Er is een nieuw wereldbeeld nodig

door Kim Michaels

Als je serieus persoonlijk antwoord wilt vinden op grotere levensvragen, kan het je veel profijt opleveren als je een nieuw wereldbeeld ontwikkelt.

Er zijn meerdere redenen waarom je een nieuw wereldbeeld nodig hebt:

• Het wereldbeeld van de meeste mensen is verouderd sinds 1905. De meeste mensen klampen zich vast aan een wereldbeeld van voor de tijd van Einstein dat wordt gebaseerd op een dualisme. De relativiteitstheorie heeft dit wereldbeeld laten verouderen.
• Als je huidige wereldbeeld niet al je vragen over het leven kan beantwoorden (en als dat wel zo was, waarom zou je dit dan lezen op dit moment?) moet jij je wereldbeeld vergroten of verfijnen. Als je dat niet wilt, kun je beter stoppen met het zoeken naar antwoorden.
• Als je in het westen bent opgegroeid, ben je blootgesteld aan een schizofreen wereldbeeld dat het product is van een conflict tussen twee tegenovergestelde geloofssystemen, namelijk religie (vooral het orthodoxe christendom) en wetenschap (speciaal het wetenschappelijk materialisme). Dit conflict maakt het heel moeilijk om een consistent en coherent wereldbeeld te construeren dat je al je antwoorden over het leven kan geven. Als je persoonlijke antwoorden wilt vinden, moet je verder kijken dan dit conflict.

Je moet je wereldbeeld voortdurend verfijnen
Ieder menselijk wezen heeft een fundament nodig voor zijn of haar reis door het materiële universum. Dit fundament bestaat uit een aantal feiten, ideeën en overtuigingen die iemand van waarde en betrouwbaar vindt. Die elementen vormen het wereldbeeld dat je hebt en dit beeld beïnvloedt hoe wij onszelf, de wereld en onze relatie tot die wereld zien.

De sleutel om een willekeurig aspect van het leven te verbeteren (van het uitvinden van iets nieuws tot het oplossen van een persoonlijk probleem), is het vergroten van je inzicht in de kwestie. Daarom is de essentie van elke vorm van persoonlijke groei dat je jouw wereldbeeld juist moet vergroten en verfijnen.

Naarmate ons inzicht in de wereld groeit, komen er steeds meer ideeën bij en je kunt er veel baat bij hebben als je een paar van die ideeën in je persoonlijke wereldbeeld incorporeert. De geschiedenis heeft bewezen dat menselijke wezens de opkomst van nieuwe ideeën kunnen vertragen, maar zij kunnen die niet tegenhouden. Daarom blijven die ideeën opkomen. Er zijn mensen die dergelijke ideeën proberen te accepteren, terwijl anderen ze omarmen en gebruiken om hun leven te verbeteren. Gewoonlijk accepteert een kleine groep mensen een nieuw idee lang voordat dit door de bevolking in het algemeen wordt geaccepteerd.

Openstaan of niet openstaan
Tijdens hun leven worden de meeste mensen geconfronteerd met meerdere nieuwe ideeën. Je kunt die op twee manieren benaderen:

De gesloten aanpak. Mensen die deze aanpak hebben, weigeren om over nieuwe ideeën na te denken en zij klampen zich vast aan hun bestaande wereldbeeld. Als hun bestaande wereldbeeld hun vragen niet kan beantwoorden, hebben ze alleen maar de optie om die vragen niet meer te stellen. Zulke mensen sluiten zich vaak af voor een nieuw idee of zij beginnen aan een levenslange zoektocht naar een nieuw idee in een poging om te bewijzen dat zij hun bestaande wereldbeeld niet hoeven te verfijnen.

De open benadering. Mensen met deze aanpak zijn bereid om over nieuwe ideeën na te denken en zij accepteren dat het leven een leerproces is, waardoor je voortdurend jouw persoonlijke wereldbeeld uitbreidt en verfijnt. Als het huidige wereldbeeld van die mensen geen antwoord kan geven op een vraag, blijven ze zoeken naar nieuwe ideeën totdat zij een antwoord vinden dat hen tevreden stelt.

De sleutel tot persoonlijke groei is dat ze de open benadering hebben, maar ze doen dat door het activeren van hun intuïtieve vermogens. Met andere woorden, accepteer niet gewoon een idee dat berust op een uitspraak van een autoriteitsfiguur buiten jou. Gebruik je intuïtie om meer en persoonlijk inzicht te krijgen in het idee. Gebruik dan dat innerlijke begrip om je wereldbeeld te verbeteren.

Wat is de verklarende kracht van het idee?
Wanneer je een nieuw idee beoordeelt, kan het je misschien helpen om een techniek toe te passen die veel wetenschappers hebben. Wanneer je voor de eerste keer een nieuw idee tegenkomt, heeft je lagere geest de neiging om er onmiddellijk een oordeel over te vellen op grond van een vergelijking met je bestaande overtuigingen. Om de open benadering te gebruiken, moet je die neiging uitschakelen, anders verwerp je het idee, of elk idee dat anders is dan je huidige overtuigingen.

Wanneer we dus worden geconfronteerd met een nieuw idee, dan neem je bewust de beslissing dat je niet zal beoordelen of het idee kopt. In plaats daarvan ga je er op een open manier over nadenken of het idee misschien iets uitlegt wat jou huidige wereldbeeld niet kan verklaren. Met andere woorden, je onderzoekt gewoon de verklarende kracht van het nieuwe idee.

Door deze toezegging kun je vermijden dat jij je door een nieuw idee bedreigd voelt. Je kunt bij wijze van spreken het oordeel van je lagere geest en zijn gehechtheid aan jouw bestaande overtuigingen overslaan. Door die neiging om te oordelen uit te schakelen, krijg je een veel beter fundament om je intuïtie het idee te laten beoordelen. Je kunt nu je intuïtie gebruiken in een oprechte en objectieve poging om meer persoonlijk inzicht in het idee te krijgen. Als je dit inzicht eenmaal hebt, wordt het veel gemakkelijker om te beoordelen of je het idee moet incorporeren in je wereldbeeld of het gewoon negeren en verder gaan.

Tijd voor een nieuw wereldbeeld
De geschiedenis heeft bewezen dat het vaak lang duurt voor een nieuwe ontdekking (op het gebied van de wetenschap of spiritualiteit) door de algemene bevolking wordt geaccepteerd en in het wereldbeeld van de mensen wordt geïncorporeerd. Dit verklaart waarom de meeste mensen, waaronder de meeste wetenschappers, het dualistische wereldbeeld niet hebben losgelaten waarvan Einstein in 1905 heeft bewezen dat het onjuist was.

Het wordt nu tijd om dit dualistische wereldbeeld los te laten en een nieuw beeld te omarmen op grond van het feit dat alles uit energie bestaat. Dit feit heeft grote implicaties voor ieder aspect van ons leven, voor persoonlijke groei.
Het dualistische wereldbeeld berust op de zintuigen en onze zintuigen zeggen ons dat de wereld uit twee heel verschillende elementen bestaat, namelijk een element dat altijd in beweging is (energie), en een vast, nooit-veranderend element (materie).

Onze zintuigen vertellen ons ook dat wij in een wereld leven met grenzen en barrières. Wij zien barrières tussen materie en energie, tussen materie en geest, tussen geest en lichaam. Onze zintuigen kunnen die barrières niet binnendringen en zij kunnen niets waarnemen dat buiten het materiële universum valt.

Gelukkig hebben menselijke wezens het unieke vermogen om verder te kijken dan de zintuigen of het oppervlakkige bewustzijn van de lagere geest. Als we die vaardigheid te activeren, kunnen we meer inzichten krijgen, zelfs als dit het wereldbeeld tegenspreekt dat berust op zintuiglijke waarneming.

Door de geschiedenis heen hebben mensen uit iedere beschaving geprobeerd om verder te kijken dan het zintuiglijke beeld van de wereld. Die drive om op zoek te gaan naar meer antwoorden heeft Einstein de relativiteitstheorie opgeleverd. Het wordt tijd dat jij je vermogen benut om verder te kijken dan de oppervlakkige verschijnselen en ziet hoe jij de relativiteitstheorie kunt gebruiken om jouw wereldbeeld te verfijnen en daardoor je zelfhulppogingen en je spirituele groei te versterken.

