De ware vermogens van onze geest

door Kim Michaels

Waarom hebben materialisten de kracht van onze geest ontkend? De onderliggende reden is dat een machtselite de mensen alleen maar in haar macht kan houden als ze de mensen zover kunnen krijgen dat zij de ware vermogens van hun geest ontkennen. Maar de officiële reden was dat de geest onbetrouwbaar is en geneigd is om ideeën te geloven die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Het voornaamste voorbeeld dat materialisten gaven, was dat veel middeleeuwse kerkdoctrines niet overeenkwamen met de werkelijkheid die wetenschappers ontdekten, waaronder de doctrine dat de aarde het centrum van het hele universum was.

Materialisten beweerden daarom dat het algemeen bewezen was dat je niet op de geest moest vertrouwen om de waarheid vast te stellen. In plaats daarvan konden alleen de objectieve methoden van de materialistische wetenschap vaststellen wat waar was. Tussen de regels door werd er gezegd dat de mensen moesten ophouden met het geloven van de gevestigde machtselite en hun methoden om de ‘waarheid’ (een bepaalde interpretatie van de Bijbel) vast te stellen en in plaats daarvan de opkomende machtselite te accepteren en hun methode om de ‘waarheid’ vast te stellen (een bepaalde interpretatie van wetenschappelijke data).

Net zoals het geval is op het terrein van religie – waar alleen een elitegroep de Bijbel kan interpreteren en een doctrine maken – kan alleen een elitegroep van wetenschappers wetenschappelijke experimenten verrichten en alleen een elitegroep van mensen kan interpreteren wat de wetenschappelijke bevindingen in feite betekenen. Voor het materialisme werd het denken van de mensen beheerst door de hiërarchie van de kerk die beweerde dat zij als enigen de Bijbel konden interpreteren en dat de mensen niet bij machte waren om zelf achter de waarheid te komen. Na de opkomst van het materialisme kan alleen de elite die de wetenschap beheerst, wetenschappelijke data interpreteren en opnieuw hebben de mensen zelf geen macht. Het wordt nu duidelijk dat het tijd wordt dat de mensen de ware vermogens van hun geest leren kennen, zodat zij collectief de samenleving kunnen verbeteren en individuen hun eigen vermogens kunnen gebruiken om weg te gaan bij de mensen die niet genezen en naar degenen toekomen die wel genezen.

Waar begin je te zoeken naar een dieper begrip van de geest en haar ware vermogens? Je zou kunnen beginnen met je te realiseren dat, hoewel er altijd machtselitegroepen zijn geweest die de mensen in hun macht proberen te krijgen, de geschiedenis aantoont dat geen enkele machtselite eeuwig de macht in handen kan houden. De reden is dat het universum een kracht heeft die niet toestaat dat iets stil blijft staan. Dit leidt tot nieuwe inzichten in de krachten die de samenleving vormen.

Religie is duidelijk door machtselitegroepen gebruikt in een poging om de mensen in hun macht te krijgen en in bepaalde perioden hebben ze heel effectief het denken van de mensen beheerst. De middeleeuwse kerk is een uiterst efficiënte mind control machine. Niettemin is er op het gebied van de religie, of beter, spiritualiteit, wel iets wat door blijft gaan.

Hoewel het materialisme beweert dat alle spiritualiteit een product van het brein is, accepteren miljoenen mensen deze bewering niet. Zij voelen dat zij en het universum meer zijn dan je met materialistische middelen kunt uitleggen. Er bestaat een onderliggende waarheid die niet kan worden beperkt door een geloofssysteem dat door mensen is gemaakt, of het nu religie of materialisme is. Menselijke wezens hebben daardoor de optie om contact te leggen met die grotere waarheid en in toenemende mate meer inzicht in het leven te krijgen. In feite, wanneer je dieper kijkt, zie je dat er naast de grote religies (die in handen zijn van machtselitegroepen) een universele vorm van spiritualiteit bestaat die niet door de orthodoxie kan worden ingeperkt. Die transcendeert alle door mensen gemaakte grenzen en laat mensen de mentale kaders transcenderen van zowel de officiële religie als het materialisme.

Zoals al eerder besproken is, kun je de wetenschap – of beter een specifieke interpretatie van de wetenschap – ook gebruiken om het denken van de mensen te beheersen. Geen enkele menselijke activiteit kan niet voor de voortdurende machtsstrijd worden gebruikt. Maar de wetenschap is ook een activiteit die niet stilstaat. Wanneer je naar het terrein van de wetenschap kijkt, is het duidelijk dat bepaalde terreinen van de wetenschap al ontdekkingen hebben gedaan die het materialistische wereldbeeld ver te boven gaan. Biologie is in feite is één van de weinige takken van de wetenschap die zich nog steeds richt op het materialisme, en daardoor dus ook de medische wetenschap. Maar op het gebied van natuurkunde hebben de wetenschappers ontdekkingen gedaan die het materialisme duidelijk transcenderen. Veel van die ontdekkingen wijzen in dezelfde richting als de ideeën die zijn opgekomen op het terrein van universele spiritualiteit.

Er ontstaat nu een duidelijk patroon. Om de macht te handhaven, moet een machtselite in staat zijn om het denken van de mensen te beheersen. Om de macht te handhaven moet iemand in staat zijn om alles te stoppen wat de status-quo omver kan werpen – alles wat onvoorspelbaar is. Dit betekent dat je moet voorkomen dat er nieuwe ideeën opkomen, wat inhoudt dat een machtselite om de macht te behouden, moet proberen om de vooruitgang tegen te houden. Met andere woorden, om aan de macht te blijven moet een elite de creatieve kracht stoppen die het leven probeert vooruit te brengen.

