Is het conflict tussen wetenschap en religie onvermijdelijk?

door Kim Michaels

In het boek ‘The God Delusion’ gebruikt Richard Dawkins nogal wat pagina’s om te zeggen dat de meeste problemen van de mensheid, vooral de gewelddadige, door religie zijn veroorzaakt. Hij geeft toe dat religie niet de wortel van al het kwaad is, omdat niet één ding de wortel van al het kwaad kan zijn. Maar hij maakt het heel duidelijk dat, volgens hem, de meeste conflicten van de baan zouden zijn als wij religie met één streep zouden doorhalen. Met andere woorden, hij schijnt oprecht te geloven dat als wij een samenleving vormen die berust op zijn specifieke versie van het wetenschappelijk materialisme, de meeste problemen van de mensheid zouden oplossen. Volgens Dawkins lijkt het of de religie alleen maar problemen schept, terwijl de wetenschap helemaal geen negatieve effecten heeft.

Afgezien van het feit dat dit een voorbeeld uit het boekje is van het zwart-witdenken, als we naar onze vorige bespreking kijken, dan had Dawkins mij die mening niet kunnen verkopen, zelfs niet toen ik twaalf was. Dit is de reden.

Als kind was ik al heel erg geïnteresseerd in de natuur. Toen ik drie was, wist ik de namen van alle Deense vogels, omdat mijn vader mij de namen uit een plaatjesboek voorlas. Van jongs af aan nam mijn vader mij al mee naar de haven, waar zijn boot lag. In die tijd verlegde mijn geboortestad haar riolen naar een centrale zuiveringsinstallatie. Nadat de grote dingen eruit waren gefilterd, zoals condooms en dode ratten, lieten ze de rest onbehandeld rechtstreeks in het fjord stromen dat niet erg ver van de haven aflag. Na een paar jaar zag ik hoe de gezonde haven veranderde in een dode zone en de verf op de romp van het schip het zelfs niet hield. Je had natuurlijk geen verf op de bodem nodig, omdat zelfs eendenmossels het niet overleefden in dit water.

Die ervaring maakte mij zeer bewust van mijn omgeving en in de eerste jaren op school las een leraar de klas voor uit Rachel Carson’s ‘Silent Spring’. Ik werd mij er toen van bewust dat het grootste gevaar voor de omgeving niet menselijk afval was, maar de chemicaliën die door de mensen werden gemaakt. Wie maakte die chemicaliën? Welnu, dat deden grote bedrijven, maar ze werden door wetenschappers ontwikkeld. Dus ongeveer op dezelfde leeftijd dat ik mij bewust werd van het misbruik van macht door de katholieke kerk, werd ik mij er ook van bewust dat de combinatie van grote bedrijven en ambitieuze wetenschappers haar eigen nachtmerrie had geschapen, of zou ik dag-des-oordeels-scenario moeten zeggen. Het werd me ook duidelijk dat grote bedrijven bijna alles deden om maar winst op korte termijn te maken en dat veel wetenschappers blijkbaar niet beseften dat er verschil zat tussen wat je kunt doen en wat je behoort te doen.

Ik werd mij er ook al jong van bewust dat oorlog een heel reëel fenomeen was. Toen ik opgroeide in Denemarken hoorde ik veel over de Tweede Wereldoorlog, maar ik was mij ook bewust van de Koude Oorlog. Ik was mij zeer bewust van het feit dat mijn persoonlijke leven maar een kwartier afzat van uitroeiing door een atoombom. Ik realiseerde me dat die situatie werd veroorzaakt door de Sovjet-Unie, een natie die was opgebouwd met een communistische ideologie. Die ideologie was niet alleen expansief, met het duidelijke doel van de wereld domineren, maar ook geheel atheïstisch. Ik besefte dat een atoomoorlog voor de sovjets gewoon een middel was, terwijl dit voor mij absoluut het ergste leek dat menselijke wezens ooit zou kunnen overkomen.

Die indruk werd gewekt door een boek dat mijn ouders bezaten, waarin een zeer grafische beschrijving stond van de menselijke effecten op het bombarderen van Hiroshima. Er stond ook een foto in van het restant van een muur waarop een donkere plek zat die zogenaamd de ‘schim’ van een menselijk wezen was die door de knal was verbrand. In de beschrijving stonden ook de medische effecten van blootstelling aan nucleaire straling. In datzelfde boek stond ook een gedetailleerde beschrijving van hoe Amerika de atoombom had ontwikkeld, inclusief een paar uitspraken van Robert Oppenheimer, de wetenschapper die de leiding had. Ik hoorde dat de relativiteitstheorie van Einstein het voorbereidende werk had gedaan voor de atoombom, maar dat hij geweigerd had om mee te doen aan het Manhattanproject. Blijkbaar had Oppenheimer daar geen moeite mee en hij zag de bom als een triomf voor de wetenschap. Ik had de film Doctor Strangelove in die tijd nog niet gezien, maar ik hoefde die ook niet te zien om het concept ‘gekke wetenschapper’ te begrijpen.

Het punt is dat ik op het moment dat ik mij bewust werd van de tekortkomingen van religie, mij net zoveel bewust werd van de tekortkomingen van de wetenschap. Hoewel ik mij op geen enkele manier wil verontschuldigen voor religie, wil ik mij net zo min voor de wetenschap verontschuldigen. Ik geloof dat wij mensen heel goed elke activiteit kunnen verknoeien waaraan wij meedoen. En later ben ik gaan begrijpen dat een van de belangrijkste redenen is dat wij iets verknoeien, het zwart-witdenken is. Met dat dus in het achterhoofd zullen we eens kijken hoe deze vorm van denken de wetenschap beïnvloedt.

De geschiedenis van de wetenschap in het kort
Veel wetenschappers beschouwen de oude Grieken als degenen die ervoor hebben gezorgd dat de ontwikkeling van de moderne wetenschap op de achtergrond bleef. Het is een historisch feit dat de meeste Griekse filosoof-wetenschappers geen conflict of tegenstelling zagen tussen een spirituele en wetenschappelijke benadering van het leven. Het waren gewoon twee manieren die elkaar aanvulden om antwoord te krijgen op fundamentele levensvragen. Dus hoe is het conflict tussen de wetenschap en de religie dan ontstaan? Welnu, dat ontstond tegen de achtergrond van de onderdrukking door de katholieke kerk van alle ideeën die tegengesteld waren aan of verder gingen dan de kerkelijke doctrines. Zoals al genoemd is, gold dit ook voor de Griekse filosofie die in moslimlanden bewaard bleef (die geen conflict tussen religie en wetenschap zagen – in die tijd in ieder geval) en naar Europa terugkwam voor de renaissance.

Het word dan duidelijk dat de vroege Europese wetenschappers in een omgeving leefden die zeer door het zwart-witdenken werd gedomineerd. Een aantal van hen werd hevig door de kerk vervolgd, en het woord ‘hevig’ kan alles zijn, van huisarrest tot verbrand worden op de brandstapel. Ondanks deze vervolgingen leken de meeste vroege wetenschappers dezelfde aanpak te hebben als de Griekse filosofen die hen inspireerden. Zij leken geen inherent conflict te zien tussen wetenschap en spiritualiteit, hoewel zij wel zagen dat hun wetenschappelijke observaties conflicteerden met de katholieke doctrines.

