Groei vraagt om vrijheid

door Kim Michaels

In het Aquariustijdperk moeten succesvolle kerken deelname door leden aanmoedigen. Dit kan alleen maar als de leden de vrijheid krijgen om zichzelf te uiten en tot hun eigen conclusies te komen. De sleutelwoorden zijn vrijheid en diversiteit.

Er wordt gezegd dat je, tenzij je van de geschiedenis leert, de fouten in de geschiedenis zult herhalen. De geschiedenis toont duidelijk aan dat groei en vrijheid hand in hand gaan. Hieronder een paar voorbeelden:

• In de eerste twee eeuwen heeft de christelijke beweging een explosieve groei ervaren die veranderde in een levende, vibrerende spirituele en mystieke beweging. De beweging had in principe geen organisatorische structuur en was zo divers dat die volgelingen aantrok uit alle lagen van het leven. Toen de georganiseerde kerk werd gevormd, vernietigde dit snel de diversiteit en werd er een officiële doctrine vastgesteld die in essentie de ware missie van Christus heeft afgebroken.
• Na de revolutie heeft de Verenigde Staten een ongeëvenaarde economische groei ervaren, hoofdzakelijk vanwege de nooit eerder voorgekomen vrijheid en kansen.
• Een Amerikaanse ingenieur werd eens gevraagd om uit te leggen waarom de Amerikaanse helikopterindustrie zover voor lag op de Europese concurrentie. Hij zei: “In Europa is alles wat niet uitdrukkelijk volgens de wet wordt toegestaan, automatisch verboden. In Amerika is alles wat niet uitdrukkelijk verboden is, volgens de wet toegestaan.” Daarom hadden de Amerikaanse ontwerpers meer vrijheid om creatieve oplossingen te ontwikkelen.

Van angst naar vrijheid
Deze historische voorbeelden worden meer van belang wanneer we overwegen dat het Aquariustijdperk het tijdperk is van individuele vrijheid en het tijdperk van de Heilige Geest. Hoe kan een kerk hopen dat ze volgelingen aantrekt in het nieuwe tijdperk, als ze niet de energie van dat tijdperk omarmt?

Als je wilt dat een kerk groeit, moet de organisatie ruimte openlaten voor individuele creativiteit opdat haar leden hun Christusschap tot uitdrukking kunnen brengen! Als je de gemeenschap met de Heilige Geest wilt opbouwen, moet je die geest de vrijheid geven om te waaien waarheen hij wil!

Om volledig de kans te benutten van het nieuwe tijdperk moet een kerk door een soortgelijke transformatie heen als de transformatie die in de eerste tijd van de christelijke beweging plaatshad. Veel van de eerste discipelen dachten dat ze alleen aan de joden moesten prediken. Met andere woorden, om de leringen van Christus te ontvangen, moest iemand aan bepaalde eisen voldoen. Je zou misschien kunnen zeggen dat het christendom op voorwaarden werd gegeven.

Een van de cruciale momenten in het vroege christendom, was dat de discipelen beseften, door de afdaling van de Heilige Geest, dat het in overeenstemming met Gods wil was om het christendom aan niet-joden te prediken. Dit was een drastische verschuiving in de denkwijze van de mensen. De discipelen begonnen toen het woord aan iedereen te prediken die maar wilde luisteren en daarom begonnen ze de leringen van Christus onvoorwaardelijk te geven.

Is dit de echte reden dat de christelijke beweging zo’n snelle groei doormaakte en zich heel ver over veel verschillende delen van de oude wereld verspreidde? Denk er eens over na hoeveel succes het christendom gehad zou hebben als de eerste discipelen alleen maar aan de joden hadden gepredikt. Hoe ver zou het christendom zich dan over de grenzen van het oude Israël hebben verspreid? Zou het christendom tegenwoordig een belangrijke wereldreligie zijn geweest, of zou het een kleine joodse sekte zijn?

