Het ware pad van al het leven verheffen

UIT: Dien je een dode god of de Levende God?
Nada, 6 april 2007

De belangrijkste sleutel tot waarachtige dienstbaarheid aan het leven
Maar zie je, mijn geliefden, de Levende God is de God die in allen is en daardoor misleiden diegenen die beweren God – de ver verwijderde God – te dienen, gewoon zichzelf. Want zie je, mijn geliefden, er is een ver verwijderde God, zoals Maitreya uitlegt. Er is een wezen in een hoger rijk die de Schepper van dit stelsel van werelden is. Maar, mijn geliefden, dat wezen is ook in alles in deze wereld van vorm aanwezig. Want alles op deze wereld is geschapen uit het wezen van de Schepper.

En dus zien jullie, mijn geliefden, alles is God. Het zijn eenvoudig twee verschillende manifestaties van God. En dus zullen diegenen die beweren de ver verwijderde God te dienen, zeggen:
“Ah, maar wij dienen de Schepper. En daarom doen wij al deze religieuze activiteiten, lopen wij rond in onze met zorg uitgevoerde priestergewaden en zingen we liederen en branden we wierrook en zeggen we gebeden op, want wij aanbidden God”. Maar zie je, mijn geliefden, de Schepper heeft het niet nodig om aanbeden te worden. De Schepper is het Al; wat zou de Schepper ooit nodig hebben van mensen op aarde?

Jullie hebben deze presentatie van beelden van het universum gezien.* En zeker, wanneer je de uitgestrektheid van het universum ziet, besef je dat de aarde zo klein is. Dat wil niet zeggen dat de aarde onbelangrijk is. Maar het zou je een gevoel van naast elkaar leggen om te vergelijken moeten geven dat de God die dit uitgestrekte universum geschapen heeft – dat zoals jullie allen weten slechts één deel van de totaliteit van deze wereld van vorm is – dat God niet ooit de behoefte zou kunnen hebben aanbeden te worden. Hoe kan die God het nodig hebben dat iemand in een kerk op aarde wierook brandt en kaarsen aansteekt en gebeden zegt?

En zo zien jullie, mijn geliefden, de ware dienstbaarheid aan God niet dienstbaarheid aan de ver verwijderde God is, welk beeld je ook van die God mag hebben. Nee, de ware dienstbaarheid aan het leven is de God te dienen die in alles in deze wereld van vorm aanwezig is, door andere mensen te dienen, te dienen door alle leven op een hoger plan te brengen, te dienen om alle leven te bevrijden. En zie je, mijn geliefden, dat is de reden dat er een punt op je spirituele pad moet komen waarop je voor die inwijding staat: zul je doorgaan spirituele groei uit egocentrische motieven na te streven – egocentrisch in de betekenis van gericht op het kleine zelf, de identiteit die je hebt opgebouwd – of zul je bereid zijn je zelfgevoel te vergroten – het oude, beperkte zelfgevoel te laten sterven – zodat je kunt beseffen dat het grotere zelf de God in alles is. En zo streef je nu naar groei omdat het je in staat stelt om het al beter van dienst te zijn, in plaats van spirituele groei voor de verheerlijking van het kleine zelf na te streven.

En die verschuiving in bewustzijn zou onbelangrijk kunnen lijken, maar ik zeg jullie, het is de meest aarde-verpletterende-gesneden-beeld-verbrijzelende verschuiving in bewustzijn die enige spirituele zoeker kan ondergaan. En werkelijk, mijn geliefden, er zijn zoveel mensen op deze wereld die decennia lang oprecht spirituele groei hebben nagestreefd. Toch ze hebben nog niet beseft dat er dat punt komt waarop je dat zelfgevoel moet uitbreiden, zodat je spirituele groei niet nastreeft om jezelf in vergelijking met anderen op een hoger plan te brengen, ervoor zorgend dat jij zelf wijzer lijkt, dat jij heiliger, dat jij zuiverder, dat jij spiritueler lijkt.

Een doodlopende weg van verkeerde dienstbaarheid
Dit, mijn geliefden, is geen dienstbaarheid aan het leven, het is dienstbaarheid aan het zelf – het dualistische zelf, het sterfelijke zelf. En dit kan inderdaad groei geven, want als je geestelijk groeit en meer afgestemd raakt, kun jij je bewustzijn uitbreiden. Maar, mijn geliefden, het is mogelijk dat je een doodlopende weg ingaat, waar je spirituele groei blijft nastreven vanuit dit subtiele onherkende verlangen het kleine zelf te verheerlijken. En sommige mensen kunnen dit vele levens lang doen. Sommigen kunnen zelfs op een punt komen waarop ze een zekere mate van controle over hun fysieke lichaam hebben verkregen, over hun geest, zelfs over de materie zelf, zodat ze bepaalde fenomenen kunnen produceren – bijvoorbeeld as die van hun handen komt wanneer ze spreken of helen door het opleggen van handen, of praten in onherkenbare talen of andere tekenen en mirakels.

