Geascendeerde Meester Jezus, 28 maart 2005
Nogmaals, veel zielen die vrijwillig een aandoening op zich namen om een bepaalde hoeveelheid wereldkarma te vereffenen, zullen vast komen te zitten door die aandoening veel langer te dragen dan nodig is, ver voorbij het punt waarop ze feitelijk die portie wereldkarma hebben vereffend en daarna vrij zijn zich op de positieve aspecten van hun goddelijke plan te richten, namelijk om hun geschenken naar deze wereld te brengen.
Een levensstroom heeft twee bedoelingen om te incarneren. De ene is het kruis te dragen, de andere is zijn geschenk te brengen. En spirituele mensen kiezen er vaak voor om eerst het kruis op te nemen en als ze die taak eenmaal hebben volbracht, zijn ze vrij om heel te zijn en hun geschenk te brengen. Maar als ze erin worden geluisd om tegen het dragen van hun kruis in opstand te komen en als ze niet bereid zijn hun menselijke ego en hun gehechtheden op dat kruis te laten sterven, dan komt de levensstroom vast te zitten. En dit gebeurde met Petrus – hij erkende de Christus, maar hij was niet bereid zich volledig met mij te identificeren, zelfs niet tot op het punt dat hij bereid was naast mij gekruisigd te worden als dat Gods plan was geweest.
De sleutel om uit deze impasse te komen, is door van mijn voorbeeld te leren, toen je mij de nacht voor mijn veroordeling en kruisiging in de Hof van Gethsémané zag. En opnieuw, de slangen van deze wereld hebben een vals beeld van Jezus Christus geschapen waardoor het voor de meeste mensen bijna onmogelijk wordt zich met mij te identificeren. En daardoor hebben zij de neiging stilzwijgend aan het feit voorbij te gaan dat ik, toen ik in die tuin was, diep verontrust en inwendig diep verscheurd werd.
Ik huilde tranen van bloed. Ik leed, zoals zoveel andere mensen lijden, door het dragen van de last die ik droeg, door mijn kruis mee te dragen, en door de gedachte aan wat er daarna zou gebeuren. En dit vormde zo’n zware last voor mij dat ik, hoewel mijn Bewuste Jij vrijwillig aangeboden had om in die situatie terecht te komen, ik God toch nog vroeg om die beker bij mij weg te nemen. En dit laat je zien dat Jezus Christus inderdaad een mens was zoals jij en niet een of andere God en niet een supermens, voor wie het pad gemakkelijk was.
Het pad was niet gemakkelijk voor mij. Ik was die avond net zo ontmoedigd en in paniek als elk ander mens dat ooit ontmoedigd is geweest. Maar de inspiratie die je hieruit kunt halen, is dat ik uiteindelijk op het punt kwam dat ik bezit van mijn situatie nam. Ik besloot dat ik bereid was Gods wil te laten geschieden en niet de lagere wil van de gewone denkgeest. En dus gaf ik mij over aan God en zei: “Niettemin Vader, laat niet mijn wil maar de uwe geschiede.” Toch had ik mij niet aan God kunnen overgeven, als ik niet bezit van mijn situatie had genomen, als ik niet eigenaar ervan was geworden tot op het moment dat ik, als ik die aandoening eeuwig had moeten houden, er vrede mee gehad zou hebben.
Dit is een deel van een langere lering. Het hele dictaat kun je hier lezen.