Het elitarisme overwinnen

door Kim Michaels

Voor een kerk ooit het paradigma (model) van leiderschap voor het nieuwe tijdperk kan overwinnen, moeten de leiders en leden van de organisatie helemaal met het verleden breken. Het is nodig te erkennen dat de organisatorische cultuur van de meeste kerken nog bepaalde elementen hebben (restanten uit het Vissentijdperk) die direct in tegenstelling staan tot het idee van individueel Christusschap. Helemaal voorop bij deze elementen staat de elitaire denkwijze die ontstaat uit het idee dat één lid van het lichaam van God belangrijker is dan het andere.

Bij de meeste organisaties vind je wel elitarisme. Door de geschiedenis heen hebben mensen geprobeerd zichzelf neer te zetten als een elite die op één of andere manier beter is en hoger staat dan de gewone bevolking. In veel gevallen gingen de leden van een elite geloven dat ze boven de wet stonden en dit heeft tot enkele van de verschrikkelijkste gruweldaden geleid die er op deze planeet zijn gezien.

Iedereen die bereid is met een objectieve blik naar zijn eigen organisatie te kijken, zou gemakkelijk kunnen zien of er in de organisatie ook patronen van elitarisme voorkomen. Zonder dat dit ergens staat, neemt men vaak aan dat de leden in verschillende categorieën kunnen worden ingedeeld van meer of minder belangrijke personen. Bepaalde leiders staan vaak boven de leden. Misschien worden leiders zelfs gezien als onfeilbaar of zijn boven twijfel verheven.

Deze indeling van de leden en het waardeoordeel dat daaruit voortvloeit, leidt niet alleen tot de aanname dat sommige mensen belangrijker zijn dan andere. Dit leidt gemakkelijk tot de veronderstelling dat als er een meningsverschil bestaat tussen een lid van de elite en een lid van de massa, het lid van de elite dan altijd en automatisch gelijk krijgt.

Dit kan er ook voor zorgen dat leiders ideeën negeren van mensen die niet tot de elite gerekend worden. Daardoor ontstaat er een menselijke hiërarchie die niets te maken heeft met de hemelse hiërarchie. Vanuit een hoger perspectief is het elitarisme simpelweg het menselijke equivalent van de pikorde die je vaak in een kippenhok ziet en die is niet waardevoller en belangrijker dan de pikorde. Die ontstaat uit de hoogmoed en de relativiteit van het menselijke denken. In de hemel is hoogmoed onbekend en daarom is er geen plaats voor in een spirituele organisatie.

Als het elitarisme deel van de cultuur van een organisatie is geworden, wordt het automatisch veel moeilijker voor de geascendeerde meesters om met die organisatie te werken. De aard van het elitarisme is juist dat sommige mensen belangrijker zijn dan anderen. Maar er is duidelijk gezegd: “Voor God zijn alle personen gelijk.” Wanneer de geascendeerde meesters een nieuw idee naar buiten proberen te brengen, zoeken ze iemand die de vaardigheid van geest heeft en de bereidheid van hart om het instrument te zijn om dat specifieke idee naar buiten te brengen. Dit zijn innerlijke eigenschappen en die hebben niet beslist iets te maken met iemands positie in de maatschappij of een bepaalde organisatie.

Het ligt in de aard van een elitaire cultuur om veel belang te hechten aan de positie van iemand in de menselijke hiërarchie op de wereld. In een elitaire cultuur is de belangrijkste vraag niet of een idee waardevol of nuttig is, maar eerder wie met het idee komt. Als je naar de geschiedenis kijkt, vind je talloze voorbeelden van hoe echte ideeën door de heersende elite werden afgewezen, omdat het idee niet door een lid van die elite werd geopperd. In sommige gevallen heeft de afwijzing van een idee door de elite verstrekkende gevolgen gehad voor zowel de elite als de gewone bevolking (waar de Franse Revolutie een overduidelijk voorbeeld van is).

Wijs de boodschapper niet af
Het belangrijke punt is dat het niet van belang is wie het idee naar buiten brengt. Alle ideeën zouden alleen op basis van hun verdienste moeten worden beoordeeld en de organisatie zou nooit andere overwegingen moeten meewegen in het besturingsproces. Juist deze neiging om een idee te beoordelen op basis van waar het vandaan komt, is een van de grootste obstakels die de geascendeerde meesters moeten opruimen in hun pogingen om het bewustzijn van de mensheid te verheffen.

