Wat het voor mij heeft betekend dat ik de geascendeerde meesters vond

door Kim Michaels

Dit is de neerslag van een transcriptie van een lezing op een conferentie in 2007.

Ik ga iets vertellen waar de meesters graag van willen dat ik het bespreek om het een beetje open te breken. En zij hopen dat degenen die dat willen, er ook wat over vertellen. En het onderwerp is “Wat voor verschil heeft het in mijn leven gemaakt dat ik van de geascendeerde meesters heb gehoord.”

En het is niet zo dat mijn verhaal belangrijker is dan dat van jullie. Ik ga alleen het ijs breken en dan hoop ik dat jullie erover na willen denken wat het voor jou heeft betekent en ziet of jij het wil samenvatten. Ik denk dat het belangrijk is dat je ervan getuigt, vooral omdat er mensen op deze conferentie zijn die de geascendeerde meesters al meer dan twintig, dertig jaar kennen.

Dus om goed te begrijpen wat het voor mij heeft betekend toen ik van de geascendeerde meesters hoorde, moet je iets over mijn achtergrond weten. Ik ben in Denemarken opgegroeid; je zou kunnen zeggen dat ik ouders had die tot de middenklasse behoorden, waarschijnlijk de arbeidersklasse, waarschijnlijk de lagere middenklasse. Het ontbrak ons nooit aan iets. Ik had een heel harmonieuze kindertijd, ik kan niet zeggen dat ik veel problemen had.

Maar er ontbrak altijd iets. En ik wist ook dat er iets aan ontbrak. Ik wist alleen niet wat. Ik denk dat dit voor de meeste spirituele mensen geldt – ze zijn gewoon niet tevreden over de gewone manier van leven waarmee wij hier in de westerse wereld zijn opgegroeid.

Dit werd heel duidelijk voor me tussen de leeftijd van ongeveer elf en zestien jaar. ‘s Middags had ik een krantenwijk. Dus na schooltijd bracht ik de krant rond in een mooie wijk van de hogere middenklasse – heel mooie huizen in een tamelijk nieuwe buurt. Ik deed het goed op school, ik wist dat ik een goede opleiding kon krijgen en dat ik alles kon hebben wat deze mensen hadden, inclusief de auto’s en de tuinen en de honden. Tussen haakjes dat gedoe over honden die je beste vriend zijn, geldt niet voor krantenjongens. Ik wil je hier alleen maar wat informatie over geven.

Dus ik werkte daar ongeveer vier jaar en ik leerde de mensen daar heel goed kennen. Ik wist gewoon dat ik niet zo kon leven. Ik paste daar gewoon niet bij, omdat het bijna leek alsof ze in een vorm waren gestapt en je zag dat hun leven erg comfortabel en materialistisch zou worden, maar daarnaast had hun leven geen inhoud. En ik wilde iets meer. Ik had geen idee wat, ik kon het niet formuleren, maar ik wist dat er iets moest zijn.

Op de middelbare school hadden we een heel goede leraar godsdienst en je zou kunnen zeggen dat hij een soort new age zoeker was, hoewel die term in Denemarken in die tijd nooit werd gebruikt. Maar we hadden goede discussies en soms zat ik in de klas en dan voelde ik dat ik mijn perspectief een klein beetje kon veranderen, ik moest in staat zijn te begrijpen dat er nog iets meer was dan de gewone materiële wereld – er moest meer in het leven zijn, ik kon er alleen niet bijkomen.

Het spirituele pad vinden
Toen ik achttien was, ging ik het huis uit naar de universiteit en op dat moment begon mijn zoeken. Ik wist dat er bepaalde kennis moest zijn. Dus op een dag, waarschijnlijk een week nadat ik uit huis was gegaan, liep ik een tweedehandsboekwinkel binnen en om een bepaalde reden begon ik de boeken over spiritualiteit te bekijken. En ik trok een boek van de plank dat Autobiografie van een Yogi door Paramahansa Yogananda heette. Ik opende het boek en er stonden plaatjes in van hem en diverse andere heiligen. En toen ik de plaatjes zag, wist ik gewoon dat ik dit boek moest kopen.

En de revolutie die dat boek bij mij ontketende, was dat het mij in de eerste plaats toonde waar ik mijn hele leven naar had verlangd, en dat was dat het leven een spirituele kant had, dat er meer in het leven is dan waarmee je bent opgevoed, zowel in de kerk als op school. In Denemarken had ik natuurlijk niet een speciale religieuze opvoeding gehad – mijn ouders waren niet erg religieus. Maar vanzelfsprekend kende ik de gebruikelijke christelijke doctrines en op school leerden we iets over de Bijbel. We kregen ook lessen in biologie en de evolutietheorie. Dus we kregen de gewone schizofrene opvoeding die de meesten van ons hebben gekregen.