De elite moet het universum en de mensen in machines veranderen die functioneren volgens onveranderlijke, en dus voorspelbare, wetten. Dit kon je duidelijk in de middeleeuwen zien, waarin de vooruitgang inderdaad aanzienlijk werd vertraagd. Maar op den duur kwamen er toch nieuwe ideeën op en de oude orde werd omvergeworpen. Dit leidt ertoe dat jij je af gaat vragen of er soms een ingebouwde kracht is die de machtselite verhindert om tot in het oneindige de macht in handen te houden.

De kracht van groei
Fysici zijn zich er al eeuwen van bewust dat er een natuurwet bestaat die de tweede wet van de thermodynamica wordt genoemd. Daarin staat – geparafraseerd om het vocabulaire van deze discussie te gebruiken – dat als een systeem zich afsluit voor input van buitenaf, een natuurlijke kracht de wanorde laat toenemen tot het systeem van binnenuit wordt afgebroken. Met andere woorden, een gesloten systeem zal zichzelf vernietigen. Het leven is echt een open systeem. Het is duidelijk dat een machtselite de samenleving en de geest van de mensen in een gesloten systeem moet veranderen om de macht te kunnen handhaven. Maar op het moment dat dit doel wordt bereikt, zal een natuurkracht de gesloten samenleving beginnen af te breken en daardoor zal de status-quo – de overheersing door de machtselite – op den duur worden omvergeworpen. Tot dusver is de ondergang van een gevestigde elite altijd opgevolgd door het ontstaan van een opkomende elite. Maar als de mensen zich van deze dynamiek bewust worden, kan er een echt vrije samenleving worden gevormd.

Tot nu toe is de wetenschap zo beïnvloed door het materialistische paradigma dat er geen betere verklaring voor de tweede wet is voorgesteld. Maar zoals we straks zullen zien, hebben fysici ontdekt dat de geest of het bewustzijn een fundamentele rol speelt bij de werking van het universum. Dan zou je misschien kunnen overwegen of de stuwende kracht achter de tweede wet een niet-materiële geest is die toeziet op de voorgang van menselijke zaken door nieuwe ideeën uit te geven.

Wat heeft uiteindelijk de ondergang van de middeleeuwse samenleving en haar machtsstructuur veroorzaakt? Dat was de opkomst van nieuwe ideeën die ervoor hebben gezorgd dat de mensen het geloof in de onfeilbaarheid van de katholieke doctrines verloren. Hoewel macht en geld duidelijk een rol spelen, zijn ideeën een van de drijvende krachten in een samenleving. Maar waar komen die ideeën vandaan? Is er een universele geest die het vermogen heeft om juist die ideeën uit te geven die de gevestigde elite omverwerpen en de samenleving op een hoger niveau brengen? De vraag is dan hoelang het duurt voor een opkomende elite de nieuwe ideeën zal gaan gebruiken om een positie te bemachtigen en daarna de stroom aan ideeën af te kappen. Zoals is uitgelegd, moet een machtselite proberen om informatie te beheersen, wat inhoudt dat zij het vermogen van de mensen om informatie uit een bron, in de zin van een niet materiële bron, te halen waar de elite geen invloed op heeft, moet afkappen.

Op het gebied van moderne spiritualiteit is er een gedetailleerder inzicht in de tweede wet ontstaan. Hoewel dit later meer in detail zal worden uitgelegd, is de essentie dat er inderdaad een niet-materiële geest bestaat die het universum heeft geschapen en de wetten waarbinnen ze functioneert. Een van die wetten is dat het universum werd geschapen om individuele wezens te helpen bij hun groei in bewustzijn. En om er zeker van te zijn dat dit doel wordt gehaald, kan niets blijven stilstaan. De mensheid heeft toegang tot een grotere geest die ideeën heeft die de mensen in staat kunnen stellen om zich van materiële beperkingen te bevrijden – waaronder ziekten.

Wanneer een samenleving in een groeifase zit, komt dat omdat de leden van de creatieve elite hun geest hebben afgestemd op deze grotere geest, en ontvangen nieuwe ideeën. Wanneer een samenleving stagneert of in verval raakt, komt dit omdat de leden van een machtselite erin zijn geslaagd om de mensen zover te krijgen dat zij zich voor de creatieve stroom van de grotere geest afsluiten. In veel nieuwe spirituele leringen wordt deze geest gepersonifieerd als een groep spirituele leraren die toezicht houdt op de groei van de mensheid, een concept dat in de komende hoofdstukken gedetailleerder zal worden uitgelegd.

De conclusie is dat er een kracht is die de vooruitgang in de samenleving bewerkstelligt en ook voor groei van de individuele geest kan zorgen. Menselijke wezens hebben de vrije wil om zich op deze kracht af te stemmen of de creatieve stroom af te sluiten. Er is een machtselite die wil dat de bevolking die stroom afsluit, maar als ze dat toelaten, veranderen de mensen hun samenleving in een gesloten systeem waarin problemen zullen ontstaan waar geen oplossing voor is. De reden is dat de problemen niet kunnen worden opgelost binnen het heersende paradigma van de samenleving. Zoals Albert Einstein zei: “Je kunt een probleem niet oplossen met dezelfde bewustzijnsstaat als de bewustzijnsstaat die het probleem heeft veroorzaakt.”

Wat is het heersende paradigma van de moderne samenleving? Dit is een mix van dogmatische religieuze overtuigingen en materialistische overtuigingen die allebei de vermogens van de geest ontkennen. Als je naar de categorie wilt overstappen van mensen die genezen, dan moet jij je op één lijn brengen met de kracht die eraan werkt om het bewustzijn van de mensheid te verhogen en naar een nieuw begrip van de geest te zoeken. Die zoektocht zou misschien kunnen beginnen door te kijken naar wat de wetenschap heeft ontdekt over de geest.