Om te ontdekken waarom het zo belangrijk is om je wereldbeeld aan te passen aan het feit dat alles van energie wordt gemaakt, klik je hier.

Alles is energie, nou en?
Waarom zijn die ontdekkingen van Einstein zo belangrijk? Om dat te begrijpen, heb je wat achtergrondinformatie nodig, dus heb alsjeblieft even geduld. Ik maak het kort en je hebt geen graad nodig om mij te kunnen volgen.

Voor Einstein geloofden wetenschappers dat het universum uit twee fundamenteel verschillende elementen was gemaakt, namelijk materie (dat men beschouwde als ondeelbare deeltjes) en energie (die werd gemaakt van golven). Materie en energie traden met elkaar in wisselwerking om het materiële universum te vormen, maar zij vermengden zich niet (de ene kon niet in de andere worden omgezet).

Tot verdriet van veel wetenschappers, kwam een eenvoudige kantoorbediende (Einstein) met een eenvoudige formule, E=mc2, waardoor dit wereldbeeld verouderde. In feite heeft Einstein bewezen dat het dualisme tussen materie/energie al die tijd niet klopte.

De formule van Einstein zegt dat materie in energie kan worden veranderd en vice versa (en talloze experimenten hebben bewezen dat die formule juist was). Je hebt misschien gehoord dat een nucleaire reactie materie (uranium) omzet in energie. Die uitspraak is echter niet helemaal juist. In werkelijkheid bevrijdt een nucleaire reactie iets van de energie die al in de uraniumatomen ligt opgeslagen. Waarom wordt de energie in de eerste plaats in het atoom opgeslagen? Omdat atomen van energie worden gemaakt!

Naar de materie reizen
De consequentie van de formule van Einstein is dat alle materie uit energie bestaat. Om een visueel idee van dit enigszins abstracte feit te krijgen, moet jij je voorstellen dat jij je inscheept voor een reis naar de diepere niveaus van de materie. Je begint aan de oppervlakte, en op dit niveau lijkt een stuk ijzer massief. Je weet echter dat materie van kleinere bouwstenen wordt gemaakt die moleculen heten. Als je naar het niveau van moleculen springt, zie je dat het massieve blok materie van veel kleinere stukjes wordt gemaakt en dat er open ruimtes tussen de moleculen zijn.

Moleculen zijn echter niet de laatste of fundamentele bouwstenen van de materie. Een molecuul wordt gemaakt van een combinatie van meerdere kleinere bouwstenen die atomen heten. Als je naar het niveau van de atomen springt, besef je dat er veel lege ruimte zit tussen de atomen die een molecuul vormen. Bovendien besef je dat een atoom niet massief is. Een atoom is voor het grootste deel lege ruimte. Dit heeft een kern, die van afstand vast lijkt, en waar een aantal elektronen om de kern heen cirkelen, ongeveer zoals planeten om de zon heen cirkelen (of dit is in ieder geval hoe de meeste mensen een atoom visualiseren).

Voor Einstein geloofden wetenschappers dat de verschillende typen atomen (108 om precies te zijn) van maar drie types deeltjes werden gemaakt. Men dacht dat die elementaire deeltjes de kleinste bouwstenen waren van de materie; ze konden namelijk niet in kleinere deeltjes worden opgedeeld. Die overtuiging heeft Einstein nu juist vernietigd.

Deeltjes of golven
De formule van Einstein bewijst dat de elementaire deeltjes waarvan men dacht dat dit de kleinste bouwstenen van de materie waren, niet deelbaar zijn. Met andere woorden, het zijn niet gewoon heel kleine, massieve biljardballen. Ze kunnen worden afgebroken tot kleinere en fundamentelere componenten en wanneer we dat doen, stappen we uit het rijk van de materie over naar een rijk waarin alles energie is!

Gebaseerd op de bevindingen van Einstein, ontwikkelde een groep fysici met een open geest de kwantummechanica. Die nieuwe tak van wetenschap onderzoekt het meest fundamentele niveau van de materie, namelijk de subatomaire deeltjes.

Kwantumfysici ontdekten al snel een heel interessant fenomeen dat totaal in tegenspraak is tot ons, op onze zintuigen gebaseerde, wereldbeeld. Onze zintuigen zijn ontworpen om contrasten en verschillen op te merken. Met andere woorden, iets is rond of vierkant, vast of vloeibaar. De materie is vast en energie is vloeibaar; daarom zijn materie en energie verschillend.

De kwantumfysici ontdekten dat een subatomair deeltje als een deeltje of als een golf kan verschijnen. Met andere woorden, het lijkt of zij duaal van aard zijn en dit wordt de golf-deeltje dualiteit genoemd. Dit fenomeen werd in de jaren twintig ontdekt en dat heeft een paar interessante implicaties.

De werkelijkheid (waarheid) zit in het oog van de toeschouwer
Kwantumfysici hebben (in talloze experimenten) aangetoond dat subatomaire deeltjes zich als deeltjes of als golven kunnen gedragen. Of zij het ene worden of het andere, lijkt af te hangen van hoe wij ze bestuderen. Met andere woorden, als een natuurkundige naar een deeltje zoekt, gedraagt het subatomaire deeltje zich als een deeltje. Als de natuurkundige naar een golf zoekt, gedraagt hij zich als een golf.

Dit heeft geleid tot de conclusie dat een wetenschappelijke observatie het product is van drie factoren:

• Het fenomeen dat wordt bestudeerd (een subatomaire entiteit)
• De instrumenten die worden gebruikt voor de observatie
• Het bewustzijn van de wetenschapper die de observatie doet

Die drie factoren vormen de ‘hele meetbare situatie’, zoals natuurkundigen het noemen. De observatie is het product van alle drie factoren, waaronder het bewustzijn van de waarnemer.

Met andere woorden, het bewustzijn van de wetenschapper beïnvloedt de observatie! Die conclusie hebben de meeste natuurkundigen geaccepteerd. Helaas denken de meeste wetenschappers niet aan de filosofische consequenties van dit door experimenten bevestigde feit. Die consequenties zijn beslist verbazingwekkend en dwingen ons om opnieuw over ieder aspect van ons huidige wereldbeeld na te denken.

In de volgende secties zullen we een paar terreinen bekijken die door die wetenschappelijke bevindingen worden beïnvloed.

Het dualisme is dood
Je zou kunnen zeggen dat menselijke wezens altijd zijn beïnvloed door twee bewustzijnsstaten. Het oppervlakkige bewustzijnsniveau dat wordt gedomineerd door onze zintuigen en de conclusies die we verbinden aan wat de zintuigen ons over de wereld vertellen. Dit heeft Jezus de lagere geest of de vleselijke/menselijke geest genoemd.

Deze bewustzijnsstaat wordt volledig beheerst door dualisme, relativiteit, barrières en grenzen. In die gemoedstoestand beoordelen we alles (van ideeën tot andere mensen) door die op een relatieve weegschaal te leggen, die wordt gedomineerd door twee uitersten (goed en fout, juist en verkeerd, goed en kwaad, enzovoort). Wij proberen alles te beoordelen op grond van deze schaal. Wij proberen alles een label te geven en het in een mooi klein doosje te doen van goed of fout, goed of slecht. Als een idee, of ander menselijk wezen, daar eenmaal inzit, kan het daar waarschijnlijk niet uit ontsnappen. De dualistische bewustzijnsstaat wil dat wij alles onder controle houden.

Wij hebben echter ook de drijfveer om meer inzicht te krijgen en die drijfveer kan ervoor zorgen dat wij verder kijken dan onze zintuigen, oppervlakkige verschijnselen en de materiële wereld. Door die bewustzijnsstaat zien we vaak verder dan het dualisme en de relativiteit van het oppervlakkige bewustzijn. Wij zien diepere verbanden en meer eenheid. Dit heeft Jezus het Christusbewustzijn genoemd.

