Universele verlossing

ONDERWERPEN: universele verlossing – tegenwicht aan christelijke exclusiviteit – kloof tussen wetenschap en religie – vrije wil betekent dat niemand gered moet worden – wat naar God terugkeert

Vraag: Wat vindt Jezus van het concept van universele verlossing, wat inhoudt dat alle zielen op den duur onherroepelijk gered worden.

Antwoord van Geascendeerde Meester Jezus door Kim Michaels:

Het concept van een universele verlossing werd geïnspireerd door de geascendeerde meesters en aan diverse personen afzonderlijk gegeven in de 19e eeuw. Sommigen denken dat het concept betekent dat iedere levensstroom onvermijdelijk naar God moet terugkeren, omdat iedere levensstroom van God komt. Dit was echter niet de interpretatie die wij voor ogen hadden.

Het oorspronkelijke concept werd gegeven als tegenwicht aan de toenemend zware nadruk die kwam te liggen op de exclusiviteit van het christelijke geloof – alleen leden van onze kerk zullen worden gered en alle anderen zullen eeuwig in de hel branden – die je in verscheidene grote christelijke kerken zag. Deze nadruk was in hoge mate een reactie op de toenemende populariteit van de wetenschap en het materialisme. De christelijke kerken voelden zich bedreigd – en ze reageerden hierop door te proberen de mensen de christelijke doctrine kritiekloos te laten accepteren vanwege hun angst om naar de hel te gaan.

We hadden voorzien dat deze reactie de kloof tussen wetenschap en religie alleen maar dieper zou maken en probeerden dat tegen te gaan met een universeler beeld over verlossing. Onze intentie was duidelijk te maken dat jouw verlossing niet het automatische gevolg is van criteria in de buitenwereld, zoals het lidmaatschap van een bepaalde kerk, gedoopt zijn of mij tot jouw Heer en Verlosser verklaren. In plaats daarvan hangt jouw verlossing af van jouw bewustzijnsstaat, die innerlijke criteria heeft waar je aan tegemoet kunt komen, ongeacht jouw religieuze banden in de buitenwereld – of het gebrek daaraan.

De interpretatie dat alle levensstromen terug moeten keren naar God, omdat alle levensstromen van God komen, is eigenlijk het concept universele verlossing naar het andere dualistische uiterste overbrengen, namelijk het fundamentalistische beeld dat alleen leden van één kerk maar gered worden. Het is de ultieme poging om criteria voor verlossing in de buitenwereld te stellen – dat omdat jij door God werd geschapen, jij wel gered MOET worden. Als dat het geval was, zou dat je vrije wil negeren. Als je niet kunt weigeren om verlost te worden – terug te komen in het koninkrijk van God – dan heb je niet echt vrije wil.

Dus hoewel het concept van universele verlossing enigszins waar is, is het echte plaatje veel complexer. De meest gedetailleerde beschrijving vind je in het boek van Maitreya, dat duidelijk het belang van vrije wil uitlegt en waarom dit betekent dat levensstromen ervoor kunnen kiezen om niet te worden gered.

De korte uitleg is dat alle energie van God komt en onvermijdelijk naar God terugkeert als een sfeer ascendeert. Wat de meeste mensen de ziel noemen, is een wezen met vrije wil. En dus kan dit wezen kiezen om niet mee te doen aan het proces als een sfeer ascendeert. Uiteindelijk kunnen de kansen van een levensstroom – omdat alles in het materiële universum een tijdslimiet heeft – verkeken zijn en dan wordt het bewustzijn van de levensstroom opgelost in de tweede dood. De energie die de levensstroom vormt, wordt gezuiverd en keert terug naar de bron, maar het bewustzijn en de herinneringen van de levensstroom worden vernietigd alsof die nooit heeft bestaan.

De IK BEN Aanwezigheid en de Bewuste Jij worden niet opgelost, maar worden ‘gereset’ in hun oorspronkelijke staat, wat betekent dat de levensstroom niet zijn eerdere ervaringen kan uitbreiden, maar opnieuw met een schone lei begint. Het is vergelijkbaar met een computer waar de software van het systeem opnieuw op wordt geïnstalleerd en de harde schrijf geformatteerd.

Zodoende zou je kunnen zeggen dat de Bewuste Jij onherroepelijk naar God terugkeert, maar de intentie van God om die levensstroom te scheppen was niet dat die zou terugkeren om weer in de oorspronkelijke staat gezuiverd te worden. Gods intentie was dat de levensstroom zijn talenten zou vermenigvuldigen en dan terugkeren als méér dan in het begin, toen hij geschapen werd.