De nieuwe religie: het materialisme
In de negentiende eeuw probeerde een opkomende machtselite zichzelf in een machtspositie te plaatsen door een tweeledige aanpak. Eén aspect was het vormen van een nieuw wereldbeeld of geloofssysteem, namelijk het materialisme. Het andere was niet om alleen een specifiek oud geloofssysteem in diskrediet te brengen – het middeleeuwse katholicisme – maar al het geloof in religie. Dit was een zeer ambitieuze poging, aangezien alle eerdere beschavingen een religie hadden. De machtselite vond ook dat dit een enorm voordeel had, namelijk dat de machtselite die dit had bereikt, het allerhoogste gezag zou krijgen – zij zouden net zo machtig – of zo leek het – als God worden. Zij zouden als goden op aarde zijn.

Hoe zou dit ambitieuze project ooit kunnen worden behaald? Dit zijn een paar van de belangrijkste elementen:

• De introductie van het concept dat er een objectieve werkelijkheid bestaat. Dit betekent dat er een niveau van de werkelijkheid bestaat die totaal niet wordt beïnvloed door de menselijke geest – of welke geest ook. Het was bijvoorbeeld altijd een objectieve realiteit dat de Zon het centrum van het zonnestelsel is en dat het zonnestelsel een klein deel van een heel groot universum is. Het was dus duidelijk een subjectieve en bijgelovige bewering van de katholieke doctrine dat de aarde het centrum van het hele universum was en dat de zon eromheen draaide.
• De bewering dat alle religieuze sentimenten het gevolg zijn van overtuigingen, en dat elke overtuiging subjectief is. Dus is het eenvoudig niet mogelijk om de objectieve waarheid
te kennen door middel van het subjectieve filter van een religieus geloof. Mensen geloven wat zij willen geloven. Iedere religie beweert dat zij het enige juiste beeld van God heeft, maar omdat hun doctrines elkaar tegenspreken, kunnen ze vanzelfsprekend niet allemaal juist zijn – wat betekent dat niet één ervan juist is.
• Het vormen van een barrière tussen de mensen en de objectieve werkelijkheid. Aangezien al het geloof subjectief is, is de menselijke geest totaal nutteloos om vast te stellen wat de waarheid is. De enige manier om de objectieve waarheid te leren kennen, is wetenschap. De manier waarop is echter niet gewoon wetenschap, maar een strikte materialistische interpretatie van wetenschappelijke bevindingen. Als een theorie een bovennatuurlijke oorzaak voorstelt, is het niet meer een wetenschappelijke theorie maar een filosofie, waarin alles ook subjectief is.
• Het vormen van een nieuwe elite die de enige is die de objectieve waarheid kan vaststellen. Dit zijn niet puur wetenschappers, maar mensen die het belang inzien van het bevorderen van het materialisme en dus wetenschappelijke bevindingen daarmee in overeenstemming kunnen brengen. Die mensen worden niet gemotiveerd door een zoektocht naar de waarheid, maar zijn op zoek naar de allerhoogste politieke macht.
• De onderliggende bewering dat het materialisme niet een filosofie of geloofssysteem is, net als iedere religie, iedere filosofie en zelfs de zogenaamde zachtere wetenschappen. In plaats daarvan is het materialisme – op grond van de harde wetenschap – fundamenteel anders dan het eerdere wereldbeeld, omdat die alleen maar berust op de objectieve realiteit. Dit is een poging om het materialisme als het allerhoogste gezag te vestigen, een gezag dat geen enkel menselijk wezen kan tegenspreken. Is het niet ironisch dat dit juist de middeleeuwse katholieke kerk dit beweert en het materialisme beweert dat ze de geest van de mensen heeft bevrijd?

Uit die elementen wordt onmiddellijk één ding duidelijk, namelijk dat het materialisme een gesloten systeem is. Het is net zo gesloten als het katholieke systeem dat ze van plan is te vervangen en daarom is het niet waarschijnlijk dat dit de geest van de mensen zal bevrijden, maar eenvoudig een ander gesloten mentaal kader zal vormen. Hoe wordt een gesloten systeem eigenlijk gemaakt? Door bepaalde fundamentele axioma’s in te stellen die als vanzelfsprekend worden beschouwd en dus nooit onderzocht of getranscendeerd hoeven te worden. Het gevolg is dat het systeem lijkt te deugen en klopt zolang de basale axioma’s niet worden onderzocht en je dus niet kunt zien of er ook een andere verklaring is. Denk er eens over na dat elk element dat hierboven is beschreven, een duidelijk alternatief heeft:

• Een objectieve realiteit. Zoals in de komende sectie zal worden onderzocht, heeft de kwantumfysica deze aanname onderzocht. Men ziet vaak over het hoofd dat het materialisme niet de eerste poging is om een objectieve realiteit te ontdekken. De Griekse filosofen hadden het er al over, maar zij kwamen niet tot de conclusie dat de geest niet geschikt was om die te ontdekken. In werkelijkheid heeft een echte spirituele lering ook de bedoeling om mensen in contact te brengen met een objectieve waarheid die niet door het gewone menselijke bewustzijnsniveau wordt beïnvloed. Zoals hierboven uitgelegd, probeert spiritualiteit de mensen te helpen om hun bewustzijnsniveau te verheffen boven iets wat als normaal wordt beschouwd. De mensen zijn geneigd om in die ‘normale’ bewustzijnsstaat subjectief te geloven wat zij willen geloven. Maar als ze die bewustzijnsstaat transcenderen, kunnen de mensen een hogere waarheid leren kennen door middel van een directe ervaring.
• Alle religieuze sentimenten zijn niet het gevolg van geloof. De waarheid is dat de orthodoxe religie mensen nodig heeft die geloven wat er uit een externe bron komt, terwijl ware spiritualiteit het bewustzijn van de mensen probeert te verhogen tot zij iets weten door middel van een innerlijke ervaring. Het feit dat alle religies beweringen over God doen die met elkaar conflicteren, betekent niet dat de menselijke geest God onmogelijk kan kennen. Het is mogelijk dat de objectieve waarheid meer is dan je in woorden kunt uiten en te beperken tot een specifiek geloofssysteem, waaronder het materialisme. God kan wel te transcenderend zijn om in een door mensen gemaakt mentaal kader te passen. De conflicterende beweringen van religies worden veroorzaakt door het gebrek aan directe ervaringen in combinatie met de ambiguïteit van woorden. Maar hiernaast bestaat de mogelijkheid om een directe ervaring van een transcenderende realiteit te krijgen.
• Het vormen van een barrière tussen de mensen en de waarheid is gewoon opnieuw een complot van een machtselite die zichzelf in een positie wil plaatsen waarin ze de gedachten van de mensen kunnen beheersen. Dit alleen al geeft aan dat het materialisme niet fundamenteel verschilt van elke andere filosofie, maar gewoon opnieuw een werktuig is in de voortdurende machtsstrijd. Universele spiritualiteit en de kwantumfysica beweren allebei dat de geest wel de capaciteiten heeft om met de allerhoogste waarheid in wisselwerking te treden. Zodoende kan ieder menselijk wezen die interactie hebben zonder een machtselite als tussenpersoon nodig te hebben.
• De nieuwe elite van materialisten zijn gewoon de priesters van het nieuwe geloofssysteem. Juist het feit dat het materialisme vereist dat je een stel onbetwistbare axioma’s accepteert, bewijst dat dit een geloofssysteem is dat niet op de realiteit berust. Een van de basale axioma’s van het materialisme is dat er niets anders bestaat dan het materiële universum – een bewering die je eenvoudig niet kunt bewijzen, omdat je niet het niet-bestaan van iets kunt bewijzen. Je kunt alleen zeggen dat iemand God niet heeft gevonden met de middelen die de materialistische wetenschap heeft benut. Maar omdat God van nature niet-materieel is, hoe waarschijnlijk is het dan dat het bestaan van God kan worden bewezen door middel van materiële middelen? En aangezien het materialisme niet-materiële middelen niet erkent, hoe kun je dan ooit binnen het systeem bewijzen dat dit ongelijk heeft (en er dus niet in slaagt om de wetenschappelijke noodzaak te bewijzen dat iets niet klopt)?
• Zoals gezegd, moeten de volgelingen van het materialisme een stel axioma’s accepteren die je niet kunt onderzoeken. Dit alleen al laat het lijken op elk ander geloofssysteem, zoals de katholieke religie. Maar het alternatief van zulke gesloten systemen is het proces van ontdekkingen met een open einde, waarin nooit wordt beweerd dat men de absolute waarheid kent, maar open blijft staan voor een progressieve openbaring op diepere niveaus van inzicht. Ware spiritualiteit en ware wetenschap zijn beide uitingen van die universele drive om te groeien.

Er is een nieuwe kijk op de geest nodig
De fundamentele bewering van het materialisme is dat dit objectief is omdat het verkrijgen van wetenschappelijke data op geen enkele manier wordt beïnvloed door de geest, bijvoorbeeld de overtuigingen van de persoon die het experiment doet. Die bewering berust op een specifiek wereldbeeld, een beeld dat een fundamentele scheiding suggereert tussen menselijke wezens en het universum waarin ze leven. Zodoende is het (zogenaamd) mogelijk dat een wetenschapper de positie inneemt van neutrale observant, die een natuurlijk fenomeen bestudeert zonder het fenomeen zelf te beïnvloeden. Het belang hiervan is dat alleen als de wetenschapper het fenomeen niet beïnvloedt, zijn of haar observaties niet kunnen worden beïnvloed door de geest en daardoor echt objectief zijn. Maar de onderliggende aanname is dat er geen verband bestaat tussen de menselijke geest en de natuurlijke of materiële wereld. Denk eraan dat de fundamentele bewering is van het materialisme. Als het wordt bewezen dat dit onjuist is, dan wordt het hele fundament onder het materialisme weggehaald.

De basale aanname van het materialisme is dat de wereld of het universum geen verenigd, ondeelbaar systeem is. In plaats daarvan kan het in delen worden gesplitst die op een fundamentele manier van elkaar gescheiden zijn. In de negentiende eeuw – toen het materialisme opkwam – accepteerden de meeste fysici en chemici zo’n dualistisch wereldbeeld. De fundamentele deling bestond tussen materie en energie, die werden beschouwd als de basale bouwstenen van het universum, maar zo van elkaar verschilden dat de ene niet kon worden omgezet in de andere. Die dualiteit tussen materie en geest heeft ook tot de aanname geleid dat er een onscheidbare barrière was tussen materie en geest, en dit heeft geleid tot het materialistische bewering dat de invloed van de geest uit de wetenschap kan worden weggelaten. Het is twijfelachtig of het materialisme zo breed geaccepteerd zou zijn als dit dualistische wereldbeeld er niet was geweest.