De psycholoog Carl Jung noemde dit ‘synchroniciteit’. In plaats van alles te beoordelen op een relatieve schaal, oordelen mensen met een hogere bewustzijnsstaat niet. Zij maken geen labels voor iets en hebben geen doosjes (kaders) in hun geest. Zij zijn er niet in geïnteresseerd om alles in een kader te plaatsen; zij willen gewoon hun inzicht in de wereld vergroten. Zij willen geen controle, zij willen ontdekken.

Voor Einstein werd de wetenschap beheerst door het dualiteitsbewustzijn. De wetenschap had eenvoudig het bereik van de zintuigen vergroot, bijvoorbeeld met telescopen en microscopen, maar had weinig gedaan om het dualistische wereldbeeld aan te vechten.

De relativiteitstheorie was de eerste serieuze aanval op het dualisme en de kwantumfysica ging nog verder dan Einstein. Als alles uit energie bestaat, dan wordt de wereld niet van twee aparte elementen gemaakt. Het wordt gemaakt van één element dat eenvoudig in twee verschillende vormen verschijnt.

Veel wetenschappers redeneren dat materie een andere vorm van energie is. De kwantumfysica lijkt aan te tonen dat er meer is dan wat wij meestal energie noemen. Daarom zou je kunnen verwachten dat materie en energie gewoon twee verschillende manifestaties zijn van een grotere werkelijkheid. Met andere woorden, wanneer we verder kijken dan de materie-energie dualiteit, dan vinden we een groter niveau van eenheid.

Gebaseerd op die bevindingen is het nodig om ons wereldbeeld opnieuw te beoordelen en de vele subtiele en kunstmatige barrières afbreken die hun oorsprong hebben in het dualisme. Energie kan in veel verschillende vormen verschijnen, maar het enige verschil tussen diverse vormen van energie is het verschil in vibratie. Er bestaat geen echte barrière tussen materie en energie, tussen lichaam en geest of tussen geest en materie. Die barrières waren gewoon mentale constructies die het resultaat waren van het dualisme.

Waarom het dualisme overwinnen?
Wat is er mis met de dualistische bewustzijnsstaat; waarom moet je verder kijken? Welnu, in deze gemoedsgesteldheid leiden verschillen onherroepelijk tot conflicten en het lijkt of er voor veel problemen geen oplossing is. Als er een verschil bestaat tussen twee geloofssystemen, dan moet de ene wel goed zijn en de andere fout. Als er een verschil bestaat tussen twee groepen mensen, dan moet de ene groep proberen om de andere te dwingen mee te gaan met hun manier van leven. Als dat niet kan, dan moet de andere groep worden geëlimineerd. Een onbevooroordeelde kijk op de geschiedenis laat zien dat alle menselijke conflicten in principe ontstaan door die dualistische bewustzijnsstaat. Ongehoorde gruwelen zijn het resultaat geweest en deze bewustzijnsstaat zou er op den duur voor kunnen zorgen dat de mensheid zichzelf vernietigt.

Door barrières af te breken, kunnen we een aantal problemen overwinnen die vanuit een dualistische bewustzijnsstaat onoplosbaar leken. Wij kunnen bijvoorbeeld beginnen het grotere verband te zien tussen geest en fysieke ziekten die misschien nieuwe mogelijkheden openen om ziekten op te sporen en te genezen. Door te erkennen dat alles uit energie bestaat, kunnen we nieuwe mogelijkheden krijgen voor zelfhulptechnieken die zich richten op het omgaan met mentale en emotionele (psychische) energie. Op grotere schaal zouden we misschien kunnen beginnen verder te kijken dan kunstmatige delingen, zoals ras, seksualiteit, nationaliteit, status, enzovoort, die heel vaak leiden tot conflicten tussen groepen mensen. Misschien zou dit op den duur kunnen leiden tot een nieuwe vorm van vreedzaam naast elkaar leven?

Het afbreken van het dualisme zou grote implicaties kunnen hebben voor alle aspecten van ons persoonlijke en interpersoonlijke leven. Het zou een trend kunnen vergroten die al eeuwen aan de gang is door barrières naar vooruitgang en samenwerking af te breken. Een paar eeuwen geleden werden de meeste samenlevingen gebaseerd op een of andere vorm van slavernij of een verdeling van de bevolking in aparte kasten. Dit was duidelijk een dualistische benadering en het gevolg was dat er veel conflicten waren waar geen oplossing voor leek te zijn. Als mensen inherent verschillend waren, hoe zou het conflict tussen meester en slaaf of tussen rassen dan opgelost kunnen worden?

Democratie is het directe resultaat van een beter begrip, namelijk dat alle menselijke wezens als gelijken zijn geschapen. Op grond van dit begrip is slavernij niet meer acceptabel en we kunnen het conflict tussen meester en slaaf verwijderen door een samenleving te vormen waarin mensen niet het bezit van iemand kunnen zijn.

Is de wetenschap echt objectief?
Meer dan vier eeuwen lang is de westerse samenleving gegijzeld door een oorlog tussen wetenschap en religie. Die oorlog is vanzelfsprekend het resultaat van een dualistisch wereldbeeld. De moderne natuurkunde heeft nu bewezen dat het dualistische wereldbeeld verouderd is en daarom moet het conflict tussen wetenschap en religie eenvoudig verdwijnen.

We moeten verder kijken dan de kunstmatige indelingen die door dit conflict zijn geschapen en op zoek gaan naar meer begrip van de werkelijkheid. Het conflict tussen wetenschap en religie ontstaat uit een dualistische bewustzijnsstaat die verschillen zien als de bron van conflicten. Als religie en wetenschap verschillende ‘onfeilbare’ doctrines presenteren, dan moet de ene wel goed zijn en de andere verkeerd.

Een hogere bewustzijnsstaat kijkt verder dan de oppervlakkige verschijnselen. Die ziet een conflict eenvoudig als het bewijs dat wij nog niet he allerhoogste inzicht in de wereld hebben gekregen. Daarom moeten we verder kijken dan de doctrines die ons worden gepresenteerd van beide zijden. In plaats van te bewijzen dat de ene kant gelijk heeft, moeten we naar meer inzicht streven waardoor het conflict wordt verwijderd.

Hoe kunnen we beginnen om dat inzicht te vinden? Vanzelfsprekend ligt het voor de hand dat dit de bevindingen van de natuurkunde zijn. Omdat de kwantumfysica heeft bewezen dat wetenschappelijke observaties kunnen worden beïnvloed door het bewustzijn van de wetenschapper, kan de wetenschap zich niet meer distantiëren van religie door te beweren dat de wetenschap objectief is en alle religieuze ideeën subjectief. We moeten het feit meenemen dat wetenschappelijke kennis kan worden beïnvloed door de geest van de wetenschapper.

Het is interessant om te zien dat de moderne wetenschap zich heeft ontwikkeld als reactie op de middeleeuwse kerk en haar onfeilbare doctrines. De wetenschap probeerde een methode te bedenken om kennis te vergaren die niet kon worden beïnvloed door het bijgeloof of de overtuigingen van de wetenschapper. De materialistische wetenschap beweert daarom nu dat ze ongeveer dezelfde positie heeft als die van de kerk in de middeleeuwen. De kerk zegt dat ze onfeilbaar is, omdat de paus een gezagsdrager was die niet werd beïnvloed door het menselijke bewustzijn. De wetenschap beweert dat ze onfeilbaar is omdat de wetenschappelijke methode tot kennis leidt die niet wordt beïnvloed door het menselijke bewustzijn.

De wetenschap heeft bewezen dat de kerk niet onfeilbaar was en de kwantumfysica heeft bewezen dat de wetenschap niet onfeilbaar is. Misschien is de ware les wel dat je geen enkel menselijk persoon of een menselijk instituut als onfeilbaar kunt beschouwen. In plaats van te verklaren dat onze huidige doctrine de allerhoogste doctrine is, moeten we voortdurend op zoek gaan naar een hoger inzicht. In plaats van de onfeilbaarheid van onze bestaande ideeën te verdedigen, moeten we misschien accepteren dat ons huidige inzicht slechts een stapsteen is naar iets beters.