Denk er eens over na waarom een nieuw religieus idee zo vaak naar buiten werd gebracht door iemand die geen onderdeel vormde van de religieuze hiërarchie uit die tijd. Waarom was Jezus geen orthodox joodse rabbi? Omdat in die tijd de orthodox joodse religie zo doordrenkt was van een elitaire cultuur en een veroordelende denkwijze dat ze niet meer openstond om het woord van God te horen.

Daarom kon God geen nieuw idee naar buiten brengen door middel van de structuur van de georganiseerde religie. Wanneer je naar de geschiedenis van het christendom kijkt, kun je zien dat de christelijke beweging in het begin heel erg divers was. Geleidelijk aan begon de orthodoxe kerk op te komen en die verpletterde de diversiteit onder de gnostici.

De belangrijkste zorg voor elk kerkleiderschap zou moeten zijn: “Dood de boodschapper niet!” Wijs de boodschapper niet af, ongeacht waar, of in wat voor vorm hij of zij misschien verschijnt. Een kerk moet een manier vinden om alle leden te laten spreken en met ideeën aan te komen die met kerkzaken te maken hebben. De kerk moet ook een manier vinden om dergelijke ideeën te laten beoordelen door een grote groep mensen.

In het Aquariustijdperk is decentralisatie de sleutel tot de overleving van een organisatie. Een grote organisatie kan geen gevoel van gemeenschap opbouwen. Je moet je ervan verzekeren dat beslissingen worden genomen door een groep mensen die zo breed is dat ze niet gemakkelijk in de val van het elitarisme trapt. In dit opzicht lijkt het voor de hand liggend dat de mensen moderne technologie gebruiken om te communiceren, vooral het internet.

Het is natuurlijk niet de bedoeling om de indruk te wekken dat elke kerk een elitaire manier van denken heeft. Bij veel kerken is dat niet zo, maar tot de organisatie zich heeft gezuiverd van die denkwijze, zal het elitarisme de stroom nieuwe ideeën blijven blokkeren.

Niet iedereen is een boodschapper
Het is essentieel te begrijpen dat de ideeën die hier gepresenteerd worden, niet betekenen dat iedereen moet beginnen boodschappen van de geascendeerde meesters te ontvangen. Als iedereen begint rond te rennen en zegt: “God heeft me gezegd dat je dit moet doen”, en iedereen het gevoel heeft dat ze hun boodschappen aan anderen en de organisatie moeten opdringen, dan zal de organisatie letterlijk in een chaos terechtkomen en zal dit veel onrust brengen.

Je moet erkennen dat het menselijke denken altijd een of ander onbetwist gezag wil zijn. In een spirituele en religieuze organisatie bestaat altijd het gevaar dat het menselijke denken zal proberen om goddelijk gezag op te eisen. In veel spirituele organisaties bestaat altijd de neiging dat mensen quotes van de leiders in de organisatie gebruiken om hun punt te bewijzen. Vaak worden deze quotes uit hun verband gerukt en kunnen daarom gemakkelijk verkeerd uitgelegd en verkeerd gebruikt worden.

Als iedereen begint boodschappen uit het spirituele rijk te ontvangen en ze gaat gebruiken in een poging om hun persoonlijke standpunt te rechtvaardigen, dan komt de organisatie nergens. Daarom moet er gezond evenwicht zijn.

Ook moet je nooit proberen om ‘boodschappen’ te krijgen die mensen vertellen (waaronder aan jou) wat je moet doen. In plaats daarvan zou je moeten zoeken naar beter inzicht waardoor de mensen de mogelijkheid krijgen om juiste beslissingen te nemen.

Duistere krachten zullen mensen maar al te graag vertellen wat ze moeten doen, omdat ze geen respect voor de vrije wil hebben. De geascendeerde meesters hebben het allergrootste respect voor de vrije wil van een persoon. De essentie van het pad is dat elke persoon zijn of haar persoonlijke overwinning moet behalen door juiste keuzes te maken. Juiste keuzes zijn niet het resultaat van wat iemand, een autoriteit van buitenaf, tegen jou heeft gezegd wat je moet doen. Juiste keuzes zijn het resultaat van een innerlijk proces waardoor je meer inzicht in een kwestie krijgt. Nadat je het juiste inzicht hebt ontvangen, is het gemakkelijk om te beslissen wat je moet doen.

Het is ook belangrijk dat mensen niet geloven dat elk willekeurig idee dat ze krijgen, het enig mogelijke idee of het enig goede idee is. Daarom is het zo belangrijk dat er een grote groep mensen is die ideeën kan beoordelen die door de leden worden aangedragen. Door een groot aantal mensen te betrekken bij het evaluatieproces en door consensus te zoeken in plaats van de stem van de meerderheid, kom je waarschijnlijk op het beste idee uit dat mogelijk is.