De eerste serieuze klap voor het dualisme kwam met de relativiteitstheorie van Albert Einstein, die bewees dat de dualiteit tussen materie en energie een illusie was. Materie en energie zijn geen aparte elementen of substanties, want de ene kan de andere worden omgezet, zoals bewezen is door nucleaire elektriciteitscentrales. De grotere waarheid is dat materie als aparte substantie eenvoudig niet bestaat. Materie wordt gemaakt van energie die een andere vorm heeft aangenomen. En omdat energie momenteel wordt beschouwd als een vorm van vibratie, volgt daaruit dat ‘vaste’ materie eigenlijk vibrerende energie is. De energie vibreert eenvoudig binnen een bepaald frequentiespectrum. De menselijke zintuigen zijn afgesteld op dit frequentiespectrum en daarom lijkt materie vast voor de zintuigen. De materie zal daardoor ook vast lijken voor wetenschappelijke instrumenten die van materie zijn gemaakt en dus op hetzelfde frequentiespectrum vibreren.

De onderliggende consequentie – een consequentie die grotendeels over het hoofd is gezien door zowel wetenschappers als filosofen – is dat het sinds Einstein is bewezen dat de menselijke zintuigen geen betrouw beeld kunnen geven van het universum. Dit werd al vermoed voor Einstein, maar de relativiteitstheorie heeft dit op een fundamentele manier bewezen. Om dit te kunnen begrijpen, moet je naar een andere prestatie van de wetenschap kijken, namelijk de algemene ontdekking dat achter de wereld van fenomenen (de wereld die zichtbaar is voor de fysieke zintuigen) nog een niveau onder zit, of beter, dat er diverse niveaus onder zitten.

Wat er in de zichtbare wereld of de wereld van fenomenen gebeurt, zijn vaak eenvoudige effecten van oorzaken op een dieper niveau. Het fysieke lichaam is bijvoorbeeld zichtbaar voor de zintuigen, maar wat je niet ziet, is dat het lichaam, nog een diepere laag heeft, namelijk de cellen. De functie van de cellen wordt bepaald door nog een diepere laag, namelijk het DNA. Maar de cellen worden ook gemaakt van moleculen die weer gehoorzamen aan een nog dieper liggende serie wetten. De moleculen worden gemaakt van atomen, die een diepere laag vormen met eigen wetten. Maar atomen worden gemaakt van subatomaire deeltjes en er bestaat zelfs een nog fundamentelere serie wetten op dit niveau.

De consequentie is simpel. Als je het universum echt wilt begrijpen, kun je jouw onderzoek niet beperken tot de wereld van fenomenen die zichtbaar zijn voor de zintuigen. Daarom heeft de materialistische wetenschap zich geconcentreerd op het maken van wetenschappelijke instrumenten die de diepere lagen kunnen opsporen. Maar de meeste instrumenten breiden alleen de reikwijdte van de zintuigen uit, een microscoop toont een wetenschapper bijvoorbeeld iets wat hij met het blote oog niet kan waarnemen. Bijvoorbeeld, denk eens aan een ziekte die fysiek effect heeft, zoals een tumor in een orgaan. Je kunt de oorzaak niet alleen ontdekken als je alleen naar het orgaan kijkt. Om de oorzaak te ontdekken, moet je naar het niveau van de cel gaan en zelfs het niveau van het DNA. Maar hier houdt de medische wetenschap op met haar onderzoek op grond van de materiële bewering dat ieder aspect van de cel kan worden verklaard door de informatie die in het DNA ligt opgeslagen. Maar omdat de cellen echter van moleculen zijn gemaakt – die gemaakt zijn van atomen, die gemaakt zijn van subatomaire deeltjes – is het dan niet redelijk om aan te nemen dat je om de ware oorzaak van een ziekte te ontdekken, naar het diepst mogelijke niveau moet gaan dat er is? En dat betekent dat je een manier moet vinden om die diepere lagen te bestuderen.

De materialisten hebben de noodzaak over het hoofd gezien dat ze het wetenschappelijke onderzoek op een fundamenteel andere richting moeten opsturen. Wat houdt dit precies in? De relativiteitstheorie zegt dat de materie slechts het effect is van onderliggende oorzaken en die oorzaken vindt je op het terrein van pure energie – een bestaansniveau waar geen materie is, omdat energie nog niet de vorm heeft aangenomen van materiedeeltjes. De menselijke zintuigen zijn ontworpen om materie te zien. Elk wetenschappelijk instrument dat de reikwijdte van de zintuigen vergroot, kan daardoor niet gebruikt worden om het terrein van pure energie te onderzoeken. De conclusie is dat de instrumenten en methoden die zijn ontwikkeld op basis van het materialistische paradigma, niet in staat zijn om de onderliggende realiteit te bewijzen die in 1905 door Albert Einstein werd bewezen. Deze beperking is een duidelijk bewijs dat het materialistische paradigma een mentaal kader heeft gevormd dat de wetenschappelijke vooruitgang heeft tegengehouden.

Hoe kun je deze tekortkoming oplossen? Welke opties hebben menselijke wezens om hen in staat te stellen om de beperkingen van de zintuigen los te laten en het terrein van puur energie te onderzoeken? De waarheid is dat je dit niet kunt met de vijf zintuigen en de wetenschappelijke instrumenten die alleen maar de reikwijdte van de zintuigen vergroten. Dit kan alleen maar door een vermogen dat verder kan ‘zien’ dan de materie en rechtstreeks een terrein van bestaan kan waarnemen dat buiten de materiële wereld valt.

Menselijke wezens hebben altijd zo’n vermogen gehad en dit is inderdaad met succes gebruikt door wetenschappers. Albert Einstein heeft de theorie niet geformuleerd door experimenten in een laboratorium uit te voeren. Hij heeft die zuiver in de vorm van een gedachte-experiment ontwikkeld, en het heeft decennia geduurd voor de theorie door echte observaties werd bevestigd.