In zijn boek noemt Richard Dawkins wel het feit dat de meeste vroege wetenschappers zoals Kepler, Copernicus, Galilei en Newton een spirituele kijk op het leven hadden. Maar hij wuift dit terzijde door te zeggen dat deze wetenschappers eigenlijk atheïst waren en de religie alleen maar in naam beleden, omdat zij waren opgegroeid in een omgeving die zozeer door de kerk werd gedomineerd. Ik heb een paar problemen met die manier van redeneren. In de eerste plaats degradeert het de moedige offers in hoge mate die werden door meerdere wetenschappers gebracht, waaronder Giordiano Bruno die de eerste martelaar voor de wetenschap wordt beschouwd. Bruno was bereid om zich te laten verbranden vanwege minachting van de kerk, maar hij heeft nooit zijn spirituele wereldbeeld afgezworen. Dit beeld bevatte ook overtuigingen die tegenwoordig als ‘new age’ zouden worden benoemd maar die door zowel de orthodoxe religie als de materialistische wetenschap zouden worden verworpen.

Mijn tweede probleem met de redenering van Dawkins is dat hij de kwestie duidelijk in zwart-witterminologie presenteert. Volgens Dawkins was iedereen die het niet eens was met de officiële kerk waarschijnlijk een atheïst, en dat houdt in dat er maar twee mogelijke opties zijn: de orthodoxie of het atheïsme. Maar meerdere vroege wetenschappers waren duidelijk tegen iets wat zij beschouwden als gedateerde en foute kerkdoctrines zonder daardoor het tegenovergestelde standpunt in te nemen en een spirituele kijk op het leven af te wijzen en Gods bestaan te ontkennen. Dus heeft Dawkins óf een nieuwe definitie van het atheïsme gemaakt – dat je in staat stelt om een atheïst te zijn terwijl je wel een onorthodoxe kijk op God hebt – óf dat de vroege wetenschappers niet pasten in het zwart-witbeeld van Dawkins. Zou het kunnen dat dit mensen waren die met een open blik op een universele manier verder wilden kijken dan alle van te voren bedachte geloofssystemen om het inzicht in het leven van de mensheid te bevorderen?

Ik wil hiermee aantonen dat de wetenschap in die vroege dagen niet een zwart-witonderneming was. Dit was geen activiteit die werd gedomineerd door zwart-witdenkers. In plaats daarvan werd dit gedomineerd door mensen die geen zwart-witbenadering van het leven hadden en dat houdt in dat de wetenschap zich in potentie had kunnen ontwikkelen op een manier waarop ze zichzelf niet als het tegenovergestelde van (alle) religies opstelde. Maar ergens is de wetenschap een heel andere richting opgegaan dan de richting die de vroege filosoof-wetenschappers opgingen. Ineens werd de wetenschap gepresenteerd als de allerbeste manier om de mensheid te bevrijden van het bijgeloof van alle religies. Religie kon nu alleen nog maar bijgeloof kweken en de wetenschap kon alleen maar de waarheid vertellen.

Wat is er eigenlijk gebeurd tijdens dat proces? Welnu, de wetenschap raakte geleidelijk aan gedomineerd door het zwart-witdenken, waardoor die onvermijdelijk in een activiteit veranderde die een tegenovergestelde nodig had. De basale eigenschap van het geloofssysteem van het zwart-witdenken is dat die niet in een vacuüm kan bestaan. Er moet een tegenovergestelde voor komen, zodat dit het verschil tussen de mensen die ‘gelijk’ hebben en de mensen die ‘ongelijk’ hebben, kan worden vastgesteld. Laten we dus ons inzicht in het zwart-witdenken benutten om een blik op de geschiedenis te werpen van zowel de wetenschap als de religie.

De geschiedenis van de wetenschap en religie in zwart-wit
Om een hanteerbaardere en relevantere bespreking van de discussie over wetenschap en religie te krijgen, zullen we beginnen bij de opkomst van het christendom. Ik weet dat er mensen zijn die eraan twijfelen of Jezus heeft bestaan als historisch persoon, maar ik vind dat dit onderwerp ons een beetje afleidt van het punt waar het bij mij om draait. Laten we het dus houden bij iets wat wij al weten, namelijk dat er ongeveer tweeduizend jaar geleden een nieuwe spirituele beweging in Palestina opkwam. Die beweging werd zogenaamd gebaseerd op een specifieke persoon die in een serie geschriften wordt beschreven. Volgens die geschriften – en gesteund door historisch onderzoek – werd Jezus niet algemeen geaccepteerd door het Joodse volk. Hij ondervond met name tegenstand van de Schriftgeleerden, farizeeërs, wetgeleerden en tempelpriesters, die hem van godslastering beschuldigden en herhaaldelijk probeerden om hem ter dood te laten veroordelen, en daar op den duur in zijn geslaagd.

We kunnen nu een patroon gaan zien dat talloze malen in de geschiedenis is herhaald. De mensen die op Jezus tegen waren, vormden wat we de machtselite van hun tijd zouden kunnen noemen. Het religieuze establishment had het zwart-witdenken benut om zichzelf de absolute macht te geven over het Joodse volk. Zij hadden een geloofssysteem gemaakt waarbij de mensen maar twee opties hadden: het eeuwige leven in het paradijs of de eeuwige verdoemenis en marteling in de hel. Hieraan alleen al kunnen we duidelijk zien dat we het over een zwart-witsysteem hebben.

Het belangrijke punt is hier echter dat het religieuze establishment een machtselite had gevormd die de mensen in haar macht had, zogenaamd omdat de mensen niet zelf naar de hemel konden gaan. Zij hadden een tussenpersoon nodig die in de macht was van de machtselite die vervolgens de macht had om iedereen die tegen hen was, tot de hel te verdoemen. Met andere woorden, de mensen werden door gebrek aan beter tot de hel veroordeeld, dus alleen de machtselite kon hen van dat lot redden – als de mensen de elite maar blindelings gehoorzaamden.

Volgens de geschriften was Jezus beslist op het establishment tegen. Hij kwam het Joodse volk bevrijden uit de macht van de religieuze elite. Hij deed dat door een leer te geven die revolutionair was vergeleken met het zwart-witgeloofssysteem van de joodse religie. Volgens de leringen van Jezus hadden de mensen géén elite nodig om naar de hemel te gaan. Zoals hij zei: “Het koninkrijk van God is in jou.” (Lucas 17:21), en die uitspraak liet die oude, elitaire religie op haar fundamenten trillen. Jezus beweerde ook dat hij de macht had om zonden te vergeven en hij gaf zijn discipelen ook die macht, en daarmee ondermijnde hij nog meer pilaren van macht van de elite. Jezus beweerde ook dat de elite de ‘sleutel tot de kennis’ had weggenomen en voorkwam dat de mensen dit ontdekten.

Zou die mysterieuze sleutel tot de kennis kunnen zijn dat alle mensen het vermogen bezitten om te weten wat de waarheid is en geen elite nodig hebben – of iets anders – om hen te zeggen wat waar of niet waar is?