Het is ook belangrijk om te beseffen dat er op de materiële wereld niet zoiets bestaat als een absolute waarheid. In feite is er helemaal niets absoluut (natuurlijk is deze uitspraak geen absolute uitspraak). Daarom kan één persoon niet altijd gelijk hebben. In feite moet je nooit met ideeën aankomen om gelijk te krijgen van andere mensen. In plaats daarvan zou je absoluut respect moeten hebben voor de vrije wil van anderen, waaronder het recht van anderen om het niet met jouw idee eens te zijn.

Je moet anderen niet beoordelen op deze keuze, hoe overtuigd jij er zelf ook van bent dat jouw idee belangrijk of het juiste is. Je moet er al genoeg aan hebben om een idee te presenteren en dan de mensen totaal de vrijheid geven om dit te accepteren of af te wijzen.

Het is heel belangrijk om te beseffen dat er, wanneer je naar de toekomst van een spirituele organisatie kijkt, veel manieren naar de overwinning leiden en veel manieren naar de nederlaag leiden. Je kunt niet simpelweg een norm stellen die zegt dat als de organisatie dit doet, ze zal mislukken, en als de organisatie dat doet, ze zal slagen.

De geascendeerde meesters hebben niet slechts één oplossing voor hoe een bepaalde kerk zich zou moeten ontwikkelen. God heeft iedereen vrije wil gegeven en daarom zal het lot van een organisatie het gevolg zijn van de keuzes die door de individuele leden worden gemaakt. In het plan van God staan veel manieren waarop een organisatie de overwinning kan behalen. Hoewel het belangrijk is dat ieder er afzonderlijk voor openstaat om ideeën van Boven te ontvangen, is het net zo belangrijk dat mensen niet gehecht raken aan de ideeën die ze ontvangen of hoe andere mensen reageren op die ideeën. Het is essentieel om de juiste handeling te verrichten, maar niet gehecht te zijn aan de vruchten van die actie.

Red jezelf – geen anderen!
Wanneer je ideeën presenteert, is het essentieel dat je het feit erkent dat God iedereen vrije wil heeft gegeven. Het gevolg hiervan is dat je niet verantwoordelijk bent voor de verlossing van welk ander mens ook.

Ieder is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar eigen verlossing en alles hangt af van de keuzes die ieder afzonderlijk maakt.
Als je echt Gods beslissing respecteert om mensen vrije wil te geven, zul je er nooit aan gehecht raken hoe andere mensen op jouw ideeën reageren. Je krijgt nooit het gevoel dat het jouw missie of plicht is om anderen tot een bepaald overtuigingssysteem te bekeren. Je volgt gewoon je eigen overtuigingen naar beste kunnen en laat alle anderen hetzelfde doen. Geloven en laten geloven.

Eén van de belangrijkste problemen in een spirituele organisatie is dat sommige mensen het gevoel beginnen te krijgen dat het hun plicht is om anderen te redden. Daarom raken ze gehecht aan wat andere mensen geloven of wat ze doen. Het is maar een kleine stap om te gaan geloven dat het, omdat het zo belangrijk is om iemand te redden, acceptabel is om die persoon te gaan manipuleren in een poging om hem te dwingen om iets te accepteren waarvan jij denkt dat het de enige waarheid is. Het is vooral voor leiders van een spirituele organisatie heel gemakkelijk om in deze val te lopen.

Pas op voor duistere krachten
Wanneer je leden als boodschappers om te dienen om ideeën van Boven naar buiten te brengen, is het belangrijk dat je erover nadenkt dat er duistere krachten zijn die proberen personen en organisaties te beïnvloeden.

Hoewel dit een legitieme zorg is, is het niet een zorg die gebruikt moet worden om de stroom van ideeën in te perken. Het is ongetwijfeld zo dat een paar mensen openstaan voor duistere krachten, maar anderen zullen openstaan voor de Heilige Geest. De enige manier om te groeien is door je geest open te stellen voor ideeën die verder gaan dan je bestaande kennis en overtuigingen. Wanneer organisaties en individuele personen hun geest beginnen af te sluiten voor nieuwe ideeën, stagneren ze en stopt hun groei. Dus de keus is simpel: je kunt kiezen voor groei en je geest openstellen voor nieuwe ideeën, of je kunt kiezen voor stagnatie en je geest afsluiten.

