk maken, die is alleen maar ontworpen om je een speciaal type ervaring als apart wezen te geven.

We hebben gezegd dat er natuurlijke planeten zijn en op natuurlijke planeten begin je met een identiteitsgevoel dat zich in één punt heeft geconcentreerd. Je beschouwt jezelf wel enigszins als een gescheiden wezen, maar je beseft dat jouw identiteit meer is dan dit in één punt geconcentreerde zelf. Daarom zijn er op natuurlijke planeten geen conflicten tussen van zichzelf bewuste wezens. Op aarde heb je conflicten, omdat zoals we hebben uitgelegd, dat de allergrootste consequentie als je gescheiden wezens vrije wil geeft, dat je alle mogelijkheden kunt onderzoeken van welke keuzes je kunt maken. Dit betekent dat het mogelijk moet zijn om een ervaring te krijgen van wat het betekent om een volledig gescheiden wezen te zijn dat alles kan doen wat hij wil, ongeacht de consequenties voor andere mensen. Je kunt doen wat je wilt en je kunt de overtuiging hebben dat je er mee weg kunt komen.

Planeet aarde geeft je die ervaring, omdat je niet het gevoel hebt dat je verbonden bent met jouw eigen hogere wezen. Je hebt niet het gevoel dat jij met andere wezens verbonden bent. Je kunt ontkennen dat jouw acties gevolgen hebben voor anderen of dat het belangrijk is dat die gevolgen hebben voor anderen, en dat dit jou ook zal beïnvloeden. Op een natuurlijke planeet, waarop de wezens zich ervan bewust zijn dat alles met elkaar verbonden is, weten ze dat alles wat zij doen, het geheel beïnvloedt. Dat is een andere ervaring dan je op aarde kunt krijgen. Op aarde kun je de ervaring krijgen dat jij niet met het geheel bent verbonden, jij bent een gescheiden wezen dat tussen andere gescheiden wezens leeft en daarom kan het zijn dat iets wat jij doet, een zichtbaar gevolg heeft, maar geen consequenties heeft en het geheel niet beïnvloedt.

Zodra mensen het gevoel hebben dat zij gescheiden wezens zijn, hebben ze, nogmaals, sterk het gevoel: “Dit is echt. Wij zijn echt van elkaar gescheiden. Wij leven in een gescheiden wereld. Wij zijn de superieure wezens op aarde. Wij zijn belangrijker dan alle anderen. Onze religie is de enige ware en daarom mogen wij, is het noodzakelijk dat wij, iedereen doden die niet onze religie aanhangt.” Deze ervaring kun je krijgen in de realiteitssimulator op aarde en het behoort tot de volledige reikwijdte van de vrije wil. Maar wat als de mensen vast komen te zitten in dit type ervaring? Het veiligheidsmechanisme is dat ook al ervaren zij zichzelf als aparte wezens, zij geen aparte wezens zijn, omdat zij verbonden zijn met alle wezens die in dezelfde realiteitssimulator zitten en wanneer een paar mensen beginnen te ontwaken, zullen die alle anderen mee optrekken.

Daaraan zie je dat de mensheid, de menselijke samenleving, is geëvolueerd. Nieuwe technologie is naar buiten gekomen waardoor aparte beschavingen nu met elkaar in wisselwerking treden en je kunt zien dat de wereld steeds meer met elkaar verbonden wordt, en het internet is hier de laatste fase van. Je ziet dat de wereldbeelden steeds meer met elkaar beginnen te botsen en dit komt omdat de mensen collectief aan de ontwaakfase beginnen. Er zijn nog wel mensen die vasthouden aan de gescheidenheid en binnen de Wet van Vrije Wil in een specifieke realiteitssimulator mogen wereldbeelden die men heeft, worden uitgedaagd door andere wereldbeelden, zodat zij een kans krijgen om die te onderzoeken.