En toen ik het boek van Yogananda las, realiseerde ik mij dat er duizenden jaren geleden, in feite nog veel verder teruggaand dan de opgeslagen geschiedenis, mensen zijn geweest die dit dilemma hebben opgelost tussen de uiterlijke dogmatische religie en de ontkenning dat God bestaat, wat de wetenschap stelt. Zij hadden de middenweg gevonden, het was niet een kwestie van alleen maar geloven wat er wordt gezegd over God, maar we kunnen echt in ons hart een grotere waarheid ervaren, wij kunnen het zelf te weten komen. Omdat het hele pad dat Yogananda beschrijft, gaat over het uitbreiden van je bewustzijn tot je die innerlijke spirituele ervaringen krijgt waardoor je weet dat het echt klopt. Hij beschreef geen gewoon theoretisch, analytisch pad. En voor mij trof dat doel.

Buiten het intellect om
Toen ik naar de achttien toe groeide, gebeurde het vele malen dat ik naar de wereld keek en zei: “We moeten iets vinden dat buiten het intellect om gaat.” Omdat ik naar de geschiedenis keek, keek ik ook naar wat er zich op de wereld afspeelde, inclusief oorlogen. Ik was mij altijd heel bewust van oorlogen en ik zei: “Het klopt niet dat wij met deze vorm van zelfvernietigend gedrag bezig blijven. Er moet een uitweg zijn om uit dit dilemma komen en de ene oorlog het toneel klaarzet voor de volgende en het lijkt of wij nooit een stap verder komen.” En ik begon te begrijpen dat wij een manier moeten vinden om te weten wat klopt, te weten wat waar is, een manier die niet berustte op het intellect. Ik had een heel actief intellect, maar ik had gemerkt dat mijn intellect bepaalde beperkingen had.

In het Denemarken waarin ik ben opgegroeid, waren in die tijd mensen die in het socialisme geloofden; dat was heel sterk. Het was geen socialistisch land, maar er waren socialistische partijen in het parlement die zeiden dat wij een socialistischer land moesten worden. En ik kon zien dat zij heel intellectueel waren. En ik kon ook zien dat de christenen in de staatskerk van Denemarken heel intellectueel waren. Maar het leek alsof niemand iets had dat buiten het intellect om zou gaan. Dus zij konden maar argumenteren blijven aanvoeren en de ene kant was er absoluut van overtuigd dat zij gelijk hadden. Zij konden niet begrijpen waarom de andere kant dat niet inzag, omdat zijzelf heel duidelijk inzagen dat zij gelijk hadden. En de andere kant had natuurlijk hetzelfde gevoel.

Dus hoe zouden we dat ooit kunnen oplossen wanneer twee kanten tegen elkaar ingaan? Ik besefte dat er geen oplossing zou komen door middel van het intellect. En toen ik het boek van Yogananda las, besefte ik dat de sleutel tot het oplossen van die kwesties in feite was dat ze verder moesten reiken dan hun intellect naar een hogere ervaring, naar iets wat wij een intuïtieve ervaring zouden noemen. En daar ging het in dat boek alleen maar over. En het toonde mij dat er al duizenden jaren mensen zijn die welbewust dit pad volgen om buiten het intellect om te gaan, maar dat niet alleen, maar het hele menselijke bewustzijn, ons menselijke ego, zoals wij tegenwoordig zouden zeggen.

Buiten het menselijke kwaad om
Een van de dingen die heel erg belangrijk voor mij was toen ik opgroeide in een land als Denemarken, was de Tweede Wereldoorlog, Hitler en het nazisme. Hier werd natuurlijk niet iedere dag over gesproken, maar mijn ouders leefden tijdens de Duitse bezetting van Denemarken. Ik had een leraar op de middelbare school die meerdere jaren in een concentratiekamp had gezeten, omdat hij bij het verzet was geweest. Dus het was wel iets waar wij ons bewust van waren. We zagen films over de concentratiekampen en zelfs als kind maakte ik mij grote zorgen over het menselijke kwaad en hoe we dat kunnen overwinnen, hoe we daarmee om moeten gaan. Omdat ik mij zelfs als kind al realiseerde dat we, hoewel de Tweede Wereldoorlog en het nazisme voorbij waren, nu het communisme in Rusland hadden en andere mogelijke oorlogen. En hoe zouden we ooit echt vooruitgang kunnen boeken als we niet, zoals ik zei, een manier vonden om buiten het menselijke intellect en menselijke meningen om te gaan.