De behoefte aan een nieuwe organisatorische cultuur
Wanneer je dit perspectief toepast op de organisatorische cultuur van veel kerken van tegenwoordig (christelijke en niet-christelijke), dan wordt het duidelijk dat veel kerken je niet de vrijheid geven die door de eerste christenen werd genoten. Veel kerken brengen hun leringen niet uit op een onvoorwaardelijke manier. In plaats daarvan hebben ze de neiging om voorwaarden te stellen en te zeggen dat de mensen aan bepaalde eisen moeten voldoen voor ze het waard zijn om de leringen te ontvangen en lid van hun organisatie te worden.

Veel kerken vragen bijvoorbeeld van hun leden om aan bepaalde eisen in de buitenwereld te voldoen, zoals gedoopt worden, geen alcohol drinken en wat dies meer zij. Hoewel dit vaak redelijke argumenten zijn, gebruikt een rigide kerkcultuur ze om een norm te creëren om de leden te beoordelen.

Een dergelijke cultuur kan niet zomaar spirituele leringen uitbrengen en mensen deze leringen laten volgen in overeenstemming met hun eigen persoonlijke innerlijke leiding. In plaats daarvan stelt de kerkcultuur een uiterlijke norm op voor hoe kerkleden moeten leven en iemand die hun norm niet handhaaft, wordt onderworpen aan diverse vormen van represaillemaatregelen (van op neergekeken worden tot geëxcommuniceerd). Degenen die alle uiterlijke normen tot op de letter opvolgen, krijgen vaak een ‘houding van dat zij heiliger dan gij’ zijn, die precies het tegenovergestelde is van de denkwijze van het Aquariustijdperk.

Men kan een aantal argumenten opnoemen waarom er misschien zo’n beperkende en veroordelende cultuur nodig was in het Vissentijdperk. Omdat we de richting van het Aquariustijdperk opgaan, is het echter nodig om erover na te denken of deze cultuur misschien verouderd is.

Het Aquariustijdperk is een tijdperk waarin het de bedoeling is dat het individu directe, innerlijke gemeenschap met God krijgt. Met andere woorden, het is de bedoeling dat iedere persoon direct contact met God en de geascendeerde meesters heeft. In vorige eeuwen was de mensheid nog niet tot het bewustzijnsniveau opgeklommen dat de gewone bevolking toe was aan directe gemeenschap.

Daarom hadden de mensen een structuur in de buitenwereld nodig die zou kunnen dienen als bemiddelaar tussen hen en God. In het nieuwe tijdperk is het de bedoeling dat mensen niet meer iets tussen zichzelf en God (en hun hogere zelf) laten positioneren.

De vraag die voor elke kerk komt, is: Is de huidige organisatorische cultuur bedacht om mensen te helpen direct contact op te bouwen met hun hogere zelf, of is die, zoals bij heel veel orthodoxe kerken, geschikter om mensen afhankelijk te maken van een organisatie?

Veel kerken hebben een organisatorische cultuur die door een stel strenge regels wordt beheerst. Sommige kerken zijn begonnen deze regels los te laten. Is de organisatorische cultuur echter gelouterd van de denkwijze die het gevolg was van een op angst berustende en op regels gebaseerde cultuur?

Zal een organisatorische cultuur die wordt gebaseerd op angst en controle in het nieuwe tijdperk waarschijnlijk mensen aantrekken? Is het waarschijnlijk dat, in het tijdperk van vrijheid, mensen bereid zijn een organisatorische cultuur te accepteren die door het strikt aanhangen van de regels in de buitenwereld wordt beheerst en door de geneigdheid om degenen te veroordelen die niet de regels tot op de letter gehoorzamen? Creëert zo’n cultuur een barrière om binnen te komen die lijkt op de eis uit de begintijd dat enkel joden de leringen van Jezus mochten ontvangen?