Het vermogen dat mensen diepere lagen van de werkelijkheid laat bestuderen – lagen die de zintuigen niet kunnen waarnemen – is de geest – niet de ‘menselijke’ gedachten, maar een hoger aspect van de geest. Het is eenvoudig een feit dat door de dualiteit tussen materie-energie te ontkrachten, Einstein ook bewees dat de dualiteit tussen geest-materie niet bestaat. Sinds 1905 is het wetenschappelijk bewezen dat er geen fundamentele barrière bestaat tussen materie en geest en dat de geest de capaciteit heeft om een fundamentele werkelijkheid te onderzoeken buiten de materiële wereld om (in ieder geval volgens een strikt materialistische definitie van de materiële wereld). Om dit volledig te kunnen begrijpen, moet je begrijpen dat een groep fysici de bevindingen van Einstein heeft gebruikt om de kwantummechanica te ontwikkelen.

Een kwantumbeeld op de geest
Toen fysici Einsteins bevindingen verder gingen onderzoeken en de kwantummechanica begonnen te ontwikkelen, deden ze een ontdekking die ogenblikkelijk de basale materialistische bewering over objectiviteit ontkrachtte. Dit betekent niet dat objectiviteit op zich onmogelijk is, maar wel dat je die niet kunt bereiken als je de geest probeert uit te sluiten. Objectiviteit – in de postkwantummechanische wereld – kun je alleen maar krijgen als je de geest beter begrijpt.

Zoals uitgelegd heeft de wetenschap steeds diepere lagen van de wereld onthuld en de meest subtiele of basale laag die de wetenschap in het algemeen momenteel erkent, is het niveau van de subatomaire deeltjes – deeltjes die worden beschouwd als de basale bouwstenen van de materie. Maar al in de jaren twintig van de vorige eeuw ontdekten de kwantumfysici dat subatomaire deeltjes zich op het kwantumniveau niet als traditionele deeltjes gedragen. Het zijn geen miniatuurbiljartballen (die van binnen geen delen hebben en die je niet kunt splitsen), maar die zich zowel als deeltjes als golven kunnen gedragen. En wat nog verbazingwekkender is, de menselijke geest kan met die subatomaire entiteiten in wisselwerking treden. Zoals uitgelegd beweert een materialist dat hij een neutrale observant is die een natuurlijk fenomeen bestudeert zonder dit te beïnvloeden en daardoor beweert dat de observatie objectief is. Daardoor spelen twee elementen mee in een wetenschappelijke observatie, namelijk het fenomeen en het instrument dat wordt gebruikt – de geest van de wetenschapper speelt geen rol. Maar in de kwantumwereld bestaat de neutrale observant helemaal niet. In plaats daarvan is de observatie die de kwantumfysicus doet het product van drie elementen, namelijk de subatomaire entiteit die wordt bestudeerd, het instrument dat daarvoor wordt gebruikt en de geest van de wetenschapper.

Dit was een verbazingwekkende observatie en daardoor is het gecheckt en opnieuw gecheckt in talloze observaties en experimenten. Daarom weten de fysici al sinds de twintiger jaren van de vorige eeuw dat er op het kwantumniveau geen neutrale observant bestaat. Je vraagt je misschien af waarom dit het materialisme niet heeft gedood, en de verklaring is eenvoudig. De meeste fysici blijven liever buiten een politieke machtsstrijd, zij willen liever niet de filosofische consequenties van de kwantumfysica trekken. En de meeste materialisten negeren die bevindingen gewoon, in de hoop dat het publiek hetzelfde doet. En natuurlijk wil de machtselite die het materialisme heeft geschapen niet dat iemand tot de onontkoombare conclusie komt dat het materialisme wordt gebaseerd op een gebrekkige aanname, dus ze hebben al hun invloed gebruikt om hun creatie in leven te houden. Maar de leden van de materialistische machtselite leven in geleende tijd.

Wat zijn de filosofische consequenties van de ontdekkingen van de kwantumfysica? Om dit te kunnen begrijpen, moet je eerst kijken naar wat er in feite gebeurt wanneer een menselijk wezen een subatomaire entiteit bestudeert. De waarheid is dat er geen subatomair deeltje is voor de wetenschapper aan een observatie begint door middel van een deeltjesversneller. Dit betekent niet dat er niets is. Het betekent echter wel dat er een niveau van de werkelijkheid is die niet rechtstreeks door wetenschappers is geobserveerd en men in het algemeen niet heeft erkent dat het bestaat. Een aantal wetenschappers hebben erkend dat er zo’n niveau moet zijn en zij hebben er diverse namen aan gegeven, zoals een kwantumveld, een parallel universum, een andere dimensie of een complexe orde.

Wanneer een wetenschapper een experiment uitvoert, treedt zijn of haar bewustzijn in wisselwerking met die diepere laag van bestaan. Het gevolg van die interactie is dat er een subatomaire deeltje wordt gevormd. Let erop dat de wetenschapper niet alleen maar een deeltje bestudeert, maar dat het deeltje wordt gevormd op het moment dat het experiment wordt verricht. Of je zou ook kunnen zeggen dat het deeltje naar het frequentiespectrum van de wereld wordt gebracht dat kan worden bestudeerd met de huidige wetenschappelijke methoden. Daardoor is de wetenschapper geen neutrale observant, maar neemt hij actief deel aan het experiment. In feite zou je kunnen zeggen dat de wetenschapper het subatomaire deeltje medeschept dat wordt geobserveerd.

Dit eenvoudige feit heeft verbazingwekkende consequenties voor alle aspecten van het leven, maar vooral voor persoonlijke genezing. Volgens het materialistische wereldbeeld kan de werkelijkheid worden ingedeeld in tenminste twee compartimenten. De objectieve fysieke realiteit en de subjectieve realiteit van wat er in je eigen geest gebeurt. Voor een materialist is er geen verband tussen die twee, wat inhoudt dat je fysieke lichaam deel is van de objectieve realiteit en je geest zit in zijn eigen wereld.