En in Yogananda’s boek begon ik te zien dat er een hele groep mensen was die zich juist bezig hield met de zoektocht om verder te kijken dan de menselijke strijd. En ze deden dit al duizenden jaren. En zij hadden geëxperimenteerd met een deugdelijk pad waardoor wij ons bewustzijn kunnen verhogen en om die uiterlijke conflicten heen te kunnen. En ik begon in te zien, zelfs toen ik achttien was, dat dit voor mij een veel levensvatbaarder pad was dan alles wat ik bij het socialisme, bij de wetenschap, en bij de traditionele religie had gezien. En ik wierp me daarop met alle aandacht die ik bezat. Ik begon te studeren en ik begon meditatieve technieken te doen.

Het bestaan van spirituele meesters
In zijn boek heeft Yogananda het kort over het concept dat spirituele leraren die belichaamd waren, met spirituele leraren samenwerkten die geen fysiek lichaam bezaten. Als een van zijn goeroes sterft, heeft Yogananda daarna nog steeds contact met hem. Voor mij was dit de introductie tot de mogelijkheid dat er spirituele leraren zouden kunnen zijn in een hoger rijk die ook met de mensheid aan het werk waren om haar te helpen conflicten en strijd op te lossen.

Een paar jaar na het lezen van Yogananda’s boek vond ik een serie boeken die ‘Het Leven en de Lessen van de Meesters van het Verre Oosten’ heette, de meesten van jullie kennen ze waarschijnlijk wel. En ik weet dat er mensen op het internet zijn die afbreuk daaraan doen door te zeggen dat Baird Spalding die expeditie nooit heeft gemaakt, er is nooit een expeditie geweest zoals hij die beschrijft. Maar dat maakt mij niets uit, omdat ik zelfs toen ik negentien was toen ik het eerste boek las, nooit dacht dat er echt een expeditie was geweest. Ik beschouwde het meer als een boek van Jules Verne die het verhaal vertelt van ‘Twintigduizend Mijlen onder Zee’ – vanzelfsprekend was er niet zo’n onderzeeër, maar het was een interessant verhaal.

En dus dacht ik dat het een goed boek was, omdat er veel waardevolle lessen in stonden. En de boeken beschreven zijn expeditie die van het westen naar India en Tibet gaat en ze reizen door de bergen en maken veel dingen mee. En een paar boeken gingen erover dat ze in een heel afgelegen tempel waren en daar wezens ontmoetten die vanuit het niets aan hun verschenen en hen leringen gaven. Toen ik dat stuk las, besefte ik dat dit niet beslist hoefde te zijn gebeurd. Maar niettemin raakten de woorden die zogenaamd gezegd door die wezens werden gezegd, een snaar in mijn hart. Dus ik was bereid om te zeggen dat de concepten en ideeën die deze lessen gaven, mij het gevoel gaven dat het klopte, ook al waren de fysieke omstandigheden niet precies zoals die in het boek werden beschreven. Ik wilde die waarheid wel erkennen, zelfs als ik niet een bewijs had waar mijn intellect zich aan kon vastklampen.

Een ruimere kijk op de wereld
Dus toen begon ik mij te realiseren dat wij, als we een manier moeten vinden die buiten het menselijke intellect omgaat, niet kunnen verwachten dat die manier door het intellect kan worden bewezen – omdat het intellect ingebouwde beperkingen heft. Dit is de reden waarom de wetenschap volgens mij dit dilemma heeft, zij moeten zeggen dat er niets buiten het materiële universum om bestaat, omdat zij die met hun huidige wetenschappelijke instrumenten en methoden niet kunnen bewijzen. Misschien kunnen ze dat wel nooit bewijzen, misschien kunnen ze wel nooit een instrument uit materie maken dat zou kunnen bewijzen dat er iets meer is dan materie. Misschien ook wel niet – je kunt een atoom ook niet zien met een gewone verrekijker. Maar misschien kijkt de wetenschap niet de goede kant op, ze benutten de methoden en de instrumenten niet die zij al hebben vanwege het paradigma dat zij ervoor hebben gekozen om een limiet aan zichzelf te stellen.

