Te hard voor jezelf zijn

Vraag: Als je te hard voor jezelf bent, jezelf bekritiseert, te veel kritiek hebt, moet je dat dan loslaten om vooruit te komen?

Antwoord van Kim Michaels bij een conferentie in Nederland:

Ik denk dat wij allemaal te hard voor onszelf zijn, omdat wij zo zijn opgevoed. Kijk eens naar het beeld van God waar wij allemaal mee zijn opgegroeid, namelijk dat God een boos wezen in de lucht is en dat jij, als jij een fout maakt, eeuwig naar de hel gaat. Je wordt gestraft met eeuwig lijden.

Heel veel mensen zijn met dat beeld opgegroeid. Zelfs als dat niet zo is, is er een bepaalde collectief bewustzijn dat ervoor zorgt dat wij onszelf heel erg veroordelen wanneer wij fouten maken. Toen ik pas aan het spirituele pad begon en zelfs toen ik de leringen van de geascendeerde meesters had gevonden, waren die een soort verlengstuk hiervan. De meesters leken op de boze God in de lucht. Zij waren niet boos, maar hadden wel kritiek. Je moest volmaakt zijn. Je moest alle dingen op de wereld goed doen en in een van de organisaties waar ik bij was, deed ik heel erg mee aan alle uiterlijkheden: de juiste kleren, niet in een rode auto rijden en dat soort dingen.

Ik ben gaan beseffen dat de echte uitdaging op het spirituele pad is dat je accepteert dat jij een verlengstuk van God bent. Hoe kun je dat accepteren? Door het besef dat God onvoorwaardelijk van jou houdt. De wereld zegt tegen ons dat er misschien een God is en dat hij misschien wel van je houdt als jij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dit is een heel kwaadaardige, agressieve, energie op de wereld die wil dat jij dat gelooft. Dit past natuurlijk bij het thema van de conferentie over antiliefde, omdat zij willen dat je gelooft dat je aan een bepaalde voorwaarde moet voldoen.

Ik denk dat dit de reden is dat wij onszelf bekritiseren – omdat wij denken dat als wij niet perfect zijn of niet aan bepaalde voorwaarden voldoen, God niet van ons zal houden, of wat wij ons daar maar bij voorstellen. Ik denk dat de grootste uitdaging op het spirituele pad is dat wij onvoorwaardelijke liefde moeten accepteren. Ik heb het een keer ervaren, zoals ik een keer heb beschreven. Ik had een ervaring waarin ik Gods Aanwezigheid ervoer en het heeft mij waarschijnlijk nog drie jaren gekost om die ervaring te verwerken en volledig te integreren. Op een dag viel het bij mij te plek omdat de gedachte bij mij opkwam: Als Gods liefde onvoorwaardelijk is, waaraan moet ik dan voldoen om haar waard te zijn? Het antwoord is overduidelijk: er kunnen geen voorwaarden zijn waaraan je moet voldoen om onvoorwaardelijke liefde te ontvangen.

Er is maar één voorwaarde. Je moet haar ontvangen. Je moet haar accepteren. En dus moet je naar jezelf kijken: “Welke overtuiging weerhoudt mij ervan om te accepteren wat God mij zo overvloedig elk moment aanbiedt?” Ik denk dat wij zolang wij ons daar niet bewust van zijn en de leugen, de misvatting die het is, inzien er nog niet van bevrijd zijn. Wij jagen nog steeds op de pot met goud aan het eind van de regenboog en de regenboog staat steeds verder weg. Wij komen er nooit, totdat wij ons realiseren dat het nutteloos is om dat zelfs maar te proberen.