Wij zien nu een mogelijkheid waar maar heel weinig mensen de gelegenheid voor hadden om die te overwegen, namelijk dat Jezus niet kwam om weer een zwart-witte, absolutistische religie te beginnen. Hij kon wel eens zijn gekomen om de mensen uit de macht van de elite te bevrijden, die het zwart-witgeloofssysteem gebruikten om de mensen zowel fysiek als mentaal gevangen te zetten. Is het mogelijk dat Jezus niet in zwart-wit dacht en dat hij een universele spirituele leer heeft gegeven die erop gericht was om de mensen te bevrijden van een elite die door het zwart-witdenken werd beheerst?

Dit idee zal op veel mensen – zowel religieus als niet religieus – revolutionair overkomen, omdat je dan niet alleen opnieuw over het christendom moet nadenken, maar over de oorspronkelijke bedoeling van alle religies. Ik zal later op die discussie terugkomen, maar nu wil ik bij de geschiedenis blijven. Zelfs als het de bedoeling van Jezus was om een universele beweging te beginnen, werd het christendom al snel beïnvloed door het zwart-witdenken. In de eerste decennia was het christendom een beweging vol diversiteit met een groot aantal sekten en geschriften. Na ongeveer een eeuw kwam een officiële kerk op en die begon te beweren dat zij de enige ware leringen van Christus had, en alle anderen bestempelde als ‘gnostici’, en dat was slecht.

Die ontwikkeling nam een dramatische draai in het jaar 312 met de zogenaamde bekering van de Romeinse keizer Constantijn de Eerste. Hij transformeerde het christendom snel van een vervolgde minderheid tot de officiële staatskerk van het Romeinse Rijk. Voor iemand die daar beter naar wil kijken, lijkt het of Constantijn het christendom voor politieke doeleinden heeft gebruikt, namelijk als manier om zijn afbrokkelende macht over het keizerrijk te verstevigen. Hij had een nieuw idee nodig om de mensen te verenigen en zo kwam de rooms-katholieke kerk tot stand. Vanaf het allereerste begin werd die kerk gedomineerd door het zwart-witdenken door te zeggen dat dit de enige weg naar verlossing was. Deze was het tegenovergestelde van de oude religies uit het Romeinse Rijk dat als heidendom werd bestempeld en dit was slecht. Er werd zelfs verklaard dat elke christelijke beweging die zich niet wilden onderwerpen aan de doctrine en het superieure gezag van de kerk van Rome, een tegenstander was.

Deze absolutistische benadering bleef zo door de hele middeleeuwen heen en zoals ik al heb beschreven, heeft dit ertoe geleid dat de kerk een reeks tegenstanders vaststelde, waaronder de Griekse filosofen, de moslims (de kruistochten), de katharen (een sekte binnen het christendom), heksen, haar eigen leden (de inquisitie), vroege wetenschappers en protestanten.

Hiermee wil ik aangeven dat we nu een genuanceerder beeld van religie kunnen krijgen dan je gewoonlijk krijgt van wetenschappelijke materialisten, zoals Richard Dawkins. Als je het boek van Dawkins gelooft, dan is er maar één benadering van religie, namelijk de zwart-witbenadering die leidt tot absolutistische doctrines die berusten op bijgeloof. Dawkins gebruikt veel inkt om deze vorm van religie belachelijk te maken en te degraderen, en presenteert het wetenschappelijk materialisme als het enige mogelijke alternatief. Maar nu kunnen we zien dat er twee verschillende benaderingen zijn van spiritualiteit:

• De zwart-wit benadering die ontegenzeglijk allerlei gruweldaden aanmoedigt, zoals al eerder beschreven is.
• De universele benadering die Jezus, de boeddha, de Griekse filosofen en de vroege wetenschappers hadden. Volgens die benadering is spiritualiteit niet een absolutistische of exclusieve onderneming, maar die is gericht op het vergroten van het inzicht van de mensheid in het leven, inclusief de spirituele kant van het leven.

Die universele benadering is in principe onbekend bij de meeste westerse mensen en we begrijpen nu waarom. De reden is dat de dominante religie in het westen bijna tweeduizend jaar door het zwart-witdenken werd beheerst. Maar nu moeten we nog een stap verder gaan en herkennen dat het dominante alternatief voor de orthodoxe religie – de materialistische wetenschap – ook door het zwart-witdenken wordt beheerst.

Zoals we hebben gezien, stelden de vroege wetenschappers zich niet tegenover de religie op. Ze zeiden niet dat het hun doel was om alle religies uit te roeien en de mensheid te bevrijden van het bijgeloof dat religie is. In plaats daarvan lijkt het of ze werden gedreven door een oprecht verlangen om het inzicht van de mensen in alle aspecten van het leven, inclusief de spirituele kant, te vergroten. Op een bepaald moment vond er een verschuiving plaats en werd de wetenschap van een universeel avontuur veranderd in een onderneming die zichzelf presenteerde als het lijnrecht tegenovergestelde van religie.

Dit leidde al snel tot de opkomst van een heel nieuwe beweging binnen de wetenschap, namelijk het materialisme. Die beweging presenteerde een nieuw wereldbeeld en haar fundamentele doctrine is dat alleen iets wat kan worden gedetecteerd door de zintuigen en wetenschappelijke instrumenten echt bestaat. Alles wat je niet kunt detecteren met materialistische middelen bestaat eenvoudig niet en daardoor kan het alleen maar een hersenspinsel van de mensen zijn. Met één streek van de pen werd de religieuze traditie – die net zo ver teruggaat als de opgeslagen geschiedenis – als een product van bijgeloof bestempeld. Materialisme werd gepresenteerd als de ultieme onderneming om de mensheid te bevrijden van het eeuwenoude juk van religieuze overtuigingen. Mijn punt is dat ik wil aantonen dat het wetenschappelijk materialisme al vanaf het allereerste begin het gevolg is van het zwart-witdenken.

Nu weet ik wel dat veel atheïsten en materialisten bezwaar zullen maken tegen deze mening. Richard Dawkins bijvoorbeeld presenteert een alternatieve kijk op de opkomst van het materialisme, maar beschouwt die alleen maar als een heilzame onderneming. Ik weet niet hoe ze in Engelse kostscholen geschiedenis onderwijzen, maar op de middelbare scholen in Denemarken leerde ik om naar verborgen motieven te zoeken achter de meeste historische gebeurtenissen. Dingen zijn niet altijd zo heilzaam als ze lijken, iets wat ik in een later hoofdstuk uitgebreider zal bespreken. Laten we nu echter eens kijken hoe de wetenschap is beïnvloed door het zwart-witdenken.

Het zwart-witdenken en de wetenschap
Eerder heb ik een lijst met punten gegeven van hoe het zwart-witdenken de religie heeft beïnvloed. Laat we gewoon die punten nalopen en zien of die vorm van denken misschien ook de wetenschap heeft beïnvloed:

• Het allerhoogste gezag. Dit heb ik gezegd over religie: “Het zwart-witdenken is de ultieme poging van de menselijke psyche om onzekerheid te overwinnen, en dat betekent dat mensen naar absoluut gezag op zoek gaan. Voor religieuze mensen is God vanzelfsprekend het ultieme gezag. Het zwart-witdenken geeft je dus de indruk dat je de meeste zekerheid krijgt als er wordt bepaald dat je overtuigingen onfeilbaar zijn op grond van het gezag van God zelf.”