Dus ik begon dit te begrijpen en mijn ogen begonnen open te gaan en ik begon te begrijpen dat wat ik tot nu toe had geleerd van de traditionele religie en de wetenschap een heel beperkt wereldbeeld was. Er moest een heel ander wereldbeeld zijn. En een paar jaar daarna hoorde ik over het concept dat we tegenwoordig de Opgevaren Schare of de geascendeerde meesters noemen. En opnieuw werd ik me ervan bewust dat er een aantal verschillende organisaties waren die beweerden dat ze leringen hadden ontvangen uit een spiritueel rijk die aan ons werden gegeven om ons in principe te helpen om te ontkomen aan onze beperkingen en ons ego en alle strijd die wij zien.

Dat was dus een totale revolutie voor mij, omdat alles wat ik had gevoeld toen ik opgroeide op zijn plek viel. En ik realiseerde me dat het mogelijk is om de betekenis van het leven te begrijpen. Het is mogelijk om antwoord op al onze vragen over het leven te krijgen : “Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Heb ik een doel in het leven?”

Het leven heeft een bedoeling
Het meest interessante idee was het concept dat wij eerder hebben geleefd. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het eerst iets heb gehoord over het concept reïncarnatie, maar ik weet dat ik het meteen accepteerde toen ik het hoorde. Omdat dit het enige was dat volgens mij klopte met waarom wij zo complex zijn. Waarschijnlijk begon ik me in mijn tienerjaren al te realiseren dat wij mensen heel erg complexe wezens zijn. En het hele idee dat dit het product is van onze genen en omgeving in één leven, vijftien tot twintig jaar, was voor mij grote onzin als je zag hoe complex onze psyche is. En het concept dat ik eerder had geleefd, was mij onmiddellijk duidelijk.

En met dat concept komt ook het idee dat ons leven een bedoeling heeft. Wij worden hier niet als slachtoffer naartoe geworpen, of een boze God ons hier naartoe zendt om te worden gestraft of dat het een toevallige gebeurtenis is dat wij hier zijn. Het heeft een bedoeling, wij hebben gekozen om hier te zijn, wij hebben een specifiek doel in dit leven, bepaalde dingen die wij willen leren. En het globale doel is dat wij onze bewustzijnsstaat transformeren – dus wij gaan verder dan het gewaarzijn dat we hebben, het op het ego geconcentreerde bewustzijn en worden onbaatzuchtig.

Wereldwijd gaan
Een aantal jaar geleden las ik een boek van Lance Armstrong, de wielrenner die zeven maal de Tour de France heeft gewonnen. Hij beschreef zijn leven en toen hij net aan zijn wielrencarrière was begonnen, kreeg hij kanker aan zijn testikels. De dokters wilden hem niet zeggen wat zijn kans op overleving was en ze gaven hem de indruk dat het fiftyfifty was, maar het was eigenlijk nog maar vijf procent kans omdat zijn diagnose heel laat werd gesteld. Hij beschrijft hoe hij met kanker worstelt. In het begin was hij totaal op zichzelf gericht en hoe hij de ziekte kon overwinnen en hij wilde die verslaan alsof het een race op zijn fiets was.

Na een paar maanden behandeling in een kankercentrum had hij een gesprek met de hoofdzuster die hem had geholpen. En ineens begon hij door te krijgen dat hij zijn bewustzijn had verschoven. Hij maakte zich geen zorgen meer over zichzelf, hij was meer gericht op hoe je die ziekte kunt verslaan, een geneesmiddel kunt vinden, zodat andere mensen niet hoefden te sterven. De verpleegster keek hem recht in de ogen en zei: “Lance, je bent de wijde wereld in gegaan (go global)!” En ze bedoelde daarmee dat ze dit al eerder bij kankerpatiënten had gezien; een bepaald percentage blijft zich op zichzelf richten, maar een tamelijk groot percentage kankerpatiënten ontwikkelt een onbaatzuchtigere houding als ze de dood in de ogen zien. En die zeggen dan: “Dit gaat niet meer over mij. Wat kan ik doen om andere mensen te helpen? Hoe kan ik helpen om de planeet vooruitgang te laten boeken?”

En het belangrijkste profijt voor mij, toen ik hoorde van de geascendeerde meesters, is dat ik mij realiseerde dat ik zelf – en ik denk alle mensen die naar spiritualiteit neigen – dat onbaatzuchtige (wereldwijde) bewustzijn hebben. Wij hebben allemaal het verlangen om verder te kijken dan onszelf, niet gewoon een menselijk leven te leiden waarin wij ons op onszelf en onze familie richten. Wij willen hogerop komen, niet alleen in bewustzijn, omdat wij het niet alleen voor onszelf doen. Wij doen het omdat wij het geheel willen verbeteren, wij willen de planeet verbeteren. En daar draait het om.