Je zegt misschien: “Veel mensen benutten deze kans niet in hun voordeel.” Dat klopt natuurlijk in dit leven, en misschien wel in veel levens, maar de aarde is desondanks zo geconstrueerd dat in de fase waarin de aarde nu zit, of de mensheid nu zit, dat je niet op deze planeet kunt leven zonder dat jij je van andere wereldbeelden gewaar bent en jouw wereldbeeld niet wordt uitgedaagd. Er zal een moment komen, voor bijna iedereen zal er een moment komen, waarop zij zich openstellen om hun wereldbeeld te onderzoeken. Dit zal vooral gebeuren omdat je niet een hele tijd met hetzelfde wereldbeeld zult incarneren. Veel mensen schuiven heen en weer tussen verschillende beschavingen en wereldbeelden van incarnatie naar incarnatie, zodat ze de kans krijgen om hun wereldbeeld te onderzoeken. Dit valt volledig binnen de vrije wil, omdat alle mensen op aarde met elkaar verbonden zijn en wanneer een paar mensen beginnen te ontwaken, is het helemaal in orde dat zij de rest mee omhoog trekken en hen op die manier ook uitdagen om hun wereldbeeld te gaan onderzoeken.

Op grond hiervan kunnen we zeggen: “Heeft het zin om te proberen andere mensen zover te krijgen dat zij hun wereldbeeld gaan onderzoeken?” Zie eens hoe religieuze mensen ervan overtuigd zijn geraakt dat zij de enige ware religie hebben, of communisten ervan overtuigd zijn dat zij het enige ware politieke systeem hebben, of materialisten ervan overtuigd zijn dat zij het enige ware wereldbeeld hebben, en dat zij zendelingen zijn geworden die anderen proberen te bekeren. Heeft dat wel zin? Natuurlijk heeft dat zin omdat dit weer een ervaring is die je kunt krijgen. In de serie ervaringen die er in de realiteitssimulator op aarde mogelijk zijn, kun jij het gevoel hebben dat jij het allerbeste wereldbeeld hebt en dat je daarom alle anderen moet bekeren tot dit wereldbeeld en dat heb je al vele levens gehad totdat je er genoeg van krijgt en dan stap je over op een beter wereldbeeld. Dan concentreer jij je op je eigen wereldbeeld, het wereldbeeld dat jij hebt uitgekozen en op den duur doe je een stap omhoog en begin je de wereldbeelden die er momenteel op aarde zijn te onderzoeken, op zoek naar een betere.

Dan kan er een verschuiving plaatsvinden in de gedachten van de mensen omdat de volgende stap in bewustzijn het besef is dat de aarde een realiteitssimulator is. Ja dat is zo. Maar wat je in de realiteitssimulator op aarde ziet, is dat de machine, de ruimte waar jij ingaat, niet uit zichzelf werkt. Buiten de ruimte is een operator en de operators die de realiteitssimulator op aarde bedienen, zijn de wezens die voor het merendeel zelf in de realiteitssimulator op aarde zijn geweest en daarvoor min of meer geslaagd zijn. Zij hebben genoeg van die ervaring gekregen die je daar kunt krijgen en hebben de realiteitssimulator verlaten, maar in plaats van verder te gaan, wijden zij zich eraan om met de mensen te werken die nog wel in de realiteitssimulator zitten.

De optie die je op een bepaald moment krijgt, is dat je naar de vele wereldbeelden kijkt die op aarde bestaan en tot het besef komt dat die binnen de realiteitssimulator zijn geschapen. Misschien waren er een paar die wat informatie van buiten de simulator hebben gehad, maar daarna hebben de mensen hun huidige bewustzijnsniveau op die impuls, die van buitenaf kwam, geprojecteerd en een nieuw wereldbeeld gecreëerd dat binnen de simulator werd gevormd. Als je tot dit besef komt, dan kun je zeggen: “Hoe zou het zijn als ik iets rechtstreeks van die operators buiten de simulator zou kunnen krijgen?” Wanneer de student eraan toe is, verschijnt de leraar. Daarom zijn er door de tijd heen mensen geweest die toe waren om iets van buiten de simulator te ontvangen en dat ook hebben ontvangen.

Had ik (Gautama), toen ik vijfentwintighonderd jaar geleden in een fysiek lichaam op aarde was, de leringen van het boeddhisme helemaal zelf bedacht? Was ik een wezen dat met die leringen aankwam, toen ik in de realiteitssimulator zat? Nee. Ik besef de beperkingen van de wereldbeelden die ik zag in die tijd en ik opende mijn geest om te reiken naar iets wat van buiten de simulator kwam en ik heb dat ontvangen en dat werden de leer van het boeddhisme. Ik ontving die van buiten de simulator, maar omdat de mensen sindsdien geen contact meer hadden met het operators buiten de simulator, gebruikten de mensen hun huidige wereldbeeld om ideeën over deze leer heen te leggen en de religie te creëren die je tegenwoordig het boeddhisme noemt. Sommige hebben nog een bepaald niveau van de zuiverheid van de oorspronkelijke leringen. Andere hebben een interpretatie gekregen die heel erg verschilt van de oorspronkelijke lering. Maar er zijn heel erg weinig mensen die de oorspronkelijke leer van het boeddhisme hebben gebruikt om contact te maken met de operators buiten de simulator.

