Een gemeenschap opbouwen

door Kim Michaels

Eén van de essentiële vragen voor een organisatie is hoe je de leden erbij betrekt en ze verenigt. In het nieuwe tijdperk zullen de mensen naar gemeenschap zoeken en willen ze een organisatie die het gevoel opbouwt dat ze erbij horen door hen te laten deelnemen aan het leven in de organisatie. Met andere woorden een succesvolle organisatie moet een gezamenlijke inspanning zijn die de gemeenschap opbouwt in plaats van een onemanshow die de macht in handen van een kleine elite concentreert.

In het Vissentijdperk hadden de kerken meestal een gecentraliseerde machtsstructuur waarin een kleine elite haar wil aan de leden dicteerde. Mensen moesten eraan meewerken of vertrekken. Deze gecentraliseerde macht berustte vaak op angst. Als je niet de aanwijzingen opvolgde van de regerende elite, dan zou je niet gered worden.
In het nieuwe tijdperk werkt dit niet meer. Mensen geloven niet dat de organisatie de sleutel tot verlossing is. Daarom kun je hen niet zo bang maken dat ze zich eraan onderwerpen.

Dit laat de vraag over hoe een organisatie haar leden kan verenigen door doelen te stellen waar de leden aan kunnen werken en conflicten op te lossen. Als de gecentraliseerde macht geen conflicten meer kan oplossen, hoe kun je dan verdeeldheid en conflicten oplossen? Dit kan enkel lukken, als de organisatie een manier biedt om verder te kijken dan de relativiteit van het menselijke denken.

De meeste kerken werden gesticht door een leider die contact had met het spirituele rijk. Door dit contact kon de leider aanwijzingen en leringen geven. Als de leden de spirituele leiding aanvaardden, zouden conflicten kunnen worden opgelost en de leden verenigd blijven. Daarom zou direct contact met het spirituele rijk al een zeer waardevol onderdeel van elke spirituele organisatie moeten zijn.

Om te begrijpen waarom, hoef je alleen maar naar de geschiedenis te kijken van vele spirituele en wereldlijke organisaties. Als een organisatie niet een bepaald mechanisme heeft dat haar in staat stelt om aan de relativiteit van het menselijke denken te ontkomen en de machtsstrijd die daar onvermijdelijk het resultaat van is, dan zal de organisatie óf door conflicten uit elkaar vallen óf rigide worden door de gecentraliseerde macht.

Elke organisatie staat voor talrijke vragen die moeten worden beantwoord. Om deugdelijke antwoorden te vinden, moet de organisatie een manier vinden om buiten het menselijke denken om te gaan. Als de organisatie geen directe verbinding heeft met een hoger bewustzijnsniveau, dan zal de organisatie onvermijdelijk verwikkeld raken in de eeuwige menselijke machtsstrijd. Eén aspect van deze machtsstrijd is de strijd tussen de rebellen en de rechters, zoals in de vorige verhandeling werd beschreven. Er zijn echter talloze andere aspecten van het menselijke denken die gaan meespelen.

Het enige middel voor een spirituele organisatie om te overleven en te groeien is een directe verbinding te hebben en te onderhouden met de spirituele wezens die als mentor en leraar van de mensheid dienen. Veel kerken hebben hun oorspronkelijke stichter niet meer en daardoor zijn ze de directe verbinding met de geascendeerde meesters kwijtgeraakt. Die kerken hebben twee opties:

• De kerk kan redeneren dat niemand anders ooit hetzelfde directe contact kan krijgen dat door de oorspronkelijke leider werd ervaren. De onvermijdelijke uitkomst is dat de organisatie verwikkeld zal raken in de menselijke machtsstrijd.
• De kerk zou kunnen overwegen of er een alternatief is om zo’n contact te krijgen en te onderhouden. In het Aquariustijdperk is het de bedoeling dat talrijke mensen hun Christusschap belichamen. Terwijl iemand zijn Christusschap opbouwt, kan hij of zij dienen als verbinding tussen het materiële universum en het spirituele rijk. Zo iemand kan dienen om nieuwe ideeën, aanwijzingen of zelfs nieuwe spirituele leringen naar buiten te brengen die de organisatie nieuw leven kunnen inblazen.

Als de boodschapper een mier is
Het ligt juist in de aard van individueel Christusschap dat naarmate iemand zijn of haar Christusschap opbouwt, die persoon een verbinding legt die het menselijke denken te boven gaat. Daarom kan de persoon, door dat Christusschap, dienen als boodschapper tussen de materiële wereld en de spirituele wereld. Hieruit volgt dat iedereen die een bepaald niveau van Christusschap heeft verworven, als boodschapper kan dienen om specifieke ideeën en specifieke antwoorden op de vragen die een organisatie heeft, naar buiten te brengen.