Niet het allerbest systeem, maar de allerbeste wezens
En voor mij was de revolutie met de geascendeerde meesters het gevoel wij het niet alleen hoeven te doen. Wij hoeven niet alles met ons intellect uit te werken, door een of andere filosofie. Een van de dingen die ik zag toen ik in Denemarken opgroeide, was dat men geneigd was te geloven dat er een heel goed filosofisch systeem was – of het nu het christendom was, het socialisme of wat je maar op de wereld hebt. En als jij je aan dat systeem houdt, dan krijgen we een soort paradijs op aarde.

Ik was al heel jong gedesillusioneerd hierover. Toen ik op de universiteit zat, was er een leraar die me een paar geschriften van Karl Marx liet lezen. En mijn hersens konden het niet eens volgen, mijn hersens kregen kortsluiting. Zijn argumenten zitten vol kronkels en zijn taalgebruik is heel complex. Ik realiseerde me gewoon dat dit onmogelijk het antwoord kon zijn op de problemen van de mensheid. En ik zag het traditionele christendom ook niet als het antwoord, omdat de staatskerk in Denemarken heel erg verwaterd is. Er zit geen spiritualiteit in, het is gewoon een dogmatische traditie op de wereld – wij doen dit en we weten dat het daarom is.

Ik realiseerde me dat we met de geascendeerde meesters in feite toegang hebben tot een bron, een groep wezens die het menselijke ego en de machtsstrijd en al haar beperkingen zijn ontstegen. Zij hebben hun bewustzijn zodanig verhoogd dat zij totaal wereldwijd zijn gegaan, zij hebben totaal geen egoïsme. En voor mij was dat een heel belangrijk concept, omdat ik begon te begrijpen dat de mensen die het meeste goed op de wereld hadden gedaan, de mensen waren die het minst egoïstisch waren. En de mensen die het meeste kwaad hadden aangericht, zoals Hitler, waren het meest egoïstisch en op zichzelf geconcentreerd.

En ik realiseerde me dus dat ik, als wij toegang hadden tot een groep wezens die totaal boven het menselijke zelf en het menselijke ego stonden, daar ook bij wilde zijn. Omdat ik wist dat het een goede bron was om niet alleen om mijn eigen bewustzijn te verhogen, maar ook om meer inzichten te ontvangen van wat er eigenlijk op de planeet gebeurt en waarom de samenleving in principe vast lijkt te zitten in problemen waar wij niet uit kunnen komen. En ik begon te beseffen dat de samenleving die wij hebben, de samenleving die wij hebben geschapen, een reflectie is van onze bewustzijnsstaat, onze kennis over de wereld, maar ook de mate van egoïsme, hoe wereldwijd (onbaatzuchtig) ons bewustzijn is, en hoe gericht we zijn op alleen ‘mij, mezelf en ik.”

Oorlogen overwinnen door ons bewustzijn te verhogen
Dit zag ik toen ik opgroeide in Europa. Jullie zijn je heel erg bewust van de geschiedenis van Europa, omdat landen in Europa altijd oorlog hebben gevoerd om de superioriteit – wie het belangrijkste land in Europa is, wie de meeste macht heeft. En het wordt gewoon zinloos wanneer je de geschiedenis ervan kent – die oorlogen waren er en ze leken nooit iets op te lossen. Er leken nooit andere redenen voor te zijn dan dat een bepaalde koning meer macht wilde dan de koning van een ander land, dus waren ze bereid om honderden, duizenden mensen op te offeren om uit te vechten wie het machtigst was.

Het waren totaal zinloze conflicten. En ik realiseerde me dus dat dit kwam omdat ons bewustzijn nog steeds op ons ego gericht was, en de enige manier om de samenleving echt, serieus, te veranderen was dat wij ons bewustzijn moesten verhogen – niet alleen individueel, maar ook collectief.

Toen ik op de middelbare school zat, nam ik een vak waarin we politiek bestudeerden. Ik wilde de politiek in, omdat ik dacht dat dit een manier was om de wereld te helpen verbeteren en de samenleving te verbeteren. Maar nadat ik dit vak enige tijd had gehad, begon ik tot het besef te komen dat de politiek in die tijd zich helemaal richtte op compromissen. En ik begon tot het besef te komen dat het niet uitmaakte of je iets goed doet in hogere zin. Het was een kwestie van wat het beste voor de partij was.