Voor de wetenschap wordt de ‘waarheid’ of ‘feit’ ondersteund door wetenschappelijke observaties, experimenten, berekeningen of theorieën die waarneembare feiten verklaren. Veel wetenschappers, waaronder Richard Dawkins, zullen zeggen dat de wetenschap daarom op een fundamentele manier apart van religie staat. Ik zal later bespreken of wetenschappelijke feiten wel zo feitelijk zijn als materialisten beweren, maar in deze fase moet dit worden gerelateerd worden aan de gebruikelijke menselijke ervaring. Vervolgens moet de observatie worden geïnterpreteerd en die observatie vindt onvermijdelijk plaats in het hoofd van een wetenschapper. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat observaties neutraal en objectief zijn, maar die kunnen ook worden geïnterpreteerd op een manier die de ‘bevooroordeelde’ mening (of moeten we overtuiging zeggen) van de wetenschapper ‘bevestigt’. Ik neem aan dat de meeste wetenschappers het ermee eens zijn dat wetenschappers af en toe verschillende interpretatie hebben van wetenschappelijke observaties, net zoals een bepaald religieus geschrift door verschillende sektes anders kan worden geïnterpreteerd.

Zoals we later zullen zien, geloof ik dat veel observaties de evolutietheorie ondersteunen. Maar wanneer je zegt dat de evolutie bewijst dat God niet bestaat, dan heb je het niet meer over een wetenschap feit maar over een menselijke interpretatie die wordt toegeschreven aan bepaalde wetenschappelijke observaties en theorieën. Materialisten zullen zeggen dat wetenschappers objectiever zijn dan religieuze mensen, maar de kwantumfysica heeft die bewering misschien ondermijnd, zoals ik in een later hoofdstuk zal bespreken.

Opnieuw een uitspraak van eerder: “Maar het effect is dat elk concurrerend standpunt een bedreiging voor je vormt en moet worden vernietigd om je gevoel van veiligheid te handhaven. Zoals ik al eerder heb gezegd, geeft het zwart-witdenken je de indruk van veiligheid en controle, maar dat gebeurt door de complexiteit van het leven te reduceren tot een eenvoudig mentaal kader. De consequentie is dat jouw indruk van veiligheid alleen maar kan worden gehandhaafd zolang je mentale kader niet wordt aangevallen.” Mensen uit alle overtuigingen hebben veiligheid nodig en wenden verschillende middelen aan om die te vinden. Zoals gezegd ben ik opgegroeid in een land waarin de mensen zekerheid vonden in het socialisme en ze dachten dat dit antwoord kon geven op de belangrijke levensvragen en dat die antwoorden onfeilbaar waren. Een overtuiging die ernstig werd bedreigd toen de Sovjet-Unie instortte.

Ik denk dat het wel duidelijk is dat het wetenschappelijk materialisme ook een wereldbeeld geeft dat door mensen kan worden gebruikt om een gevoel van allerhoogst gezag te creëren dat leidt tot een gevoel van veiligheid. In feite lijkt het wel of Richard Dawkins zelf het materialisme in zo’n onfeilbaar geloofssysteem heeft veranderd. Ik zal hier later nog een paar voorbeelden van geven, maar één zo’n voorbeeld is dat Dawkins toegeeft dat er vragen zijn die de wetenschap momenteel niet kan beantwoorden. Hij lijkt er echter van overtuigd dat dit een tijdelijk fenomeen is en dat er op den duur wel antwoorden voor gevonden zullen worden – antwoorden die passen bij de basisleerstellingen van het materialisme.

Daarom zou je er misschien eens over kunnen nadenken of het materialisme voor Dawkins een mentaal kader is geworden. Het levert hem veiligheid op, maar de prijs is dat zijn geest gesloten moet blijven voor de mogelijkheid dat er een beter inzicht in het leven zou kunnen zijn dat niet past in het mentale kader van het materialisme. Verschilt dit nu echt zoveel van een christelijke fundamentalist die er net zo van overtuigd is dat Jezus op een dag aan de hemel al verschijnen en zijn letterlijke interpretatie van de Bijbel zal bevestigen?

• De strijd om het te overleven. Ik heb gezegd: “Nogmaals, we begrijpen natuurlijk het psychologische mechanisme wel dat elk geloofssysteem anders dan dat van ons als een bedreiging wordt gezien. Een conflict kan op die manier gemakkelijk uitgroeien tot een kwestie van leven of dood, omdat de mensen zullen redeneren dat zij zullen worden gedood als zij hun tegenstander niet doden.” Een materialist zou misschien zeggen dat de religie miljoenen mensen heeft gedood, terwijl de wetenschap niemand heeft gedood, een bewering die ik later zal doornemen. De kwestie waar het om draait, is dat de materialisten zichzelf duidelijk in een overlevingsstrijd tegen alle religies hebben geplaatst. In zijn boek verklaart Dawkins duidelijk dat hij van plan is om religie uit te roeien.

Nogmaals, de kwestie is eigenlijk dat er een opvallende overeenkomst bestaat tussen het orthodoxe christendom en de materialistische wetenschap. Materialisten zijn misschien niet in staat om dit te begrijpen, maar dat zou het gevolg kunnen zijn van het zwart-witdenken. Ik zei eerder: “Het zwart-witdenken heeft het verbazingwekkende effect dat het de mensen blinderingen geeft, zodat ze de realiteit eenvoudig niet kunnen zien.”

Ik zal er later gedetailleerder op ingaan dat de materialisten tegenwoordig ook verblind zijn door het zwart-witdenken en dat dit in feite het doel van de wetenschap op lange termijn ondermijnt. Materialisten beweren misschien dat zij de wereld proberen te bevrijden van het religieuze bijgeloof, maar de prijs is dat zij de wetenschap in een mentaal kader hebben geplaatst dat de wetenschappelijke vooruitgang eigenlijk net zoveel dwarsboomt als de middeleeuwse katholieke doctrines. Maximale vooruitgang vraagt om maximum vrijheid, maar het materialisme tolereert geen wetenschappelijke speculaties die verder gaan dan het materialisme. Richard Dawkins maakt bijvoorbeeld zelfs andere wetenschappers (zoals Paul Davies) belachelijk die niet aan zijn definitie van zuivere materialist voldoen.

• Het doel heiligt de middelen. Ik heb gezegd: “Met andere woorden, het zwart-witdenken kan ervoor zorgen dat mensen alle respect voor andere mensen opgeven – behalve dan natuurlijk die ene bezorgdheid die hun onfeilbare systeem had bepaald. … Het ware probleem is dat het zwart-witdenken de mensen op een glijdende helling zet die allesbehalve zwart-wit is maar verleidelijk geleidelijk verloopt. Het effect van het zwart-witdenken is dat de mensen gaan geloven in een heel verleidelijk idee, namelijk dat het doel de middelen heiligt, wat inhoudt dat het aanvaardbaar wordt om kwaad te doen zodat er zogenaamd iets goeds uit kan voortkomen.”