Toen Jezus tweeduizend jaar geleden op aarde was, had hij ook dat bewustzijnsniveau bereikt, waardoor hij alle wereldbeelden ging onderzoeken die hij op aarde had gezien. Hij realiseerde zich dat veel van die wereldbeelden helemaal binnen de realiteitssimulator waren gevormd. Ze berustten op de ervaringen die mensen binnen die realiteitssimulator kregen. Zij legden die ervaringen over hun wereldbeeld heen. Dit is prima, omdat het de mensen een bepaalde ervaring geeft en het gevoel dat die ervaring echt is. Het probleem, als het al een probleem is, is dat een wereldbeeld dat berust op de huidige omstandigheden in de realiteitssimulator je niet kan helpen om uit de realiteitssimulator te stappen. Het zal je binnen houden.

Jezus kwam dus op het punt dat hij daarnaar wilde kijken. Hij zag het. Hij zag de beperkingen van die wereldbeelden. Hij was bereid om ze te onderzoeken. Hij was bereid om zover te komen dat hij zei: Is het mogelijk dat ik zelf helemaal niets kan doen? Of is er iets wat de Vader buiten mij kan doen, een ander perspectief dan ik in deze wereld kan ontvangen?” Toen reikte hij (Jezus) daarnaar en zoals in de wet staat, verschijnt de leraar als de student eraan toe is en kreeg Jezus een leer van buiten de realiteitssimulator. Wat hebben de mensen met die leer gedaan? Welnu, zoals Jezus in zijn dictaat van vandaag heeft gezegd, hebben zij die volledig verdraaid.

Wat hij het ‘Satanbewustzijn’ noemt, noem ik het ‘bewustzijn binnen de realiteitssimulator’ en dat (bewustzijn) kan zich misschien voorstellen dat er iets buiten de realiteitssimulator is, maar zodra hij contact heeft gemaakt met iets buiten de simulator, wil hij die ervaring aanpassen aan zijn wereldbeeld dat in de realiteitssimulator is gecreëerd. Met andere woorden, in plaats van het contact met buiten te gebruiken om de simulator te transcenderen, wordt dit gebruikt om het wereldbeeld te versterken en te bevestigen dat jou in de simulator houdt.

Zou je niet kunnen zeggen: “Is dat niet gewoon weer een ervaring die mensen kunnen krijgen, omdat zij het gevoel hebben dat hun wereldbeeld wordt bevestigd door het allerhoogste gezag of ze dat nu God noemen of iets anders?” En natuurlijk is dat zo, het is weer een ander type ervaring, maar nogmaals, omdat alle wezens in de simulator met elkaar verbonden zijn, is het ook helemaal prima dat er mensen zijn die naar een hogere ervaring reiken en daarom iets naar buiten brengen dat de bestaande wereldbeelden kan uitdagen. Op grond hiervan zou je kunnen zeggen: “Er zijn een paar wereldbeelden op aarde die zeggen die er iets mis is gegaan met de schepping van God en dat je daarom al die ellende en leed en conflicten op aarde ziet.” Maar op grond van het perspectief dat ik jullie heb gegeven, is daar niets mis mee gegaan.