In werkelijkheid is de behoefte aan een onfeilbare doctrine het product van de dualistische of lagere bewustzijnsstaat. Door verder te kijken dan die bewustzijnsstaat kunnen we nieuwe mogelijkheden voor zowel de wetenschap als de religie openen. In plaats van pionnen te zijn van de eeuwige menselijke machtsstrijd kunnen wetenschap en religie twee elkaar aanvullende werktuigen zijn om naar antwoorden te zoeken. Misschien is de enige manier om deugdelijke antwoorden te krijgen wel dat je verder moet reiken dan de dualistische bewustzijnsstaat?

Menselijke wezens hebben altijd naar meer inzicht verlangd. Misschien is het verlangen naar een hogere bewustzijnsstaat, één die het dualisme overstijgt, wel de ware drijfveer achter zowel de wetenschap als de religie.

De menselijke geschiedenis kun je bezien als een strijd tussen twee krachten. De ene kracht wordt vertegenwoordigd door de dualistische bewustzijnsstaat die alles tot een strijd om de macht en controle reduceert. De andere is het streven naar eenheid en meer inzicht, en dat uit zich door de positieve kant van de menselijke aard.

De geschiedenis heeft duidelijk bewezen dat zowel wetenschap als religie kan worden gebruikt in dit spel om macht en controle. Maar wetenschap en religie kunnen ook worden benut als gereedschap om meer inzicht te krijgen. Misschien is dit grotere inzicht de sleutel om wetenschap en religie te verenigen?

De wetenschap en het bewustzijn
De wetenschap ontwikkelde zich als een poging om verder te kijken dan het lagere menselijke bewustzijn dat wordt gedomineerd door het dualisme, relativiteit en conflicten. Ze probeerde een methode te ontwikkelen om kennis te vergaren die niet door menselijk bijgeloof, egoïsme en dualisme kon worden beïnvloed. Vanzelfsprekend heeft de wetenschap veel bereikt in dit opzicht en het zou niet eerlijk zijn om die vooruitgang in twijfel te trekken. Vanwege het verlangen naar objectiviteit heeft de wetenschap echter vaak het bewustzijn genegeerd. Wetenschappers beschouwen het bewustzijn vaak als iets wat buiten het terrein van de wetenschap valt, omdat het te subjectief is voor wetenschappelijke studie of niet belangrijk voor de wetenschappelijke resultaten en conclusies. Op grond van de bevindingen van de kwantumfysica zijn die standpunten niet meer te handhaven.

De wetenschap kan het bewustzijn niet blijven negeren. Als bewustzijn wetenschappelijke observaties van de meest fundamentele aspecten van de materie kan beïnvloeden, dan kan geen enkele wetenschapper het zich veroorloven om bewustzijn te negeren. Als alles energie is, dan volgt daaruit dat de menselijke geest van energie is gemaakt. Daarom bestaat er geen echte barrière tussen materie en geest of tussen de wereld en het bewustzijn van de waarnemer. We moeten verder kijken dan die kunstmatige barrières en beginnen te begrijpen hoe het bewustzijn ieder aspect van ons leven beïnvloedt.

Aan het eind van zijn leven probeerde Albert Einstein een eenheid brengende theorie van de natuurkunde te ontwikkelen. Veel andere wetenschappers hebben geprobeerd om een Theorie van Alles (Theory of Everything = TOE) te ontwikkelen die ieder aspect van de wereld kan verklaren. Tot dusver zijn alle pogingen mislukt. Misschien is de reden dat een TOE het bewustzijn moet incorporeren. Misschien dat wetenschappers zich in de toekomst zullen realiseren dat hoewel ruimte misschien de ‘laatste grens’ wordt genoemd, bewustzijn de grootste grens is en dat geen enkele wetenschappelijke theorie bewustzijn kan negeren. Laten we proberen om een nieuw wereldmodel te ontwikkelen dat bewustzijn incorporeert en het feit dat alles energie is.

Een nieuw wereldmodel schetsen
De theorie van Einstein zegt dat alles energie is, maar wat is energie precies? Het is een feit dat wetenschappers dit niet weten. De wetenschap van tegenwoordig kan heel goed beschrijven hoe dingen zich gedragen, maar is niet zo goed in het vertellen wat ze zijn. Welke wetenschap kan ons vertellen of energie een vorm van vibratie of golf is? Wetenschappers beschrijven energiegolven in bewoordingen van frequentie, amplitude of golflengte. Om dit eenvoudig te maken, zullen wij het over vibratie hebben.

De materie is niet een massieve, onveranderbare substantie. Het is eenvoudig energie die een vorm heeft aangenomen waardoor die voor onze zintuigen vast lijkt. Jouw ogen zien zichtbare lichtstralen en die energiegolven kunnen de vaste materie niet doordringen. Zichtbare lichtstralen worden door de materie gereflecteerd en daarom kunnen onze ogen niet door de materie heen zien. Er zijn echter energiegolven die door de ‘vaste’ materie heen kunnen dringen. Een röntgencamera ‘ziet’ door röntgenstralen te gebruiken die door de materie heen kunnen dringen. Daarom kan de camera in het menselijk lichaam zien en veel andere ‘vaste’ objecten.

Als je verder kijkt dan het oppervlakkige verschijnsel van de materie, dan zie je kleinere deeltjes, namelijk moleculen. Op dieper niveau vind je atomen en daarna elementaire deeltjes. Wanneer je beter naar de zogenaamde elementaire deeltjes kijkt, dan loop je tegen de golf-deeltje dualiteit aan. Met andere woorden, op het niveau van de subatomaire deeltjes begint de barrière tussen materie (deeltjes) en energie (golven) af te breken; die wordt wazig.

Er is meer tussen hemel en aarde
Kwantumfysici hebben geobserveerd dat een subatomair deeltje uit het ‘niets’ kan verschijnen, zichzelf kan delen in meerdere deeltjes die opnieuw tegen elkaar botsen en weer in het niets verdwijnen naar waar ze wegkwamen. Een paar fysici hebben dit feit benut om te speculeren dat er iets meer moet zijn dan wij met onze huidige wetenschappelijke instrumenten kunnen detecteren. Er zijn fysici die speculeren dat zowel materie als energie manifestaties zijn van een grotere, onderliggende werkelijkheid. Wetenschappers zijn gekomen met namen als een ‘kwantumveld’, een ‘vacuümstaat’, een ‘impliciete orde’ of een ‘parallel universum’.

Het bestaan van zo’n dieper niveau van werkelijkheid kun je gemakkelijk verklaren als je bedenkt dat alles energie is en dat energie een vorm van vibratie is. Het menselijke oog is een instrument dat is ontworpen om alle vormen van energie op te merken die wij licht noemen. Gewoonlijk kan het menselijke oog alleen bepaalde soorten licht opsporen, namelijk het zogenaamd zichtbare licht. Wij zien dit licht als verschillende kleuren. Violet licht is vanzelfsprekend heel anders dan rood licht, het enige verschil is echter de vibratie van de lichtstralen.

Het menselijke oog kan licht opmerken dat binnen een bepaald spectrum vibreert. Dit kan geen licht detecteren dat een hogere of lagere vibratie heeft dan zichtbaar licht. Vanuit de dualistische (op de zintuigen gebaseerde) bewustzijnsstaat zou je kunnen zeggen dat dit licht gewoon niet bestaat. Wanneer we meer inzicht verkrijgen, realiseren wij ons dat er vele vormen van licht zijn (en andere types vibratie) die onze ogen eenvoudig niet kunnen opsporen. Maar die vormen van energie zijn net zo echt als zichtbaar licht.