Met andere woorden, in die tijd had je vijf politieke partijen in Denemarken en die waren er al tientallen jaren. Een paar berusten op een conservatievere filosofie, andere hadden een socialistische filosofie. Maar het was het gebruikelijke, in die zin dat het erop lijkt dat je een bepaald wereldbeeld hebt, een bepaalde filosofie, en als er dan een probleem komt, moet je dit in dat kader zien te passen en het oplossen volgens die filosofie. Zelfs als je geen goede oplossing hebt binnen het systeem, kun je niet iets anders doen. Als je conservatief bent, moet je met een conservatieve oplossing komen. Als je een socialist bent, moet je een socialistische oplossing bedenken.

Dat deed mij denken aan het oude sprookje van Hans Christiaan Andersen over een huis waarin drie zusters wonen en één zus laat men links liggen en de andere twee zijn het belangrijkst. En de prins is op zoek naar een bruid die het glazen muiltje past en de lakeien komen met het glazen muiltje bij het huis en willen dat de twee zusters het passen en de ene snijdt haar hiel af en de andere haar teen om in het glazen muiltje te passen. En zo pakken we politieke problemen aan – ze moeten in het glazen muiltje passen, of het nu een socialistisch muiltje is, of de conservatief. Wij moeten onze problemen op een of andere manier in ons mentale kader laten passen, zodat we ze kunnen opruimen, omdat wij onmogelijk ons mentale kader kunnen loslaten.

De verticale expansie van ons wereldbeeld
Het lijkt een beetje op een oud gezegd: “Als het enige werktuig dat je hebt een hamer is, dan wordt ieder probleem een spijker.” En ik begon me te realiseren dat dit voor mij nergens op sloeg. En nu ik meer te weten ben gekomen over de spirituele kant van het leven en de leringen van de geascendeerde meesters, realiseer ik me steeds meer hoe weinig zinvol die aanpak voor mij is.

De waarheid is dat wij, als wij een probleem hebben dat we niet kunnen oplossen met ons huidige wereldbeeld, dan ons wereldbeeld moeten bijstellen. En als wij ons wereldbeeld vergroten, dan hebben wij leringen tot onze beschikking die ons daarbij kunnen helpen. En ze staan trouwens in alle samenlevingen tot onze beschikking. Wij hebben altijd wel een spirituele lering gehad die ons verder kon brengen dan gebruikelijk. Maar tegenwoordig zijn er meer leringen beschikbaar dan ooit tevoren en kunnen de mensen er gemakkelijker over beschikken.

Voor mij is het heel opwindend om daar deel van uit te maken, omdat ik duidelijk zie dat de menselijke samenleving vooruit is gegaan omdat wij ons bewustzijn enigszins hebben verhoogd. Wat we tot dusver hebben gedaan, is meer een uitbreiding op horizontaal niveau – we weten veel over de wereld van tegenwoordig door de wetenschap. Maar ik zie dat er steeds meer mensen spiritueel worden, die beseffen dat wij in plaats van te proberen om ons horizontaal uit te breiden, verticaal moeten gaan, de hoogte in moeten gaan, wij moeten verder kijken dan ons huidige niveau.

En voor mij is dit het belangrijkste concept van de geascendeerde meesters. Daarom zijn zij hier. De mensen onder ons die verder willen reiken dan de oude manier om naar dingen te kijken – zijn de geascendeerde meesters er om ons een hogere lering te geven. En zoals de meesters zeggen, is hun motto: “Wanneer de student eraan toe is, verschijnt de meester.”

En ik denk dat je waarschijnlijk wel inziet dat jullie in jullie eigen leven altijd wel iets tegenkomen dat je vooruit helpt, wanneer je voor jezelf beslist dat je een hoger inzicht wilt. En zo gaat het ook met mij, wanneer ik echt een nieuwe manier moest vinden om naar dingen te kijken, dan vond ik altijd wel een lering die mij hielp.

