Vier lagere lichamen en Christusschap

Vraag: Klopt het dat de vier lagere lichamen van de levensstroom altijd samen bestaan, zelfs wanneer de levensstroom niet geïncarneerd is op het fysieke vlak? Wanneer je levensstroom zich losmaakt van je vier lagere lichamen, houden die vier lagere lichamen dan op te bestaan?

Antwoord van Geascendeerde Meester Moeder Maria, 2017 – Novosibirsk, Rusland:

Mijn geliefde, je moet onderscheid maken tussen het fysieke lichaam als iets fysieks en het aspect van je geest dat het meest met je lichaam verbonden is. Wij onderwijzen dat jij incarneert in een bepaald lichaam dat specifiek voor dat leven is geschapen. Maar in jouw vier lichamen bestaat al een aspect van de geest dat is ontworpen om rechtstreeks te worden gekoppeld aan het fysieke lichaam dat je in dat leven aanneemt en dat aspect van je geest kun je vanzelfsprekend meenemen van leven naar leven. Wanneer je excarneert, dan wordt het fysieke lichaam natuurlijk opgeruimd. Je neemt je fysieke lichaam dus niet mee, maar wel een aspect dat wij de fysieke geest, het fysieke deel van je geest, zouden kunnen noemen, neem je mee, samen met je emotionele, mentale en identiteitsniveaus. Die vier niveaus van je geest, niet het fysieke lichaam, zijn ook bij elkaar wanneer je niet geïncarneerd bent en aan hen werkt in overeenstemming met jouw bewustzijnsniveau.

Veel levensstromen op aarde hebben het spirituele pad nog niet gevonden en daarom kunnen ze niet bewust aan hun vier lagere lichamen werken, als ze niet geïncarneerd zijn. Zij brengen vaak hun tijd door met rusten of maken een andere ervaring mee die misschien van invloed kan zijn op verder groeien. Maar degenen die op het spirituele pad zijn, vooral wanneer je verder gaat naar de niveaus van Christusschap, kunnen tussen incarnaties in bewust verder werken aan hun vier lagere lichamen. Je kunt diverse dingen doen. Je kunt ze zuiveren, je kunt ze van trauma’s en wonden helen; je kunt ook, afhankelijk van wat je bereikt hebt, bepaalde patronen vormen in je vier lagere lichamen. Het is niet de beste manier om te beschrijven dat je vier lagere lichamen voor jou niet bestaan, wanneer je Christusschap begint te bereiken, want zolang jij geïncarneerd bent heb je die vier lagere lichamen nodig. Je bent rechtstreeks verbonden met het fysieke lichaam door dat laagste aspect, de fysieke geest, maar jouw IK BEN Aanwezigheid, het licht van jouw IK BEN Aanwezigheid stroomt nog steeds door alle niveaus van je identiteitsniveau, naar het mentale, naar het emotionele en naar het fysieke lichaam. Dus je hebt altijd vier lagere lichamen nodig zolang je bent geïncarneerd.

Als je naar Christusschap toe gaat, heb je natuurlijk je lichamen gezuiverd, je hebt je bewustzijn verhoogd, zodat je jouw leven hebt gedepersonaliseerd, zoals wij nu al een paar keer hebben gezegd, en dat betekent onder andere dat jij je niet door je vier lagere lichamen en je manier van uiten laat inperken. We zouden kunnen zeggen dat je vier lagere lichamen steeds minder invloed hebben om jou te beperken, zowel op hoe jij je voelt, als hoe jij naar het leven kijkt, maar ook op je vermogen om je tot uiting te brengen. Met andere woorden, de weerstand in je vier lagere lichamen die er nog op de lagere niveaus is, bestaat niet meer.

Veel mensen hebben dergelijke patronen, energie die zich heeft verzameld, waardoor er weerstand optreedt in hun vier lagere lichamen en wanneer zij bijvoorbeeld proberen om zich iets voor te stellen wat zij graag willen dat er met hen gebeurt en daar aandacht en energie aan besteden, dan voelen hun vier lagere lichamen weerstand en die vermindert hun creativiteit. Naarmate je dichter bij Christusschap komt voel je steeds minder weerstand en dan kun je zover komen dat je helemaal niet meer wordt beperkt. Je besteedt eigenlijk heel weinig aandacht aan je vier lagere lichamen of je begrijpt dat er soms een reactie bij je emotionele lichaam komt op een gebeurtenis of een projectie van buitenaf, maar je bent bewust genoeg om er niet op in te gaan, niet jouw energie daaraan te besteden, dit niet een eigen leven te laten leiden, waardoor het een spiraal wordt die zichzelf voedt en daarom jouw energie afpakt.

En dat geldt ook voor het mentale lichaam: er kunnen bepaalde overtuigingen van het collectieve bewustzijn in zitten en je kunt in een situatie komen, waarin je die overtuiging tegenkomt of dat die bijvoorbeeld op jou wordt geprojecteerd door een groep mensen, maar jij bent je er voldoende bewust van om dit te kunnen zien dat jij dit niet echt gelooft of dat jij het leven ook zo bekijkt en zo te voorkomen dat jij daar energie aan besteedt. Je hoeft niet mee te gaan in die gedachte of denken dat het van belang is voor jou.

Hetzelfde geldt natuurlijk ook op de identiteitsniveaus: heel vaak worden er dingen op je geprojecteerd: dat jij je net als anderen moet gedragen of een normaal mens moet zijn en naarmate je dichter bij Christusschap komt, besteed je hier steeds minder aandacht aan. Je richt je op wie je bent, je richt je op je Goddelijke plan, jouw IK BEN Aanwezigheid, je bent de open deur, zodat je op elk moment spontaan kunt zijn.

Als je veel patronen in je vier lagere lichamen hebt die je diverse reacties ontlokken, dan kun je vanzelfsprekend niet een open deur zijn voor je IK BEN Aanwezigheid of de geascendeerde meesters. Het is dus een onderdeel van het depersonaliseren van je leven dat je geen weerstand biedt of je laat afleiden door je vier lagere lichamen omdat die je afhouden van waarom je hier echt bent.