Grenzen stellen op het spirituele pad

Vraag: Ik heb een vraag over de angst om het licht van God door de vier lagere lichamen naar beneden te brengen, als je de ervaring hebt dat je alleen maar positieve dingen aantrekt, maar ook mensen die nogal aan je opdringen, omdat ze zich zo wanhopig aangetrokken voelen tot de vreugde en liefde die jij uitzendt. De angst eromheen is als een soort intuïtieve waarschuwing – jij bent er niet aan toe, je moet nog sterker worden of is het alleen maar een idee dat in je hoofd zit om te verhinderen dat je licht naar beneden brengt?

Antwoord van Geascendeerde Meester Moeder Maria, 2018 – Nederland:

Een heel belangrijke vraag mijn geliefde, in die zin dat jullie allemaal persoonlijk evenwicht hierin moeten vinden. Het klopt dat er in sommige gevallen mensen naar je toe getrokken zullen worden, wanneer je groeit op het pad, wanneer je meer een open deur voor het licht van de IK BEN Aanwezigheid aan het worden bent. Er zijn mensen zijn die we misschien positiever zouden kunnen noemen, omdat zij zich aangetrokken voelen tot iets wat jij hebt en zij niet hebben, maar er zullen ook mensen zijn die zich tot jou aangetrokken voelen, omdat zij denken dat ze het van je kunnen afpakken. Wanneer dit gebeurt, betekent dit niet dat jij er verkeerd aan hebt gedaan om je licht tot uiting te brengen. Het betekent niet dat je bang moet worden of daarmee moet ophouden.

Het is een kans voor jou om te begrijpen dat groeien op het pad bestaat uit een toename van je onderscheidingsvermogen. Onderscheid maken is niet hetzelfde als een dualistisch oordeel dat op angst berust. Het is een onderscheid dat op Christus berust en berust op wat mensen helpt om te groeien en wat niet. Dus je moet het onderscheid maken dat er mensen zijn die alleen maar mijn licht willen afpakken en het verkeerd gebruiken en daarom helpt het hen niet om te groeien als ik het aan hen geef en ik doe dat dus ook niet. Maar je kunt ook naar jezelf kijken en zeggen: “Wat voor houding heb ik ten aanzien van het leven en andere mensen?” En dan begrijp je misschien dat veel van jullie ernaar verlangen om anderen te helpen en een positief persoon op de wereld te zijn, een positieve invloed op de wereld uit te oefenen, en dat dit je heeft gedreven om op het huidige niveau van je pad te komen, zodat je de open deur voor het licht kunt worden.

De volgende stap is dat je hier met meer onderscheid naar kijkt en dan te begrijpen dat je bepaalde aspecten in jouw houding zouden kunnen verbeteren. Zoals de boodschapper heeft beschreven, dacht hij dat hij vriendelijk tegen alle mensen moest zijn en een harmonieuze relatie met alle mensen moest kunnen onderhouden en dat had zich in gedachten vertaald naar grote weerstand om nee tegen mensen te zeggen. Veel van jullie kennen dit ook: wanneer je het gevoel hebt dat iemand bij jou komt en iets van jou eist, dat je iemand dan in ieder geval moet geven wat hij wil of hem in ieder geval proberen te helpen. Of ze komen bij jou en proberen ruzie met jou te maken of je uit evenwicht te brengen en dat jij dan het gevoel hebt dat jij hen weer in evenwicht moet brengen of een harmonieuze relatie te hebben, of dat jij moet veranderen, of dat jij voor iemand moet buigen om dat te bereiken.

Dit is een voorbeeld van hoe jouw positieve kijk op het leven je heeft geholpen om op een bepaald niveau te komen een hindernis is geworden en nu moet je ernaar kijken en eenvoudig het onderscheidingsvermogen moet ontwikkelen en herkennen dat het op een planeet als deze niet de bedoeling is dat je vriendelijk en positief en open en liefdevol en harmonieus moet omgaan met iedereen. Het is de bedoeling dat jij, misschien niet bewust maar zeker intuïtief, leert onderscheiden op welk niveau een bepaald persoon is en of je die persoon wel of niet kunt helpen. Als je intuïtief weet dat je iemand anders niet kunt helpen, misschien omdat zij niet willen veranderen, misschien omdat zij jouw licht willen stelen, dan heb jij het recht om te kiezen dat je niet met die mensen om wilt gaan.

Het gaat er heel erg om dat jij, naarmate je groeit in Christusschap, naarmate jij je steeds meer bewust wordt van je Goddelijke plan, zoals we vaker hebben gezegd, dat jij je begint te concentreren op waar je wel mee kunt omgaan en waar je niet mee hoeft om te gaan – wat een deel is van je Goddelijke plan, en wat geen deel van je Goddelijke plan is. Er zijn mensen die je moet helpen volgens je Goddelijke plan. Er zijn andere mensen die je niet hoeft te helpen volgens jouw Goddelijke plan en daarom heb je het recht om te zeggen dat je ze niet in jouw leven wilt. Dit is geen onvriendelijkheid, je negeert hen niet, of straft ze. Je realiseert je dat je hen niet kunt helpen en daarom heb je het recht om ervoor te kiezen om niet met dat bewustzijnsniveau om te gaan. Wanneer je die beslissing neemt, trek je een grens. Na een poosje zul je merken dat je nog meerdere keren zult worden uitgedaagd om die grens te versterken, maar naarmate de tijd verstrijkt, trek je steeds minder van dat soort mensen aan. Het komt omdat de duistere krachten, die altijd proberen om je proces te laten ontsporen, beseffen dat ze jouw proces niet meer door die mensen kunnen laten ontsporen, dus wat voor zin heeft het dan om die te sturen. Zij zullen weer een andere manier bedenken, maar dan blijf je gewoon je onderscheidingsvermogen versterken, waardoor je dat ook door hebt. Het is heel belangrijk dat je op een niveau komt waarop je dat kunt herkennen. Je hebt het recht om grenzen te stellen en als je naar een lager niveau van het pad kijkt, dan hebben veel mensen bijvoorbeeld het gevoel dat je vriendelijk en liefdevol voor iedereen moet zijn. Het is prima als je dat op een bepaald niveau hebt, maar als je hoger komt, begin je te zeggen: “Wie moet ik helpen volgens mijn Goddelijke plan?” Dan richt ik mij op die mensen en ik negeer anderen, hoe agressief en volhardend zij ook zijn.