Op grond van deze feiten, kunnen we een model ontwerpen dat het universum presenteert als een continuüm van vibraties. Onze ogen kunnen slechts een kleine sectie opsporen (we zouden dat een ‘octaaf’ kunnen noemen, parallel aan de toonschaal) van dat continuüm. Met wetenschappelijke instrumenten kunnen wij een grotere pocket van het energiecontinuüm opsporen. We kunnen echter niet de mogelijkheid uitsluiten dat zelfs wetenschappelijke instrumenten slechts kleine delen van het hele universum kunnen opsporen. Met andere woorden, de wereld lijkt een continuüm aan vibraties te zijn en misschien is er een enorm deel van het continuüm dat onze fysieke zintuigen en (huidige) wetenschappelijke instrumenten niet kunnen tonen.

Het energiecontinuüm
Je zou kunnen zeggen dat het materiële universum een deel is van een groter geheel en wij zouden dat het ‘materie-energiecontinuüm’ kunnen noemen. Het continuüm kan vele andere rijken hebben, andere universums, andere dimensies of andere octaven. Ons universum is niet van de rest van het continuüm gescheiden en er bestaat geen ondoordringbare barrière tussen het materiële octaaf en andere octaven. Het enige verschil is het verschil in vibratie.

Als je de vibratie van violet licht verlaagt, wordt het rood licht. Er zijn fysici die denken dat het hele universum misschien wel uit energie is gemaakt met een hogere vibratie. Die energie is eenvoudig verlaagd in niveau tot zij binnen het spectrum van het materiële universum vibreert. Die ideeën openen opwindende nieuwe vergezichten om over na te denken. Er zou wel eens een voortdurende uitwisseling van energie kunnen zijn tussen het materiële universum en andere octaven. Dan zouden veel fenomenen die wij in het materiële universum observeren, het effect kunnen zijn van oorzaken die in een hoger octaaf. Dit zou verklaren waarom de wetenschap heel veel dingen niet kan verklaren als ze naar materiële oorzaken kijken.

Astrofysici hebben bijvoorbeeld ontdekt dat er niet genoeg massa in het universum is om de zwaartekracht te verklaren die sterrenstelsels bijeenhoudt. Er zijn wetenschappers die de theorie hebben dat er een substantie bestaat die ‘donkere materie’ wordt genoemd, die niet door wetenschappelijke instrumenten kan worden gedetecteerd, maar die wel de zwaartekracht kunnen creëren voor zichtbare materie. Misschien is donkere materie gewoon energie die op een hoger niveau dan het materiële universum vibreert? Daarom ‘verblijft’ die in een hoger octaaf vanwaar uit die het materiële universum beïnvloedt? Met andere woorden, wij kunnen niet alle materiële fenomenen verklaren door te zoeken naar oorzaken in het materiële universum (of octaaf).

Het materialisme voorbij
Als een mentaal beeld van die ideeën, stel jij je eens voor dat jij je hele leven in een vliegtuig hebt gewoond dat het oppervlak van de oceaan niet kan doordringen. Daarom geloof je dat er niets onder het oppervlak zit. Je vliegt nu naar het noorden langs de kust van de Verenigde Staten en je ziet dat ijsbergen naar het zuiden gaan. Volgens jouw wereldbeeld zitten ijsbergen gewoon boven op het water, omdat er niets onder het oppervlak zit. Tot je verbazing zie je dat de ijsbergen tegen een heel sterke zuidenwind ingaan. Je meet de windsnelheid, het oppervlak van een ijsberg en berekent de kracht die de wind op de ijsberg uitoefent. Op grond van die berekeningen concludeer je dat de ijsberg naar het noorden zou moeten bewegen. Je kunt eenvoudig niet verklaren waarom de ijsberg naar het zuiden zou kunnen gaan.

De reden dat je dit fenomeen niet kunt verklaren, is dat jouw wereldbeeld limieten heeft. Door je wereldbeeld uit te breiden, zou je ontdekken dat er wel iets onder het oppervlak van het water is. Het zichtbare deel van een ijsberg is slechts één deel van een groter geheel. Van een ijsberg bevindt 90% van haar massa zich onder water en daarom kan een stroming in de oceaan de ijsberg tegen een sterke wind in laten gaan.

Op dezelfde manier heeft de materialistische wetenschap geprobeerd alle aspecten van ons universum te verklaren door naar materialistische oorzaken te zoeken. Het gevolg is dat er talrijke fenomenen zijn geobserveerd die de wetenschap niet kan verklaren. De logische conclusie is dat wij, als wij antwoord willen op die vele vragen, verder moeten kijken dan het materialisme dat zegt dat er naast het materiële universum niets is.

Einstein heeft bewezen dat alles energie is. Energie is vibratie en er is misschien wel een oneindig continuüm van vibraties, waarvan sommige niet door onze zintuigen of wetenschappelijke instrumenten kunnen worden opgespoord. Daarom dwingen de natuurkundigen die de theorie van Einstein volgen, kwantumfysici en andere takken van wetenschap ons om verder te kijken dan het materialistische wereldbeeld. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de wetenschap het materialisme heeft laten verouderen!

Energie en bewustzijn
Als alles energie is, dan is bewustzijn ook een vorm van energie. Wat zegt dat over de menselijke geest? We hebben gezien dat de ogen instrumenten zijn die het type energie opvangen dat wij zichtbaar licht noemen. De ogen zien alleen zichtbaar licht, dus hun bereik is tamelijk beperkt. De menselijke geest heeft die beperkingen echter niet. In feite heeft de menselijke geest het unieke vermogen om over dingen na te denken en dingen te ‘zien’ die verder gaan dan de zintuigen en zelfs het materiële universum.

Je zou dus kunnen speculeren dat de geest een instrument is dat elke vorm van energie kan opsporen, zelfs energie die vibreert op frequenties die buiten het materiële universum vallen. Je zou de menselijke geest kunnen vergelijken met een radio-ontvanger. De radio kan worden afgestemd op verschillende stations (die gewoon radiogolven zijn of verschillende frequenties). De menselijke geest kan zich ook afstemmen op verschillende frequentiespectrums (of octaven).

We hebben gezien dat de moderne natuurkunde de mogelijkheid heeft geschapen dat er misschien werelden, dimensies of octaven zouden kunnen zijn die buiten het materiële universum vallen. De menselijke geest kan misschien die andere werelden waarnemen als die zich afstemt op vibraties met een hogere of lagere frequentie dan wetenschappelijke instrumenten waarnemen.

Met andere woorden, wij moeten gewoon in overweging nemen of de menselijke geest ook een wetenschap instrument is dat je kunt gebruiken om vibraties waar te nemen die huidige wetenschappelijke instrumenten niet kunnen meten. De wetenschap is traditioneel op dit idee tegen vanwege de zoektocht naar objectiviteit. De wetenschap heeft het standpunt ingenomen dat de menselijke geest nooit kan worden gebruikt om iets objectief te observeren. Maar omdat de kwantumfysica heeft het bewezen dat wij nooit een observatie kunnen doen die níét door het bewustzijn van de waarnemer is beïnvloed, is dat standpunt niet meer houdbaar.

Hoe wij de wereld waarnemen
Of wij het nu leuk vinden of niet, of wij het nu accepteren of niet, ons bewustzijn beïnvloedt al onze observaties van de wereld. Daarom kan de wetenschap het bewustzijn niet meer negeren en tegelijkertijd objectiviteit claimen.

Objectiviteit kun je niet bereiken als je het bewustzijn negeert; dit kan alleen bereikt worden, als je begrijpt hoe het bewustzijn onze observaties beïnvloedt. Dit is nu juist wat Einstein in 1905 suggereerde. De relativiteitstheorie zegt dat elke observatie relatief is ten opzichte van ons ‘referentiekader’. Einstein heeft meerdere voorbeelden gegeven van hoe de beweging van een persoon in relatie tot het fenomeen dat wordt geobserveerd, de observaties en conclusies van die persoon beïnvloedt.

Helaas lijken de wetenschappers dit niet te hebben gecombineerd met de ontdekkingen van de kwantumnatuurkunde. Als alle observaties worden beïnvloed door ons referentiekader en als alle observaties worden beïnvloed door het bewustzijn van de waarnemer, dan volgt daar uit dat ons bewustzijn een deel van ons referentiekader vormt. Daardoor wordt de manier waarop wij naar de wereld kijken, onvermijdelijk beïnvloed door onze bewustzijnsstaat. Pas als wij dit feit accepteren en gaan onderzoeken hoe ons bewustzijn onze observaties beïnvloedt, kunnen we nooit ontkomen aan het dualisme en de relativiteit van het lagere menselijke bewustzijn. Daarom moeten wij opnieuw de menselijke waarneming onder de loep nemen.

