Wat is de sleutel tot vooruitgang?

door Kim Michaels

Heb je ooit nagedacht over de vraag: “Wat is de essentiële sleutel tot vooruitgang?” Waarom hebben wij in een tijdsduur die heel kort is vergeleken van met het tempo van het natuurlijke proces – een samenleving geschapen die zo veel verder is dan de holbewoners?

De sleutel tot deze vooruitgang is de uitbreiding van het bewustzijn, meer begrip van het leven en onszelf. Wij hebben een geavanceerdere samenleving dan de holbewoners, omdat wij een geavanceerder begrip van het leven – inclusief onszelf – hebben dan onze voorouders. Ik weet dat materialisten zullen zeggen dat die groei in bewustzijn alleen door de wetenschap is veroorzaakt, maar klopt dat wel helemaal? Net zoals een munt twee kanten heeft, lijkt het ook dat het leven twee kanten heeft. De wetenschap heeft ons daadwerkelijk heel geavanceerde technologie gegeven die ons fysieke leven veel heeft verbeterd. Maar op het moment dat een westerse beschaving meer materiële overvloed heeft, zien we ook dat de psychologische problemen en het gevoel dat het leven zinloos is, in aantal groeien. Sociale problemen en escapisme zijn het gevolg en nemen de vorm aan van consumentisme tot drugsverslaving.

Wij zouden daaruit misschien kunnen concluderen dat materiële bezittingen menselijke wezens schijnbaar niet tevreden kunnen stellen. Wij hebben behoeften die niet-materieel zijn en ik heb het nu niet over religie – ik heb het gewoon over de psyche. Het lijkt of de menselijke psyche bepaalde inherente behoeften heeft die zelfs de meest materieel welvarende samenleving niet kan vervullen. De zoektocht naar materiële bezittingen kan ons die noden helpen te vergeten, maar slechts een poosje. Er komt een moment waarop het verkrijgen van meer materiële bezittingen zinloos wordt en de mensen meer willen.

Ik zal hier later gedetailleerder op ingaan, maar laten we er nu eens over nadenken dat een deel van die behoefte aan meer neerkomt op het gevoel dat het leven een betekenis en een bedoeling heeft. En om die psychologische toestand te bereiken, moeten we begrijpen wie wij zijn en waarom wij hier zijn. Met andere woorden, we moeten antwoorden op de basale levensvragen hebben.

Mijn voorstel is simpel. Wij zien dat de drijvende kracht achter alle vooruitgang onze nieuwsgierigheid is, ons verlangen om iets aan de weet te komen. Menselijke wezens hebben de oprechte wens om te begrijpen en ik begrijp niet hoe een wetenschapper daar bezwaar tegen kan hebben, omdat de wetenschap vanzelfsprekend een uitdrukkingsvorm is van die wens om iets te weten te komen. Ik zal ruimhartig en direct toegeven dat wat de mensen religie noemen, deze wens niet meer kan vervullen. In tegendeel, de orthodoxe religie probeert de mensen niet te helpen om hun inzichten te vergroten. In plaats daarvan probeert de religie zich erop te concentreren om de gedachten in te perken door de geest van de mensen in een mentaal kader gevangen te zetten dat door orthodoxe doctrines is gemaakt.

Als deze uitspraak je laat denken dat ik het wel met de kritiek op religie van Richard Dawkins eens moet zijn, dan heb je zowel gelijk als ongelijk. Ik ben het inderdaad eens met wat Dawkins en anderen over religie hebben gezegd. Ik denk dat je niet kunt ontkennen dat religie een aantal beperkende effecten op individuen en de samenleving heeft en dat blijft zo. Ik denk dat je iets overduidelijk negeert, als je de kritiek die Dawkins, Sam Harris en anderen op religie hebben, probeert te negeren, te ontkennen of weg te praten. Ik denk dat ik genoeg goede redenen heb gegeven en dat wij – als samenleving – er alleen maar van kunnen profiteren als we met een kritische blik naar religie en haar rol kijken.

In dit opzicht is het goed en noodzakelijk dat iemand op de duidelijke gebreken en hypocrisie van religie wijst. Zoals ik zei, is de eerste stap naar verbetering dat het bewustzijn wordt uitgebreid. Het probleem is dat je, voor je jouw bewustzijn over elk willekeurig onderwerp kunt uitbreiden, bereid moet zijn om onbevooroordeeld naar een onderwerp te kijken. Als wij dus maximale vooruitgang willen boeken als samenleving en als individu, moeten wij een staat krijgen waarin wij geen heilige koeien hebben, geen taboes, geen onderwerpen die wij niet willen bekijken.