In werkelijkheid is dit een zeer ontkrachtende kijk op de werkelijkheid. Die zegt dat wat er buiten je geest op de wereld gebeurt het resultaat is van natuurlijke processen waar menselijke wezens geen macht over hebben. De natuurlijke omgeving op aarde en de toestand van het fysieke lichaam van mensen werden door externe factoren veroorzaakt en de menselijke geest heeft geen macht om die krachten te beïnvloeden. Menselijke wezens kunnen persoonlijk dus maar weinig invloed uitoefenen op hun omgeving en de gezondheid van hun lichaam. Zij hebben een tussenpersoon nodig, namelijk de machtselite en haar vertegenwoordigers.

De bevindingen van de kwantumfysica openen uitgebreide nieuwe mogelijkheden om ieder aspect van het leven te veranderen, waaronder je persoonlijke gezondheid. Om te beginnen schrijven de kwantumfysici veel meer belang toe aan de geest dan het materialisme. Denk er nog eens over na dat de wetenschap het bestaan heeft bewezen van progressief meer fundamentele lagen van werkelijkheid, de laag van subatomaire deeltjes die de meest basale laag is die men momenteel erkent. Iedere laag heeft zijn eigen wetten, maar de wetten op het meest fundamentele niveau beïnvloeden alle andere niveaus. In de Verenigde Staten heeft iedere staat haar eigen wetten, maar die staan onder de federale wetten die weer onder de Grondwet staan.

Omdat alles in de materiële wereld van subatomaire deeltjes wordt gemaakt – vormt deze laag het meest fundamentele niveau van de wereld – alles wordt beïnvloed door de wetten die op het kwantumniveau bestaan. En op dit basale niveau heeft de menselijke geest het vermogen om in wisselwerking te treden met juist die bouwstenen van de materie. Waarom is dit zo belangrijk?

Volgens het materialisme zijn alle aspecten van mentale of psychische processen uitsluitend het product van het fysieke brein. Maar het brein is een orgaan in het menselijke lichaam en het lichaam bestaat aan een oppervlakkig niveau van de wereld, namelijk de zichtbare fenomenen. Er zit een diepere laag achter het brein, namelijk die van de cellen. Maar cellen worden gemaakt van organische moleculen en de moleculen zijn gemaakt van niet-organische atomen, en de atomen worden gemaakt va subatomaire deeltjes. De conclusie is logischerwijze eenvoudig, maar iedereen die de materialistische wereldbeeld in stand wil houden, zal hierop tegen zijn.

De kwantumfysica heeft boven alle twijfel verheven bewezen dat de menselijke geest het vermogen heeft om met de meest fundamentele laag van de materiële wereld in wisselwerking te treden, namelijk die van de subatomaire deeltjes. Aangezien het fysieke brein op een minder fundamenteel niveau bestaat, is de enig mogelijke verklaring dat een aspect van de geest niet het product is van het fysieke brein. Aangezien het brein op een minder fundamenteel niveau bestaat, is dit eenvoudig niet in staat om iets te produceren dat met een fundamenteler niveau kan communiceren. Cellen worden gemaakt van moleculen; zij maken de moleculen niet. Moleculen worden van atomen gemaakt; zij maken de atomen niet.

Dit betekent niet dat het fysieke brein gedachten en gevoelens niet kan beïnvloeden, zoals de wetenschap heeft gedocumenteerd en zoals gewoon uit ervaring blijkt. Maar het betekent wel dat een aspect van de geest geen product is van het brein, maar door het brein heen stroomt. Het verschil is fundamenteel. Als de geest door het brein wordt geproduceerd, dan heeft de geest geen macht op diepere niveaus van de werkelijkheid dan het niveau van het brein, en het brein kan dan ook niet een ander aspect van het lichaam veranderen. Maar als de geest een aspect heeft dat met die diepere niveaus kan communiceren, dan moet de geest wel veel meer macht hebben dan erkend wordt door het materialisme en de traditionele religies. Met andere woorden, het bewustzijn is geen product van het brein, maar stroomt door het brein heen om zichzelf op de materiële wereld tot uiting te brengen en het fysieke lichaam te besturen. Zonlicht kan gekleurd worden door een gekleurd glazen raam, maar het licht wordt niet door het glas in het raam geproduceerd – het komt van iets buiten de aarde, namelijk de Zon.

Als het bewustzijn door het brein stroomt – vooral op het niveau van de bewuste gedachten – kan het worden gekleurd door de processen in het brein. Maar dit lijkt op de manier waarop het witte licht dat door de lamp in een filmprojector wordt geproduceerd, wordt gekleurd door de beelden op de filmstrook. Het licht wordt vanzelfsprekend niet geproduceerd door de filmstrook, maar wordt er tijdelijk door gekleurd. Dit opent het perspectief dat menselijke wezens de capaciteiten hebben om de macht en het meesterschap over hun geest uit te breiden en in potentie positieve veranderingen in hun geest, lichaam en omgeving te scheppen. Dit legt het fundament voor een radicaal nieuwe aanpak van persoonlijke genezing.

Wat is de geest – eigenlijk?
Wat betekent het nu echt dat de geest kan communiceren met het niveau van de subatomaire deeltjes? Volgens het materialistische wereldbeeld zou dit onmogelijk moeten zijn. Het materialisme zegt dat de wereld een materialistisch fenomeen is dat onafhankelijk van de geest bestaat. De geest is een fenomeen dat door het brein wordt geproduceerd en dat houdt in dat de geest of het bewustzijn pas ontstond toen de heel vroege mensen genoeg breincapaciteit had ontwikkeld om zelfbewustzijn te produceren.