Om in het Aquariustijdperk succes te hebben, moet een kerk uitstijgen boven de op angst gebaseerde en veroordelende organisatorische cultuur. Dit is niet slechts een kwestie van de regels verwijderen. Het is een kwestie van een denkwijze omarmen die geschikt is voor het tijdperk van vrijheid. De Wet van Vrije Wil is de allerhoogste wet van dit universum. Als je de Wet van Vrije Wil accepteert, moet je accepteren dat mensen het recht hebben om spirituele leringen naar eigen goeddunken te benutten. Je kunt eenvoudig geen norm stellen voor hoe spirituele mensen zouden moeten zijn of hoe ze zich moeten gedragen.

En het allerbelangrijkste, je kunt niet toestaan dat er een soort oordeel over mensen en hun manier om spirituele leringen te interpreteren en te gebruiken, wordt gegeven. Geen enkel menselijk wezen kent de spirituele verworvenheden van iemand anders. Hoe kan iemand dan beoordelen wat juist is op het persoonlijke pad van iemand anders?

Als een organisatie, in de betekenis van zowel de leiders als de leden, een poging zou wagen om de oude veroordelende cultuur los te laten, zouden zich uitgebreide kansen voordoen. Als een organisatie haar voordeel kan doen met de kans die het Aquariustijdperk biedt, kan dit een belangrijke factor worden in het nieuwe tijdperk. Als de organisatie niet een nieuwe cultuur omarmt, zal ze waarschijnlijk klein blijven of haar leden verliezen.

Een nieuwe organisatorische structuur is noodzakelijk
Een ‘spirituele organisatie’ is bijna een contradictio in terminis. De organisatie wordt opgericht om spirituele leringen te promoten, maar een organisatie die door menselijke wezens wordt geleid, heeft de neiging om een eigen leven te gaan leiden.

De wens om de organisatie te handhaven en uit te breiden wordt vaak een doel op zich en dit doel is misschien wel de eclips van het oorspronkelijke doel om de spirituele leringen te verspreiden. Dit is nu juist wat er met het christendom is gebeurd toen de orthodoxe kerk werd gevormd. Binnen een paar eeuwen, had de georganiseerde kerk de diversiteit en spiritualiteit van de vroegchristelijke beweging weggevaagd en daardoor had ze effectief de spirituele missie van Christus afgebroken.

De christelijke beweging had zich bewogen van geen georganiseerde structuur naar een hoog gecentraliseerde en op macht gebaseerde organisatie. Veel moderne kerken hebben een georganiseerde structuur die zeer gecentraliseerd is en, in hoge mate, gebaseerd op controle. Als een kerk succes wil hebben in het Aquariustijdperk, moet ze deze gecentraliseerde structuur opgeven. In het tijdperk van vrijheid zal een gecentraliseerde en op controle gebaseerde organisatie waarschijnlijk geen grote aantallen leden of volgelingen aantrekken.

Maak plaats voor zowel de organisatoren als de scheppers
In een eerdere verhandeling wordt uitgelegd dat een succesvolle organisatie zowel organisatoren als scheppers nodig heeft en dit heeft belangrijke implicaties voor de groei van elke religie:

• In het verleden werden de leringen van veel religies zo verdund dat de oorspronkelijke inhoud van de leringen verloren ging. Om te voorkomen dat dit gebeurt, heeft een religie een sterke basis nodig van evenwichtige organisatoren die de zuiverheid en de integriteit van de leringen in hun huidige vorm kunnen handhaven. Het is echter essentieel dat deze mensen in evenwicht blijven en vermijden dat ze in de val lopen, omdat ze willen zeggen hoe de leringen die werden uitgebracht, moeten worden gebruikt.
• Om grote aantallen volgelingen aan te trekken, heeft een religie een sterke groep evenwichtige scheppers nodig die de leringen kunnen prediken en die in verband brengen met het huidige bewustzijnsniveau en huidige behoeften van de mensen. Het is essentieel dat deze mensen hun evenwicht bewaren en niet in de val lopen dat ze de leringen verdunnen, zodat de oorspronkelijke lering verloren gaat.

