ONDERWERPEN: Zuiver Zijn of het Al-zijn – het Ma-terlicht – mannelijk en vrouwelijk hebben altijd bestaan – het mannelijke begon met het proces van scheppen – de oorspronkelijke religie – religie na de zondeval – God hoef je niet te aanbidden – aanbidding ontstaat uit het dualiteitsbewustzijn
Vraag: Dit is een vraag in de trant van wat eerst kwam, de kip of het ei. God, of wat dat ook is, als het iets is. Wat is God anders dan alles. Is het eerst vrouwelijk dan mannelijk. Waarbij ik niet zeg dat het een man of vrouw was, maar het principe hiervan. Wat betekent dat het vrouwelijk en passief was, of latent en in pralaya verkeerde, voordat het mannelijk werd, en actief of manvantara.
Zoals het boek dyzan zegt dat de eeuwige moeder sliep voordat zij zich ontvouwde. Ik weet dat deze poëtische vertaling door sommige bijzonder oprechte zoekers aangenomen is als de beste omschrijving. Waarom was de religie van de moedergodin de eerste op de planeet?
Antwoord van Geascendeerde Meester Jezus door Kim Michaels:
Ik wil bij dezen de oeroude kwestie van de kip en het ei voor eens en voor altijd rechtzetten. De kip was er het eerst!
Laten we nu verder gaan met de serieuzere vragen. De volgende verhandeling bevat gedetailleerde leringen over hoe God het universum heeft geschapen. Een korte samenvatting is dat God een niet gemanifesteerd aspect heeft, wat ik zuiver Zijn wil noemen. Een ander aspect van God is de schepper, wat de feitelijke oorsprong is van alles wat er geschapen is in de wereld van vorm. Om te beginnen met scheppen brengt de Schepper een element voort dat in elke voorstelbare vorm kan worden gegoten. Hier verwijst de Bijbel naar als er staat: “Laat er licht zijn”. Wij noemen dat gewoonlijk het Ma-terlicht.
Zoals ik uitleg is God de schepper het handelende, of mannelijke, principe, terwijl het Licht van God het ontvangende, of vrouwelijke, principe is. Dus alles in de wereld van vorm wordt geschapen uit het vrouwelijke aspect van God. Dit is de reden dat sommige religies zeggen dat alles geschapen werd uit de Moedergod of de Godin, en dit is de reden dat sommige religies God als een vrouwelijke godheid vereren.
De mannelijke en vrouwelijke aspecten van God hebben altijd bestaan. Daarom is het in zekere zin zinloos om het er over te hebben of God mannelijk was, voordat hij vrouwelijk werd of andersom. Deze twee principes, of aspecten, zijn niet te scheiden van elkaar en het heeft totaal geen zin om over de een zonder de ander te spreken.
De oeroude vraag van wat er het eerst was, is eigenlijk het product van het lineaire menselijke bewustzijn dat alles vanuit zijn eigen situatie beziet. Omdat menselijke wezens ervaren dat hun fysieke levens een begin en een eind hebben, redeneren ze dat al het andere dan ook een begin en een eind moet hebben.
Met betrekking tot de wereld van vorm kun je zeggen dat alles geschapen werd uit het vrouwelijke principe, de vrouwelijke substantie, van God. Daarom wordt alles in de wereld van vorm geschapen uit God de Moeder. Alles is echter geschapen door God de Vader, omdat het scheppen juist begon met de visie die in de geest van God de Vader bestond. Het mannelijke aspect van God begon aan dat proces van scheppen. Het vrouwelijke aspect van God nam elke vorm aan zoals de Geest van God voor zich zag.
Dit wil niet zeggen dat het vrouwelijk aspect van God geen geest, of bewustzijn, heeft. Het vrouwelijke aspect laat liefdevol toe dat het mannelijke aspect iets op haar projecteert en voert de visie uit zoals het mannelijke aspect voor zich ziet. De schepping werd geïnitieerd door het mannelijke aspect van God en uitgevoerd door het vrouwelijk aspect van God. Als je het wilt hebben over een begin en een eind, zou je kunnen zeggen dat de schepping begon als een idee, als een voorstelling, in het bewustzijn van het mannelijke aspect van God.
Het is zeker een deugdelijk argument om te zeggen dat de eeuwige Moeder sliep voor ze zich ontvouwde, omdat het vrouwelijke aspect van God altijd heeft bestaan als een principe. De Goddelijke Moeder was latent, inactief, tot er door de Goddelijke Vader iets op haar werd geprojecteerd.