Een boodschapper is eenvoudig iemand die verder dan het menselijke denken en het fysieke octaaf reikt om een idee of boodschap uit het spirituele rijk mee te nemen. Door de geschiedenis heen hebben de geascendeerde meesters talloze mensen als instrument gebruikt om nieuwe ideeën naar buiten te brengen. Wat is ervoor nodig om zo’n instrument te worden? Een open geest en hart, en ook bepaalde kennis over een specifiek onderwerp. Bijvoorbeeld, als een spirituele leraar een nieuwe vorm van technologie naar buiten wil brengen, werkt hij waarschijnlijk met iemand die expert is op dat terrein.

Wanneer je dit op een kerk overzet, besef je dat elke organisatie talrijke vragen krijgt over veel kennisgebieden. Daarom moet de kerk, als de kerk de best mogelijke antwoorden wil vinden op deze vele vragen, experts aantrekken op diverse terreinen. Het is niet waarschijnlijk dat de top van het leiderschap uit een vertegenwoordiger van elk terrein dat er is, bestaat. Daarom moet het bestuurslichaam van elke kerk openstaan voor experts uit de grotere gemeenschap. Enkel door deze bredere inbreng toe te laten, kan de organisatie een gemeenschap opbouwen en de leden erbij betrekken.

In dit opzicht moet het duidelijk zijn dat ‘expertise’ niet beslist betekent dat men een graad heeft of een bepaalde positie in de maatschappij. Sommige mensen hebben groter inzicht in een bepaald onderwerp opgebouwd. Daardoor zouden ze misschien in staat kunnen zijn om een idee op terreinen naar buiten te brengen waar ze in dit leven in de buitenwereld geen expertise in hebben. Het motto zou moeten zijn dat ook als de boodschapper in de vorm van een mier verschijnt (een nederig en schijnbaar onbetekenend diertje) de organisatie nog wel naar de boodschap zou moeten luisteren.

Dit vraagt natuurlijk om veel nederigheid in de top van het leiderschap en traditioneel ontbreekt het aan deze eigenschap in veel organisaties. Het zou misschien verstandig zijn om eraan te denken dat God geen onderscheid maakt tussen mensen en dat de eersten de laatsten zullen zijn en de laatsten de eersten. Beperk niet Gods vermogen om door iemand te spreken die geen officiële positie heeft. Vergeet niet om vreemden gastvrij te ontvangen, want zo hebben sommige mensen onbewust engelen ontvangen.

Het doel van de geascendeerde meesters
Wanneer je nadenkt over de vele vragen die een kerk krijgt in de snel veranderende wereld van tegenwoordig, wordt het duidelijk dat geen enkele groep leiders of experts kan gaan zitten om al deze vragen te analyseren met hun lagere bewustzijn. Er bestaat gewoon geen manier om deze vragen te beantwoorden met het lagere bewustzijn, hoeveel mensen spiritueel ook bereikt hebben of hoeveel expertise ze ook mogen hebben. De enige manier om deugdelijke antwoorden te vinden, is door uit te reiken naar de spirituele wereld en een antwoord naar buiten te brengen dat direct van de spirituele meesters komt.

Denk eraan dat de meeste kerken zijn begonnen, omdat de stichter direct contact had met de geascendeerde meesters. Dit is het proces waardoor elke organisatie werd opgebouwd en onderhouden die door de geascendeerde meesters worden gesponsord. Waarom zou iemand aannemen dat de meesters plotseling willen dat dit proces stopt? Waarom zou iemand aannemen dat, omdat de stichter van een organisatie er niet meer is, de meesters niet meer met de leden en leiders van die organisatie willen communiceren? Waarom zouden mensen niet gewoonweg kunnen redeneren dat de organisatie een nieuw stadium is ingegaan en dat ze een nieuwe manier moet vinden om direct met de geascendeerde meesters te communiceren?

Het echte doel van de geascendeerde meesters is om elke persoon te helpen om een directe verbinding te krijgen met hun Christuszelf en daarmee samen met de spirituele leraren te dienen om alle mensen te helpen. In het Vissentijdperk hadden maar een paar mensen dat niveau van Christusschap bereikt. Daarom werden de vele organisaties opgericht door één persoon die meer verworven had dan de meeste leden.