Dit wijst op een organisatorische structuur die twee sferen heeft:

• De binnenste kring. De missie van deze mensen is de leringen te behouden en ze beschikbaar te stellen in hun oorspronkelijke vorm. De oorspronkelijke leringen zullen een magneet vormen voor de hele organisatie en haar volgelingen. Dit onderdeel van de organisatie moet door de organisatoren worden geleid die flair hebben voor detail.
• De buitenste kring. De missie van deze mensen is iedereen te bereiken die ontvankelijk is voor een bepaald aspect van de leringen. De vereenvoudigde leringen zullen dienen als punt om voor het eerst contact met de organisatie te krijgen en zullen helpen om de mensen op het pad te verankeren dat door de organisatie wordt aangeboden. Naarmate mensen in bewustzijn stijgen, kunnen ze geleidelijk hun voordeel doen met de leringen in hun oorspronkelijke vorm. Dit onderdeel van de organisatie moet door scheppers worden geleid die het grote plaatje kunnen zien.

In een christelijke context zou de binnenste kring bijvoorbeeld kunnen onderzoeken wat er is gebeurd met de oorspronkelijke leringen van Christus en proberen die leringen met alle mogelijke middelen in ere te herstellen. Het doel is niet de huidige kerkdoctrines te verdedigen, maar om echt uit te zoeken wat Jezus heeft onderwezen.

De buitenste kring zou de boodschap van Christus in verband kunnen brengen met de ervaringen die mensen elke dag in de maatschappij van tegenwoordig hebben. Het doel zou dan zijn te onderzoeken wat Jezus in dit tijdperk tegen mensen zou zeggen en hoe zijn boodschap moderne mensen zou kunnen helpen om de uitdagingen die zij krijgen te overwinnen (deze uitdagingen zijn vanzelfsprekend anders dan de uitdagingen die mensen 2000 jaar geleden hadden).

Als een kerk zo’n organisatorische structuur zou omarmen, zou de binnenste kring een stabiel fundament kunnen vormen waar de buitenste kring zich omheen beweegt. De binnenste kring zou voor stabiliteit en evenwicht kunnen zorgen, terwijl de buitenste kring aanpassingen en groei zou bevorderen. Dit zou veel leden een gevoel van toewijding en missie geven, omdat ze dan kunnen zien hoe zij hun persoonlijke Christusschap tot uitdrukking zouden kunnen brengen en hun missie vervullen, terwijl ze binnen het kader van de kerk aan het werk zijn.

De leringen onvoorwaardelijk geven
Om volledig een paradigma te omarmen dat spirituele leringen onvoorwaardelijk worden gegeven, is het nodig om te overwegen wie de spirituele leringen in bezit heeft. Momenteel handelen veel kerken alsof de organisatie de spirituele leringen bezit die door de stichter van die kerk zijn gegeven.

Dergelijke organisaties hebben de neiging te denken dat ze het recht hebben om de macht over de leringen te hebben die worden uitgebracht en gebruikt. Een prima voorbeeld is de katholieke kerk die begon te doen alsof deze de leringen van Christus bezat. De katholieke kerk begon al gauw met de leringen te knoeien en veel van het oorspronkelijke bronmateriaal achter te houden.

Bezit een kerk in feite wel spirituele leringen? Zoals al eerder is gezegd, komen alle echte spirituele leringen uit de spirituele wereld. Als iemand zou kunnen zeggen dat men de eigenaar is, dan zouden het wel de geascendeerde meesters moeten zijn. Waarom zouden we dan niet overwegen of de leringen in feite van de wereld zijn; ze zijn het spirituele erfgoed van de wereld!

Dit zou misschien de deur kunnen openen voor het idee dat een organisatie niet zou moet proberen te beheersen hoe de leringen worden gebruikt. Wat een organisatie zou moeten doen, is de leringen in hun oorspronkelijke vorm bewaren en zich ervan verzekeren dat ze altijd beschikbaar zijn voor iedereen die ze wil hebben.

