De hervorming van het boeddhisme

Vraag: De geascendeerde meesters hebben al veel over de globale problemen in het christendom gesproken. Ik wil graag advies over de algemene wereldproblemen in het boeddhisme en de boeddhistische samenleving in Korea. Welke aanwijzingen hebben zij nodig om verder te komen?

Antwoord van Geascendeerde Meester Gautama Boeddha, 2019 – Korea:

Zoals Moeder Maria net heeft uitgelegd kan de kennis van de boodschapper, de culturele achtergrond van de boodschapper, een beperking zijn omdat deze boodschapper niets afweet van de boeddhistische samenleving in Korea of het boeddhisme in het algemeen, in ieder geval niet de meer georganiseerde aspecten ervan. Hij heeft een goed begrip van de leringen van de Boeddha, maar niet zozeer van de organisatie. Maar het is duidelijk dat het boeddhisme zuiverder is gebleven dan het christendom bijvoorbeeld. Het boeddhisme heeft er geen laag overheen gelegd zoals bij het christendom is gebeurd. Dit komt gedeeltelijk omdat de leringen die ik gaf, niet gemakkelijk te verdraaien waren. Het komt ook gedeeltelijk omdat de mensen in Azië niet zo lineair denken als in het westen. En daarom staan de mensen in Azië meer open voor de leringen over de dualiteit en begrijpen ze de polariteiten beter dan de westerse geest in het algemeen. En als je naar de gemiddelde persoon kijkt die in de Aziatische boeddhistische cultuur is opgegroeid, dan is er beslist niet veel dat daar zou kunnen veranderen. Ik denk niet dat het boeddhisme totaal ontspoord is, zoals het christendom. Dus de boeddhistische samenlevingen in Azië, inclusief Korea, geven leringen die de moeite waard zijn voor de doorsneepersoon. Nu moet ik aan de andere kant ook zeggen dat het heel moeilijk is voor een leraar die een bepaald bewustzijn heeft bereikt dat de dualiteit is ontstegen om leringen over de dualiteit en non-dualiteit te geven die de mensen die in de dualiteit zitten, kunnen begrijpen. En dit betekent dat zelfs als de mensen geen kwade bedoelingen hebben en niet worden beïnvloed door gevallen wezens, de dualistische gedachten nog wel een bepaald laagje over de lering heen leggen.

En vanuit dat perspectief is het onvermijdelijk dat het boeddhisme een religie is geworden die een non-dualistische leer een dualistische interpretatie heeft gegeven. En het gevolg is dat men het boeddhisme net als het christendom beschouwt als een uiterlijk pad. Het is een kwestie van een bepaalde leer aanhangen, die op een bepaalde manier beoefenen, bepaalde rituelen doen, en dan wordt het bijna iets mechanisch. Heel veel mensen hebben dezelfde houding als christenen in het westen: als je de leer aanhangt, die beoefent, als je de rituelen uitvoert, dan zal er op een dag in de toekomst, misschien wel na dit leven, een verandering plaats zal vinden en dan zul jij verlicht worden. Maar dit heb ik oorspronkelijk natuurlijk niet onderwezen, ik heb een innerlijk pad onderwezen dat van je vereist dat je jouw bewustzijnsstaat verandert. Is de gemiddelde Aziaat in de meeste landen klaar voor dat innerlijke pad? Nee, maar veel mensen ook wel. En er zou misschien een verandering kunnen komen als de boeddhistische samenlevingen zouden erkennen dat er verschil bestaat tussen het uiterlijke pad en het innerlijke pad en dat de mensen in de moderne tijd steeds meer toe zijn aan dat innerlijke pad. Zij zouden daarom een poging kunnen wagen om meer nadruk te leggen op het innerlijke pad om meer mensen te helpen; in een aantal boeddhistische samenlevingen is men zich bewust van het innerlijke pad, maar men heeft het gevoel dat de gemiddelde persoon daar niet aan toe is en daarom wordt dit niet in het openbaar onderwezen, maar alleen in bepaalde kloosters, waar de monniken en nonnen die er wel aan toe zijn, worden geacht zich te wijden aan het pad. En dit is in veel gevallen niet een juiste interpretatie. Zoals ik zei is de gemiddelde persoon hier misschien niet aan toe, maar veel mensen natuurlijk wel. En er zijn heel veel mensen meer aan toe, die niet het klosster in zouden moeten gaan, omdat spiritualiteit zoals we hebben gezegd, in de moderne tijd er niet uit bestaat dat je in een klooster gaat; het is je dagelijkse leven leiden en actief deelnemen aan de samenleving, in ieder geval voor de meeste mensen.