Ik ben het er niet mee eens dat de religie van de moedergodin de eerste was op de planeet. Toen menselijke wezens voor het eerst afdaalden naar deze planeet, waren zij hun spirituele oorsprong niet vergeten. Zij waren zich daarom volledig bewust van zowel God de Vader als God de Moeder en ze hadden een actieve relatie met beide. De relatie die mensen hadden met hun goddelijke ouders voor de val van de mensheid was heel anders dan nu en het zou daarom niet correct zijn als je zegt dat de mensen voor de val God aanbaden, of zelfs een religie hadden zoals men die tegenwoordig beziet.
Zoals ik elders uitleg, verviel het het vrouwelijke aspect van iedere levensstroom het eerst tot een lagere bewustzijnsstaat. Dit kwam omdat het vrouwelijk aspect van de levensstroom de gewoontes van de wereld begon over te nemen in plaats van trouw te blijven aan haar eigen mannelijke aspect, namelijk het spirituele zelf. Het gevolg van het afdalen naar een lagere bewustzijnsstaat was, dat levensstromen hun spirituele oorsprong vergaten en dus de herinnering aan het mannelijke aspect van God kwijt raakten.
Omdat levensstromen in een wereld leefden die juist gemaakt is van de substantie van het vrouwelijk aspect van God, konden zij dit aspect van God niet totaal vergeten. Dit is de reden dat veel primitieve culturen het vrouwelijk aspect van God in de vorm van de aardemoeder aanbaden, waarvan zij geloofden dat dit hen het leven had geschonken. Pas nadat de mensheid zeer langzaamaan naar een hogere bewustzijnsstaat was gestegen, begonnen levensstromen weer een duidelijk concept van het mannelijke aspect van God te krijgen.
Tegenwoordig zijn veel mensen, het meest opvallend in het westen, het vrouwelijke aspect van God vergeten en vereren uitsluitend het mannelijke aspect van God. Dit is een typisch voorbeeld van hoe mensen vanwege hun spirituele onvolwassenheid en gebrek aan evenwicht, van het ene uiterste naar het andere doorslaan.
De komende decennia gaat de mensheid gemakkelijker de noodzaak herkennen dat ze inzicht moeten krijgen in, en een relatie met, zowel de mannelijke als vrouwelijke aspecten van God. Het is gewoon een feit dat je spirituele leven niet compleet kan zijn zonder een gezond evenwicht tussen de mannelijke en vrouwelijke aspecten. Dit heeft niet alleen betrekking op hoe jij God maar ook jezelf ziet.
Met betrekking tot mannelijk en vrouwelijk is het belangrijk dat je beseft dat dit niet op een vastgestelde manier kan gebeuren, omdat er veel van die polariteiten zijn. Zoals ik hierboven zeg, er bestaat een niet gemanifesteerd en een creatief aspect van God. Die twee vormen een polariteit, waarbij het Al-zijn het mannelijke aspect en de Schepper God het vrouwelijke aspect is. Er bestaat nog een polariteit tussen jouw specifieke Schepper en zijn eigen schepping. Jij bent een deel van de schepping van jouw Schepper, wat betekent dat voor jou de Schepper het mannelijke aspect is en jij het vrouwelijke aspect. Dus is zekere zin aanbid jij jezelf als je de Goddelijke Moeder aanbidt.
Veel van de religies die een moedergodin vereren, komen net zo min met de werkelijkheid overeen als de monotheïstische religies die de vadergod vereren. Zij worden gebaseerd op het bewustzijn van gescheidenheid, waarin jij jezelf gescheiden van de godheid beschouwt die jij aanbidt. De realistische manier om naar jezelf te kijken, is dat jij een uitdrukkingsvorm van de Schepper bent en dus één met de Schepper. Er is maar één geest en jouw zelfbewustzijn is een individualisatie van die ene geest, maar kan er nooit van gescheiden worden. Jouw rol in de schepping is te handelen als verlengstuk van God op aarde, waardoor jij de Goddelijke Moeder in actie wordt. Dus het heeft geen zin om vanaf een afstandje de mannelijke of vrouwelijke god te aanbidden, omdat jij zowel de mannelijke als de vrouwelijke God in actie bent.
Er bestaat natuurlijk een spiritueel ambt dat het Ambt van goddelijke Moeder heet, dat Moeder Maria bekleedt. En natuurlijk verdient dat ambt respect en eerbied, zoals elk spiritueel ambt. Maar een spiritueel ambt bekleden is niet hetzelfde als het wezen dat momenteel dat ambt bekleedt. Dus het komt erop neer dat het gevoel dat je een god op afstand moet aanbidden, of die nu mannelijk of vrouwelijk is – totaal uit het dualiteitsbewustzijn voortkomt, die onderscheid maakt tussen ‘zelf’ en ‘ander’. Het pad van persoonlijk Christusschap of verlichting gaat alleen maar over het afbreken van dit verschil.