De aarde is een realiteitssimulator die is ontworpen om de wezens die erin zitten een bepaalde reeks ervaringen te geven. Zij hebben de vrije wil om te kiezen welke ervaring zij willen. In zekere zin kiezen zij niet eens hun al bestaande ervaringen, zij hebben een bepaalde vrijheid om te bepalen wat hun eigen ervaringen moeten worden, en dat hebben ze al gedaan door al die botsende wereldbeelden te scheppen. Er is niets misgegaan. De enige vraag is: “Heb jij als individu genoeg gekregen van de ervaringen die jij momenteel op aarde hebt?” Als je daarvan genoeg hebt, kun je twee dingen doen. Je kunt contact maken met de operators buiten de simulator die je een impuls geven om jou te helpen om een ander wereldbeeld te vormen dat je een ervaring geeft die niemand ooit eerder op aarde heeft gehad. Dit is ook helemaal prima. De andere optie is dat je tot het besef komt dat je genoeg hebt van allerlei ervaringen, de type ervaringen die je op aarde kunt krijgen, de type ervaringen die je als gescheiden wezen kunt krijgen. Je wilt een stap hoger komen bij dat grotere besef dat jij, hoewel je bent begonnen als een wezen dat in één punt is geconcentreerd, nu je identiteitsgevoel zo hebt vergroot dat jij je kunt realiseren dat jij niet een gescheiden wezen bent, dat jij deel uitmaakt van een onderling verbonden geheel. In plaats van te ervaren wat jij kunt ervaren als gescheiden wezen, wil je ervaren dat je verbonden bent.

Wanneer je op dit punt aankomt, kun je dus beginnen aan de laatste fase van het proces van ontwaken dat ertoe kan leiden dat je voorgoed de realiteitssimulator die de aarde is, kunt verlaten, en dat hebben wij natuurlijk de ascensie genoemd. Zou je er andere namen voor kunnen hebben? Natuurlijk, maar wij geven jullie niet een lering waarvan wij beweren dat het de allerhoogste lering is, maar een lering die specifiek ontworpen is voor de mensen die dat willen doen: de realiteitssimulator zo snel mogelijk verlaten. Voor sommige mensen is dit in één leven mogelijk, omdat zij al andere dingen in vorige levens hebben gedaan. Dat is dus de enige bedoeling. Wij hebben niet de bedoeling om jullie de allerhoogste waarheid te geven en de reden is simpel. De bedoeling van onze leringen is niet om je weer een type ervaring te geven die je in de realiteitssimulator op aarde kunt krijgen. De bedoeling van onze leringen is dat wij jullie helpen om de simulator voorgoed te verlaten.

Zouden er ook andere leringen kunnen zijn die je zouden kunnen helpen om de simulator te verlaten? Natuurlijk. Het boeddhisme is één leer die een aantal mensen heeft geholpen. Het christendom in haar zuivere vorm heeft ook een aantal mensen geholpen. Zelfs de islam heeft een paar mensen geholpen toen ze de mystieke aanpak gebruikten. Andere leringen hebben dat ook gedaan. Maar wat wij tegenwoordig doen, wordt gebaseerd op het collectieve bewustzijn van tegenwoordig. Het is dus ontworpen voor degenen die de hogere niveaus van ontwaken hebben bereikt en toe zijn aan de laatste stappen. Dit wilden we jullie vertellen in deze verhandeling. Voor sommigen kan het een hele hoop zijn. Anderen zullen het lezen en zeggen dat dit zinloos gebrabbel is. Anderen zullen zeggen dat dit nooit van de Boeddha kan komen, wanneer ze dit lezen. Anderen zullen zeggen dat dit nooit van de geascendeerde meesters kan komen, wanneer ze dit lezen. Laat hen die ervaring hebben. Wat kan jou dat schelen?

Jij volgt de leringen die bij jou passen en dan je weet dat die je kunnen helpen om de simulator te verlaten en wanneer je echt de simulator uitgaat, zal ik daar natuurlijk staan om jou te begroeten, net als Jezus, Saint Germain, Master More, Moeder Maria, en veel andere geascendeerde meesters. We moeten zelfs in de rij staan om jou te begroeten. Maar omdat wij toch allemaal één zijn, vinden wij dat helemaal prima.

Hierbij mijn geliefden, mijn dank dat ik deze lering, deze toespraak, naar buiten kon brengen. Hij had niet aan iedereen kunnen worden gegeven, maar alleen aan de mensen die hun geest daarvoor hadden opengesteld en die hem wilden ontvangen. Je ziet dat alles altijd afhankelijk van elkaar ontstaat. Wij, de geascendeerde meesters, kunnen niet iets ‘uit het niets’ op aarde brengen. Wij zijn afhankelijk van iemand in de simulator die zijn bewustzijn zo verhoogt dat hij het kan ontvangen. Daarvoor ben ik dankbaar en daarmee verzegel ik jullie en deze conferentie in de Vlam van mijn Boeddhische dankbaarheid.