Maar zie je, mijn geliefden, als je nauwkeurig kijkt, zul je zien dat het doel van deze tekenen – het verlangen erachter is om die persoon van andere mensen te onderscheiden of liever gezegd boven andere mensen te stellen. En dat, mijn geliefden, is een doodlopende weg die heel lang gevolgd kan worden. Maar ongeacht wat die andere tekenen en wonderen ook mogen zijn, er is geen echte groei, want er is geen uitbreiding in het hart. Enkel door het hart kun je te weten komen dat je waarachtig dienstbaar aan al het leven bent. En waarom is dit zo? Omdat jij alleen door het hart je eigen innerlijke verbondenheid met het Alzijn van Gods wezen kunt voelen. En alleen wanneer jij weet dat jij uit het Al van de Schepper komt, zul je weten dat alle andere mensen uit het Al van de Schepper komen. En alleen dan kun jij God in hen zien en alleen dan kun je dienen om de God in hen te bevrijden méér te zijn, om alles te zijn wat het hier beneden is.

Je oorspronkelijke Liefde nastreven
En dus, mijn geliefden, hoe kun jij je met dat Alzijn verbinden? Wel, mijn geliefden, je moet Liefde nastreven. Je moet Liefde trachten te begrijpen. Je moet trachten je opnieuw met de oorspronkelijke liefde in je wezen te verbinden. Want ik zeg dat het niet uitmaakt waar je nu bent, want je begon als een zuiver wezen in het volmaakte concept. Je daalde af naar de wereld van vorm, omdat jij – het grotere jij dat je waarachtig bent – een waarachtig verlangen had om alle leven te dienen, de sfeer te verheffen waar je oorspronkelijk in afdaalde, hetzij  in deze of een andere sfeer. Je kwam hier vanuit een waarachtig verlangen.

Je bent misschien in een andere bewustzijnsstaat vervallen en bent die liefde en dat verlangen om al het leven te dienen vergeten. Maar je kunt je er opnieuw mee verbinden, want het zit nog steeds in de kern van je wezen. En als je voorbij een bepaald punt wilt groeien, dan MOET jij je er opnieuw mee verbinden, want er is geen andere manier.

Zie je, mijn geliefden, de leugen van de gevallen wezens – van Lucifer en alle anderen die trots zijn – is dat ze feitelijk geloven dat ze zichzelf tot zo’n punt kunnen verheffen waarop ze gelijk aan God zullen worden, of belangrijker dan God. Maar dit, mijn geliefden, kan nooit gebeuren zolang je in de illusie van scheiding gevangen zit. Je kunt je ontwikkelen om zelf een God te worden, zoals Maitreya uitlegt, maar dat kun je alleen doen wanneer je beseft dat God het Al is die in alles is – en jij het Al tracht te dienen, het Al te verheffen. Je wordt één met Gods verlangen deze sfeer te verheffen, totdat het inderdaad het koninkrijk van God in manifestatie wordt en alles Licht is en er niet langer ruimte meer is voor enige schaduwen, leugens of illusies.

Wanneer jij je eenmaal met dat eenzijn van het Al verbindt, dan kun je gelijk aan God worden. Maar zie je, mijn geliefden, je wordt gelijk aan God door één met God te worden. Je kunt nooit gelijk aan God worden door van God gescheiden te zijn – omdat zoiets niet bestaat, want God is het Al. En dus, mijn geliefden, aangezien God de ultieme werkelijkheid is, hoe zou jij gelijk kunnen worden aan de ultieme werkelijkheid zolang je denkt dat je van die ultieme werkelijkheid bent gescheiden? Er is slecht één uiteindelijke werkelijkheid, dus je ziet, de logica van die wezens die in het dualiteitbewustzijn gevallen zijn, is in wezen gebrekkig. Ze kunnen dit niet zien, je ego kan dit niet zien, je verstand kan dit niet zien. Maar – ach – het hart kan dit zien.

Wanneer het hart gezuiverd en open is, kan het hart de eenheid van alle leven kennen. En dat is waarachtig het eerste deel van het spirituele pad – om in het hart het eenzijn van alle leven te leren kennen. En dan voer je dat eenzijn in al je daden en woorden uit, zodat je de Ene in het Al dient. Dit, mijn geliefden, is hoe ik zoveel duizenden jaren geleden mijn hemelvaart gewonnen heb – door anderen te dienen, door diegenen te dienen die in die laatste incarnatie het dichtst bij mij stonden, door te dienen zonder daarbij aan mezelf te denken. Want werkelijk, wanneer je het eenzijn gaat voelen, besef je: “ Het gaat niet om mij” in de betekenis van het gescheiden zelf. Het gaat over de echte mij, het Al.

Zo, mijn geliefden, ben ik dankbaar dat jullie het platform leverden wat mij het mogelijk maakte deze lering te geven, die meer is dan de woorden die ik gesproken heb, maar werkelijk een compleet vrijgeven van de vibratie en de gedachtevormen van de zesde straal van dienstbaarheid – onzelfzuchtige, onvoorwaardelijke dienstbaarheid.