Hoe jij vrijuit spreekt over spirituele leringen

Vraag: Ik heb begrepen dat de tien procent van de meest spiritueel ontwikkelde mensen zijn begonnen te spreken en ik ben nieuwsgierig over hoe ik de moed krijg om erover te spreken. Hoe ga je daarmee om? Als jij erover begint, wordt het tegen je gebruikt.

Antwoord van Kim Michaels, 17 juli 2015 – Los Angeles:

Het proces voor mij was dat ik eerst de leringen van de geascendeerde meesters in 1984 vond en ik vele jaren lang gewoon de leringen volgde en het pad toepaste. Ik was min of meer onzichtbaar. Ik viel niet op een bepaalde manier op, omdat ik daar niet aan toe was. Toen krijg ik een ervaring waarin ik herkende dat ik vooruitgang had geboekt. Tegelijkertijd kreeg ik de ervaring dat veel van mijn motivatie om het pad te bewandelen eigenlijk op mijn ego was gebaseerd en ik voelde mij onzeker en zocht naar bevestiging. Dus ik wilde de bevestiging van de geascendeerde meesters dat ik een goede student was en het pad had bewandeld.

Toen ik dat zag, realiseerde ik mij dat ik niet meer in die bewustzijnsstaat wilde blijven, dus ik gaf toen die hele menselijke motivatie op. Toen kwam ik op een punt dat ik heb beschreven, namelijk dat ik mijn totale overgave heb ervaren. Ik voelde letterlijk dat ik mijn menselijke ambities om ook maar iets op aarde te doen, liet varen. Daarvoor werd ik min of meer verteerd door het feit dat ik ouder werd en ik had het gevoel dat ik een missie had, maar dat ik er niet mee bezig was. Ik deed niets wat enig verschil maakte. Dus ik gaf het idee op dat ik iets moest doen om verschil te maken en ik zei letterlijk tegen God: “Je kunt mij nu wel naar huis halen.” Ik had het gevoel dat ik, als ik op dat moment was gestorven, er volledig vrede mee had om de planeet te verlaten.

Op dat moment voelde ik de aanwezigheid van Jezus die zie: “Wel, als jij niets meer hebt wat je wilt doen, ben je dan bereid om iets voor mij te doen?” En ik zei ja. Dat heeft het voor mij zo’n beetje gedepersonaliseerd, omdat ik het niet voor mijzelf deed. Daarom heb ik de aanvallen die ik kreeg, ook niet persoonlijk opgevat. Ik besefte dat het een aanval op het licht was, het waren gewoon mensen die verwierpen wat zij niet wilden accepteren, omdat zij niet wilden veranderen. Dus heel lang heb ik het gevoel gehad dat het niet persoonlijk was. Pas toen ik in 2009 van mijn tweede vrouw scheidde en zij veel negatieve verhalen over mij op het internet zette – het meeste was uit de duim gezogen – werd het persoonlijk voor mij. Omdat het zo rechtstreeks op mij persoonlijk was gericht.

Toen volgde er een proces waarin ik hiermee moest afrekenen. Ik moest door verschillende fases heen en in één van die fases moest ik toegeven dat ik nog steeds aan een goede reputatie gehecht was. Omdat ik niet wilde dat men de meesters vanwege mij zou afwijzen. Ik had net met iemand gesproken die had gezegd dat hij een vriendin over mij leringen had verteld. Zij zat in de I AM movement en zij had op het internet gekeken en de verhalen van mijn ex-vrouw gevonden en zij wees mij daardoor volledig af, en daardoor ook de leringen. Dus ik moest daar naar kijken en zeggen: “Maar als ik aan mijn reputatie gehecht ben, is dat een gehechtheid. Ik moet dat zien kwijt te raken.”

