Het spirituele standpunt ten aanzien van een miskraam

Vraag: Ik heb eens een film gezien waarin een standpunt voorkwam dat wanneer een vrouw een miskraam krijgt, het niet aan de persoon die het kind draagt, ligt of het kind geboren wordt. Als de ziel van het kind niet wil incarneren op deze wereld, dan kan hij het fysieke proces afbreken in de schoot van de moeder. Kunnen de geascendeerde meesters iets over dit onderwerp zeggen? Is de miskraam het resultaat van de keus van de moeder of zit er mee achter en wat is het verband met vrije wil?

Antwoord van Geascendeerde Meester Moeder Maria, 2018 – Estland:

Een miskraam kan door vele factoren worden veroorzaakt. Er kan natuurlijk een fysieke reden voor zijn in het lichaam van de moeder, in de genen van het kind, in de ontwikkeling van het kind. Het is mogelijk dat de moeder, vooral als ze zwanger is geworden op een moment dat dit niet gepland was, een miskraam kan veroorzaken als het kind niet wil, niet omdat ze dat specifieke kind niet wil, maar omdat ze geen kind wil of op dat moment geen kind wil. Het is dus mogelijk dat de keus van de moeder een miskraam veroorzaakt. Dit kan zelfs onderbewust als de moeder de gevoelens niet wil toegeven die ze heeft ten aanzien van de zwangerschap.

Het kan ook zijn dat het kind achteraf niet geboren wil worden. Dit kan gebeuren wanneer zij de dichtheid van he fysieke octaaf voelen. Het kan gebeuren wanneer zij het energieveld van de moeder voelen, als ze bijvoorbeeld veel karma met elkaar hebben en voortdurend in conflict zijn met de moeder. Als ze eenmaal in de foetus komen en het energieveld van de moeder voelen, kunnen ze beslissen dat zij dit niet willen aangaan. In dat geval willen ze niet geboren worden.

Er kunnen ook andere redenen zijn, omdat het kind misschien de dichtheid van het fysieke octaaf voelt of zich misschien bewust wordt van bepaalde moeilijkheden die hij tegen zal komen in het toekomstige leven en weigert dat aan te gaan.

Tot dusver hebben we jullie een enigszins idyllisch plaatje gegeven van je Goddelijke plan, omdat we een lering hebben gegeven voor mensen die spiritueel zijn en die dus bereid zijn om de verantwoordelijkheid voor zichzelf te dragen en zichzelf te veranderen. Voor spirituele mensen is het zo dat je bereid bent om je Goddelijke plan uit te voeren, zelfs als er moeilijke situaties mee gemoeid zijn, omdat jij je realiseert dat dit voor groei zorgt en ook leidt tot wat wij de creatievere fase van je Goddelijke plan noemen. Je bent bereid om de werkfase van je Goddelijke plan te doorlopen om bij die creatieve fase te komen.

Maar er zijn ook zielen die nog niet zover ontwikkeld zijn en als het belangrijkste punt in hun Goddelijke plan is dat zij karma in evenwicht moeten brengen en daarom samen moeten zijn met bepaalde mensen met wie zij karma hebben gemaakt in vorige levens en die zichzelf bij wijze van spreken dwingen om karma op te ruimen. Maar er kunnen momenten zijn waarop deze zielen nog niet voldoende ontwikkeld zijn om bij die beslissing te blijven zodra ze beginnen aan die incarnatie en de dichtheid van het fysieke octaaf voelen. Een ziel kan dus een Goddelijke plan maken op een hoger bewustzijnsniveau en besluiten: “Ja, ik ben bereid om die moeilijkheden onder ogen te zien en mij er doorheen te worstelen.” Wanneer die dan echt in het lichaam moet gaan en de energie voelt, dan kan die ziel beslissen om hier niet mee door te gaan

In sommige gevallen moeten we dan de vrije wil respecteren. Je zou kunnen zeggen dat de vrije wil in alle gevallen moet worden gerespecteerd; als de ziel dus niet geboren wil worden, dan moet dat worden gerespecteerd. Maar er zijn natuurlijk ook gevallen waarin je zou kunnen zeggen dat de ziel een lagere wil heeft, die niet de moeilijkheden onder ogen wil zien, maar dat ook een hogere wil die zegt: “Ik doe het” en dan is de hogere wil de baas.

Ik weet dat dit enigszins vaag kan klinken, maar het in werkelijkheid is het zo dat de maatstaf uiteindelijk vrije wil is, maar de vraag wat vrije wil is, omdat je er niet gerust op bant of je wel kunt zeggen dat wanneer een ziel de dichtheid van het fysieke octaaf ervaart, de wil niet vrij is en daarom niet zijn Goddelijke plan ongedaan maakt. Veel zielen hebben besloten om die lagere wil, de uiterlijke persoonlijkheid, geen kans te geven, om zichzelf te dwingen om te incarneren en bepaalde moeilijkheden af te handelen, omdat zij weten dat dit op den duur tot groei zal leiden.