8.49 Ik eer God als Vader en Moeder

“IK BEN de Alpha en de Omega, het begin en het eind, zegt de Heer, die is, die was en die komen zal, de Almachtige.” O God, mijn Schepper, ik erken, dat jij besloten hebt je als de uitbreidende kracht van de Vader en de samentrekkende kracht van de Moeder te manifesteren. Ik erken dat het universum waarvan ik deel uitmaak, uit de evenwichtige wisselwerking tussen deze twee aspecten van jouw oneindige Wezen werd geschapen.

“IK BEN de Alpha en de Omega, het begin en het eind. Ik zal hem, die dorst heeft volop uit de bron van het levenswater schenken.” O God, ik eer het Vaderelement als de aanzet tot groei, de drang tot zelftranscendentie en de drang om meer te worden. Ik eer het Moederelement als de bron van elke vorm en zie dat mijn verzorging op deze wereld van het Ma-terlicht komt, opgewekt door de scheppende kracht van de Vader. Zo geeft de Vader mij met het grootste genoegen zijn koninkrijk en dit doet hij door de koesterende zorg van de Moeder. Ik word verzorgd wanneer het Moederlicht in harmonie is met de scheppende visie van de Vader. Ik word verzorgd wanneer er evenwicht is tussen de uitbreidende en samentrekkende kracht in mijn eigen wezen.

“IK BEN de Alpha en Omega, het begin en het eind, de eerste en de laatste.” O God, ik erken dat mijn begin de scheppende kracht van de Vader was die mij zelfbewustzijn en vrije wil gaf. Ik zie in dat als ik die vrije wil gebruik om onevenwichtigheden in mijn wezen te accepteren en in stand te houden, mijn gelegenheid het Ma-terlicht te gebruiken op den duur ten einde loopt. Als ik echter besluit het evenwicht in stand te houden, zal ik blijven transcenderen en dit is het eeuwige leven waarin ik volledig koesterend verzorgd word en volmaakt in liefde gemaakt.