Vanbinnen weten wat de waarheid is
Maar wat ik echt begon te begrijpen is dat wij naast een lering eigenlijk gewoon kunnen beginnen met het ontwikkelen van ons vermogen om de waarheid in ons hart te kennen. En we kunnen een direct, persoonlijk, innerlijk contact krijgen met ons hogere wezen en de geascendeerde meesters. Dan hebben we geen kerk nodig die ons vertelt wat waar is, omdat wij in ons hart weten wat waar is. En ik denk dat er dan een grote revolutie ontstaat die de mensheid uit dit bewustzijn haalt, waarin oorlogen een voortdurende dreiging op de achtergrond vormen. Als wij echt van oorlog af willen komen dan moet dat gebeuren doordat miljoenen mensen zeggen: “Wij hebben genoeg van politieke ideologieën. We hebben genoeg van de materialistische wetenschap, we hebben genoeg van de traditionele religies, we hebben er genoeg van dat wij een geloofssysteem moeten accepteren en dat iedereen daarin moet passen. Wij willen een samenleving die wordt gebaseerd op wat goed is, niet volgens een of andere filosofie, maar door wat wij in ons hart wel weten.

Hoe spirituele mensen de wereld kunnen veranderen
En ik geloof dat de meeste spirituele mensen op deze planeet, of ze nu bij een of andere religie horen, of dat zij bij een of andere new agebeweging horen, of dat ze helemaal in geen enkele beweging zitten – als wij er echt over nadenken is het verschil tussen ons en de mensen die hier op aarde zijn dat wij in ons hart weten of iets waar is en dat wij dat willen erkennen en daarnaar willen handelen.

Het probleem is dat de meesten van ons dit tot nu toe privé wel doen, wij hebben ons op ons eigen bewustzijn geconcentreerd, omdat wij het gevoel hebben dat wij worden afgewezen door de wereld, wanneer wij beginnen te spreken over onze spirituele overtuigingen. Omdat de mensen opnieuw zullen zeggen: O, jij past niet in mijn mentale kader, ik ben niet van plan naar jou te luisteren.” Maar ik denk dat als we dat echt los kunnen laten en als wij durven te zeggen wie wij zijn, waarin we geloven, wat we weten dat juist is, dan denk ik dat het enige wat het collectieve bewustzijn kan verschuiven, is dat wij dit conflict loslaten. Wij moeten gewoon zeggen: “Genoeg is genoeg! Wij hebben genoeg van oorlogen, wij hebben genoeg van strijd en wij willen een betere aanpak van conflicten en problemen.”

En ik denk dat als we in het westen beginnen, andere culturen overal ter wereld er geleidelijk in meegaan. Omdat we gewoon een beweging zullen vormen in het collectieve bewustzijn die andere mensen zal wekken, zodat zij zich realiseren dat zij ook geen conflicten willen, ook genoeg van de strijd hebben, genoeg gevochten hebben, en dat we het beter moeten aanpakken, omdat dit de enige manier is om ervan af te komen. Dus ik geloof echt dat dit binnen een paar decennia zal gaan gebeuren. Er komt een verschuiving in het collectieve bewustzijn.

Wereldveranderingen beginnen in het bewustzijn
Een van mijn favoriete voorbeelden van zo’n verschuiving vond in de negentiende eeuw plaats, toen de naties op de wereld ineens besloten om bij elkaar te komen en een verdrag te sluiten om de slavernij af te schaffen. En het is een ongelooflijk voorbeeld, wanneer je er goed over nadenkt. Ik bedoel, we zijn opgegroeid in een maatschappij waarin dit verboden is, dus we accepteren het als een voldongen feit. Maar slavernij was voor zover wij weten een deel van de wereldcultuur als we terugkijken op de geschiedenis. Iedere samenleving had slaven, de mensen werden letterlijk als bezit beschouwd, niets meer dan dingen. En ineens werd besloten: “Dit kan niet meer.”

Waar kwam die beslissing vandaan? Er was geen economische stimulans om de slavernij af te schaffen – het is gratis arbeid. Ik bedoel maar, het is de droom van elke kapitalist. Dus waarom zou je dat opgeven? Welnu, dat kwam omdat het collectieve bewustzijn groeide op een manier die de mensen ervan bewust maakte dat het menselijke leven van waarde is. Dit heeft intrinsieke waarde. Niet vanwege een religie, niet vanwege een politieke filosofie. Het is gewoon goed, omdat het juist is. We kunnen andere wezens niet als bezit behandelen.

Dit kwam omdat Europa en de Verenigde Staten groeiden, omdat de democratie geleidelijk aan begon op te komen en wij begonnen ons te realiseren dat menselijke wezens rechten hebben. En het hele concept dat wij mensen rechten hebben die door geen enkele macht op aarde kunnen worden vastgesteld. Die worden bepaald door een macht die boven de menselijke strijd staat. Daarom zijn ze de moeite waard.

