ONDERWERPEN: Geascendeerde meesters proberen op vele manieren het bewustzijn van de mensen te verhogen – de boodschap wordt door het bewustzijn van de boodschapper gegeven – mensen kunnen worden geïnspireerd zonder de meesters te kennen – meer geïnspireerd door Kuthumi dan door Jezus – beperkt, omdat de boodschapper niet in duistere krachten gelooft
Vraag: Heb jij het boek ‘Een Cursus in Wonderen’ gedicteerd?
Antwoord van Geascendeerde Meester Jezus door Kim Michaels:
Hoewel dit misschien op een ja-of-nee-vraag kan lijken, is het eigenlijk een tamelijk complexe vraag. Een kort antwoord zou dan ja en nee zijn.
Zoals ik overal op deze website uitleg, is er een spiritueel rijk boven en verder weg dan het materiële universum. In dit spirituele rijk zijn een groot aantal spirituele wezens die als spirituele leraren voor de mensheid dienen. We hebben verschillende namen gekregen, maar op deze website gebruik ik de naam geascendeerde meesters.
De rol van de geascendeerde meesters is het bewustzijn van onze niet geascendeerde broeder en zusters verhogen tot zij een hogere bewustzijnsstaat bereiken die ik het Christusbewustzijn noem. Daarnaast is het ons doel om dit bewustzijn in het materiële universum te verankeren en zo de vibratie van het materiële universum verhogen tot dit gespiritualiseerd wordt.
Door de geschiedenis heen hebben diverse leden van de geascendeerde meesters tot een groot aantal spirituele leringen geïnspireerd. We hebben deze leringen gegeven met diverse middelen, maar voor het overgrote deel zijn ze gegeven door het bewustzijn van een bepaald individu dat in staat was zijn of haar bewustzijn zodanig te verhogen dat die contact met ons kon maken.
Wanneer we een spirituele lering door het bewustzijn van iemand heen uitgeven, is het onvermijdelijk dat de lering wordt beïnvloed door het bewustzijn van die persoon. Afhankelijk van de persoon zorgt dit er misschien voor dat de spirituele lering alleen geïndividualiseerd wordt, of dat de lering in diverse gradaties wordt vervormd.
Laat me jouw vraag in twee aparte delen beantwoorden. Het eerste deel van je vraag is: “Heb ik, Jezus, de leringen die je in ‘Een Cursus in Wonderen’ ziet, uitgebracht?” De waarheid over zo’n situatie is dat wanneer een geascendeerd wezen een niet geascendeerd wezen benadert, het geascendeerde wezen door het filter van het bewustzijn van de persoon heen moet werken. Het is in de geschiedenis al vele malen gebeurd dat iemand contact kreeg met een geascendeerd wezen zonder dat hij het wist of zonder te weten wie dat geascendeerde wezen was. Het is ook voorgekomen dat iemand contact maakte met één geascendeerd wezen, maar het beeld van een ander geascendeerd wezen op dat contact heeft geprojecteerd.
Er zijn een aantal mensen dat de innerlijke spirituele verworvenheid bereikte om in diverse hoedanigheden als instrument of boodschapper voor de geascendeerde meesters te dienen. Die levensstromen hebben vaak een nauwe relatie met een speciaal geascendeerd wezen ontwikkeld. Wanneer een levensstroom echter incarneert, vergeet hij meestal zijn verworvenheden en zijn innerlijk contact met de geascendeerde meesters. Als een levensstroom bijvoorbeeld opgroeit in een christelijke cultuur, is het mogelijk dat de levensstroom het beeld van Jezus op het geascendeerde wezen waar de levensstroom contact mee krijgt, projecteert.
In het geval van ‘Een Cursus in Wonderen’ is Helen opgegroeid in een christelijke cultuur. Hoewel ze zichzelf niet als echt gelovig beschouwde, werd ze wel beïnvloed door die christelijke cultuur. Daarom bevat de Cursus een paar christelijke termen en concepten. Deze concepten waren bij haar bekend en daarom staan ze in de Cursus. Een ander aspect is dat de Cursus gericht was op mensen zoals zij, mensen die opgegroeid zijn in een christelijke cultuur, maar hun christelijke geloof niet konden handhaven vanwege de aanval door de moderne maatschappij, vooral de wetenschap.
Dus toen Helens levensstroom zich ervan bewust werd dat een geascendeerd wezen leringen door haar naar buiten wilde brengen, projecteerde ze het beeld van Jezus op het geascendeerde wezen. In werkelijkheid was ik niet de belangrijkste bron van ‘Een Cursus in Wonderen’. Ik had wel een klein rolletje in de Cursus, maar de allerbelangrijkste bron voor deze leringen waren twee andere geascendeerde wezens die al vele levens lang met Helens levensstroom werken.