Ik heb al genoemd dat ik als kind een gedetailleerd verslag heb gelezen over hoe Amerika de atoombom ontwikkelde. Hier stond ook een beschrijving in van de houding van een paar primaire wetenschappers en het werd mij duidelijk dat die mensen dit als een wetenschappelijke uitdaging beschouwden. Zij leken er niet over na te denken of iets wat wetenschappelijk mogelijk is ook moet worden uitgevoerd.

Ik geloof dat er talloze andere voorbeelden zijn van hoe wetenschappers morele en etherische waarden voorrang zullen verlenen en die zullen omzeilen door te redeneren dat zij iets doen voor het grotere goed, of dat als zij dit niet doen, iemand anders het wel zal doen. Eén voorbeeld, bedenk eens dat medische wetenschappers dieren grote pijn zullen toebrengen om geneesmiddelen voor mensen te ontwikkelen. Bedenk eens hoe zelfs mensen aan medische experimenten worden onderworpen, niet alleen tijdens het naziregime of in communistische regimes maar door democratische westerse naties. Het maakt niet uit of je het eens bent met de redenering van wetenschappers. Mijn punt is dat zelfs wetenschappers zo door het zwart-witdenken kunnen zijn beïnvloed dat zij op de glijdende helling stappen door te denken dat het doel de middelen heiligt. Het bestaan van de atoombom en de virussen die door de mens zijn gemaakt, bewijst dit.

• Onderdrukking van concurrerende ideeën. I heb gezegd: “Nogmaals, we zien duidelijk dat het zwart-witdenken het noodzakelijk maakt om alle bedreigingen van iemands onfeilbare geloofssysteem te onderdrukken en de volmaakte rechtvaardiging geeft om alle mogelijke middelen in te zetten.” Ik heb persoonlijk op twee hogere opleidingsinstituten in Denemarken gezeten en ik kan getuigen van het feit dat spirituele ideeën of projecten daar absoluut niet welkom waren. Men had heel duidelijk de neiging om materialistische geloofssystemen te onderwijzen en spirituele overtuigingen van wat voor aard ook te onderdrukken, vaak met veel minachting. Een klein aantal wetenschappers heeft dit in de openbaarheid gebracht en verklaard dat als wetenschappers het materialisme aanvallen of onderzoeksprojecten voorstellen die niet materialistisch van aard zijn, zij heel moeilijk aan geld voor research kunnen komen, heel moeilijk serieus genomen worden in de academische gemeenschap of artikelen in professionele bladen geplaatst krijgen. In feite staan ze binnen de kortste tijd op straat.

Dit lijkt natuurlijk op iemand met onorthodoxe overtuigingen en die moeite heeft om samen te werken met een katholiek of baptistenseminarie. Maar mijn punt is dat de wetenschap concurrerende ideeën ook probeert te onderdrukken. Dawkins bewijst dit opnieuw in zijn boek door uitgebreid uit te weiden over het tegengaan van lesgeven aan kinderen over religieuze ideeën en het financieren van de regering van religieuze scholen van wat voor aard ook. Hij gelooft klaarblijkelijk dat kinderen een wereldbeeld moet worden aangeleerd dat uitsluitend op het wetenschappelijk materialisme wordt gebaseerd. Wat is er met de vrijheid van meningsuiting gebeurd? Dawkins mag dan wel zeggen dat hij alleen maar ideeën wil onderdrukken die op een vergissing berusten en fout zijn. Maar dit is nu juist dezelfde redenering als de middeleeuwse inquisiteurs hadden en het bewijst dat zij allebei op de glijdende helling zijn gestapt om het doel de middelen te laten heiligen.

Ik heb gezegd: “Ik wil hiermee zeggen dat het zwart-witdenken het griezelige vermogen – in feite gewoon angstaanjagende vermogen – heeft om de mensen blind te maken voor iets wat overduidelijk is en daardoor de vooruitgang te hinderen.” Het probleem is dat zodra een bepaald wereldbeeld een bepaald instituut domineert, het bijna onmogelijk wordt om dat uit te dagen. Martin Luther vond het onmogelijk om de katholieke doctrines aan te vallen en uit te oefenen binnen het kader van de kerk, dus moest hij zich ervan afscheiden. Ik zou ook willen suggereren dat het voor wetenschappers heel moeilijk is om het materialisme in de academische wereld van tegenwoordig aan te vallen.

Dawkins zou waarschijnlijk vinnig antwoorden dat maar weinig wetenschappers het materialisme zouden willen aanvallen, omdat zij het erover eens zijn dat het een feit is. Maar dat is een bewering die een principe negeert dat ik ‘Onnatuurlijke Selectie’ zou willen noemen. Als een wereldbeeld eenmaal een instituut is gaan domineren, komt er een selectie op gang en die zal degenen eruit wieden die het niet eens zijn met de heersende mening. Zoals de meeste sollicitanten naar een katholieke kerk seminarie geneigd zijn om het eens te zijn met de fundamentele leerstellingen van de kerk, zullen de meeste studenten van moderne universiteiten geneigd zijn om het eens te zijn met het materialisme of in ieder geval bereid zijn om binnen dat mentale kader te leven. Als ze het er niet mee eens zouden zijn, zouden ze ergens anders heen gaan of leren om hun overtuigingen voor zich te houden. Je moet meedoen om verder te komen.

Het is een feit dat Darwin het publiceren van de evolutietheorie heeft uitgesteld, omdat hij bezorgd was dat hij dan onmogelijk meer een baan binnen de academische wereld van zijn tijd zou kunnen vinden – gedomineerd als die werd door een christelijk wereldbeeld. Nu zijn de rollen omgedraaid, omdat het voor spirituele mensen moeilijk is om mee te doen in de academische wereld. ik zeg niet dat het onmogelijk is; ik zeg alleen dat de academische wereld duidelijk door een materialistisch wereldbeeld wordt gedomineerd en die zal alternatieven onderdrukken en sollicitanten met dat soort meningen afwijzen.

Wie weet er echt hoeveel overeenstemming er in de academische wereld is? Het zou interessant zijn om daar een objectieve, wetenschappelijke studie naar te doen. Zou Dawkins zo’n studie verwelkomen of het een verspilling van middelen vinden?