In het Aquariustijdperk moet dit veranderen. Het is de bedoeling dat miljoenen mensen persoonlijk Christusschap opbouwen. Daarom is het doel van een spirituele organisatie niet meer dat er één persoon is die rechtstreeks met de geascendeerde meesters kan communiceren en dat alle anderen de blinde volgelingen worden van die ene persoon. Het echte doel van een organisatie is om iedereen, die bereid is, zover te brengen dat ze kunnen communiceren met de spirituele wereld door hun Christuszelf.

Laat niemand Jouw Kroon afpakken, is ook van toepassing op je betrokkenheid bij een spirituele organisatie en een spirituele leider. Als jij jezelf laat denken dat jij, omdat je een spirituele leider hebt gevonden, geen contact meer hoeft te leggen met je Christuszelf, dan heb je de rol van die leider gesaboteerd. Als jij jezelf laat denken dat jij, omdat je lid bent van een bepaalde organisatie alleen maar de regels en doctrines in de buitenwereld hoeft op te volgen en geen direct contact met je Christuszelf hoeft te maken, dan heb jij de rol van de organisatie gesaboteerd.

Het leiderschapsmodel in het Aquariustijdperk
Elke kerk moet erkennen dat de organisatie een leiderschapsmodel moet omarmen dat geschikt is voor het Aquariustijdperk. In dit leiderschapsmodel is niet dat één persoon een dominante rol speelt in de organisatie. Het concept van één dominante leider is een model uit het Vissentijdperk dat in het nieuwe tijdperk geen succes zal hebben.

De geascendeerde meesters steunen één persoon of groepering eenvoudig niet de hele tijd. Ze zoeken de waarheid waar je die ook maar kunt vinden. Ze ondersteunen het individu dat bereid is om te reiken naar een hoger inzicht in deze kwestie en die persoon zit misschien niet in een leiderschapspositie. Als een spirituele organisatie het wil overleven in het Aquariustijdperk, moet ze het idee omarmen dat niemand altijd de juiste antwoorden kan hebben.

Er is gezegd dat het Aquariustijdperk het tijdperk is van de Heilige Geest. De belangrijkste uitspraak die ooit over de Heilige Geest is gegeven, is: “De Heilige Geest waait waarheen hij wil.” Je kunt de Heilige Geest niet gevangen zetten in een aantal regels en doctrines en je kunt de manier waarop deze zich tot uiting brengt niet tot een bepaalde groep mensen beperken (zoals het leiderschap van een kerk).

Dit is uitgebreid gedemonstreerd door de orthodoxe kerken in het Vissentijdperk en er is absoluut geen behoefte om het een kerk nog een keer te laten bewijzen! Het paradigma dat zou moeten worden overwogen door elke spirituele organisatie is:

• De organisatie slaagt alleen als ze ideeën omarmt die uit het spirituele rijk komen.
• Voor iedere vraag die een organisatie tegenkomt, hebben de geascendeerde meesters een antwoord dat de organisatie vooruit brengt.
• De geascendeerde meesters zijn maar al te graag bereid om deze antwoorden aan de organisatie te geven. De meesters zijn echter niet bereid om één persoon het monopolie te geven op het ontvangen van die antwoorden. De reden is de noodzaak dat veel mensen hun individuele Christusschap moeten opbouwen.
• Om communicatie van de geascendeerde meesters te ontvangen, moet een organisatie het idee accepteren dat de top van het leiderschap niet altijd de juiste antwoorden heeft.
• In plaats daarvan kan elk lid van een organisatie als instrument worden gebruikt door de geascendeerde meesters om het beste antwoord voor een specifieke vraag naar buiten te brengen.
• De leiders van een organisatie moeten bereid zijn om verder te kijken dan een kleine kring mensen en naar de grotere groep leden kijken voor antwoorden en ideeën die nodig zijn om de kerk vooruit te brengen.

In principe is het paradigma van het Aquariustijdperk dat een organisatie niet een kleine groep leiders kan hebben en een grote groep volgers. In het nieuwe tijdperk moeten de leden van een spirituele organisatie opklimmen naar een hoger niveau van betrokkenheid en stoppen zichzelf te zien als volger.

Als zowel leiders als leden van een kerk volledig dit paradigma omarmen, kan de organisatie een kwantumsprong vooruit maken. Bestaande leden zullen zichzelf weer gaan wijden aan de organisatie en worden er veel nieuwe leden aangetrokken. Mensen hongeren naar gemeenschap, maar die gemeenschap moet hen de vrijheid geven om hun Christusschap tot uitdrukking te brengen.