Waarin ik echter in van mening verschil met Dawkins, is dat hij ervan overtuigd is dat religie fundamenteel in gebreke blijft en berust op een illusie, en dat betekent dat het alleen maar negatieve effecten kan hebben. In tegendeel, ik geloof dat religie – ik noem het liever spiritualiteit – gewoon een andere manier is om ons verlangen naar inzicht in het leven tot uiting te brengen, dat ons het gevoel dat het iets betekent, geeft. Ik geloof zelfs dat wetenschap en religie – in zuivere vorm – een polariteit vormen. Het zijn gewoon de twee logische manieren om naar antwoorden te zoeken.

Bovendien geloof ik dat noch wetenschap noch religie ons volledig antwoord kan geven op onze vragen over het leven. Alleen door die twee te combineren, zullen die twee in staat zijn om volledige en evenwichtige antwoorden te vinden die voorkomen dat wij te ver meegaan met óf religie (door bijvoorbeeld religieus fanatisme, zoals zelfmoordaanslagen), óf het materialistische extreme (door bijvoorbeeld de moderne consumentencultuur waarin het leven van mensen wordt beheerst door de nooit eindigende zoektocht naar materiële bezittingen). Op persoonlijk niveau zorgen beide uitersten ervoor dat wij uit evenwicht raken en het onthoudt ons een persoonlijk gevoel van vervulling en innerlijke vrede. Op collectief niveau zal een onevenwichtige samenleving leiden tot conflicten of het gevoel van zinloosheid. Om permanent innerlijke vrede te krijgen, moeten we evenwicht zoeken tussen de twee manieren om kennis te vergaren, waaronder de twee voornaamste componenten hiervoor, namelijk wetenschap en religie.

Denken met de linker- en rechter hersenhelft
Wat bedoel ik als ik het heb over twee manieren om iets te proberen te begrijpen? Welnu, ik denk dat het hele verhaal misschien tamelijk ingewikkeld is, maar laat ik beginnen met te verwijzen naar het welbekende feit dat het menselijke brein twee helften heeft die verantwoordelijk zijn voor twee verschillende manieren van denken.

• De linkerhelft denkt analytisch. Deze vorm van denken richt zich op het kijken naar details, verzamelt vaak grote hoeveelheden informatie, categoriseert die en vergelijkt die met een wereldbeeld die al bestaat.
• De rechter hersenhelft denkt intuïtief, en die richt zich op het kijken naar het grote plaatje, kijkt naar het bos in plaats van de bomen. Deze vorm van denken stelt ons in staat om verder te denken dan wij al weten en met ideeën te komen die onze bestaande overtuigingen ver overtreffen.

Ik geloof dat de sleutel om een compleet beeld van het leven te krijgen, is dat die twee vormen van denken in evenwicht moeten worden gebracht. Einstein wordt beschouwd als een van de grootste intellecten uit alle tijden, dus was hij vanzelfsprekend heel erg bedreven in intellectueel denken. Maar hij geeft ook toe dat een paar van zijn grootste doorbraken het gevolg waren van intuïtieve flitsen, die hij een ‘mysterieus’ gevoel noemde. Vanzelfsprekend kon Einstein beide zijden van zijn brein gebruiken, maar hij staat bekend als de typische wetenschapper, wat inhoudt dat hij groot succes had in zijn professionele leven en grote chaos in zijn persoonlijke leven. Je zou er wel op kunnen speculeren dat hij, als hij meer evenwicht had bereikt, misschien succesvoller zou zijn geworden in het vinden van de verenigende theorie die hem maar bleef ontgaan.

Ik denk dat je in alle eerlijkheid moet zeggen dat wetenschap traditioneel gezien een activiteit is die door het intellectuele, analytische denken van de linker hersenhelft wordt gedomineerd. Op het terrein van religie is het scenario meer gevlekt. Er wordt genoeg analytisch nagedacht in de religie, maar persoonlijk geloof ik dat spiritualiteit een uitdrukkingsvorm is van het denken van de rechter hersenhelft. Het is de bedoeling dat de wetenschap de details en de concretere (materiële) kant van het leven bestudeert en dat spiritualiteit ons het grote plaatje moet geven in de vorm van intuïtieve inzichten die ons het hele bos tonen.

Vanzelfsprekend geloof ik dat religie niet in die rol is geslaagd, dus zou ik een onderscheid willen voorstellen. Ik zou graag onderscheid willen maken tussen religie – en daarmee bedoel ik de orthodoxe religie – en spiritualiteit. De orthodoxe religie probeert onze geest in een mentaal kader te duwen, terwijl spiritualiteit ons uit ons mentale kader probeert te halen. Voor iemand die traditioneel religieus is, moet er een mentaal kader zijn en er kan maar één goed mentaal kader zijn en dat is die van hem of haar. Voor een spiritueel persoon hoeft er helemaal geen mentaal kader te zijn, omdat het leven, God, te groot en te ingewikkeld is om in welk mentaal kader ook te passen dat de menselijke geest in staat is te construeren. Daardoor wordt het leven een nooit eindigend proces om naar meer begrip te reiken.