• Elitarisme zonder rekenschap te hoeven afleggen. Ik heb gezegd: “Het zwart-witdenken zet het toneel klaar voor de opkomst van een elite met het monopolie op macht en privileges. … Het zwart-witdenken zorgt onvermijdelijk voor een splitsing in twee klassen, degenen die de macht hebben over het absolutistische systeem en degenen die het moeten ondergaan – degenen die leiden en degenen die volgen. Die verdeling van de macht bleef gehandhaafd zolang de bevolking accepteert dat de elite de macht heeft over het instituut dat het systeem in stand houdt.” Kun je ontkennen dat de wetenschap een soortgelijk elitair systeem heeft opgezet, die de bevolking in twee ‘klassen’ verdeeld, namelijk de mensen die zich binnen de academische wereld bevinden en de ‘onopgeleide massa’? Wetenschappers die deel van het systeem uitmaken, hebben exclusieve toegang tot geld voor research, onderzoeksinstituten en wetenschappelijke instrumenten (Zou een niet-academicus toegang kunnen krijgen tot een deeltjesversneller of de Hubbletelescoop?) In principe hebben zij het monopolie op toegang tot wetenschappelijke publicaties en hoewel het systeem om hun gelijken opnieuw te beoordelen veel superieurder is dan bij een religieuze organisatie, maakt dit het nog wel mogelijk dat een bepaald wereldbeeld de academische wereld domineert en dat degenen die daaraan twijfelen, als pseudowetenschappelijk worden bestempelen, en vervolgens genegeerd of geboycot.

Richard Dawkins levert hiervan het bewijs door de manier waarop hij geneigd is om alles als pseudowetenschappelijk te bestempelen wat buiten het wetenschappelijk materialisme valt. Hij heeft bijvoorbeeld verklaard dat alle alternatieve geneeskunde een pseudowetenschap is en eenvoudig nooit kan werken – alleen de materialistische geneeskunde werkt en zou alleen maar kunnen werken. Ik neem aan dat hij verdoving door middel van acupunctuur zou weigeren (zoals die wordt gebruikt bij meerdere beroemde medische instituten) en er de voorkeur aan zou geven om met chemicaliën te worden geïnjecteerd waarvan de bijwerkingen onbekend zijn.

Ik heb gezegd: “De mensen hadden in principe geen toevlucht tot protest tegen het misbruik van deze absolute macht.” Ook hebben mensen buiten de academische wereld maar weinig mogelijkheden om te protesteren tegen iets wat zij beschouwen als machtsmisbruik. Er zijn mensen (Ik zeg niet dat ik het met hen eens of oneens ben) die al decennialang tegen zijn op dierproeven met heel weinig effect. Ook betwijfel ik of iemand al heel ver is gekomen met het Manhattanproject of het bouwen van de nieuwste deeltjesversneller.

Ik heb gezegd: “Maar de meest gevaarlijke consequentie van zo’n elitair systeem is dat er geen controle en evenwicht is, geen aansprakelijkheid, die kon voorkomen dat de elite te ver ging. De reden was dat de mensen kennis werd onthouden of dat het heersende wereldbeeld was dat alleen de elite belangrijke beslissingen kon nemen, zoals een doctrine maken. De ‘gewone’ mensen zijn niet in staat om na te denken over belangrijke zaken en moeten daarom blindelings op de leiders afgaan.” Opnieuw de academische wereld is een gesloten cirkel die zichzelf vaak beschouwd als een geïsoleerde vorm, of zelfs het tegenovergestelde, van andere aspecten in de samenleving, waaronder de democratisch verkozen regering en de mensen die de academische wereld betalen met hun belastingen.

Het is voor wetenschappers heel verleidelijk om het gevoel te hebben dat niemand buiten hun gesloten cirkel de complexiteit begrijpt van wetenschappelijke theorieën of de noodzaak inziet van het doen van bepaalde experimenten. En hoewel dat waarschijnlijk klopt, bestaat het gevaar dat een gesloten wereld tot mentale inteelt kan leiden en tot arrogantie die leidt tot het afwijzen van alle aanvallen op of zorgen over het heersende paradigma. Wij hebben duidelijk het gevaar hiervan gezien bij die religieuze cultussen, maar hebben we diezelfde geneigdheid ook niet gezien in een aantal wetenschappelijke kringen, zoals het Manhattanproject, de menselijke experimenten die de naziwetenschappers uit hebben gevoerd – en dat waren zeker wetenschappers – of de experimenten van de Sovjetwetenschappers. We kunnen eigenlijk niet zeggen dat het gebruik van wetenschappers om massawapens te ontwikkelen wijst op het gevaar dat men geen rekenschap hoeft af te leggen – en dergelijk research wordt door meerdere democratische naties uitgevoerd.

Er zijn wetenschappers die zeggen dat er aan wetenschappers geen restricties moeten worden opgelegd, maar dat zij vrij moeten zijn om het onderzoek te verrichten dat door de academische wereld wordt goedgekeurd. Zoals ik al eerder heb gezegd, corrumpeert absolute macht absoluut en ik zie geen reden om te geloven dat wetenschappers met macht om kunnen gaan zonder meer rekenschap af te leggen dan religieuze mensen. Wij weten allemaal – in ieder geval de mensen die niet verblind worden door het heersende wetenschappelijke geloofssysteem – dat hoewel het ‘gekke wetenschapper syndroom’ door Hollywood is vervormd, dit wel enigszins klopt. Als onze samenleving iets van het experiment met de democratie heeft geleerd, dan moet het wel zijn dat zonder transparantie en aansprakelijkheid, macht zál worden misbruikt. Hier later meer over.

• De epische strijd. Ik heb gezegd: “De epische strijd zelf is absoluut noodzakelijk om het wereldbeeld en het instituut dat op het zwart-witdenken wordt gebaseerd, in stand te houden. Een absolutistisch instituut en wereldbeeld kunnen eenvoudig niet bestaan zonder een tegenstander – die, juist door haar aard, dualistisch is, wat betekent dat dit zichzelf als het tegenovergestelde van iets moet definiëren.”

Zoals ik later zal aanvoeren, is de wetenschap op zich geen dualistische onderneming (en religie ook niet). Ik slaag er echter niet in te begrijpen dat iemand naar de historische feiten kan kijken en dan ontkennen dat het wetenschappelijk materialisme nogal een dualistisch instituut is. Het materialisme is geen onderneming dat zich uitsluitend en in de eerste plaats richt op het bevorderen van het menselijk begrip – zoals Richard Dawkins en vele anderen beweren. Wanneer je niet verblind bent door het zwart-witdenken van het materialistische mentale kader, wordt het heel duidelijk dat het belangrijkste doel van het materialisme is de ideeën van alle religies af te keuren. Het materialisme heeft zich vanaf het allereerste begin gedefinieerd als het tegenovergestelde van religie, waardoor het duidelijk een dualistisch initiatief wordt dat berust op het zwart-witdenken. Dawkins levert hier in zijn hele boek ruimschoots het bewijs van. Maar het boek zelf vormt al het bewijs dat ervoor nodig is. Het doel van Dawkins is te ‘bewijzen’ dat al het geloof in God een waanidee is en hij probeert dat te doen door een materialistische interpretatie van wetenschap om religieuze overtuigingen te degraderen en de mensen die ze hebben.

Ik heb gezegd: “Het psychologische effect van de epische strijd is dat het de aandacht afleidt van het feit dat een zwart-wit wereldbeeld ingebouwde tegenstellingen en inconsistenties heeft. Het zwart-witgeloofssysteem kan niet op tegen nader onderzoek zoals de katholieke doctrine over de aarde als het centrum van het universum bewijst. Om het te kunnen overleven, moet het instituut de aandacht van haar volgelingen afleiden van intern onderzoek door de aantrekkingskracht te concentreren op het bestrijden van een vijand in de buitenwereld. Zolang de leden zich concentreren op het strijden tegen de vijand in de buitenwereld, hebben ze minder aandacht over voor kritische vragen over hun eigen geloofssysteem. Het effect is dat de status-quo gehandhaafd blijft en dat betekent dat de elite die het instituut regeert, kan blijven regeren.”