Je kunt jezelf niet openstellen voor nieuwe ideeën zonder jezelf te openen voor zowel hogere als lagere krachten. Je kunt de deur niet voor de ene sluiten zonder de deur ook voor de andere te sluiten. Dit ligt in de aard van het materiële universum en je kunt dit feit beter accepteren dan er weerstand aan bieden door je geest af te sluiten.

De meeste spirituele organisaties hebben hulpmiddelen om de lagere krachten op afstand te houden. Als je gelooft dat deze werktuigen werken, dan moet je geloven dat het mogelijk is dat mensen ideeën ontvangen die niet door duistere krachten worden beïnvloed. Hoe meer mensen erbij betrokken zijn, hoe minder waarschijnlijk het is dat iedereen door een verkeerd idee om de tuin wordt geleid. Je kunt niet alle mensen de hele tijd om de tuin leiden.

Om te groeien moet je bereid zijn om de deur van je geest open te zetten, maar je moet je onderscheidingsvermogen gebruiken voor je iets door die deur binnen laat komen. De essentie van Christusschap is onderscheidingsvermogen. Wanneer de ziel het contact heeft verloren met het spirituele zelf, heeft ze geen richtlijn om te bepalen wat echt of onecht is. Het Christusbewustzijn is een bemiddelaar tussen de ziel en het spirituele zelf.

Toen Jezus zei: “Ik kom geen vrede brengen, maar het zwaard”, verwees hij naar de vaardigheid van het Christusbewustzijn om het echte van het onechte te scheiden. Naarmate mensen groeien in Christusbewustzijn, verscherpt dit hun vaardigheid om te weten wat echt en onecht is.

Als je met angst reageert en redeneert dat we ten koste van alles moeten voorkomen dat duistere krachten onze organisatie beïnvloeden, dan gooi je het Christuskind met het badwater van het menselijke denken weg. (Tussen haakjes: angst is één van de meest gebruikte werktuigen die duistere krachten gebruiken om macht over mensen te krijgen.)

In dit opzicht moet erop worden gewezen dat het heel goed mogelijk is om lid te zijn van een spirituele organisatie en alle regels en doctrines op te volgen zonder echt bezig te zijn met het pad om persoonlijk Christusschap te manifesteren. De essentie van Christusschap is dat je bereid bent om je vaardigheid te vergroten om onderscheid te maken tussen wat echt en onecht is. Door dat te doen, ben je ook bereid om het risico te lopen fouten te maken. Als je onderscheidingsvermogen hebt, hoef je de duistere krachten niet te vrezen. Als je dergelijke angsten hebt, dan moet je er misschien aan werken om onderscheidingsvermogen te krijgen.

Niemand zal altijd gelijk hebben, niemand zal altijd het beste idee krijgen en heel weinig mensen zullen altijd ideeën krijgen die niet worden beïnvloed door het menselijke denken. Van tijd tot tijd kan iedereen ideeën naar buiten brengen die door het menselijke denken zijn beïnvloed. Maar je hoeft niet perfect te zijn om de geascendeerde meesters te dienen. Geen enkele spirituele leider hoeft perfect te zijn. In plaats daarvan was het de bedoeling aan te tonen dat de geascendeerde meesters zelfs een onvolmaakt persoon als instrument kunnen gebruiken. Waarom zouden de meesters zo’n voorbeeld willen stellen?

Zijn of niet zijn
Als je niet bereid bent risico te lopen, kun jij je niet bezig houden met het spirituele pad dat naar verlossing leidt. Daarom moet je zolang je fysiek geïncarneerd bent, bereid zijn met de vraag te worstelen wat echt is en onecht. En je moet ernaar streven om je vaardigheid te vergroten om onderscheid tussen die twee te maken.

Als je niet bereid bent dat te proberen, kun je ook geen vooruitgang boeken. Als een organisatie als geheel met angst reageert en niet bereid is met het idee te worstelen dat elk lid een waardevol idee van Boven kan opperen, dan kan de organisatie ook niet groeien. Dit gaat terug op de oude vraag waar Hamlet voor stond. Bereid te zijn om je bezig te houden met het proces om je Christusschap op te bouwen, of daartoe niet bereid te zijn.

Als je geen risico wilt lopen, als je niet bereid bent het te proberen, dan veroordeel jij je tot het verlamd zijn door het menselijke denken. Die keus is aan jou en aan jou alleen. Je persoonlijke keus zal echter de ‘keus’ van je organisatie beïnvloeden.