Twee bewustzijnsstaten
Als je naar de geschiedenis kijkt, is het gemakkelijk om in te zien dat er twee ‘krachten’ in de menselijke psyche aan het werk zijn. De ene kracht zorgt ervoor dat wij neigen naar de lagere aspecten van de menselijke natuur (egoïsme, hebzucht, angst, enzovoort) terwijl de andere kracht ons naar de hogere aspecten van de menselijke natuur (zucht naar kennis, altruïsme, liefde, enzovoort) toetrekt. Wij zouden dit kunnen beschrijven door te zeggen dat menselijke wezens twee types bewustzijnsstaat tot hun beschikking hebben. De menselijke geest heeft de vaardigheden om zich op beide bewustzijnsstaten af te stemmen, net zoals een radio op verschillende stations kan worden afgestemd. Wij moeten gewoon de keuze te maken hoe wij aan de knop van het bewustzijn draaien.

De twee bewustzijnsstaten zijn:

De lagere bewustzijnsstaat. Deze bewustzijnsstaat wordt door de zintuigen en de materiële wereld beheerst. De knop van het bewustzijnsstaat wordt afgestemd op de vibraties die door de zintuigen kunnen worden gedetecteerd. Iemand met die bewustzijnsstaat gelooft misschien dat er niets naast de materiële wereld bestaat. Of hij gelooft misschien dat hij nooit een rechtstreekse ervaring van dat iets kan krijgen en volgt daarom blindelings een bepaalde religieuze doctrine. Het lagere bewustzijn beschouwt alles in termen van dualisme wat betekent dat dit zich richt op verschillen.

Je kunt alles op een relatieve schaal zetten. De ene kant van de weegschaal is zwart, de andere is wit. Het lagere bewustzijn wil overal van zeggen dat het of zwart of wit is, goed of fout, waar of niet waar. De weegschaal van het lagere bewustzijn is niet een absolute of objectieve weegschaal. Het is een schaal die wordt bepaald door de belangen op korte termijn, de egoïstische belangen van het individu. Wat het beste is voor mij, is automatisch juist en daarom kent de geschiedenis talloze voorbeelden van hoe mensen in staat waren om de meest verbazingwekkende gruwelen ‘goed te keuren’.

Verschillen tussen mensen moeten onvermijdelijk tot conflicten leiden, en de enige manier om een conflict op te lossen, is door een machtsstrijd. Iemand moet winnen en iemand moet verliezen. Het is hij of ik en dus kan ik hem net zo goed winnen.

Mensen met dit lagere bewustzijn hebben hun geest afgesloten voor ideeën die verder gaan dan hun uitgekozen overtuigingen. De minder agressieve mensen zullen nieuwe ideeën óf negeren óf ontkennen. De agressievere mensen zullen proberen om nieuwe ideeën in diskrediet te brengen, ze belachelijk te maken of te vernietigen. De meest agressieve mensen zullen de mensen of de instituten proberen te vernietigen die de nieuwe ideeën verspreiden.

De hogere bewustzijnsstaat. De essentie van het hogere bewustzijn is dat dit het intuïtieve vermogen bezit om verder te kijken dan de waarneming van de zintuigen. Met de intuïtie kunnen menselijke wezens zich realiseren dat er iets meer is dan de wereld die zij met hun zintuigen waarnemen. Mensen kunnen ideeën gaan accepteren die niet worden ondersteund door (en zelfs ideeën die ze tegenspreken) rechtstreekse zintuiglijke waarneming of materieel bewijs. Zij kunnen accepteren dat er een hogere wet is voor menselijk gedrag dan de wet van de jungle.

Het hogere bewustzijn is daarom niet gehecht aan de zintuigen of de materiële wereld. De knop van het bewustzijn is zo afgesteld dat de persoon zich door het innerlijke besef of de ervaring realiseert en accepteert dat er nog iets anders is naast de materiële wereld.

Het hogere bewustzijn heeft (net als het lagere) niveaus en die zich kunnen uitstrekken van een open geest met betrekking tot het rechtstreeks waarnemen van werelden die buiten het materiële universum vallen. Het allergrootste kenmerk is dat het hogere bewustzijn niet dualistisch is en zich niet richt op verschillen. In plaats daarvan zoekt dit naar een beter inzicht in de vorm van een verenigend idee of principe.

In het hogere bewustzijn leiden verschillen niet beslist tot conflicten. De ene kant heeft niet altijd ongelijk en de andere niet altijd gelijk; beide kanten hebben misschien geen volledig inzicht in het probleem. Door beter inzicht te krijgen kunnen we conflicten vermijden. In sommige gevallen kunnen beide zijden misschien een nieuw inzicht omarmen die de beide vorige inzichten vervangt. In andere gevallen kan er ook worden aangetoond dat beide posities kloppen; dan zijn het gewoon twee manieren om de situatie aan te pakken. Daarom kunnen de twee kanten vreedzaam naast elkaar bestaan met een gevoel van wederzijds respect.

Het hogere bewustzijn probeert niet alles op een relatieve weegschaal te zetten. In plaats daarvan is het op zoek naar een inzicht dat verder gaat dan het dualisme, de relativiteit en het egoïsme van het lagere bewustzijn. Dit beperkt de lagere menselijke eigenschappen niet; dit vervangt ze door iets wat beter is.

Mensen met een hogere bewustzijnsstaat sluiten zich niet af voor nieuwe ideeën. Zij accepteren dat hun huidige ideeën en overtuigingen gewoon stapstenen zijn naar hoger inzicht. Daarom is het niet nodig om je huidige positie te verdedigen of nieuwe ideeën of de mensen die ze verspreiden, in diskrediet te brengen. Het belangrijkste doel van het leven is dat je er voortdurend naar streeft om meer inzicht en een completer wereldbeeld te krijgen.

Van lager naar hoger bewustzijn
Wanneer we naar die twee bewustzijnsstaten kijken, wordt het duidelijk dat maar weinig mensen beheerst worden door het lagere bewustzijn en dat er maar weinig mensen in het hogere bewustzijn verankerd zijn. De meeste mensen hebben elementen van beide bewustzijnsstaten. In feite zou je kunnen overwegen of er ook natuurlijke vooruitgang is van het lagere naar het hogere bewustzijn.

Een blik op de geschiedenis toont aan dat de mensheid als geheel bezig is met een proces waarin ze uit de lagere bewustzijnsstaat aan het groeien is (zoals in het voorbeeld van de fase van de holbewoner) naar de hogere bewustzijnsstaat (zoals wordt aangetoond door ontwikkeling naar democratie, humanisme, wetenschap en veel religieuze/spirituele probeersels).

We zouden kunnen zeggen dat het mogelijk is dat mensen bewust dit groeiproces omarmen of versnellen. De sleutel is dat er individuen zijn die zich erop toeleggen om die hogere bewustzijnsstaat in hun eigen leven te bereiken. Elke positieve verandering in de samenleving is bij een paar mensen begonnen die de moed en het gevoel hadden dat zij zich op nieuwe trends en ideeën moesten toeleggen en die omarmen. Die voorlopers vormen geleidelijk aan een cruciale massa die de rest van het mensheid op een hoger niveau van inzicht brengt; zelfs een hoger bewustzijnsniveau.

Waarom hoger bewustzijn ontwikkelen?
Wat zijn de mogelijke voordelen om naar een hogere bewustzijnsstaat te gaan? Laten we een paar terreinen bekijken.

Persoonlijke groei
De essentie van persoonlijke groei is dat je van de lagere bewustzijnsstaat op de hogere bewustzijnsstaat overstapt. Het einddoel is het lagere bewustzijn achter te laten, zodat je permanent in het hogere bewustzijn verankerd bent.