Zoals ik later zal aanvoeren, worden de basale aannames van het wetenschappelijk materialisme in twijfel getrokken door de laatste ontdekkingen van de natuurkunde. Dan is het heel goed denkbaar dat het noodzakelijk wordt om de ‘strijd’ tegen een vijand in de buitenwereld te intensiveren om de aandacht van het feit af te leiden dat het materialisme – waar de meest hartstochtelijke aanhang op het terrein van de biologie zit – verouderd raak door andere terreinen van de wetenschap. Meer dan een eeuw heeft het materialisme de academische wereld beheerst. Het lijkt waarschijnlijk dat er mensen zijn die deze verandering niet willen en hun best zullen doen om de status-quo te handhaven.

• Een veel te simpele voorstelling van zaken. Ik heb gezegd: “Een veel te simpele voorstelling van zaken is de grootste gemeenschappelijke deler bij alle punten die hierboven beschreven zijn. Het zwart-witdenken maakt het leven aantrekkelijk eenvoudig. Ons geloofssysteem heeft het allerhoogste gezag en zolang dit wordt gehandhaafd, zal onze staat van evenwicht (hoe je die ook definieert) worden gehandhaafd. Alle ideeën die dat tegenspreken of die verder kijken dan onze onfeilbare ideeën, hebben het absoluut verkeerd en moeten onderdrukt worden. Als we die gevaarlijke overtuigingen kunnen onderdrukken – en indien noodzakelijk de mensen die ze hebben – kunnen we het gevoel van zekerheid tot in het oneindige handhaven.”

Richard Dawkins was de stuwende kracht achter een televisie-uitzending van de BBC die religie nauwkeurig onderzocht. De titel van de serie was ‘The root of alleen evil?’ Dawkins geeft wel toe dat niet één ding de wortel van al het kwaad kan zijn, maar in het hele boek weidt hij er uitgebreid over uit dat religie in de eerste plaats de oorzaak van conflicten en oorlogen is. In de introductie nodigt hij ons uit om ons net als John Lennon een wereld zonder religie voor te stellen. volgens Dawkins zou dat een wereld zijn zonder zelfmoordmissies, terroristische aanvallen, kruistochten, heksenjachten, de verdeling van bevolkingen in twee groepen en vervolgingen van mensen die ‘anders’ zijn. Het zou ook een wereld zijn met totale vrede in het Midden-Oosten. Ik zal later nog onderzoeken of religie het enige – of zelfs de voornaamste – drijfveer is tot ‘religieuze’ oorlogen, maar mijn punt is dat wetenschappers ook het slachtoffer kunnen worden van een al te simpele voorstelling van zaken, die door het zwart-witdenken wordt veroorzaakt. Je zou er in feite eens over kunnen nadenken of de bewering van Dawkins er een duidelijk bewijs van is dat wetenschappers hoewel ze misschien heel intelligent zijn en veel kennis bezitten op hun specifieke terrein, vaak een heel simplistisch beeld van de ‘echte wereld’ buiten hun laboratorium hebben.

• De alles-of-niets-aanpak. Ik heb gezegd: “De basisbehoefte die achter het zwart-witdenken schuil gaat, is hoe je omgaat met grote innerlijke onzekerheid. Je doet dat door de indruk te wekken dat jij zolang je een geloofssysteem op de wereld aanhangt, oké bent in ultieme zin (hoe je die ook definieert). De psychologische consequentie hiervan is dat je gevoel van veiligheid, zelfs je identiteitsgevoel, afhangt van het handhaven van de indruk dat je geloofssysteem eigenlijk onfeilbaar is en het absolute gezag heeft. En om dat te doen, mag er niet worden bewezen dat een deel van je geloofssysteem niet klopt.”

Wanneer ik naar de materialistische wetenschap kijk, dan zie ik dat veel materialisten zich precies in die positie hebben gemanoeuvreerd. Om de indruk in stand te houden, vooral de evolutietheorie, dat het materialisme het absolute gezag heeft, moeten zij alle vragen negeren over hun basale paradigma’s. Dit wordt gedemonstreerd doordat veel wetenschappers ideeën negeren die volgens hen te ver gaan. Zelfs Einstein kon niet accepteren dat de kwantumfysica de relativiteitstheorie op een geheel nieuw niveau bracht.

Richard Dawkins levert ruimschoots bewijs van die neiging in zijn boek. Hij geeft bijvoorbeeld de indruk dat de meeste wetenschappers het eens zijn over de evolutie en dat er geen geloofwaardige alternatieve theorie bestaat. Hij probeert het zelfs te laten voorkomen alsof er nooit alternatieve of intelligentere theorieën over zouden kunnen worden ontwikkeld. Waarom niet? Omdat de evolutie een onweerlegbaar feit is en momenteel wordt begrepen zoals het begrepen moet worden.

Mijn punt is eenvoudig dat als die houding onder wetenschappers overheerst, wij effectief de wetenschappelijke vooruitgang op dit terrein hebben afgekapt of in ieder geval afgeremd. Gezien de buitengewoon snelle vooruitgang van de wetenschap in de laatste eeuw kan ik gewoon niet geloven dat een hedendaagse theorie in haar huidige vorm de komende eeuw nog overeind zal blijven. In feite wil ik zeggen dat als een hedendaagse theorie overeind blijft, dit alleen maar bewijst dat wetenschappelijke vooruitgang kunstmatig een halt is toegeroepen. Niet omdat er geen beter inzicht kan worden gevonden, maar omdat wij er niet naar willen zoeken.

• Een dubbele moraal. Ik heb gezegd: “. Je blindheid heeft ervoor gezorgd dat je een dubbele moraal hebt geschapen volgens welke een bepaalde daad verkeerd is, wanneer die door anderen wordt gepleegd, maar gerechtvaardigd is – misschien om een groter goed te brengen – wanneer jij die pleegt. Hypocrisie – zelfs geïnstitutionaliseerde hypocrisie – is onvermijdelijk de metgezel van het zwart-witdenken.”

Materialisten hebben altijd kritiek op religieuze mensen en een van die kritieken was dat religieuze leiders altijd het denken van de mensen willen beheersen door doctrines te maken die de vrijheid van denken beperken. Maar ze schijnen niet in staat om in te zien dat het wetenschappelijk materialisme ook beperkingen oplegt aan wat mensen – in ieder geval wetenschappers – mogen denken. Een materialist is per definitie iemand die gelooft dat er niets anders is dan het materiële universum. Veel materialisten zijn het dus eens met de definitie dat als een theorie een bovennatuurlijke oorzaak suggereert, het niet een wetenschappelijke theorie kan zijn. Met andere woorden, wetenschappers die hun goede reputatie in de wetenschappelijke wereld willen behouden, kunnen maar beter niet over niet-materiële oorzaken nadenken.