Ik zou ook een onderscheid willen voorstellen tussen de wetenschap en de materialistische wetenschap, of het materialisme. Het materialisme probeert je geest in een mentaal kader te zetten, namelijk dat er niets anders dan de materiële wereld en dat er ook nooit iets anders kan komen. Aan de andere kant probeert de zuivere wetenschap je uit alle mentale kaders te halen en dat betekent dat een zuivere wetenschapper niet al van te voren oordelen kan vormen over wat de wetenschap mogelijk ontdekt. Een wetenschapper kan zeggen dat de wetenschap tot dusver nog geen bewijs heeft gevonden van een spirituele realiteit die buiten het materiële universum valt, maar hij of zij kan nooit uitsluiten dat zulk bewijs er ooit eens komt. En als het komt, zou een zuivere wetenschapper ernaar willen kijken en vervolgens zijn of haar wereld reviseren.

Mijn punt is dat de sleutel tot vooruitgang is dat je evenwicht bereikt in onze zoektocht naar kennis. En ik geloof dat je dat alleen maar kunt vinden als je gebruik maakt van beide zijden van je brein en zowel de wetenschap als de religie. Zit er eigenlijk wel verschil tussen de benadering van kennis van echte wetenschappers en spirituele mensen? Zoeken ze niet allebei naar het vergroten van hun – ons – begrip van het leven en zien zij dit niet allebei als een voortdurend proces dat nooit absolute, definitieve en onfeilbare antwoorden kan geven?

Dawkins citeert de uitspraak van Einstein dat “wetenschap zonder religie mank gaat, religie zonder wetenschap blind is”. Dawkins gaat er dan uitgebreid op in dat Einstein dit niet echt kan hebben bedoeld, omdat hij niet in een persoonlijke God geloofde en daardoor onmogelijk enige waarde aan religie kon hechten. Persoonlijk denk ik dat Einstein niet religieus was in traditionele zin, maar ik denk dat hij de manier van denken van de rechter hersenhelft wel kon waarderen. Hij had zich gerealiseerd dat als religie niet in evenwicht werd gebracht met de analyse van de linker hersenhelft, dit tot het bijgeloof uit de middeleeuwen zou leiden. Maar hij had zich ook gerealiseerd dat als wetenschap niet door de rechter hersenhelft in evenwicht werd gehouden, door te denken in het grote plaatje, dit zou leiden tot het gekke wetenschapper syndroom, zoals het maken van nucleaire wapens (waaraan Einstein, zoals gezegd, weigerde mee te werken, en dat ging zelfs zover dat hij er spijt van had dat hij de relativiteitstheorie had bedacht die nucleaire wapens mogelijk maakte.

Als wij de mogelijkheid accepteren dat het goed voor ons is om een staat van evenwicht te bereiken tussen de manieren waarop de rechter en de linker hersenhelft denken, inclusief evenwicht tussen de voornaamste uitdrukkingsvormen van die twee vormen van denken, we vervolgens moeten nadenken wat het is dat die integratie tegenhoudt? Het antwoord dat ik zou geven, is dat een van de voornaamste oorzaken het zwart-witdenken is – zoals wordt gezegd in een hoofdstuk. Juist deze vorm van denken heeft het huidige conflict tussen wetenschap en religie veroorzaakt en die manier van denken voorkomt dat er een oplossing komt voor het conflict.

Ik ben mij er heel goed van bewust dat materialistische en orthodox religieuze mensen waarschijnlijk deze hele manier van redeneren zullen afwijzen. De reden is – zoals ik heb geprobeerd uit te leggen – dat mensen wanneer zij worden gedomineerd door het zwart-witdenken, niet de waarde kunnen inzien van iets wat zij als twee tegengestelde meningen beschouwen. Een materialist kan dus niet toegeven dat religie enige waarde heeft en een orthodox persoon kan de waarde van de wetenschap niet inzien. Het onderliggende mechanisme is dat hun respectievelijke geloofssystemen berusten op de bewering dat zij het allerhoogste gezag hebben, wat hen een gevoel van veiligheid bezorgt. Als het gezag wankelt – wat gebeurt als je waarde hecht aan een ‘tegengestelde’ mening – dan stort je gevoel van veiligheid in en blijven de mensen achter in een staat van chaos die zij niet aankunnen. Het alles-of-niets-syndroom dat bij het zwart-witdenken hoort, is een grote horde om vooruit te komen.

Ik zal echter later de mogelijkheid bespreken om een andere manier te vinden om je veilig te voelen, die niet berust op het zwart-witdenken, maar op de integratie van analytisch en intuïtief denken. Zo’n gevoel van veiligheid is geen huis dat op zand is gebouwd en wordt door niets op de wereld bedreigd. Maar voor ik verder ga met dat onderwerp, zou ik een ander perspectief op de bewering van Dawkins willen geven dat religie de oorzaak is van de meeste conflicten, en dat de wetenschap nooit voor conflicten heeft gezorgd.