Met andere woorden, ik besefte dat ik net zoals ik al eerder had gevoeld dat het niet tegen mij persoonlijk was, moest ik nu zover komen dat ik het niet persoonlijk moest opvatten ook al was het heel persoonlijk tegen mij gericht. Ik denk dat dit de sleutel is: jij maakt het niet meer persoonlijk voor jezelf. De meesters hadden het er in dictaten ook over, het feit dat mensen hun onopgeloste problemen op jou projecteren en jij moet zien dat het niets meer is en zeggen: “Zij vallen mij eigenlijk niet aan. Ze hebben het eigenlijk niet over mij. Ze projecteren hun eigen problemen op mij.” Dan heb je daar zelfs niet eens moed voor nodig, omdat je niet wordt geraakt door wat je terugkrijgt. Jij bent er niet aan gehecht.

Je moet je realiseren dat wat je ook zegt, er altijd iemand zal zijn die je tegen je krijgt, vooral wanneer je opkomt voor een hogere waarheid. Iemand zal het niet leuk vinden. Op dat moment kwam in mij op dat als ik werd aangevallen, dit aantoont dat ik wel iets goed moest doen. Omdat iemand zich bedreigd voelt, anders zouden ze mij niet willen vernietigen. Dus iemand, een of andere kracht, voelt zich hierdoor bedreigd.

Daarnaast moet ik zeggen dat dit een manier is om met negativiteit om te gaan. Maar wat mij altijd heeft gemotiveerd, is de liefde voor de meesters en hun werk. Ik doe niet wat ik doe omdat ik mij daartoe verplicht voel. Ik houd ook van spirituele mensen. Ik houd ervan om te zien hoe zij verder komen, transcenderen. Als ik daar behulpzaam bij kan zijn, houd ik ervan om dat werk te doen. Ik houd van het idee dat deze leringen naar het fysieke octaaf worden gebracht en iedereen ze kan vinden op het internet of in een boekwinkel. Dat geeft mij een bepaald vreugdegevoel. Dus dat motiveert mij weer en stimuleert mij.

Ik denk dat je op het punt moet komen waarop jij je niet verplicht voelt om erover te praten. Want als je dat doet, krijg je spanningen en andere mensen pikken dat op. Zij krijgen het gevoel dat Jehova’s Getuigen hen proberen te bekeren en dat is niet goed. Dus zou ik zeggen dat de sleutel eigenlijk is dat je iets moet vinden waar je van houdt. Het hoeft niet beslist een lering van de geascendeerde meesters te zijn, omdat je de leringen niet hoeft te prediken. Maar zoek een onderwerp, een gebied in het leven, waar je echt van houdt, en breng daar nieuwe ideeën naar toe.

Ik zei tegen iemand dat ik, nadat ik weer naar Denemarken was verhuisd, een paar mensen tegenkwam die ik nog van vroeger ken, toen ik daar woonde. Zij hielden van jagen en vissen. Zij waren dat al die 27 jaar dat ik weg was, blijven doen. Zij vonden mij aardig en kenden mij en ik vond hen aardig en ik realiseerde mij dat ik niet daar was om spirituele preken tegen hen te houden. Ik was er gewoon om hen te accepteren zoals zij waren en hen totaal te accepteren en dat heeft hen op de een of andere manier getransformeerd. Omdat ik begreep dat door een of andere grap te maken, of iemand op de schouders te slaan en te zeggen: “Hoe gaat het me je?” en naar hen te glimlachen, zij daardoor werden verheven. En als je zoiets kunt doen om iemand te helpen, dan is dat genoeg. Ik had altijd het idee dat ik de leringen moest prediken en ervoor zorgen dat iedereen de leringen van de geascendeerde meesters accepteerde, maar dat gevoel heb ik niet eens meer.

Dus ik probeer eigenlijk te zeggen dat jij, als jij jezelf heel erg belast door het idee dat jij erover moet praten, wordt het een nachtmerrie voor je als je het wilt proberen en doet. En dus denk ik dat jij moet kijken wat spanning bij jou oproept en die spanning aanpakken tot je er niet meer aan gehecht bent. Dan kun je er met liefde over spreken en dan stroomt het gewoon. Ik verzeker je dat jij niet heel erg zult worden afgewezen, als jij er met liefde over spreekt. Omdat jij in zekere zin de mensen vrij laat om het te accepteren of niet en dan krijg je niet de reactie dat zij het gevoel hebben dat jij hen een tweedehands auto verkoopt. Ik denk dat jij je daarbij op je gemak gaat voelen.