Tijdens dit proces zul je:

Geleidelijk aan betekenisvolle persoonlijke antwoorden vinden op al je levensvragen.

Nieuwe inzichten krijgen in wie je bent en waarom je hier bent.

Een nieuw gevoel van zingeving en betekenis krijgen.

Het inzicht krijgen dat je in staat stelt om je persoonlijke problemen op te lossen je leven op een positief spoor te zetten.

In plaats van van de ene crisis naar de volgende te gaan, krijg je een reeks positieve ervaringen die op elkaar voortbouwen. In plaats van je hele leven bezig te zijn met het verdedigen van je huidige overtuigingen, wordt je leven een ontdekkingsreis en je omarmt voortdurend nieuwe ideeën die je leven verrijken. Op den duur begin je het ware innerlijke geluk en gemoedsrust te krijgen waar alle mensen (ook als ze zich daar niet van bewust zijn) naar streven.

Klinkt dit te mooi om waar te zijn? Nu, de praktijk zal het uitwijzen, dus je weet het pas als je het uitprobeert. De moed om iets nieuws te proberen, te experimenteren, is de eerste stap naar vooruitgang.

Het conflict tussen de wetenschap en de religie oplossen
In de westerse wereld is er een belangrijke factor die verhindert dat mensen antwoorden vinden op de grotere levensvragen, en dat is de oorlog tussen het orthodoxe christendom en de materialistische wetenschap. Is die oorlog onvermijdelijk of is die rechtstreeks het gevolg van de lagere bewustzijnsstaat?

Laten we beginnen met de geschiedenis van de christelijke kerk. Wij hebben een organisatie die wordt gebaseerd op de leringen van Christus, zoals ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’. In meerdere eeuwen pleegt deze organisatie een reeks bijna ondenkbare gruweldaden, zoals het bloedbad van de katharen, de kruistochten en de inquisitie. Hoe kunnen we verklaren dat een organisatie die zich baseert op de leringen van Christus dergelijke daden pleegt? Er zijn natuurlijk maar weinig mensen op de moderne wereld die zullen zeggen dat de leringen van Christus dergelijke daden goedkeuren.

De logische conclusie is dat de kerk de leringen van Christus heeft verdraaid. Hoe kwam dit tot stand? Is het niet overduidelijk dat dit het resultaat is van het lagere bewustzijn dat ervoor zorgt dat mensen alles relatief maken? Daarom kunnen zelfs de leringen van Christus een middel worden in de ‘eeuwige menselijke machtsstrijd’ die eenvoudig door het lagere bewustzijn ontstaat.

De wetenschap ontwikkelde zich als reactie op die vervorming. Helaas staat ook de wetenschap niet boven de menselijke machtsstrijd. Veel wetenschappers hebben zich nu gerealiseerd dat het materialisme ook bepaalde beperkingen heeft. Enkelen vermoedden zelfs dat het materialisme dood is en dat dit de wetenschappelijke vooruitgang net zo beperkt als de middeleeuwse kerk de spirituele vooruitgang heeft beperkt. In het wetenschappelijke klimaat van tegenwoordig kan zo’n idee opperen gevaarlijk zijn.

Veel wetenschappers zijn bang om het niet met het materialisme eens te zijn, omdat zij weten dat dit hun reputatie kan schaden en verhinderen dat zij een baan krijgen of subsidies. Hoewel die stand van zaken beschaafder is dan de middeleeuwse inquisitie, is het niettemin moderne inquisitie en dit bewijst dat de wetenschap niet boven de menselijke machtsstrijd verheven is.

De logische conclusie is dat de vervorming van de wetenschap en religie niet te wijten is aan een inherent gebrek in de wetenschap of de religie. Met andere woorden, wij hoeven de wetenschap of de religie niet te verwerpen. Wij moeten ons gewoon realiseren dat het lagere bewustzijn elke menselijke poging kan en zal vervormen en veranderen in een wapen dat wordt gebruikt in de voortdurende machtsstrijd.

Daarom mogen wij niet in de val lopen door te denken dat een poging niet door het lagere bewustzijn kan worden gecorrumpeerd. Veel religieuze mensen nemen aan dat een religie, omdat God daartoe inspireerde, nooit kan worden vervormd door het lagere bewustzijn. Veel wetenschappers nemen aan dat de wetenschap nooit door het lagere bewustzijn zou kunnen worden vervormd, omdat zij zich toeleggen op objectiviteit.

Beide aannames zijn op een gevaarlijke manier naïef en moeten worden losgelaten als wij het conflict tussen de wetenschap en de religie willen oplossen. Beide kanten moeten het idee opgeven dat hun kant (om wat voor reden ook) niet corrupt kan zijn en onfeilbaar is! Beide kanten moeten erkennen dat het lagere bewustzijn elke menselijke poging kan vervormen en degraderen. De enige manier om die vervorming te vermijden, is voortdurend naar het hogere bewustzijn te streven.

Wanneer je naar het hogere bewustzijn streeft, dan besef je dat wetenschap en religie eenvoudig twee manieren zijn om antwoorden te zoeken op vragen over het leven. Zij sluiten elkaar niet uit, in feite zou je ze gemakkelijk als aanvullend kunnen beschouwen. Beide benaderingen hebben sterke en zwakke punten en geen van die benaderingen is onfeilbaar. Vanzelfsprekend kan iemand met de lagere bewustzijnsstaat er heel veel bezwaar tegen te maken om de bewering dat die onfeilbaar is, op te geven, terwijl iemand met de hogere bewustzijnsstaat die bewering niet nodig heeft.

Wanneer je naar het conflict tussen de wetenschap en de religie gaat kijken in termen van het lagere en hogere bewustzijn, dan wordt het duidelijk dat dit conflict uit het lagere bewustzijn voortkomt. Deze bewustzijnsstaat zorgt ervoor dat mensen gehecht raken aan bepaalde overtuigingen en hun geest afsluiten voor een hoger inzicht in de kwestie. Daarom zijn mensen met deze bewustzijnsstaat ook niet op zoek naar de waarheid. Zij hebben een bepaald wereldbeeld aangenomen en zij proberen dit wanhopig aan hun wereldbeeld aan te passen.

De oorlog tussen de wetenschap en religie ontstaat uit een conflict tussen twee standpunten:

Het ene standpunt wil de waarheid laten overeenkomen met een specifieke interpretatie van de christelijke Bijbelboeken.

Het andere standpunt wil dat de waarheid overeenkomt met de werkelijkheid dat er niets anders is dan het materiële universum en dat je alles op een materialistische manier kunt verklaren.

Met het lagere bewustzijn kun je dit conflict op geen enkele manier oplossen. Omdat de twee standpunten elkaar wederzijds uitsluiten, moet de ene gelijk hebben en de andere niet. Met het hogere bewustzijn kun je zien dat beide standpunten onvolledig zijn. Het is mogelijk om een hoger inzicht te krijgen dat het conflict oplost.

Evolutie en religie
Neem als voorbeeld van hoger inzicht het idee van de evolutie, dat traditioneel een bron van spanning is tussen wetenschap en religie. Op grond van fossiele vondsten en veel andere wetenschappelijke bevindingen is het eenvoudig niet houdbaar om vast te houden aan het idee dat de aarde slecht 5000 jaar oud is of dat de diersoorten allemaal tegelijk zijn verschenen. De aarde en de grote variëteit aan levende wezens zijn vanzelfsprekend het gevolg van een geleidelijk proces. Maar het betekent echter niet dat het loslaten van de interpretatie van de Bijbel, betekent dat wij alle religies moeten opgeven of zeggen dat de Bijbel niet klopt.

De wetenschap kan niet uitleggen dat het evolutionaire proces, dat wordt geleid door willekeur en toeval, een ongelooflijk complex en zeer georganiseerd universum kan produceren.