Ik herinner me dat de Chinese minister-president op bezoek kwam bij Bill Clinton in de Verenigde Staten, toen hij destijds president was. Ze voerden een bespreking over mensenrechten. En de Chinese minister-president zei gewoon: “Natuurlijk hebben mensen rechten, maar de rechten van de Chinezen worden door de staat vastgesteld.” En Clinton probeerde hem te vertellen dat dit eigenlijk geen rechten waren, en dat was de essentie ervan – als onze rechten door een macht op aarde worden bepaald, zijn het geen onvervreemdbare rechten, omdat de macht op aarde die deze rechten vaststelt, ze kan veranderen of tenietdoen op een bepaald moment.

Wat ik nu eigenlijk zeg, is dat wat er in die tijd gebeurde en wat tot de opkomst van de democratie en de afschaffing van de slavernij heeft geleid, een verandering in het collectieve bewustzijn was. Ons bewustzijn was zo verhoogd dat wij tot het besef kwamen dat mensen rechten moeten hebben, dat regeringen die rechten moeten eerbiedigen. En een van die rechten was dat mensen niet als iets wat je bezit, kunnen worden verkocht.

De omslag in bewustzijn
En ik denk dat we op dit moment door zo’n zelfde soort, en mogelijk grotere, verandering in bewustzijn heengaan. En ik denk ook dat ons collectieve bewustzijn binnen een paar decennia drastisch zal veranderen. En een van de uitkomsten zal zijn dat wij ons realiseren dat oorlogen niet meer een oplossing voor conflicten zijn die wij kunnen accepteren. Het is nooit een oplossing geweest, maar het is zelfs niet een goede manier om een conflict op te ruimen.

En dit was mij altijd dierbaar. Ik herinner me dat ik zelfs als kind van vijf de problemen besefte die oorlogen en de gevaren van oorlogen met zich meebrachten. En ik begreep niet dat wij in deze ongelooflijk geavanceerde samenleving nog steeds oorlogen hadden. Het klopte niet volgens mij. Wij kunnen niet beweren dat wij de meest geavanceerde samenleving op aarde zijn en nog steeds oorlogen hebben en dat dit de enige manier is om problemen op te lossen.

Ik heb me gerealiseerd dat een van de belangrijkste elementen van mijn Goddelijke plan is dat ik de mensheid moet helpen om dit oorlogsbewustzijn los te laten. En ik denk dat veel spirituele mensen ook die wens hebben. En de geascendeerde meesters hebben mij zoveel hulpmiddelen gegeven om dat te doen, en daarom kreeg mijn leven een geheel andere betekenis toen ik van hen hoorde. Ik besefte dat het zin heeft. En het heeft mij de laatste dertig jaar een gevoel van opwinding gegeven om deel uit te maken van die beweging, die groei in bewustzijn van onze samenleving en ik geloof dat het collectieve bewustzijn onvermijdelijk zal veranderen. Het is alleen maar een kwestie van hoe lang dit duurt, maar als je naar de geschiedenis kijkt, dan zie je dat er veel verschuivingen zijn geweest en ik geloof dat we midden in een heel, heel grote verschuiving zitten.

En over tien jaar, misschien iets langer, zullen we hierop terugkijken en zeggen: “Hoe hebben we oorlogen zolang kunnen accepteren?” Omdat we ons nu beginnen te realiseren dat dit niet de manier is om met conflicten om te gaan en ik geloof dat we als gevolg van die verandering in bewustzijn niet alleen meer vrede zullen krijgen, maar ook een enorme uitbreiding van menselijke kennis, menselijke technologie, nieuwe technologieën op het terrein van energie. Allerlei dingen zullen gaan veranderen. Het wordt zelfs een grotere omslag dan de renaissance of de industriële revolutie.

Dus ik denk dat je kunt zeggen dat de ware essentie van het vinden van de leringen van de geascendeerde meesters was dat het leven niet echt veel zin voor mij had, voordat ik ze vond. Omdat ik de materialistische levensstijl niet als een doel op zich kon beschouwen. Maar sinds die tijd is het een ongelooflijk opwindend groeiproces en ik geloof dat het leven – niet alleen mijn persoonlijke leven, maar het leven op deze planeet – ongelooflijk opwindend is. En wij zijn allemaal heel erg bevoorrecht om te leven in deze tijd, omdat wij deel uitmaken van iets wat later zal worden gezien als een van de allerbelangrijkste veranderingen in het groeiproces van de mensheid.

Dit wilde ik in principe vertellen en ik hoop dat jullie allemaal ook het gevoel hebben dat jullie ook een deel van die opwinding uitmaken, omdat het een geweldige tijd is om te leven.