Terwijl katholieke theologen in de middeleeuwen probeerden om het denken van de mensen te beperken tot katholieke geschriften en doctrines, proberen moderne materialisten gedachten tot het materiële universum te beperken. Beide zijden hebben een streep in de geest getrokken en zeiden dat jouw gedachten niet verder mochten gaan. Als je anders dacht dan de katholieke doctrine, dan zou je naar de hel gaan. Als je anders denkt dan de materialistische doctrine, dan word je bestempeld als onwetenschappelijk, pseudowetenschappelijk of intellectueel inferieur en je bent er in principe zeker van dat je een verschoppeling in de academische wereld wordt.

Als je boeken van wetenschappers leest, waaronder die van Richard Dawkins, dan is het mij duidelijk dat veel wetenschappers echt geloven dat zij in een andere categorie zitten dan andere mensen, en vooral religieuze mensen. Het zal mij dan ook niet verbazen dat zij de bewering die ik net heb gedaan, zullen afwijzen. De aard van een dubbele moraal is nu juist dat je niet kunt inzien dat jij een dubbele moraal hebt – als je dat zou kunnen, dan zou je waarschijnlijk je maatstaf veranderen.

Enkele van de meest intelligente en van zichzelf bewuste mensen die ik ooit heb ontmoet, zijn psychologen. Psychologen zijn zich in feite zo bewust van de tegenstellingen in de menselijke psyche dat ze maar moeilijk kunnen leven zonder zichzelf steeds onder de loep te nemen. Maar ik heb ook een aantal psychologen ontmoet die er absoluut van overtuigd waren dat zij, juist omdat zij zoveel van psychologie afweten, niet de eigenaardigheden konden hebben die ze bij anderen zagen. Het lijkt wel of zij denken dat zij niet door de psychologische mechanismen kunnen worden beïnvloed, ook al zeggen hun leerboeken dat iedereen ermee behept is.

Dit doet me denken aan een oude film van Gary Grant, waarin hij een klein fortuin erft. Iemand probeert hem geestelijk incompetent te laten verklaren en begint een rechtszaak. Ze brengen twee oude dames naar voren die wisten wat het karakter van Grant was toen hij nog jong was. De aardige dames zeggen dat hij ‘héél erg pixilized’ is. (Weet iemand een mooie vertaling?) Bij het kruisverhoor onthullen ze dat de rechter ook ‘pixilized’ is en de advocaat van Grant vraagt tenslotte: “Wie is er nog meer ‘pixilized’ in de rechtszaal?” Het antwoord is: “Iedereen behalve wij!”

• Tot zondebok maken. Ik heb gezegd: “Jouw simplistische manier van denken laat je geloven dat alle problemen in de samenleving worden veroorzaakt door een specifieke groep mensen en dat jij geen enkele verantwoordelijkheid voor hen hebt. De logische consequentie is dat jij, zoals gezegd, alle problemen kunt oplossen – zelfs voorkomen dat de wereld in handen van de duivel valt – door de zondebokken uit te roeien.”

Ik heb al gezegd dat Richard Dawkins aanvoert dat de meeste menselijke conflicten worden veroorzaakt door religie en als we religie uitroeien, kunnen we – met één grote haal – onze meeste problemen oplossen. In het laatste decennium hebben een aantal materialisten zich fel tegen het creationisme gekeerd en ze hebben de mensen die dit geloofssysteem verspreiden vaak belachelijk gemaakt – en dit als pseudowetenschappelijk bestempeld. Ik ben geen creationist, ik wijs er eenvoudig op dat er materialisten zijn die van creationisten beslist de zondebok hebben gemaakt.

Voor materialisten zijn religieuze mensen duidelijk de zondebok geworden. Maar is dit echt een stap vooruit vergeleken met de middeleeuwse katholieken voor wie de eerste wetenschappers de zondebok waren? Als wetenschappers echt superieur zijn aan religieuze mensen, zouden ze dit dan niet moeten bewijzen door níét precies hetzelfde te doen als datgene waar ze kritiek op hebben bij religieuze mensen? Ik denk dat het tijd wordt om ons bewust te worden van de neiging om van iemand de zondebok te maken en te besluiten dat je dat niet meer wilt door toe te geven dat wij allemaal verantwoordelijkheid dragen voor de problemen op de wereld. Als wij dus willen dat die worden opgelost, moeten we beginnen met de bereidheid om onszelf te veranderen in plaats van met de vinger naar iemand anders te wijzen.

De echte wortel van al het kwaad?
Laat ik nog eens teruggaan naar mijn vorige vraag of er echt een inherent, onvermijdelijk conflict tussen wetenschap en religie bestaat? Op grond van onze bespreking in dit hoofdstuk kom ik tot de conclusie dat zo’n conflict niet bestaat. De huidige staat van oorlog tussen wetenschap en religie wordt geheel veroorzaakt door het feit dat zowel de wetenschap als de religie worden gedomineerd door mensen die gevangen zitten in het zwart-witdenken. Met andere woorden, de ware oorzaak van het conflict is het zwart-witdenken. Je zou er eigenlijk eens over moeten nadenken of alle menselijke conflicten niet uit het zwart-witdenken voortkomen.

Met andere woorden, als er wel een ‘wortel van het kwaad’ is, dan zou dat het zwart-witdenken moeten zijn. Natuurlijk zou je kunnen zeggen dat juist het concept dat er een wortel van het kwaad is, het product is van het zwart-witdenken. Dus misschien zouden we juist moeten concluderen dat het zwart-witdenken de psychologische oorzaak is van veel problemen.

Dit idee leidt tot een aantal tamelijk diepgaande mogelijkheden die we in de komende hoofdstukken zullen bespreken. Eén voorbeeld, denk eens na over het feit dat hoewel de westerse samenleving een ongeëvenaarde materiële overvloed kent, de mensen toch steeds meer mentale en psychische problemen lijken te krijgen. Kan dit misschien zijn veroorzaakt door het feit dat mensen geen consistente antwoorden hebben op de fundamentele levensvragen en daardoor geen echt identiteitsgevoel, eigenwaarde en zingeving bezitten? En zou die innerlijke verdeeldheid kunnen worden veroorzaakt door het feit dat wij zijn opgegroeid in een samenleving met een schizofrene staat van oorlog tussen de twee voornaamste geloofssystemen?

Dit opent de mogelijkheid dat de ware sleutel tot persoonlijke vervulling en gemoedsrust weleens zou kunnen zijn dat je verder moet kijken dan het zwart-witte wereldbeeld en moet reiken naar een hogere bewustzijnsstaat. De sleutel tot een harmonieuze en vredige samenleving zou weleens kunnen zijn dat we zowel de wetenschap als de religie moeten bevrijden van de beperkende effecten van het zwart-witdenken. Hoewel er geen inherent conflict bestaat tussen wetenschap en religie, zal er zo’n conflict zijn zolang beide zijden – zelfs als dat maar één is – worden gedomineerd door het zwart-witdenken. Deze vorm van denken schept onvermijdelijk conflicten waar ze niet zijn. Als je bedenkt dat dit perspectief de moeite waard is om na te streven, laten we dan doorgaan en bekijken of wetenschap eigenlijk wel beter is dan religie.