Ik zou graag zien dat de boeddhistische samenlevingen erkenden dat als het enige betekenis heeft dat de Boeddha verlicht is geworden, dit zou betekenen dat ik nog steeds besta als verlicht wezen, als geascendeerde meester, en dat ik heel erg bereid ben en in staat ben om tegenwoordig rechtstreeks instructies te geven aan degenen die deze willen ontvangen. Het zou dan zeker mogelijk worden dat mensen die met de boeddhistische tradities zijn opgegroeid, die ze goed kennen, boodschapper voor mij worden, die niet beslist dictaten uitspreken zoals je nu hoort, hoewel dit wel zou kunnen, maar in de betekenis dat zij rechtstreeks leiding van mij zouden ontvangen en op die manier het boeddhisme op een hoger niveau kunnen brengen. Nu weet je dat de lering die wij tegenwoordig geven, wordt gebaseerd op het idee van progressieve openbaringen omdat de situatie heel eenvoudig is. Een leraar hebben die is geïncarneerd, die een bepaald bewustzijnsniveau bereikt, is niet beslist een duidelijke, gemakkelijke kwestie die op elk moment kan gebeuren. Dan zie je dat er na mijn fysieke verschijning leraren zijn geweest, die een bewustzijnsstaat hadden waardoor ze leringen konden geven die je als progressieve openbaringen zou kunnen beschouwen. Nagarjuna is daar één voorbeeld van, maar er zijn meer. En in zekere zin zou je dan kunnen zeggen dat het nuttig zou zijn als de boeddhistische samenlevingen zouden beseffen dat de samenleving heel erg is veranderd sinds ik in het fysieke octaaf verscheen en dat de boodschap verfijnd en uitgebreid moet worden, er is behoefte aan progressiviteit, zelfs progressieve openbaringen.

De dynamiek is eenvoudig dat wanneer een leer wordt gegeven die het potentieel heeft om mensen te helpen om hun bewustzijn te transcenderen, als de mensen de lering toepassen, het collectieve bewustzijn wordt verhoogd. Het is gewoon onmogelijk om een leer te geven die op een bepaald niveau in een bepaalde tijd zijn waarde behoudt door de tijd heen. Want als de leer die ik vijfentwintighonderd jaar geleden gaf, een succes was, dan zou die het collectieve bewustzijn verhogen en dat betekent dat er dan meer zou kunnen worden uitgebracht. Vijfentwintighonderd jaar geleden kon ik geen absolute waarheid uitbrengen die de tand des tijds kon doorstaan, die was het product van het bewustzijnsniveau in die streek in de tijd waarin die werd gegeven. Dus het is nooit mogelijk, zelfs voor een verlichte leraar niet, om een absolute leer naar buiten te brengen. Een verlichte leraar brengt niet de leer die hij nodig heeft, hij brengt de leer die de mensen nodig hebben en hij is zich daarom bewust van hun bewustzijnsniveau en wat er op dat moment naar buiten gebracht kan worden. Hij is zich ervan bewust dat zij een hogere lering niet kunnen begrijpen, hoewel hij die zou kunnen brengen. En er zou dus een waardevolle verandering kunnen komen, als de boeddhisten en de boeddhistische leiders zich konden realiseren dat er inderdaad behoefte is aan vernieuwing van het boeddhisme. Het is ook noodzakelijk om verder te kijken dan dit uiterlijke pad, het mechanisch uitvoeren van rituelen die uit het hoofd geleerd zijn, zoals je ziet aan het extreme voorbeeld van het boeddhistische gebedswiel omdat de mensen denken dat ze door aan het wiel te draaien hun spirituele groei bevorderen en hun karma verbranden. Dit heb ik vijfentwintighonderd jaar geleden niet onderwezen voor zover ik me kan herinneren en ik kan me dat heel goed herinneren.