Als mogelijke middenweg tussen het creationisme en de evolutie zou je kunnen voorstellen dat er inderdaad een evolutionair proces bestaat, maar dat het niet een willekeurig proces is. Wanneer je een hoger bewustzijn omarmt, dan besef je dat er nog iets anders is dan alleen het materiële universum. Daarom is het zeer onwaarschijnlijk dat planeet aarde de enige plek is waar intelligente wezens bestaan. Als er andere werelden of octaven naast deze wereld bestaan, dan zouden die weleens een variëteit aan intelligente wezens kunnen bevatten, en een aantal van hen zou weleens iets te maken kunnen hebben met het materiële universum.

Met andere woorden, het evolutionaire proces is misschien begonnen met één of meer intelligente wezens uit een hogere wereld. Het proces zou de meeste tijd wel op eigen kracht kunnen verlopen. Maar het zou ook weleens af en toe een beetje hulp kunnen krijgen en dat zou de evolutionaire sprongen kunnen verklaren die de materialistische wetenschap niet kan verklaren.

Het zou zelfs weleens kunnen dat menselijke wezens een actieve rol spelen bij het evolutionaire proces. Wij hebben misschien wel het vermogen om onze wereld te vormen, niet alleen met daden, maar ook met onze bewustzijnsstaat. Daarom hebben we misschien wel de capaciteiten om een wereld te scheppen die niet meer overeenkomt met de oorspronkelijke intentie. En dat zou veel situaties verklaren die de meeste mensen moeilijk kunnen zien als scheppingen van een goedgunstige godheid.

Religieuze conflicten overstijgen
Het is een onverbiddelijk feit dat meer gruweldaden zijn voorgekomen uit religieuze conflicten dan iets anders. Maar toch zeggen alle religies dat het niet goed is dat mensen elkaar doden. Die discrepantie heeft ervoor gezorgd dat veel mensen religie opgeven, omdat het een inconsistente of hypocriete benadering van het leven is. Wij zien nu echter in dat er een alternatief voor is.

De oorzaak van religieuze conflicten is niet de religie, maar de lagere bewustzijnsstaat die de religie verdraait en die in een wapen verandert in de menselijke machtsstrijd.

De essentie van religie is dat een intelligent wezen uit een hoger octaaf een nieuwe religieuze leer naar buiten brengt (vaak door een bepaalde persoon). Deze leer worden vanuit een bewustzijnsstaat gegeven die boven het lagere menselijk bewustzijn staat. Daarom is de religieuze leer waar en waardevol. Om de religieuze leer echter volledig te kunnen begrijpen en belichamen, moeten de mensen hun bewustzijn naar hetzelfde bewustzijnsniveau verhogen als de bewustzijnsstaat waarop de religieuze leer werd gegeven. De mensen moeten aan de knop van het bewustzijn draaien tot die is afgestemd op het specifieke niveau waarop de leer werd uitgegeven.

Als je niet naar dat bewustzijnsniveau gaat, dan zul je onvermijdelijk een onvolledig begrip van de religieuze leer krijgen. Met andere woorden, in plaats van een directe innerlijke ervaring te krijgen, moet je op de interpretatie ervan vertrouwen. Die interpretatie zal vaak (zo niet altijd) worden beïnvloed door het bewustzijn van de degene die de interpretatie geeft. En hoe meer iemand in het lagere bewustzijn zit verankerd, hoe onvollediger, misschien wel vervormd, de interpretatie zal zijn. Daarom slagen sommige mensen erin om het christendom of de islam zo te interpreteren dat zij het gevoel hebben dat hun religie goedkeurt dat de mensen die er niet in geloven, worden gedood.

Wanneer je het hogere bewustzijn omarmt, dan besef je dat er meer dan één ware of deugdelijke religie kan bestaan. Veel mensen begrijpen maar niet dat één God meer dan één religie zou geven, maar er zijn wel drie goede redenen voor:

De meeste religies worden in een specifieke cultuur op een specifieke tijd uitgebracht. Jezus gebruikte beelden en metaforen die een agrarische samenleving aanspraken. Hoewel alle religies tijdloze leringen hebben, is het mogelijk dat een religie bedacht is om een specifieke groep mensen aan te spreken die in een bepaalde tijd leven. Daarom is zo’n religie misschien niet bedoeld voor alle mensen in alle tijden. Mensen kunnen gehecht raken aan een specifieke religie, maar God misschien niet. God kan altijd een nieuwe religie naar buiten brengen als dat nodig mocht blijken.

Een korte blik op de mensheid toont aan dat menselijke wezens heel erg verschillen en verschillende bewustzijnsstaten hebben. Misschien realiseert God zich wel dat één religie niet alle mensen zal aanspreken en geeft hij daarom veel religies uit. Een centraal thema in elke religie is dat God de mensen naar huis wil brengen. Misschien is God wel meer bezig met het naar huis brengen van mensen dan hen thuis brengen met één bepaalde religie. Als je eenmaal in de hemel bent (die gewoon een hoger octaaf is), maakt het niet meer uit hoe je daar gekomen bent.

Als er nog iets anders is dan het materiële universum, dan zijn er misschien ook wel meerdere niveaus in die hogere wereld. Jezus heeft bijvoorbeeld gezegd dat ‘in het huis van mijn vader vele woningen zijn’. De Bijbel heeft het over ‘zeven hemelen’, wat aangeeft dat er in ieder geval zeven niveaus in de hemelse wereld zijn.

Veel religies ontstaan uit een spirituele of mystieke ervaring. Wij kunnen nu begrijpen dat zo’n ervaring ontstaat omdat iemand aan de knop van het bewustzijn naar een hogere wereld draait. Dit zou kunnen verklaren waarom verschillende religies worden gebaseerd op verschillende visies van de hemelse wereld. De stichters van die religies hebben misschien wel verschillende niveaus, verschillende octaven, van de spirituele wereld ervaren. Met andere woorden, de verschillende visies sluiten elkaar niet wederzijds uit. Zij kunnen allemaal wel kloppen; zij komen alleen uit verschillende niveaus van de spirituele wereld.

Het universele achter alle religies
Als je het hogere bewustzijn omarmt, dan begin je de futiliteit in te zien van religieuze conflicten. Achter alle religies zit een universeel element dat je als volgt kort zou kunnen omschrijven.

Menselijke wezens zijn hun oorspronkelijke contact met de spirituele wereld (hogere octaven) kwijtgeraakt. Ons bewustzijn heeft zich afgestemd op de vibratie van het materiële universum, zelfs zodanig dat veel mensen hun spirituele oorsprong zijn vergeten. Het doel van alle ware religies en spiritualiteit is dit hogere bewustzijn te herwinnen, zodat elk menselijk wezen een rechtstreekse ervaring van de spirituele kant van het leven kan krijgen.

Het globale doel van alle spiritualiteit is de mensen te helpen om dit hogere bewustzijn te krijgen. Wij zouden kunnen zeggen dat een religie een brug moet vormen om ons over de kloof heen te laten stappen tussen het lagere en het hogere bewustzijn. Religie was nooit bedoeld om een bron van verdeeldheid en conflicten te vormen. Conflicten bindt de mensen nog meer aan het lagere bewustzijn en werkt daarom het ware doel van religie tegen.

Mensen zijn verschillend en verschillende mensen hebben misschien wel verschillende ideeën nodig om tot het essentiële besef te komen waardoor je het lagere bewustzijn kunt loslaten en het hogere bewustzijn omarmen. Het ware doel van alle religies is dat die mensen op een hogere bewustzijnsniveau brengt. Strijden over welke religie beter is of welke religie de enig ware is, werkt dat doel helemaal tegen. In plaats daarvan zouden alle religieuze mensen zich moeten verenigen in hun pogingen om de mensen er bewust van te maken dat er een hoger bewustzijn moet komen.

Hert is belangrijk dat mensen de kloof oversteken en het hogere bewustzijn krijgen. Het maakt eigenlijk niet uit hoe zij die kloof oversteken of met welk voertuig zij dat doen. Als je eenmaal het hogere bewustzijn hebt, maakt het niet meer uit hoe je dat gekregen hebt. Daardoor kun je gaan accepteren dat er misschien veel waardevolle religies of geloofssystemen zijn. In plaats van ander geloofssystemen met achterdocht, angst of vijandigheid te bekijken, kun je er ook met respect en acceptatie naar kijken.