Maar de kwantumfysica heeft bewezen dat de geest in wisselwerking kan treden met het meest fundamentele niveau van de materie, een niveau dat al bestond ten tijde van de big bang. Hoe kan dit gebruiken? Er is maar één conclusie mogelijk, namelijk dat er niet echt een scheiding bestaat tussen geest en materie. De kwantumfysica heeft onomstotelijk bewezen dat er een fundamenteel verband bestaat tussen de geest en de materie. De logische conclusie is dat er op het niveau van de subatomaire deeltjes een vorm van bewustzijn moet bestaan die in contact staat met de menselijke geest, maar daar buiten valt. Bewustzijn kan alleen maar met bewustzijn communiceren, dus om de menselijke geest met het niveau van de subatomaire deeltjes te laten communiceren, moet er een vorm van bewustzijn aanwezig zijn op het niveau van subatomaire deeltjes.

De logische consequentie is dat bewustzijn ouder is dan het ontstaan van het menselijke brein en dat betekent dat het bewustzijn geen product kan zijn van materiële processen. In plaats daarvan lijkt het bewustzijn een aspect te hebben dat onafhankelijk is van materiële processen en daardoor ook buiten tijd en ruimte valt. Met andere woorden, een vorm van bewustzijn, een geest, zou al hebben kunnen – of zelfs al moeten hebben – bestaan voor het begin van het materiële universum.

Er wordt gezegd dat het materialisme wordt gebaseerd op een dualistisch wereldbeeld dat zegt dat je de werkelijkheid kunt opsplitsen in aparte delen. Maar de wetenschap heeft consistent onthuld dat die deling alleen maar op het niveau van de zintuigen bestaat. Wanneer je naar diepere lagen gaat, dan is er geen dualiteit tussen materie-energie, maar wordt ieder materieel fenomeen eigenlijk gemaakt van vibrerende energie. Maar wat is energie? Wetenschappers zeggen dat het een vorm van vibratie is. Maar hoe zit dat dan als er verband bestaat tussen energie en bewustzijn? Wat als energie een vorm van bewustzijn is, net zoals de materie een vorm van energie is?

Met andere woorden, de schokkende conclusie is dat bewustzijn de fundamentele werkelijkheid is. Het universum is één, ondeelbare geest, die vele vormen kan aannemen en die vormen lijken gescheiden fenomenen voor de zintuigen. Maar de schijn dat er een deling is, bestaat alleen op oppervlakkig niveau, het niveau van de zichtbare fenomenen. Als je naar diepere niveaus gaat, ontdek je een onderliggende eenheid en de conclusie is dat de werkelijkheid een ondeelbaar geheel vormt. Het wordt zelfs duidelijk dat de menselijke geest de capaciteiten heeft om contact te maken met die onderliggende werkelijkheid en die rechtstreeks te ervaren.

De scheiding tussen materie en geest is zeer ontkrachtend, maar het besef dat bewustzijn de fundamentele werkelijkheid is, geeft zeer veel zelfvertrouwen. Dit opent de mogelijkheid dat menselijke wezens invloed hebben gehad op materiële fenomenen, waaronder fysieke ziekten. Het wordt nu dus mogelijk dat specifieke ziekten manifestaties zijn van een specifiek bewustzijnsniveau. En door je bewustzijnsniveau te verhogen, wordt juist de oorzaak van de ziekte getranscendeerd en heeft er ware genezing plaats. En als je jouw bewustzijn verhoogt, wordt juist de oorzaak van de ziekte getranscendeerd en heeft er ware genezing plaats. Met andere woorden, het verschil tussen de mensen die genezen en degenen die niet genezen, wordt bepaald door het bewustzijnsniveau. In plaats van te zoeken naar een externe heler, kun je de leiding nemen over jouw eigen lot door actief je bewustzijnsniveau te verhogen.

Bestaat er wetenschappelijk bewijs voor dit concept? Naast de kwantumfysica onderzoekt een groeiend aantal medische wetenschappers – leden van de creatieve elite – de vaardigheid van de geest om genezing te beïnvloeden. Het is allang bekend dat de mentale houding van een patiënt een positieve of een negatieve invloed kan uitoefenen op het genezingsproces. In veel studies is bewezen dat patiënten die een placebo krijgen evenzogoed werden genezen, wat betekent dat de genezing niet van een chemische reactie door een geneesmiddel kan komen, maar moet zijn beïnvloed door de geest. Veel wetenschappers realiseren zich dat de meeste zieken psychosomatisch zijn, wat betekent dat ze worden veroorzaakt door een psychologische situatie. Er is zelfs groeiend bewijs van het feit dat de functie van de cel niet uitsluitend wordt bepaald door het DNA, maar dat de cel kan reageren op stimuli van buitenaf, waaronder iemands gemoedstoestand.

Voor de mensen die naar de geschiedenis willen kijken en vooruit willen projecteren, is het niet zo moeilijk om te zien dat de westerse beschaving op de rand van een doorbraak in ideeën staat die in potentie de renaissance kunnen evenaren. Als de creatieve elite de filosofische consequenties van de kwantumfysica begint te accepteren en ze toepast op andere aspecten van het leven, zullen zowel de oude machtselite van de traditionele religies als de nieuwe machtselite van het materialisme hun grip op de geest van de mensen verliezen. Dit zou voor ware revolutionaire veranderingen voor alle aspecten van het leven kunnen zorgen, waaronder persoonlijke genezing. Maar de mensen die niet willen wachten op de officiële doorbraak, zullen wat meer moeten nadenken om die ideeën wat praktischer te helpen maken.