Vraag: En als het om familie gaat?

Ja, mijn geliefde. We begrijpen dat familie wel een uitdaging is. Je moet begrijpen dat er bewustzijnsniveaus bestaan. Op een bepaald bewustzijnsniveau is het goed voor jou om te zeggen: “Ik moet er om een bepaalde reden voor gekozen hebben om bij deze mensen te incarneren. Waarom heb ik dat gedaan?” Maar je moet jezelf in de eerste plaats afvragen: “Wat moet ik over mezelf leren? Wat moet ik begrijpen en oplossen over mijn psyche, zodat ik een constructieve manier kan vinden om met mijn familieleden om te gaan?” Het is een legitiem stadium op het pad, maar er komt een hoger niveau op je pad en je zou dat op verschillende manieren kunnen uitdrukken, maar wij zullen het als volgt omschrijven. Wanneer je een bepaalde bewustzijnsniveau hebt losgelaten, heb je het recht om de keuze te maken dat jij niet meer met mensen wilt omgaan die niet op een corresponderend bewustzijnsniveau zijn.

Veel spirituele mensen zijn niet agressief, maar jij hebt wel bepaalde familieleden die heel erg agressief zijn. Dat betekent niet dat jij moet gaan denken dat jij zelf agressie bezit. In veel gevallen betekent dit dat je moet gaan inzien dat jij de tegenovergestelde polariteit bezit en dat jij je teveel aanpast, en geen grenzen wilt trekken. Wanneer je zover bent dat je dit inziet, dan heb jij dit in jou opgeruimd, dan heb je de onderliggende overtuiging opgeruimd, bijvoorbeeld dat jij aardig tegen iedereen moest zijn.

Dan heb jij het recht om te zeggen: “Ik heb dat bewustzijnsniveau getranscendeerd en nu wil ik niet meer met die heel erg agressieve mensen omgaan.” Dit geldt ook voor familieleden. Dus je hebt nu twee opties. Je hebt de optie om het fysieke contact met je familieleden te verbreken, maar je hebt ook de optie om op een andere manier met hen om te gaan, omdat jij hen eenvoudig niet toestaat om hun agressie te uiten, of wat het ook maar is, of jij reageert er niet meer zo op als vroeger. Je vindt een nieuwe manier om het door je heen te laten gaan zonder erop te reageren. Je moet dus een keuze maken: “Wil ik het fysieke contact met mijn familie afbreken of niet?” Wanneer je naar de wereld kijkt, dan kun je zien dat er landen zijn waarin de band tussen familieleden veel sterker is dan in andere. Waar ik over heb gesproken, zijn familiebanden in de welvarende naties, vooral in het westen, en je kunt zien dat de familiebanden niet meer zo sterk zijn als een paar generaties geleden. Maar in veel naties, zoals in Azië bijvoorbeeld, zijn de familiebanden wel veel sterker.

Het is dus een kwestie of je gevoelig bent voor je cultuur, maar je moet op het punt van het spirituele pad komen dat je begrijpt dat een familie op aarde een kunstmatige indeling is. Naarmate je op de hogere niveaus van Christusschap komt, en het belang van eenzijn inziet, dan begrijp je dat je in zekere zin één bent met alle mensen. In zekere zin is je menselijke familie je uitgebreidere, grotere, familie. Er kan een moment komen waarop het nodig wordt om naar je houding te kijken, jouw beeld van familie en hoewel dit ervoor kan zorgen dat jouw familieleden je veroordelen, heb je het recht om te zeggen: “Ik wil in mijn leven niets meer met dit familielid te maken hebben.” Dit recht heb je. Mijn geliefde, wees voorzichtig. Ik moedig je niet aan om dit te doen. Ik moedig je aan om door het proces heen te gaan en te leren wat jij moet leren, te overwinnen wat je in jouw eigen bewustzijn moet overwinnen. Ik zeg niet dat je tegen een familielid moet zeggen dat je niet meer met hem wilt omgaan omdat hij je rust verstoort, je ongemakkelijk laat voelen, omdat je wilt vermijden om naar jezelf te kijken, en daarom het contact wilt verbreken. Dit moedig ik niet aan. Als je dat gedaan hebt, dan raad ik je aan om terug te gaan naar een situatie en af te rekenen met iets in jouw psyche, zodat je dan helemaal niet meer reageert op dat familielid. Maar wanneer je op het niveau bent waarop je niet meer reageert, dan heb je het recht om te zeggen: “Ik wil die mensen gewoon niet in mijn leven.”