Christus en de antichrist – ZIJN of niet zijn

door Kim Michaels

Toen de Schepper besloot om medescheppers vrije wil te geven, wist hij dat het mogelijk werd dat ze hun creatieve vermogens gingen misbruiken. Dit zou kunnen resulteren in het maken van een sluier – gemaakt uit vervormde energie en onjuiste overtuigingen – die de medescheppers zou scheiden (in hun eigen gedachten, niet in werkelijkheid) van hun spirituele leraren, hun spirituele zelf en hun Schepper. Ze konden dan hun spirituele herkomst en identiteit vergeten en gaan geloven dat ze niet meer waren dan hoog ontwikkelde dieren en het product van erfelijke en omgevingsfactoren. Hoe kon het risico hiervan tot een minimum beperkt worden en hoe kon de Schepper zich ervan verzekeren dat een medeschepper altijd de optie had om terug te keren tot zijn ware identiteit, hoe ver hij ook naar beneden was afgedaald? De Schepper kwam met een ingenieuze oplossing, een kosmisch veiligheidsmechanisme.

Zoals al eerder beschreven, begon de Schepper aan het creatieve proces door zijn eigen Wezen tot een enkelvoudigheid samen te trekken, waardoor de leegte werd geschapen. Sindsdien heeft de Schepper zichzelf langzaamaan uitgebreid, met de bedoeling die leegte op den duur helemaal op te vullen. Dus zijn er twee fundamentele krachten betrokken bij schepping, namelijk een uitbreidende kracht (God de Vader) en een samentrekkende kracht (God de Moeder). Als de uitbreidende kracht dominant zou zijn, dan zou de energie van de Schepper in een ongecontroleerde explosie expanderen en ogenblikkelijk die leegte helemaal vullen. Als de samentrekkende kracht dominant zou zijn, zou alles zich tot een zwart gat samentrekken en geen enkele georganiseerde structuur zou dat kunnen overleven. Aangezien het de bedoeling van scheppen is om geleidelijk een expansie op te leveren die de medescheppers de mogelijkheid biedt om in zelfbewustzijn te groeien, moet er een kracht zijn die de uitbreidende en samentrekkende krachten in evenwicht houdt en zo een evenwichtige groei garandeert die geleidelijk tot het einddoel leidt.

De kracht die ontworpen is om de uitbreidende kracht van de Vader en de samentrekkende kracht van de Moeder in evenwicht te houden, is de eniggeboren Zoon van God, namelijk de universele Christusgeest, die de Bijbel het Woord noemt. Dit is een geest die ieder menselijk wezen transcendeert, maar het is mogelijk dat een menselijk wezen een gevoel van eenheid met die universele geest kan bereiken en daardoor de belichaamde Christus, het vleesgeworden Woord, wordt. In feite is dat het hoogste potentieel voor alle menselijke wezens om de geest die in Christus Jezus was, in hen te laten zijn en zodoende hun rol als volledig verlichte medescheppers, die de heerschappij van geest over materie hebben, te vervullen zoals door Jezus en andere verlichte Wezens werd gedemonstreerd.

De Christusgeest is bedacht om het verenigende element te zijn bij al die myriaden manifestaties in de wereld van vorm. De Christusgeest bevat de blauwdruk om te scheppen, waaronder de bedoeling van de Schepper en alle spirituele en natuurwetten van God. En zoals de Bijbel zegt: “Zonder hem werd er niets gemaakt wat er gemaakt is” (Johannes 1:3), wat inhoudt dat in alle verschijnselen in de buitenwereld die ene realiteit van de Christusgeest bestaat. De consequentie hiervan is dat je nooit je potentieel kunt verliezen om je ware identiteit opnieuw op te eisen.

Hoe ver je ook afgedaald bent naar een lagere bewustzijnsstaat (vergeleken met het bewustzijn waarmee je werd geschapen), je kunt nooit helemaal verloren gaan. Je hebt ALTIJD de optie om te reiken naar de Christusgeest, die de ware verlosser van de mensheid is. Jezus sprak zelf over de Christusgeest, maar aangezien hij deze lering alleen in parabels mocht geven, gebruikte hij hier een symbool voor, namelijk ‘het koninkrijk van God’. Daarom zei hij: “Het koninkrijk van God is binnenin jou” (Lucas 17:21), wat betekent dat het koninkrijk van God een bewustzijnsstaat is.

De Christusgeest is de verbindende factor die bedoeld is om het eenzijn tussen de Schepper en zijn schepping te garanderen, vooral met de zelfbewuste medescheppers met vrije wil. Hier volgt uit dat medescheppers vanwege de vrije wil de optie moeten krijgen om tegen Gods wetten in te gaan. Toch kunnen ze niet tegen Gods wetten ingaan door de geest van Christus te gebruiken, wat betekent dat de geest van Christus een tegenovergestelde moet hebben, namelijk de geest van de antichrist. De geest van de antichrist maakt het mogelijk dat medescheppers zich van God en hun spirituele leraren kunnen afscheiden, door een sluier te vormen die het laat lijken alsof ze gescheiden van hun Schepper, van andere medescheppers en de planeet waarop ze leven, zijn. Dit maakt het mogelijk dat medescheppers Gods bedoeling om te scheppen, vergeten of opzettelijk tegen die bedoeling rebelleren en weigeren om hun geplande rol te spelen.

Wanneer je een bepaalde mate van de Christusgeest bezit, zie je het onderliggende eenzijn van al het leven, wat het onmogelijk maakt om anderen kwaad te doen. Jezus zei tegen je aan anderen te doen wat je graag wil dat anderen aan jou doen, omdat hij zag dat al het leven één is. Daardoor wist hij dat wat jij anderen aandoet, jezelf, je grotere zelf, aandoet. Maar wanneer je gevangenzit in de geest van de antichrist, denk je dat je gescheiden bent van dit zelf of dat het niet eens bestaat. Dit zorgt zelfs voor de illusie dat je anderen kunt kwetsen zonder daarbij jezelf te beschadigen. Het zorgt zelfs voor de illusie dat jouw handelingen geen consequenties hebben of dat jij op een of andere manier het universum voor de gek kunt houden.

Je zult ongetwijfeld gehoord hebben van de vraag die gesteld wordt in het toneelstuk ‘Hamlet’ van Shakespeare: “Te zijn of niet te zijn, dat is de vraag.” De hogere betekenis hiervan is: “De Christus zijn, of niet de Christus zijn, dat is het ware probleem.” Je hebt het potentieel om de belichaamde Christus te zijn, maar alleen jij kunt de vraag beantwoorden of jij wel of niet de Christus wilt zijn.

De volgende: De vrucht van de kennis van goed en kwaad begrijpen