4.36 Het Onze Vader van Licht

Mijn Vader die boven de Hemel is, ik eer jouw Aanwezigheid van Oneindig Licht, van niet te onderscheiden Licht, van vormloos Licht. Ik erken de Aanwezigheid van Licht die geen tegenovergestelde heeft en ik eer Licht als een zuiver concept, als een bewust Wezen van Licht.

Mijn Vader, die mijn Schepper is, ik eer jouw geschenk van leven en het gewaarzijn van mezelf. Ik zeg met jou: “Laat er licht zijn in alle aspecten van mijn ziel, mijn geest, mijn lichaam en mijn leven!” En ik aanvaard dat er licht IS en alleen maar licht.

Ik erken dat ik in een wereld leef die de Omegapolariteit vormt voor de Alphapolariteit van mijn Vaders licht. Ik erken dat alles in de wereld van vorm van het Ma-terlicht wordt gemaakt. Ik erken dat het Ma-terlicht geschapen wordt uit en onttrokken aan de Aanwezigheid van Oneindig Licht. Daarom is Gods Wezen in juist dat Moederlicht ingebed en heeft dit het vermogen gewaarzijn van zichzelf te verwerven en Gods volmaaktheid in vergrote vorm uit te beelden.

Ik erken dat ik hiernaar toe kwam om medeschepper met mijn God te zijn en ik ben een zelfbewust wezen, geschapen als nazaat van mijn Schepper. Ik beloof deze rol te vervullen door heerschappij te nemen over mijn eigen lichaam, geest en ziel en het Licht van God door mijn wezen te laten stromen. Ik ben de open deur voor een stroom van Gods licht die het Ma-terlicht zal wekken. Ik zal het vermenigvuldigen en er heerschappij over nemen, totdat het koninkrijk van God op aarde wordt gemanifesteerd.