In dit specifieke geval projecteerde Helens bewuste geest het beeld van Jezus op het contact en geloofde beslist dat de leringen uitsluitend van mij kwamen. Hoewel wij haar niet wilden bedriegen, konden we haar indruk niet veranderen zonder de Wet van Vrije Wil te schenden. Daarom lieten we haar deze overtuiging houden. En achteraf gezien heeft het geen schadelijk effect gehad op de bedoeling van de Cursus.
Nu, het tweede deel van jouw vraag. Heb ik, of liever wij, de Cursus ‘gedicteerd’? Het antwoord hangt af van hoe je het woord ‘dictaat’ definieert. Zoals elders uitgelegd wordt, hebben wij, de geascendeerde meesters, het allerhoogste respect voor de vrije wil van mensen en daarom nemen we niet iemands geest over. Toen Helen de cursus opschreef, was ze niet in trance en ze heeft geen automatisch schrift gebruikt.
Daarom zijn de woorden van de Cursus niet de directe woorden van een geascendeerd wezen, omdat dat wezen ze hier in het spirituele rijk zou hebben gesproken (we spreken eigenlijk niet in woorden, maar in gedachten). De woorden werden naar buiten gebracht door een proces waarin een geascendeerd wezen concepten en beelden op de geest van iemand projecteert. Maar voor die concepten en beelden gearticuleerd kunnen worden, moeten ze door de hogere geest van iemand, het Christuszelf, en de lagen van de onbewuste geest heen. Tijdens dat proces worden concepten beïnvloed door de overtuigingen van de persoon, de kennis van de persoon en het woordgebruik van deze persoon. Je zou misschien kunnen zeggen dat het Christuszelf van iemand de concepten individualiseert en de onderbewuste geest zou die misschien in zekere mate kunnen vervormen.
De Cursus werd niet naar voren gebracht alsof Helen een telefoonverbinding met het spirituele rijk had, direct gehoorde woorden die door een geascendeerd wezen werden uitgesproken en woord voor woord opgeschreven. Dus de woorden werden gefilterd door het bewustzijn van de boodschapper en daarom beïnvloed door de geest van de boodschapper.
Interpreteer het alsjeblieft niet zo dat het inhoudt dat de Cursus niet een waardevolle lering is. Die is zeker de moeite waard, maar zoals ik elders uitleg, wordt die niet niet beïnvloed door het bewustzijn van de boodschapper. In dit specifieke geval heeft Helen het proces niet totaal omarmd of geaccepteerd en dit heeft bepaalde beperkingen aan het materiaal opgelegd.
Een andere beperking was dat Helen, grotendeels vanwege haar wetenschappelijke opvoeding, het bestaan van de lagere of duistere krachten niet accepteerde. Zoals in mijn leringen over channeling uitgelegd wordt, bestaan zulke krachten wel degelijk en die zullen trachten tussenbeide te komen bij elke poging om ware spirituele leringen naar buiten te brengen. Als iemand als boodschapper dient en zich niet bewust is van die krachten, weet de persoon niet hoe hij zich moet beschermen tegen deze krachten. Dan bestaat het risico dat deze krachten het proces kunnen beïnvloeden en een paar concepten toevoegen die inaccuraat of onvolledig zijn en die niet van de geascendeerde meesters komen.
Dit betekent niet dat de Cursus ondeugdelijk is. Het houdt slechts in, zoals uitgelegd wordt in mijn vorige besprekingen, dat studenten van de Cursus hun innerlijke onderscheidingsvermogen moeten gebruiken en dat het goed is om andere spirituele leringen te bestuderen als aanvulling op de Cursus. Dit geldt echter voor elke andere spirituele lering. Als je de houding hebt dat je een zoeker naar waarheid bent in plaats van een volgeling van een doctrine, dan maak je van de Cursus geen doctrine en dan ga je niet geloven dat de Cursus onfeilbaar is.
Laat me duidelijk stellen dat geen één boodschapper volledig accuraat is. Spirituele kennis door de geest van een niet geascendeerd wezen overbrengen, is een complex proces. Net als met radiotransmissies zal er een bepaalde hoeveelheid lawaai of geruis zijn. Hoeveel dat is, hangt af van het bewustzijnsniveau dat de boodschapper bereikt heeft en door de bescherming die door de boodschapper opgeroepen is.