Dit wijst op een nieuwe manier om naar de rol van een religie te kijken. Een religie moet een kernorganisatie hebben met de rol om de leringen zonder voorwaarden beschikbaar te stellen. Daardoor kunnen de mensen de leringen naar eigen goeddunken gebruiken, zolang ze maar niet zeggen dat zij de leringen bezitten. Zo’n organisatie zou waarschijnlijk totaal onafhankelijk moeten zijn van welke kerk ook.

Bijvoorbeeld, je zou een niet-confessionele organisatie voor je kunnen zien die belast is met het in ere herstellen en publiceren van de originele leringen van Jezus en het vroege christendom. Elke kerk zou het materiaal dat door deze organisatie wordt gepubliceerd, kunnen gebruiken, maar geen enkele kerk kan de leringen bezitten of beheersen. Een kerk kan niet plotseling beginnen bepaalde elementen van de leringen achter te houden. Ze kan ervoor kiezen haar eigen doctrines te maken, maar ze kan die doctrines niet opdringen aan de organisatie die belast wordt met het bewaren van de leringen in hun originele vorm.

Een kerk kan haar eigen organisatorische structuur en regels bepalen. Een kerk kan echter niet verhinderen dat er andere groepen worden geformeerd die de leringen op een andere manier gebruiken.

Decentralisatie van de organisatie
In het Aquariustijdperk kan een spirituele organisatie niet met succes een rigide, gecentraliseerde structuur opleggen, zoals de orthodoxe kerken in het Vissentijdperk hebben gedaan. In plaats daarvan moet ze het ware gevoel van spirituele gemeenschap creëren.

Elke willekeurige gemeenschap wordt gebaseerd op vrijheid en diversiteit. Een kerk moet niet proberen de leringen of het gebruik van de leringen door mensen te regelen. Ze moet gewoon mensen de leringen aanbieden zonder ze te vertellen hoe ze die moeten gebruiken. Geef mensen een smorgasbord (Zweeds buffet) zonder ze te zeggen wat ze moeten eten.

Dit kan worden bereikt door het formeren van broederschappen toe te staan of organisaties die banden hebben met de religieuze organisatie. Vanwege het misbruik van macht in orthodoxe kerken hebben veel mensen bijvoorbeeld een negatieve houding ten opzichte van kerken. Deze mensen voelen zich misschien aangetrokken tot een organisatie die de leringen gebruikt zonder zichzelf een kerk te noemen. Andere mensen willen misschien een formelere of georganiseerde kerk en zulke mensen zouden kerken kunnen vormen die worden gebaseerd op religieuze leringen.

Nogmaals, de diversiteit van de vroegchristelijke beweging zou misschien een inspiratie kunnen zijn. Een grote diversiteit aan kerken en gnostische organisaties berusten op de leringen van Christus, toch waren er wel onderlinge verschillen. Op den duur ging de orthodoxe kerk zulke verschillen zien als een bedreiging voor haar macht en controle. De diversiteit heeft echter de explosieve groei van de christelijke beweging gecreëerd.

De orthodox christelijke kerk maakte het tot haar doel om de organisatie zelf uit te breiden en te verstevigen. In werkelijkheid moet het doel van een spirituele beweging zijn dat ze een bepaald spiritueel idee of een spirituele leer verspreid. Als dit doel wordt ondermijnd door de behoefte om de organisatie te versterken, dan is de organisatie tot doel op zich geworden in plaats van het middel tot een doel.

In het Aquariustijdperk is het niet waarschijnlijk dat mensen het idee pikken dat er maar één echte kerk is. Daarom moet de kerk een paradigma omarmen dat het mogelijk maakt om de spirituele leringen te verspreiden zonder lid te zijn van een specifieke organisatie! Een kerk moet kiezen wie ze wil dienen, het uiterlijke doel van een wereldlijke organisatie of het innerlijke doel van de geascendeerde meesters.